Zaterdag 16 April zal de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking één jaar oud zijn. Sedert die datum van het vorig jaar, waarop de regeringen van West-Europa de overeenkomst tekenden, die hen verplichtte een gemeenschappelijk Europees herstelprogramma op te stellen en tot uitvoering te brengen — een programma dat mogelijk was gemaakt door de hulp die door het Amerikaanse volk was toegezegd — is veel verricht.' Europa is niet alleen de tijd en de mogelijkheid gegeven voort te gaan met het herstel, nieuwe bronnen te ontwikkelen, de hindeïpalen weg te nemen, die zijn interne handel belemmerden en zijn munteenheden te stabiliseren, doch uit dit allen is tevens een nieuwe geest geboren. In het afgelopen jaar moesten de landen, die lid zijn van de Organisatie, ernstige beslissingen nemen en kostbare offers brengen. Bij ieder geval werden de problemen vrij en openlijk besproken door alle 19 leden tezamen. Tenslotte werd steeds overeenstemming bereikt en een eenparige beslissing genomen. Er is een nieuw Europees bewustzijn gevormd. Nooit tevoren hadden de Europese landen hun nationale problemen en plannen aan elkaar voorgelegd voor gezamenlijk onderzoek en gezamenlijke bespreking. Ieder land houdt rekening met zijn nationale belangen, doch bij ieder geval was het welzijn van Europa als geheel dat de uiteindelijke beslissing beïnvloedde, ondanks de talrijke opofferingen.
Gedurende het komende jaar zal op het hoofdkwartier van de Organisatie in Parijs een begin worden gemaakt met het coördineren van de plannen der negentien deelnemende landen op het gebied van de ontwikkeling van de bestaande industrieën en . de bouw van nieuwe fabrieken. Slechts de realiteit van deze Europese wijze van denken kan een dergelijke grote mate van samenwerking teweeg brengen. Alle deelnemende landen realiseren zich volkomen hoe moeilijk deze taak is, doch tevens hoe belangrijk, wanneer een gezonde Europese economie moet worden opgebouwd. Er moeten nog vele andere dingen worden gedaan. Europa moet nog een lange weg afleggen voordat men kan zeggen dat herstel is bereikt. Bij al het werk van de Organisatie naar dit doel is er één voornaam ding, dat in het oog wordt gehouden en dat de beslissingen van de Organisatie bepaalt. Dat is dat de Marshall-hulp in 1952 zal ophouden en Europa dan in staat moet zijn op eigen benen te staan. De vorderingen, die reeds door de Europese landen gemaakt zijn en de mate van samenwerking die reeds tussen hen bestaat, bewijzen dat dit mogelijk is. Dit is echter niet het einde. De Organisatie voor Europese Economische Samenwerking is een blijvende organisatie. De verwezenlijking van een gezonde en duurzame economie in 1953, wanneer de Marshall-hulp eindi- is slechts de eerste opdracht. Bij de Overeenkomst, die de ministers van de verschillende landen bijna een jaar geleden te Parijs tekenden, werd geen tijdsduur bepaald voor de Europese economische samenwerking. Europa is van plan de samenwerking van heden in de toekomst te laten voortduren, nadat de slag om het herstel is gewonnen. Resultaten. Hieronder volgen enkele gegevens over de resultaten die in het eerste jaar van de Europese economische samenwerking, mede dank zij de hulp van de Verenigde Staten, konden worden bereikt. DE INDUSTRIËLE PRODUCTIE. In de zomer van 1945 stond de industriële productie in West Europa op nog niet de helft van het niveau van 1938, dat een jaar was van slechts matige economische activiteit. In het laatste kwartaal van 1948 was de industriële productie in West Europa hoger dan de gemiddelde productie in het jaar 1938. Men moet hierbij echter wel bedenken, dat een volledig Europees herstel een industriële productie zou vereisen die een derde hoger is dan die van 1938. Juist deze additionele toename zal de grootst mogelijke in spanning vereisen. STAAL. West Europa is voor zijn staalvoorziening voornamelijk van eigen productie afhankelijk. Het was na het einde van de oorlog moeilijk staal uit de V.S. te krijgen door de grote binnenlandse vraag in dat land. De invoer uit de V.S. was daarom klein, maar belangrijk, daar zij verschillende soorten staal omvatte die niet gemakkelijk ergens anders te verkrijgen zijn. In het laatste kwartaal van 1947 produceerde West Europa 33 millioen ton staal per jaar. In het laatste kwartaal van 1948 was de productie 43 millioen ton p~r jaar, bijna dezelfde als die van 1938. Met uitzondering van West Duitsland was de Europese staalproductie hoger dan die van voor de oorlog. ELECTRICITEIT. Voor de oorlog verbruikte West Europa veel minder electrische energie per arbeider dan de V.S. en een
belangrijke toename in krachtsverbruik was noodzakelijk voor het stijgen van de industriële productie. De productie van electrische energie in 1948 was bijna 50 pet. groter dan die van voor de oorlog; de voorziening is evenwel nog steeds ontoereikend. Het grootste gedeelte van deze toeneming is mogelijk gemaakt door herstel van de electrische installaties, door volledig gebruik van 'de bestaande capaciteit en door internationale overeenkomsten voor de overbrenging van electrische energie. Tegenwoordig vindt krachtsoverbrenging plaats tussen Oostenrijk, de Bizone, Italië, Frankrijk, Benelux en Zwitserland. Bovendien zijn er verbindingen gemaakt of in voorbereiding tussen Italië en Frankrijk; Benelux en de Bizone; Frankrijk en de Benelux; Zweden en Denemarken. KOLEN. De productie van steenkool is nog steeds lager dan voor de oorlog. Ten opzichte van 1947 is de productie in 1948 echter gestegen met 30 millioen ton. De handel in steenkool tussen de deelnemende landen van de O.E.E.C. onderling is toegenomen van 8 millioen ton in 1947 tot 19 millioen ton in 1948. De voorziening door de V.S. was van onschatbare waarde in de periode van acute schaarste van vlak na de oorlog. De invoer is nu teruggebracht van het abnormaal hoge cijfer van 35 millioen ton in 1947, dat een gevolg was van de door de oorlog ontstane omstandigheden, tot ongeveer 9 millioen ton in eind 1948. INDUSTRIËLE PRODUCTIE. In 1946 was de productie per hoofd slechts % van de voor-oorlogse. In 1948 was zij gestegen tot bijna 90 pet. Uitgezonderd West Duitsland stond de productie per hoofd bijna op het voor-oorlogse niveau. Een belangrijke stijging is echter noodzakelijk. LANDBOUW. Het tempo van het herstel in de landbouw is lager dan dat van de industrie, de voedselproductie is nog steeds lager dan voor de oorlog. De productie van broodgraan in 1948 was 11 millioen ton hoger dan in 1947, een toneming die gelijk staat aan ongeveer 300 calorieën per dag per hoofd van de bevolking. De oogst van 1948 stond in zijn geheel bijna op het voor-oorlogse peil, doch de productie van vlees en zuivelproducten ligt nog steeds 1/3 onder het voor-oorlogse .niveau: Hierbij moet bedacht worden dat er tegen woordig 8 pCt. meer mensen in WestEuropa te voeden zijn dan voor de oorlog. Er worden pogingen gedaan de landbouwproductie te verhogen. Het aantal tractoren in West-Europa is van ongeveer 200.000 voor de oorlog gestegen tot bijna 600.000. HANDELSVERKEER. Een belangrijk gedeelte van de verhoogde productie, die een gevolg is van het herstel van West-Europa, is gebruikt om de export te vergroten en om importen van overzee te vervangen. Tegelijkertijd had er een belangrijke vermindering plaats van de abnormaal hoge importen uit Noord- en Centraal Amerika. Alleen op deze wijze kan West-Europa onafhankelijk worden van de dollarhulp. Het totale deficit van Europa met de rest van de wereld was in 1947 meer dan 7 milliard dollar. In 1948 bedroeg dit deficit 5 milliard dollar. FINANCIËLE STABILITEIT. In de meeste Europese landen was in de eerste na-oorlogse jaren inflatie zeer moeilijk te vermijden. Onvermijdelijk
overtrof de vraag verre het aanbod. De consumenten trachtten hun voor-oorlogse levensstandaard tl herwinnen en hun huisraad na zes jaar van ontbering opnieuw aan te vullen. De industrie trachtte de schade, veroorzaakt door oorlog en onvoldoende onderhoud, te herstellen Vele regeringen hadden voortdurende militaire uitgaven. De uitgaven aan wederopbouw waren onvermijdelijk hoog. Vele landen voerden plannen voor sociale welvaart uit, die door de oorlog waren uitgesteld. De huidige prijzen in alle deelnemende landen zijn veel hoger dan die van voor de oorlog, doch in de meeste landen zijn de prijsstijgingen nu tot stilstand gekomen. Daar vraag en aanbod meer in evenwicht zijn gebracht was het mogelijk vele controlemaatregelen te laten vervallen en vele goederen vrij te geven, zonder dat prijsverhogingen optraden.
"Een jaar Europese Economische samenwerking Een nieuw Europees bewustzijn gevormd". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058481:mpeg21:p005
"Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058481:mpeg21:p005
INGEZONDEN MEDEDELING SCHUDT UW LEVER WAKKER en o ralt 'i morgens weer kiplekker uit bed springen. Elke dag moet uw lever een liter gal in uw Ingewanden doen stromen, anders verteert uw voedsel niet, het bederft. U raakt verstopt, wordt humeurig en loom. Neem de plantaardige CARTER'S LEVERPILLETJES om die liter gal op te wekken en Uw spijsvertering en stoelgang op natuurlijke wijze te regelen. CARTER^ ",R PILLETJE 5^
"SCHUDT UW LEVER WAKKER". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058481:mpeg21:p005
INGEZONDEN MEDEDELING SLA SALATA' / Alleen Duyvis maakt Salata
"SLA". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058481:mpeg21:p005
(Van onze financiële medewerker). Gedurende de tweede helft van Maart en de eerste van April heeft op de Amsterdamse beurs onmiskenbaar het optimisme de boventoon gehad. Weliswaar is het koerspeil ook thans nog beduidend lager dan einde 1948, er is over de gehele linie een opmerkelijke vooruitgang, die uiteraard in het uitzicht op vier vacantiedagen tot staan kwam, maar allicht in de komende weken verder zal worden geaccentueerd. Het zou o.i. onjuist zijn deze „gedraaide" beursstemming uitsluitend met de geruchten over een devaluatie in verband te brengen, waarover we in ons vorig overzicht enkele opmerkingen maakten. Dat er in de boezem van het Intern. Monetaire Fonds over de valuta der West-Europese staten „gedokterd" wordt, schijnt wel waar te zijn. maar dat binnenkort tot „herziening" der valuta zal worden overgegaan, wordt van meer dan een bevoegde zijde ontkend. Het zou inderdaad praematuur zijn, nu tengevolge van het economische redres in de meeste staten van West-Europa voor de zg. zachte valuta meer vraag ontstaat en met name de Nederlandse Gulden in België. Zwitserland en New -York in waarde stijgt. Het doet er tot op zekere hoogte weinig toe. waaraan dit verschijnsel is toe te schrijven. Hoofdzaak is dat het verheugend feit kan worden geconstateerd en dat dienovereenkomstig ook voor Nederlandse fondsen in New-York hogere koersen worden betaald. Bij de notering van valuta en fondsen op de vrije markt is de psychologische factor van grote betekenis. Crediet baseert zich voor een goed deel op vertrouwen en dat het Nederlandse crediet in het buitenland stijgt, wijst er op dat men in de financiële en economische positie van ons land de laatste tijd een groter vertrouwen begint te stellen.
Voor een deel hangt dit samen met de algemene opklaring van het wereldbeeld als gevolg van de verminderde oorlogsdreiging, het tot stand komen van de Benelux en het Atlantic f>act en de uitbreiding van de handel tussen de staten van West-Europa, waarin nu West-Duitsland ook allengs een groter aandeel krijgt. Mede tengevolge van deze factoren, op hun beurt weer door de Marshall-hulp gestimuleerd, begint Europa zich van de oorlogsslagen te herstellen en Nederland staat hierbij zeker niet in het laatste gelid. CIJFERS VAN DE NEDERL. SPAARBANKBOND.. Maar ook de interne positie van Nederland geeft blijken van vooruitgang. In het dezer dagen gepubliceerde verslag van de Nederlandse Spaarbankbond wordt geconstateerd, dat in 1948 de terugbetalingen de nieuwe inleg weliswaar met f 16 milloen hebben overschreden, maar deze terugbetalingen hielden voor een deel verband met de bizondere hef fingen en het totaal der inleggingen was in 1948 tpch f 40 millioen hoger dan in 1947. Uit een statistiek over de verhouding tussen geldinkomen en totaal verbruik blijkt, dat het nadelig verschil hiervan vrij sterk daalde en in het derde kwartaal voor sommige inkomensgroe pen in een gunstig saldo verkeerde. De volledige statistiek inzake de ontwikkeling van het volksinkomen over 1948 is nog niet bekend, maar' dat de inleggingen bij de spaarbanken van de Spaarbankbond en bij de Bankspaarbanken gedurende de eerste twee maanden van 1949 de terugbetalingen met f 18 millioen overtroffen, wijst er op dat sinds enigen tijd de mogelijkheid van sparen en de
spaarbereidheid bij de Nederlandse bevolking groter wordt. Het bestuur van de Spaarbankbond noemt als een van de oorzaken hiervoor het tot staan komen van de inflatie gedurende de tweede helft van 1948. Was het indexcijfer van de geldhoeveelheid op basis 1938 = 100, in Dec. 1947 nog 280 en in Juni 1948 294, in Dec. 1948 was het slechts met 2 punten tot 296 gestegen'. De grotere stabiliteit in de koopkracht van het geld versterkt uiteraard het vertrouwen in de toekomstige koopkracht er van en heeft tot gevolg dat sparen voor de bevolking weer zin krijgt. De recente prijsdaling in de V.S. en in verschillende sectoren van -het bedrijfsleven ook hier te lande versterkt de indruk dat een periode van een des-inflatie is aangebroken Of deze zodanige omvang zal krijgen, dat zij de algehele opheffing der subsidies en de huurverhoging zal kunnen opvangen, moet worden afgewacht, voorlopig is het geruststellend dat de koopkracht van het geld eer groter dan kleiner wordt en dat ook in het buitenland de financiële en economische perspectieven van Nederland beter worden beoordeeld. OVER HET DODE PUNT HEEN.,.. Men krijgt zo de indruk dat we hier langzamerhand over het dode punt heenraken. Wel moeten nog belangrijke bedragen aan bizondere heffingen worden betaald, maar een groot deel daarvan is reeds in de vorm van zekerheidsstelling en geblokkeerd geld aan de particuliere beurzen onttrokken. Langzamerhand wordt een minder groot deel van het volksinkomen aan de fiscus geofferd, ook al is dit deel met het oog op de noodzakelijke besparingen bij particulieren en bedrijven nog steeds veel te groot. Het moge op zich zelf bevredigend zijn. dat het nationaal inkomen van Nederland in 1947 meer dan tweemaal zo groot was als in 1939 (f 12.142 millioen tegen f5.743 millioen). per hoofd van de bevolking is het minder dan tweemaal zo groot (f1261 tegen f654) en wanneer men de prijsindex in rekening hrenat. komt men tot een laeer cijfer dan in 1939, waarvan toen echter een veel kleiner deel als belastine aan de volkshuishouding werd onttrokken. We zijn echter op de goede weg en al vorderen we langzaam, wij geloven niet dat de beurs zich vergist als zij in de waardering der '"°*i een groter vertronwen in de en erinimisrhe toekomst van Nederland blijk geeft.
"Op en om de beurs. De internationale waarde van de gulden stijgt Toenemende spaarzin bij de Nederlandse bevolking - Ons nationaal inkomen in 1947". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058481:mpeg21:p005
INGEZONDEN MEDEDELING DRINKT HOT JOHNNY DE FIJNE LIKEUR, BEREID UIT ZUIVERE ALCOHOL.
"DRINKT HOT JOHNNY". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058481:mpeg21:p005
IN EEN STIL DORPJE in China, waar hij zich heeft teruggetrokken, wandelt de vroegere president van de Chinese Republiek, Tsjang Kai Tsjek in een costuum, bestaande uit een Amerikaans bontvest, een moderne lange broek en peau dé suède schoenen. Dit is de eerste foto van de generalissimus, sinds zijn aftreden.
"IN EEN STIL DORPJE in China,". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058481:mpeg21:p005
Op 21 April komt de Gemeenteraad van Oldenzaal opnieuw Dijeen om te beslissen over het voorstel van B. en W. om accoord te gaan met het aanbod van Losser inzaKe gebiedsuitbreiding. Zoals men weet heeft de gemeente Losser een terrein van aAO H.A. aangeooden ter uitoreiding van net geoied van oldenzaal. net college van B. en W. wil hiermeae accoora gaan, niet omdat men ten volle bevredigd is over de aan de 'hand gedane oplossing, maar omdat men meent beter een hall ei te kunnen accepteren dan een lege dop. ue vrees bestaat n.1., aat wanneer de aanbieding van i_,osser van de nand wordt gewezen, men in het geheel niets zal Krijgen. Het is öeKenu, dat een niet onoeiangri.iK deel van de Kaad er anders over denkt, ün niet ten onrechte, want op de Keper beschouwd is de oplossing, die tnans aan de hand wordt gedaan er siecnts een voor een zeer beperkt aantal laren, zodat Oldenzaal in een niet te ver verwijderde toeKomst voor dezelfde proDlemen" zal Komen te staan als heden ten dage. De tegenstanders gaan bovendien van het standpunt uit, dat de toestand voor Oldenzaal zó onhoudbaar is geworden, dat een ingrijpen van de nogere autoriteiten kan worden verwacht. Heeft indertijd de Regering inzake de samenvoeging van Enschede en Lonneker ook niet een beslissing genomen in strijd met de wensen van Lonneker? Met grote spanning wacht de Oldenzaalse bevolking het besluit van de Gemeenteraad af. Het is bekend, dat het overgrote deel van de fractie der Kath. Volkspartij tegen het voorstel is. Dit is echter niet voldoende om het te verwerpen. Uiteindelijk geven de drie leden van de fractie der P.v.d.A. de doorslag; zij hebben in de vorige vergadering geen beslissing willen nemen en daarom verzochten zij voor 'n nadere bestudering van 't voorstel uitstel tot 21 April. Stemt de P.v.d.A. voor. dan kan worden verwacht, dat het voorstel wordt aangenomen en krijgt Oldenzaal 'n oplossing voor een beperkt aantal jaren, Wil men echter het Franse spreekwoord „Regeren is vooruitzien" opvolgen, dan zal men een gebiedsuitbreiding vragen welke 'zal gelden voor een lange reeks van jaren. Reeds 30 jaren is Oldenzaal bezig vergroting van zijn gebied te verkrijgen. In 1919 werden de eerste plannen aanhangig gemaakt en toen ging men zelfs zover om vereniging van Oldenzaal en Losser voor te staan. Terecht is men daarop later teruggekomen, maar het ideaal van Oldenzaal is toch steeds geweest om de beschikking te krijgen over heel Noord- en ZuidBerghuizen, daar deze delen der gemeente Losser in de practijk tot de stad Oldenzaal behoren. WAT ER NU WORDT AANGEBODEN. Het is interessant eens precies na te gaan wat nu door Losser wordt aangeboden. Losser offreert 230 H.A., dat is ongeveer de oppervlakte van het huidige Oldenzaal. Het huidige stadsgebied van Oldenzaal omvat 235 H.A. met 2500 woningen en pl.m. 12.500 inwoners. Van de nu door Losser aangeboden 230 H.A. zijn 22 H.A. voor industrieterrein bestemd. In de Raad van Oldenzaal is gezegd, dat dit voldoende is, maar in welingelichte kringen is men een tegengestelde mening toegedaan omdat een niet onbelangrijk deel van deze industrieterreinen eigendom is van de firma Gelderman, die ze uiteraard voor zich zelf reserveert daar dit zo belangrijke bedrijf
voldoende expansiemogelijkheden voor de toekomst dient te hebben. Verder zijn terreinen nodig voor recreatie, sport, begraafplaatsen en plantsoenen, totaal 60 H.A. Met de 22 H.A. voor industriedoeleinden gaan er dus reeds 82 H.A. van de 230 af, zodat er pl.m. 150 overblijven voor woningbouw. Houdt men er nu rekening mee, dat in het door Oldenzaal te verwerven gebied al talrijke huizen staan en in het Uitbreidingsplan in een ruime bebouwing is voorzien, dan kunnen er nog 1400 woningen worden gebouwd. In het oog moet bovendien worden gehouden, dat Oldenzaal veel slechte huizen, men kan
eigenlijk wel zeggen krotwoningen heeft en wanneer die worden afgebroken kunnen er in de plaats van 10 van dergelijke woningen slechts 5 moderne worden gebouwd. DE BEVOLKINGSAANWAS. In het te annexeren gebied wonen pl.m. 2000 mensen; met die van Oldenzaal mee bedraagt de bevolkingsaanwas ongeveer 250 personen per jaar waarvoor ongeveer 60 woningen nodig zijn. In de gemeente Oldenzaal staan ingeschreven 400 woningzoekenden, zodat dus, waarneer de normale woningbouw zou kunnen plaats hebben, na ruim 10 jaar het thans aangeboden gebied van Losser reeds
zou zijn volgebouwd. Hieruit menen de tegenstanders van het thans voorgestelde zonneklaar te kunnen concluderen, dat van een verruiming voor een wat verder verwijderde toekomst geen sprake is. Zodat deze grenswijziging practisch weinig doel heeft. Het vreemde van de situatie is bovendien, dat Oldenzaal ook nog een klein gebied moet missen, dat over de Rondweg is gelegen. Bewoners van de Verlengde Bentinckstraat en de Ootmarsumsestraat, in totaal 23 gezinnen met 155 personen, die thans inwoners van Oldenzaal zijn, zullen wanneer de voorgestelde grenswijziging tot stand komt burgers van Losser worden. Zij wonen n.b. niet eens buiten de bebouwde kom van Oldenzaal en ze zullen, wanneer de plannen doorgaan, helemaal naar Losser moeten wanneer ze gemeentelijke formaliteiten moeten verrichten. Niet
ten onrechte zegt men in die omgeving, dat een dwaze potloodstreep deze Oldenzalers wil afscheiden van de stad waarin ze wonen. Een aangelegenheid van betekenis is het feit, dat voor het probleem van het woonwagenkamp bij de nieuwe regeling in het geheel geen oplossing wordt gevonden. Nu heeft men het kamp aan de Lyceumstraat midden in de stad en al wordt straks het grondgebied uitgebreid wanneer het voorstel Losser wordt geaccepteerd, dan weet men nog niet waar men met het woonwagenkamp heen moet. Met grote interesse wacht men in Oldenzaal en Losser af wat de Raad de volgende week Donderdag zal besluiten.
Oldenzaal gezien vanaf de St. Plechelmustoren.
"De grenscorrecties in Oldenzaal Losser biedt Oldenzaal slechts voorlopige oplossing aan Interessante cijfers over de mérites van het voorstel". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058481:mpeg21:p005
"ERRES". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058481:mpeg21:p005
Volgens de diplomatieke medewerker van Reuter is men in nietofficiële, doch gewoonlijk wel ingelichte kringen te Londen van mening, dat de Britse minister van buitenlandse zaken, Bevin, tijdens het bezoek, dat hij kortgeleden aan Washington heeft gebracht, een memorandum heeft medegenomen, dat voorstellen bevatte voor een aanzienlijke uitbreiding van de Griekse leger- en' luchtstrijdkrachten. Dit plan, daar voor veldmaarschalk Sir William Slim, chef van de Britse Imperiale generale staf, tijdens een bezoek, dat hij kortgeleden aan het Oostelijk gedeelt^ van het middellandse-zeegebied" heeft gebracht, zou zijn opgesteld, zou erin voorzien dat nog dit jaar een einde zou worden gemaakt aan de Griekse burgerloorlog. Een woordvoerder van het Britse ministerie van buitenlandse zaken bevestigde, dat minister Bevin het vraagstuk van de hulpverlening aan Griekenland tijdens zijn bezoek aan Washington ter sprake had gebracht doch hij voegde hieraan toe dat hieromtrent nog geen beslissing was genomen. De woordvoerder legde deze verklaring af naar aanleiding van een verzoek om commentaar te willen geven op Amerikaanse persberichten, volgens welke de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken .Acheson
de Britse voorstellen, om de militaire hulp aan Griekenland uit te breiden, zou hebben verworpen. De woordvoerder voegde hieraan toe, dat men te Londen van mening is dat voortgezette besprekingen over dit vraagstuk tussen Amerikaanse autoriteiten te Washington worden gevoerd en dat nog geen definitief antwoord op de Britse voorsteller} is gegeven (eerder is in een Reuter-telegram uit Washington gemeld, dat minister Acheson zou hebben verklaard zich niet te herinneren dat van Britse zijde 'n voorstel was ingediend, om de hulp aan het Griekse leger en de Griekse luchtmacht uit te breiden).
"Bevin besprak met Acheson de hulp aan Griekenland Nog geen beslissing over uitbreiding.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058481:mpeg21:p005
Dank zij het intelligente optreden van een 12-jarige jongen heeft de Rotterdamse politie de 30-jarige granietbewerker A V. kunnen arresteren, die de laatste tijd steeds onder het voorwendsel lid van de bouwpolitie te zijn verschillende woningen wist binnen te dringen. Men vermoedde, dat hij trachtte ergens zijn slag te slaan, hetgeen hem echter nog niet gelukt was. Woensdagavond belde hij op het adres van de jongen in de Roggestraat aan. Deze had echter juist in een der Rotterdamsee bladen over de man gelezen. Hij liet hem dan ook niet binnemJEoen de man verdwenen was, ging hij zo snel hij kon naar het politiebureau Tezamen met 'n hoofdagent keerde hij terug naar de Roggestraat, waar ze de man juist uit een andere woning zagen komen. Zijn arrestatie .was toen slechts een kwestie van enige seconden.
"Twaalfjarige jongen helpt politie.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058481:mpeg21:p005
Spelers voor het Internationaal Jeugd tournooi. Doelman Gerberink bij de uitverkorenen. Voor het Nederlandse elftal, dat deelneemt aan het van 18 tot en met 21 April in diverse steden van ons land te houden internationaal jeugdtournooi, zal een keus worden gedaan uit de volgende vijftien spelers; Bakema (HSC), Bennaars (DOSCO), Gerberink (Enschede), Joling (Watergraafsmeer). Klaassens (VVV), Louer (NOAD). Okkuyzen (Velox), De Rijk (MOC), Smeets (Juliana), Smit (Volendam), v. d. Steen (DWS), Sybers (VVV, Utermark (BW), Visser (DOS) en de Vries (ZVV). Als leider treedt op dè heer H. Mommers. Trainer-coach is de heer J. v. d. Leek. BOKSEN. DELANNOIT—MITRI. Op 7 Mei a.s. bokst de Italiaan Mitri in het Sportpaleis te Brussel tegen Cyrille Delannoit om het Europese kampioenschap middepgewicht. SCHAKEN. Persoonlijk kampioenschap T.S.B. Aan de finale der wedstrijden om het persoonlijk kampioenschap van de Twentse Schaakbond, welke binnenkort een aanvang nemen, wordt deelgenomen door de heren Jac. Visscher Enschede, H. Keizer, Hengelo, J. C. L. Burbach, Eibergen, L. Koning, Vriezenveen, W. Vasbinder, Gramsbergen en de tegenwoordige kampioen, de heer H. Meijer, Enschede. PROM.-DEGR. NAAR DE K.N.S.B. De kampioen van de Twentse Schaakbond, de S.V. Almelo speelt met Philidor 2 Leeuwarden, Unitas Groningen, de Arnherrisê S.V. en Staunton 2 Groningen promotie-degradatiewedstrijden om één plaats in de K.N.S.B.
"SPORT. VOETBAL.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058481:mpeg21:p005