(Van onzen pari. redacteur). Het was te verwachten, dat de onverwachte reis van 4 Nederl ministers naar Java, in de Tweede Kamer de nodige critiek zou uitlokken Bii de begroting van Overzeese Gebiedsdelen kwam gistermiddag een zware bui los Vooral minister Jonkman, die met den minister zonder portefeuille Götzer' achter de regeringstafel zat, kreeg heel wat te slikken ' '
Speciaal Mr. Vonk (Vrijh.) trok tegen min. Jonkman van leer en noemde hem, niet bepaald vriendschappelijk, „het vijfde rad" aan de wagen, die maar beter deed zo spoedig mogelijk te verdwijnen. De Ministers Beel, Neher. Götzer en Drees bemoeien zich nu ai met Indië, en de verantwoordelijkheid van minister Jonkman voor zijn beleid is nu voor een groot deel afgenomen. Scherp was ook de heer Tilanus (C.H.) die het Indonesisch beleid een voortdurend buigen en terugwijken noemde voor eeii stelletje politieke avonturiers, zoals dr. van Mook de heren uit Djokja heeft genoemd. Allerdwaast vond hij ook de vertoning met het Amerikaanse schio buiten de territoriale wateren. Ook hier heeft Nederland weer gebukt voor Djokja, terwijl het toch ovei een Nederlandse zaak gaat. De schuld van alles noemde spr. het niet oprukken naar Djokja. Voorts drong hii aan op een spoedige regeling met Suriname en Curacao, waarbij aan het, ontwaken van West-Indië meer aandacht dient te worden geschonken. Tenslotte vroeg hii hoe het kwam dat op de begroting voor 1948 nog een bedrag van 8 ton voorkomt voor de Commissie-Generaai w.o. 2 ton voor personeelsuitgaven, terwijl de Comm.-Gen. is opgeheven. De heer Ruys de Beerenbrouck (K.V.P.) herdacht de gevallenen in Indonesië en protesteerde tegen de behandeling van de gevangenen tijdens het beruchte transport van Bondowoso naar Soerabaja Hij eiste strenge straffen voor de schuldigen. Voorts vroes hij bescherming van de vrijheid van godsdienst en achtte het noodzakelijk zo spoedig mogelijk over te gaan tot instelling van het parlementaire stelsel in Indonesië. Er is volgens spr. thans een autocratisch bewind op Batavia. Dit wekt de indruk in het buitenland dat de huidige staten-vormina van bovenaf wordt opgelegd. Er hangt thans een gordijn rond het beleid van de Ned. Ind. Regering, klaagde de heer Meyerink (A.R.) en hij betreurde 't dat Min. Jonkman onvoldoende inlichtingen aan de Kamer geeft, zo o.a. over het vertrek van de Ministers Neher en Beel naar Indië. Verder wees hij er op dat door de opzegging van Linggadjati het defacto-gezag van de republiek vervallen is. Nu gaat de Regering toch met
de Republiek onderhandelen. Dit v ^_ n . Regeringsbeleid maakt spr. huiverig. Onderhandelen met de Republiek als revolutionaire groep achtte spr. onaanvaardbaar. Namens de P. v. d. Arb.-fractie sprak vervolgens mr. Joekes, die verklaarde, dat de militaire actie destijds is aanvaard als noodmaatregel en met beperkt karakter. Spr. had deze actie echter meer beperkt willen zien dan tnans het geval is geweest, want ze diende allereerst om 'wat meer lucht te geven aan de ingesloten troepen. Voorts besprak hij het ingrijpen van de Veiligheidsraad, de Commissie van Drie en de ontwikkeling der staatkundige verhoudingen in Indonesië. Na hem kwam de heer Paul de Groot (Comm.) die critiseerde dat de order „staakt het vuren" niet grondig wordt uitgevoerd en dat op plaatsen die practisch gezuiverd zijn. slachtoffers vallen. Voorts betoogde hij dat het oude kolóniale bestuursapparaat practisch weer is hersteld met de huidige interim-regering op Java. Spr. zeide dat» kolonel Abdoel Kadir, pl.v.v. van Van Mook vroeger lid was van de Amerikaanse Secret Service. De oude verdeel- en heerspolitiek van vroeger wordt weer toegepast, zodat men net zo goed de oude Volksraad weer kan herstellen met minister Jonkman als voorzitter. Tenslotte hekelde hij dat na een jaar nog geen resultaten van het onderzoek naar de gebeurtenissen qp ZuidCelebes is verschenen. De heer de Groot heeft nog een motie ingediend om bestraffine van de schuldigen te eisen van het transport van Bondowoso en schadeloosstelling der nabestaanden. Het debat wordt heden voortgezet.
"Tweede Kamer HARDE WOORDEN OVER HET INDONESISCH BELEID Verwijten over dualisme". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/12/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058596:mpeg21:p005
"Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/12/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058596:mpeg21:p005
De in Engeland door Armstrong Whltworth geconstrueerde „vliegende vleugel", een vliegtuig met straalaandrijving dat het volmaaktste ter wereld wordt genoemd, heeft van het vliegveld te Rugby zijn eerste openbare proefvlucht gemaakt. Deskundigen voorspellen, dat het toestel een nieuw tijdperk voor het passagiersen vrachtvervoer door de lucht zal inluiden. Het staartloze vliegtuig taxiede bijna geluidloos uit de hanger naar de startplaats. Na een opmerkelijk korte start, tijdens welke slechts een schrille fluittoon te horen was verhief het zich in de lucht. Ook daar was het practisch niet te horen. Om de weerstand van de lucht zoveel mogelijk te beperken is de vleugel, die een spanwijdte heeft van ongeveer 27 meter, volkomen glad gepolijst en zonder klinknagels. De „vliegende vleugel" is uitgerust met twee Rolls Royce straalmotoren en heeft een startgewicht van 15.000 kg. De productiekosten bedragen 200.000 pond sterling. Men verwacht, dat in de toekomst staartloze vliegtuigen zullen worden gebouwd met een startgewicht van 90 ton. — Naar Radio Sofia meldt is tussen Bulgarije en Albanië een verdrag van vriendschap, culturele samenwerking en wederzijdse bijstand en een protocol betreffende economische samenwerking, getekend.
"Proeftocht van „vliegende vleugel"". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/12/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058596:mpeg21:p005
Het wilde zwijn of beter gezegd het Europese wilde zwijn, want deze knorrepotten komen in onderscheiden soorten in verschillende werelddelen voor, was vroeger algemeen in ons land, waar bos en ruigte waren. Gedenk van Lennep's: „Jacht van Jacoba van Beieren", waar graaf Willem enige adelijke heren uitnodigt tot een zwijnenjacht in de omgeving van Den Haag. Het Europese wilde zwijn was sedert de helft der vorige eeuw uit onze bossen verdwenen, doch is sinds het begin dezer jaartelling weer ingevoerd en komt nu sporadisch alleen op de Veluwe voor in dichte dennen aanplant en op plaatsen, ruig begroeid met heide en bessen. Een vriendelijke verschijning is het niet. Een erote spitse kop met diepliggende ogen, een spitse snuit met woelschijf. het achterlijf sterk afhellend. Een stevige huid met borstels bedekt. Belde geslachten hebben slagtanden, die .van de ever zijn echter groter dan van de bagge (vrouwtje). Stevige poten die op moerassige plaatsen worden uitgespreid dragen de romp De zeugen leven gezellig met df oudere biggen. De mannetjes houder zich meer afgezonderd, totdat d< paartijd Invalt; dan verzamelt zo'i ruige vrijer een harem om zich heen jaagt alle jonge beren op de vlucht vecht tot bloedens toe met de oudere Dicht staan twee kampioenen dar tegen elkaar te dringen. De gezonker koppen worden met plotse rukken opgeheven om elkaar met de kromme tanden hevige wonden toe te brengen. De ogen zijn met bloed belopen, de bekken met schuim en zever bedekt. Om het bloedverlies te stillen begeeft de verliezer zich naar de anotheek. dat wil zeggen dat hij een den opzoekt die hars uitzweet. Hier wrijft hij de wonden mee in Met het wollige winterhaar vormt de hars een soort van harsa-plast. r\e paartijd valt in November—Januari. De zeug bouwt een nes' °P een afgelegen plek een holte me ruigte gevuld. Na vier maanden wor den de biggetjes geboren allerliefst' vrolijke diertjes met clown-achtig> manieren. Soms zijn het wei een
stuk of twaalf. Hun kleur is bruin met gele lengtestrepen 00 rug en zijden. Veertien dagen blijven ze in het nest, dan gaat moedei met hen op stap. ravottend en dartelend volgen ze de zeug; precies als onze tamme biggetjes doen. Het wilde varken is een alleseter. plantaardig en dierlijk. Hij doorwoelt en doorwroet de bosgrond om aan de kost te komen, maakt hierdoor de bodem poreus en geschikt om zaden op te nemen. Een vette tijd is het voor hem als de eikels, beukenoten. hazelnoten, kastanjes rijp zijn. Na een half jaar hebben de biggen, die dadelijk bij de geboorte vlug zijn als water, de kleur der ouden maar eerst tegen h$ 5e jaar zijn ze volwassen. Waar wilde varkens zijn zijn ook wrijfbomen, waartegen ze de modder na een modderbad afwrijven e historie van de ever omspant
vele eeuwen. Als het koren golfde in de Zuidenwind zeiden de Germanen, dat god Freyr er doorreed Meleager, een oud-Grieksr koningszoon, overwon de Calydonisch'e ever en schonk de huid aan zijn eeliefde Atalante. De allesverwoestende Erymantische ever werd door Hercules bedwongen. Adonis de geliefde van Venus, viel als slachtoffer van zo'n monster. Eo in de Edda kunt ge lezen van de ever Sachrimnir, die daeelijks op den Grimnirs maaltijd verjongd wordt. Hij leverde vlees aan de helden van Walhalla, dat iedere dag weer gebraden wordt maar elkt avond opnieuw gereed is Terecht heeft men in deze mythe de af- en toename der maan gezien. In eerste en laatste kwartier zagen de oude Germanen den ruigen Tverkop reeds achter de omhoog gebogen gouden slagtanden. Zo komt aan sus scrofa (wild zwijn) meer toe dan dadelijk een kogel en is hij waard eens in 't middelpunt der belangstelling te staan. DE STOPPELAAR.
WAAR DE BIGJES GEBOREN WORDEN.
"WILDE VARKENS". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/12/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058596:mpeg21:p005
In een door Molotov gehouden rede ter gelegenheid van de 30ste verjaardag van de Russische revolutie verklaarde hij, dat het geheim van de atoombom niet meer bestond. Deze verklaring heeft veel stof doen opwaaien. De schrijver William van Narvig, die gedurende vele jaren in de Sovjet-Unie heeft vertoefd en daar in aanraking kwam met de kopstukken van het regime, heeft aan een en ander een beschouwing gewijd in het Franse blad „Carrefour", welke wij hiernaast publiceren.
De ontdekking bij de „Vulkan-Werke". DE bom 1 van Hiroshima bracht een _ zware slag toe aan het opkomende geloof in de onoverwinnelijkheid van het rode leger. Reeds in September 1945 gingen de Russen dan ijlings twee laboratoria voor atoomonderzoek bouwen op de hellingen van het Alaghezgebergte in de Kaukasus op 4000 meter boven de zeespiegel. Deze werken werden tot veler verrassing door Stalin, toen deze met vacantic was te Sochi aan de Bwarte Zee, geïnspecteerd. Hij sprak over deze laboratoria met Averell Harriman, toen de laatste Stalin als buitengewoon gezant van presidrnt Truman in October 1345 te Sochi bezocht. In deze zelfde maand namen de Rus sen de uraniummijnen bij Jachymov, niet vei van Karlsbad in Tsjecho-Slowakije in bezit. Om het onbehaaglijke gevoel in de internationale wereld door deze daad ontstaan, te sussen, gal Jan Masa ryk in de vergadering van de Verenigde Naties van 17 Januari 1946 de ver zekering dat geen gram uranium uit Tsjecho-Slowakije zou dienen voor de tructieve doeleinden. Gevraagd of de productie van deze mijn zou worden onderworpen aan internationale controle, antwoordde Masaryk: „Ja, ik hoop het". Gedurende deze tijd, in de nerfst van 1945, wisten de - RuSsen Dr Alan Nunn May, een Britsen geleerden die aan de Amerikaanse atoomonderzoekingen had deelgenomen te bewegen hen enige gegevens betreffende het atoomonderzoek uit te leveren, waarvoor deze laatste tot 10 jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Ongeveer dezelfde tijd legden de Russen in Canada een uitgebreid spionagenet met de bedoeling de zogenaamde Geiger-teller te verkrijgen, waarmee de aders met pechblende kunnen worden aangewezen, waarvan uranium een bijproduct is. Begin 1946 werd een intensieve jacht naar pechblende ingezet in de Yablonoi-wouden in Siberië en in de bergketenen van de Altai in BuitenMongolië. De 21ste October 1946 onthulde de Sowjet-Russische afgevaardigde Prof. S. P. Alexandrow in de internationale commissie voor atoomenergie, dat de uraniummijnen in Rusland reeds waren ingedeeld in drie categorieën. Categorie A bevatte bekende liggingen van ertslagen, categorie B waarschijnlijke mijnaders en Categorie C mogelijke ura niumafzettingen. Prof. Alexandrov stelde vervolgens voor dat ieder land moest worden uitgenoodigd zijn methode van uraniumwinning te onthullen. Hij vestigde er de aandacht op dat een bepaald land aan een erts van een zeker gehalte 1 % uranium kon onttrekken, een ander land er 10 % van kon verkrijgen. Maar het voorstel van Alexandrov om een internationale uitwisseling van methoden van mijnexploitatie werd enige dagen later door den gedelégeerde der Sowjets in de Uno Gromiko herroepen. Duitse gewerden verbonden zich met Russische eist, Dr. Westphall. verklaarde verleden jaar te Berlijn aan een correspondent van de New York Times, dat Russische geleerden niet goed voorbereid waren om te werken aan atoomenergie Zij beschikten, toen de oorlog in 1941 uitbrak, slechts over 2 cyclotronen en het ontbrak hun aan grote wetenschappelijke traditie Aan deze onberedeneerde geringschatP*en Duitsche wetenschappelijk publiting van de Russische wetenschap, staat minstens één feit tegenover: het was een Russische natuur- en scheikundige. Dimitry Mendeleyer. die reeds bijna 80 jaar geléden wees op het gewicht van de
atomen en een belangrijke stoot gaf tot de „physique nucléaire". Het oordeel van Dr. Westphall houdt ook geen rekening met de feiten waarover kapitein Raymond Belckburn sprak tot het Engelse lagerhuis in October 1945: „Russische geleerden, in het bijzonder Kapitza en Leipinsky stonden sedert 1935 aan het hoofd van het Instituut „physique nucleaire" te Charkov, en zij werkten waarschijnlijk aan dezelfde problemen als wij en konden zeer goed reeds veel verder zijn geweest dan wij". Dr. Kapitza die zijn studies had voltooid aan de universiteit te Cambridge in Engeland alvorens zijn post te Charkow te aanvaarden, had, naar men meende een aantal ontdekkingen op het gebied van atoomenergie op zijn naam staan voordat de oorlog was uitgebroken. Sinds 1939 heeft hij ondervinding opgedaan op het gebied van kosmische stralen, die beschouwd worden als een van de middelen om zich meester te maken van atoomenergie. Kort na Hiroshima ontvingen Russische geleerden met aan het hoofd Dr. Kapitza en prof Joffe het bevel de onderzoekingen te beëindigen. Enige maanden na de val van Berlijn werden zij versterkt door Duitse geleerden die door het rode leger waren ge vorderd. Onder hen bevonden zich inzonderheid prof. Max Steenbeck, Dr Gustaf Herz en prof. Fritz Wollmer. die allen ondervinding hadden opgedaan op het gebied van electronen in de nazilaboratoria gedurende de oorlog. Deze geleerden werden door de Russen ondergebracht in een hotel aan de Oostkust van de Zwarte Zee. Enige kilometers daarvan verwijderd was een andere groep Duitse geleerden onder leiding van prof. Manfred von Ardenne bijgestaan door Dr. Karl Bernhardt en Dr. Kurt Mie. sedert Januari 1945 aan het werk gezet aan het bouwen van een cyclotron. Behalve laboratoria in het Alaghezgebergte, bevindt er zich een ten Zuiden van Biisk en in de omgeving van de rivier Vitim, ten Noorden van Chita, beide in Siberië. Toch is er nog geen enkele te vergelijken met die van Oak Ridee. Het grote atoomplan waarvoor de Staatscommissie voor het Plan te Moskou de voorrang heeft gegeven boven ieder ander industrieel of weten schappelijk programma, maakt een electrische centrale om voldoende energie op te wekken noodzakelijk. Ei waren enorme hydro-electrische werken nodig om het leven te schenken aan het wonder van Oak Ridge. En hoewel de atoomonderzoekingen het stadium hebben be reikt waarin proefnemingen op grote schaal zouden kunnen worden ondernomen. de daarvoor onontbeerlijke electrische energie schijnt nog niet voorhanden te zijn. De door het leget bij zijn terugtocht verwoeste grote stuwdam in de Dnjepr zal zonder twijfel zijn productiecapaciteit van voor de oorlog niet binnen minstens 18 maanden kunnen bereiken. Het plan tot het bouwen van hydro-electrische werken in de Wolga verkeert nog maar in een beginstadium. Kortom, het bouwen van de hydro-electrische krachtbronnen die de bergstromen van Sibe rië in zich verbergen, zal nog heel wat iaren werk vereisen. De Russische fabrieken zullen de eerste jaren dan ook niet in staat zijn atoombommen te fabriceren, tenzij dé Sowjetscheikundigen een of ander middel ontdekken atoomenergie vrij te maken zonder erts te bombarderen met een enorme hoeveelheid electrische kracht. Maar dat de Rus op zekere dag de bom bezit, niemand kan daaraan met ernst twijfelen. Zelfs Dr. Westphall meent dat het grootste deel van het geheim reeds aan de Sowjet-geleerden bekend is. Een ding is reeds duidelijk: Wanneer de Russen hun eigen atoombom zullen
hebben zullen zij hem lanceren door radicaal andere aandrijvingsmethoden dan die welke werden gebruikt tegen Japan. Hiervoor hebben de Russen, met hulp der Duitse geleerden een intensieve studie gemaakt. In November 1944 maakte het rode leger zich meester van het proefnemingsstation der V-wapenen te Oranienbaum, nabij Kronstadt, ongeveer 50 km van Leningrad gelegen. Deze installaties gaven de Russen hun eerste overzichten omtrent de Duitse V wapenen. Toen zij in het voorjaar van 1945 Duitsland binnentrokken, versnelden de Russen hun opmars om de twee plaatsen te bereiken waar de Duitsers hun voornaamste proefinstallaties hadden gebouwd voor verre afstandsprojectielen: het eiland Usedom nabij de Pommerse kust en het Deense eiland Bornhólm in de Oostzee. De installaties van Bornholm waren gebombardeerd door geallieerde vliegtuigen, maar die van Usedom waren intact gebleven. De Russen brachten alles bijeen op Usedom. waar zij de gedeeltelijk verwoeste. werktuigen restaureerden. Vervolgens gingen zij met behulp van Duitse geleerden de ondervindingen na met de afschieting van verre-afstand raketten. Gedurende de zomer van 1946 werden boven Zweden talrijke geheimzinnige in Noordelijke richting vliegende projectielen waargenomen. Deze projectielen waren waarschijnlijk Russische proefraketten afgeschoten van Usedom en gericht op Spitsbergen en de wateren in de omgeving van de Poolzee. De afstand tussen Usdom en Spitsbergen is ongeveer dezelfde als die tussen de wouden van Litauen en de Britse eilanden. Tezelfdertijd wijdde Rusland zich aan proefnemingen met het wegschieten van V-wapenen vanaf onderzeeërs. De onderzeeër XXVI Aan het einde van de oorlog bezaten de Duitsers een onderzeeboot bekend onder de naam van typè XXVI. Zij had onder water een snelheid van 25 knopen en gebruikte voor aandrijving stoomturbines (die nog nooit voor een onderzeeër werden aangewend). De nieuwe inrichting der motoren stelt deze duikboot in staat voor onbepaalde tijd onder water te blijven, zelfs kan zij de electrische batterijen opnieuw laden. Geallieerde vlootkringen hebberf erkend dat als Duitsland een voldoende aantal duikboten van het type XXVI reeds in 19431944 had gehad, de oorlog heel goed een volkomen ander verloop zou kunnen hebben genomen. Toen de Russen in April 1945 Stettin bezetten vonden zij de enorme scheepswerken „Vulkan Werke" bijna intact. In deze werven ontdekten zij twee prac' ""'tooide onderzeeërs van het type XXVI. Zij verkregen eveneens de ontwerpen, tekeningen en alle constructiedetails van deze onderzeeër Aldus toegerust versnelden de Russen de voltooiing van de twee onderzeeboten die op een wede dag uit de Oostzeehaven verdwenen. In de zomer van 1946 werd aan de Noorse geheime dienst een vreemd verslag overhandigd. Vissers die in de Poolzeeën voeren hadden bij de Noordelijke punt van Noorwegen twee vreemde schepen waargënoipen. Het waren zonder enige twijfel onderzeeboten, uitgerust met een zeer laag torentje. Deze beschrijt V '"f yy^i 6 precies overeen met het type XXVI, maar er was een ding geheel nieuw: een merkwaardig toestel stak n® Uit alles blijkt dat SJ lln « en zun bestemd om vuurpijlen af te schieten van het type w'aarrti 6 ^ us sen bebhen geëxperimenteerd vL^ b-i Usedom. Zij zijn alleen van veel kleinere afmetingen. De SowjetRussische marine is dus bezig proeven te nemen met het afschieten vin atoom" vuurpijlen van het schip naar de kuTt. Ofschoon deze projectielen vanzelfsprekend een geringere draagwijdte moe vastelander die f , a ^ Schoten van ^t vasteland, zal een flotille onderzeeboten v«en a ?n SC srlat aP ? araten atoom" pijlen in staat zijn een ondenkbare £S,,Vf2BeL nd "" dit te beseffen in geval van oorlog
"De Russische jacht op atoombom en V-wapens Geheimzinnige projectielen en vreemdsoortige onderzeeërs Duitse geleerden werken in de Sovjet-Unie". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/12/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058596:mpeg21:p005
hebben drie £ S vernomen. Noordoosten van Saint- at ' • Niort in West-Prfnkrilk dr^ nt bij " hU iïi eS z i jn uitgeworpen De iaeer* 'erklaarden dat zij aan de valschfrnen duidelijk drie ,,containers'' ■Jen gezien, zoals die tiirtenc L ~ eb " 'og bij het uitwerpen van wapenen /oor de ondergrondse strijdkrachten werden eebruikt. Derp-eliike pinnige „droppings" z«n in PrlnkrUk door de pers reeds meer gesignaleerd
"Geheimzinnige parachutes Komen in Frankrijk neer". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/12/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058596:mpeg21:p005
te£n D d° P lit lfinn a rh^ OnRk0nR heeft eisuli kt j 1 Fhinese passagiers van srigs WïïtJfcïias gistermiddag naar Swatow vertrek De politie blijft echter aan boord om het onderzoek voort te zetten. Er zijn 34 verstekelingen van boord verwijderd. Men erelooft echter niet, dat een hunner bij de overval betrokken is geweest.
"Onderzoek op de Van Heutsz". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/12/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058596:mpeg21:p005
door V. M. Hillger. Uit*.,, Hollandia" te Baarn. Deze wereldgeschiedenis voor kinderen. gesteld in eenvoudige taal en zo gecomprimeerd mogelijk samengevat zal als basis kunnen dienen voor het latere onderwijs op Mulo of HBS. Zij is op boeiende, bevattelijke wijze geschreven en ofschoon het boek voor kinderen is geschreven bevat het voor menig volwassene tal van wetenswaardigheden. DRIEMAAL KONINGIN. Waldamar Brögger werd met „Driemaal Koningin" (Uitg. P. N. van Kampen en Zn. N.V., Amsterdam) winnaar van de eerste prijs in het romanconcours van het Skandinavisk Bogforlag. De kwaliteiten van zijn boek zijn opvallend. „Driemaal Koningin", dat een levendige en interessante tekening geeft van het dagelijks leven, liefdesgeschiedenissen en politieke intriges der Middeleeuwen, heeft uitnemende psychologische kwaliteiten, vooral ook wat betreft de neven figuren. De stijl is helder en eenvoudig, ze schijnt naief. maar weerspiegelt daardoor te treffender het levende geloof, dat in deze geschiedenis een leidend motief vormt. DE KONING VAN SCHOTLAND. De Franse schrijver Jean de la Varende geeft in zijn roman „De Koning van Schotland" (oorspr. titel Le K .01 d'Ecosse), Uitg. Gottmer te Haarlem, een weerspiegeling in het klein van de spanningen en de strijd in het voor frankrijk zo bewogen tijdperk der laatste eeuwwisseling: de laatste weerstand van de oude aristocratie tegen de Republiek. De speelse, vaak ironische toon. de scherpe en geestige tekening der karakters, de wisselende belichting der figuren met de auteur soms als medespeler, dan weer als toeschouwer, maken dit werk tot een voortreffelijk geheel, dat gewaardeerd door ieder, die van het Franse esprit weet te genieten. HET SPOOR IS VRIJ. Van de hand van de Deense auteur Anders Hjort verscheen „Het spoor is vrij" (Uitg. Gottmer te Haarlem) een roman van een Deens ingenieur, die naar Amerika emigreert en er na vele moeilijkheden en teleurstellingen in slaagt de beloofde „gouden bergen" te beklimmen Hjort, die veel autobiografisch materiaal gebruikte, geeft in deze roman een kostelijk duel tussen Svendsen, de hoofdpersoon en Hedwig, het nichtje van zijn hospita, scherp getekende reacties van de negers en een rake typering van Deen en Amerikaan. SANATORIUM. Henri A. A. R. Knap tekent in zijn roman „Sanatorium" (Uitg. Van Lochem Slateius-Arnhem) figuren, die midden in het leven staan. Hij schildert de sfeer van het sanatorium als een klein beperkt wereldje op zichzelf, de hoop en angst van zijn bewoners, de moeilijkheden van het ongewone en niet-actieve bestaan en de compensaties daarvoor. Maar tege lijkertijd laat hij zien, hoe in deze abnormale omstandigheden het leven dezelfde problemen stelt als in het gewone bestaan, voor de oplossing waarvan een interessante, kundige en sympathieke de figuur van de geneesheer-directeur gids blijkt.
"BOEK EN TIJDSCHRIFT. DE WERELDGESCHIEDENIS IN EEN NOTEDOP". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/12/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058596:mpeg21:p005
(Van onzen Haagsen correspondent.) Er is al herhaaldelijk over geklaagd, dat onze Tweede Kamerleden het tegenwoordig veel te druk hebben. De veel omvattende wetgevende arbeid, die, met de toenemende staatsbemoeienis op ieder gebied, tot een labyrinth van steeds meer nieuwe wetten uitdijt, eist van de honderd Kamerleden zoveel werk en studie, dat het voor kleine kamerfracties, die deze arbeid niet kunnen onderverdelen, bijna helemaal geen doen meer is zich overal in te werken. Vandaar het plan van den voorzitter, mr. van Schaik, om in de toekomst het aantal „Hoogedelgestrengen" tot 150 op te voeren. Of men er daarmee zal zijn staat te bezien. In ieder geval zal het nodig zijn eerst de Vergaderzaal te verbouwen, want hierin kunnen de 100 leden net een plaats hebben in de smalle bankjes, van twee aan twee. De voormalige Balzaal van Stadhouder Prins Willem V is volkomen onbruikbaar geworden.
Wanneer de tijden normaal waren gebleven zou men nu reeds een nieuwe Vergaderzaal voor ons eerste publieke college hebben gehad. De plannen waren gereed maar tot uitvoering is het nooit gekomen. Sinds in 1793 de nieuwe vleugel van het Binnenhof, waartoe het Tweede Kamer-complex behoort, gereed kwam en als woonvertrekken door Prins Willem V in gebruik werden genomen, is er feitelijk weinig aan het interieur verandert. Althans niet van ingrijpende aard Als men de tekeningen ziet van de Prinselijke danszaal herkent men zonder moeite de tegenwoordige Vergaderzaal De kamer, waar nu de ministers voor en tijdens de vergaderingen der Tweede Kamer plegen bijeen te komen, gelegen op de eerste verdieping, het uitspringend vertrek op het Binnenhof vlak naast de ingang voor het publiek naar de tribunes, was vroeger bekend als het vertrek van prinses „Willemyntje" uit 1790 en is het enige dat nog geheel intact is. Bij de verbouwing in 1922 zijn tal van verbeteringen aangebracht en werd ook de pers beter gehuisvest. Doch ook deze verbouwing heeft haar tijd overleeft. Voor 's Lands Eerste Vergaderzaal, waar het Nederlandse Volk in al zijn schakeringen zich uitspreekt over de wijze waarop het geregeerd wil worden, waar dag in dag uit zulke belangrijke beslissingen worden genomen en het lot van ons Volk wordt bepaald, mag men een passender en indrukwekkender omgeving verwachten dan de huidige bouwvallige inrichting, hoe eerbiedwaardig haar tradities van 150 jaar ook zijn. Wij laten nog daar de zetels voor de „honderd hooge heren", die zich nogwel een poosje in deze situatie kunnen schikken. Zij zitten wel wat nauwtjes met zijn tweeën in de bank, maar het gaat nog Doch de tribunes voor publiek, pers en officiële personen zijn volkomen verouderd en onvoldoende. Het is toch eigenlijk te gek. dat er voor het publiek hoogstens een 30-tal plaatsen zijn op de vrije publieke tribune en wel zo, dat men klauterpartijen moet verrichten om op de eerste rij te komen. Het hele geval heeft meer van een nauwe kippenren dan van een tribune. Daar moet het Nederl. Volk dan maar luisteren hoe zijn afgevaardigden het wel en wee van de natie voordragen. De gereserveerde tribune is in 'n wip vol. De pers zit op een grote tribune en twee kleinere, die meer van een duiventil hebben. Ze zijn afgenomen ten koste van de publieke en gereserveerde tribune. Er zijn de 2 laatste jaren zoveel bladen bijgekomen met parlementaire verslaggevers, dat de griffier er geen raad mee wist. Men moet roeien met de riemen die men heeft en na allerlei kleine verbeteringen zijn ze allemaal onder dak. Dank zij luidsprekers kan men het gesprokene vrijwel overal horen, maar ... ze staan niet altijd aan. Sommige leden hebben de gewoonte van hun plaats te spreken en willen liever niet naar het spreekgestoelte. Ook dit werkt belenjmerend voor het gehoor. De ventilatie en verwarming met het invoeren van warme lucht, maken dat er na lange vergaderingen temperaturen en
atmosferén hangen, die veel aanwezigen hoofdpijn bezorgen Allerlei nauwe gangetjes, ouderwetse deurtjes en andere ongerieflijkheden maken de Vergaderzaal en omgeving tot een instelling die in normale tijden allang een bordje „Onbewoonbaar verklaard" van de zijde van „Bouw en Woningtoezicht" zou hebben bezorgd.... Alleen de ingang voor de Tweede Kamerleden is moderner, dank zij de verbouwing van 1922. Een brede marmeren trap bedekt met een dure Smyrnaloper. met gangen met rubbervloeren, doet vee) verwachten voor het inwendige van de Vergaderzaal. Maar de deceptie als men eenmaal binnen is. is dan des te groter
"'s Lands eerste vergaderzaal „onbewoonbaar" De plannen tot uitbreiding der Tweede Kamer en de consequenties daarvan". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/12/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058596:mpeg21:p005
INGEZONDEN MÉDEDELING Snel bevroren GROENTEN EN FRUIT
"VONK". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/12/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058596:mpeg21:p005