Eerste Blad.
Weet u wat de grootste vijanden zijn van ons volk? U raadt ’t niét in tienen I De grootste vijanden van ons volk, zij, die den naam van ons volk in ’t buitenland1 het meeste nadeel berokkenen, die ons voorstellen ais onmondigen, als halve imbecielen, zoo ongeveer op één lijn staande met Laplanders, Hottentotten en uitstervende Sioux-Jndianen, dat zijn — de Hollandsghe klomp en de wijde pofbroek der Markers. U kqpt ze wel, de mooie, luxe-klompjes, ’n figuurtje er op gesneden en geschilderd in het geel en ook kent u de aardige prentjes van dansende Markerkindjes, van Marker visschers en Marker meisjes in vele mogelijke standen en situaties. In duizenden, neen in millioenen zijn ze de wereld overgegaan tot van IMeibourne tot New York, van San Francisoo tot Honkong de meening had post gevat, dat Nederland Marken was en de Nederlander een stompzinnig, ideoterig wezen op klompen, met een belachelijk wijde broek en een pijp in den mond. Gruwelijk hebben we ons altijd geërgerd! aan (deze „echt Hollandsche reclame” en het is idan ook met een innig genoegen dat we de vreemdelingen naar ons land zien komen voor de Olympische spelen en met welk een stille pret we in gedachten de buitenlandsche journalisten gevolgd hebben op hun rondreis door ons land. Wat er ook niet In orde mag zijn bij ons, gastvrij zijn we en gastheer spelen gaat ons goed af. Ons stadion, keurig in orde, de Olympische spelen, goed geregeld, de rondreis der vreemde journalisten, sluitend als een bus. We hebben dit zeer gemêleerde gezelschap van Zweden, Noren, Dultschers, Spanjaarden, Italianen, Franschen en nog een stuk ofstien naties ons land rond gesleept van Noord tot Zuid, van Oost tot West. Utrecht en Leeuwarden „deden” ze In één dag, Maastricht en Middelburg, ’tleek wel ■ of ’t twee buursteden waren. Maar al deed ’t tempo denken aan een op hol geslagen film, toch hebben we de heeren iets laten zien. We hebben ze met hun neus voor de Zuiderzee gezet en we hebben hun verteld, dat we dien plas gaan leegmalen. Ze keken wat ongeloovlg, maar toen ze de werken bij Wielingen zagen, begonnen ze te gelooven, dat we werkelijk niet opsneden, we hebben ze de Philipsfabrleken laten zien en zelfs de Dultschers, gewend aan hun Krupp, hun Farber-industrie en hun Siemens en Schuckert, keken met groote verbaasde oogen om zich heen, we hebben ze rondgevaren door de Rotterdamsche havens, waar het hart van den arbeid klopt en jaloesie straalde er uit de oogen der Hamburgers. We hebben heel dit internationale gezelschap getoond, dat Holland niet Marken is, dat Marken niets meer is dan een curieus stukje fossiel Holland, dat we mln of meer met piëteit conserveeren. We hebben de heeren getoond, dat Holland gespannen staat als een stalen veer, gespannen van werklust, drang tot daden, dat wij in tal van opzichten andere volken ten voorbeeld kunnen strekken, dat er op menig gebied bij ons te leeren valt. Dat is de ware reclame voor ons vaderland Laat ons hopen, dat zij de klomp en de Marker broek wat naar den achtergrond dringt.
"Ware reclame.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/06/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504067:mpeg21:p00001
"Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/06/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504067:mpeg21:p00001
VJ * - se Krijgt de „kruistocht van NobUe” een tra- P( gisch slot? — Men vreest het ergste. — Een '° verdrag van vriendschap en samenwerking p tusschen Turkije en Afghanistan. — Crises tu en „quaestles” In Midden-Europa. — Stalin’s vf jongste redevoering. — Haat, haat en nog m eens haat — in woord en daad, ziedaar hetgeen de Bolsjewistische leuze moet zijn. ri — En dan moet men Boecharln hooren! — d< In Noordelijk China is de groote slag In v< voorbereiding. Krijgt de „kruistocht van Nobile” een tragisch slot? De berichten zijn verward en spreken elkaar v; nog op allerlei punten tegen, maar het is be- n< grijpeltjk dat men het ergste vreest E
Aanvankelijk is de Noordpoolvlucht van No- A bile onder het beste gesternte verloopen. Woens T dagoehtend van de vorige week is hij met zijn b< luchtschip tegen 5 uur < opgestegen aan de Ko- se ningsbaai op Groenland. Men kan in dezen on- w verschrokken Italiaan, die twee jaar geleden de h; beroemde Poolvlucht met den Noor Amundsen ju meemaakte, het grootste vertrouwen hebben, en ki inderdaad werd een dag later het bericht ontvangen dat Nobile met zijn manschappen de d< Noordpool had bereikt. Weliswaar kon geen tij landing plaats hebben. IHet luchtschip kruiste Woensdagnacht een uur boven den Pool. No- a| bile liet de tltaliaansche vlag vallen en het door al den paus gezegende kruis. iHet doel was bereikt; men kan hier spreken van een „kruis- p tocht” naar de Noordpool. Voor de eerste maal SI is het kruis op dit geheimzinnige ondoordring- si bare punt der aarde geplant: een veeibeteeke- ‘c nend, zegevierend symbool als men wil, maar !l’ dat practisch natuurlijk weinig zin heeft, omdat dit gedeelte van de wereld totaal onbewoon- ® baar is. Het woord „kruistocht” ontglipt onze pen. Eu “ even denken we terug aan de kruistochten in de K middeleeuwen. Punten van vergelijking zijn er ^ maar weinig, maar de overeenkomst is toch ® deze dat een soortgelijk avontuur als indertijd 1 aan de kruistochten verbonden was nu nog altijd. vastzit aan een reis naar de Noordpool. Van de kruistochten lezen we dat van de hon- _ derdduizenden die uittogen er maar enkelen terugkeerden. Van hen die de Noordpool tracht- , ten te veroveren, zijn ook al velen in de einde- . loos witte velden van ijs en damp achtergeble- / ven ... . Geen wonder dat vooral de Italianen trotsch waren op den triomf van Nobile. Hun gevoel ^ van eigenwaarde dat de laatste jaren nog al i eenige graden is opgeloopen, heeft er — dit- * maal terecht — weer Iets door gewonnen. De j Italiaansche geestelijke en wereldlijke autoriteiten hebben hun stoutmoedlgen landgenoot met radio-telegrafische gelukwenschen bestormd. ^ Deze gelukwenschen zullen hem echter bereikt hebben, toen hij al met de grootste moeilljkhe- | den te kampen kreeg. Want zoo voorspoedig P de heenreis blijkbaar is geweest, zooveel tegen- y spoed ondervond hij op de keerreis. Den geheelen terugweg had hij met felle tegenwind te 5 kampen. Niettemin kreeg het den schijn, dat j het hem zou gelukken op Spitsbergen te lan- . den. Hij naderde dit eiland tot ongeveer 200 Kilometer. Dat zijn tocht niet voor den wind P ging, bleek Donderdag al uit de telkens korter ' wordende antwoorden op de radio-telegrafische ^ mededeelingen die hem van bulten werden toe- ^ gezonden. Tenslotte antwoordde de „Italia” s niet anders meer dat met bevestiging van de goede ontvangst der berichten. Vrijdagochtend * schijnt zich vrij plotseling een cycloon te hebben ontwikkeld van hevige kracht. Om half elf vroeg de „Italia” dringend om goniometrische gegevens, blijkbaar wijl Nobile een gewichtig s besluit moest nemen. Sindsdien is nog gecon- ® stateerd dat het luchtschip sterk uit de koers t raakte, maar verder heeft men niets meer ver- . nomen. Allerlei mogelijkheden zijn nu denk- ^ baar en de meest uiteenloopende veronderstel- ^ lingen worden gemaakt. Het is mogelijk dat ^ de „Italia” koers gezet heeft naar Siberië, het r is ook mogelijk dat het ergens op een geschikt r punt een noodlanding gemaakt heeft, waarvoor j aan boord de noodige hulpmiddelen en schik- r kingen voorhanden zijn, maar pessimisten ach- f ten het niet uitgesloten dat het luchtschip, door c de mist te laag vliegend:, in noodlottige aanra- ; 'king is gekomen met een der rotspunten, die f iahgs de kust van Spitsbergen tamelijk hoog E uit zee oprijzen. c De hoeveelheid benzine, die Nobile aan boord j had, reikte voor een vlucht van 90 uur en was 7 , dus Zaterdagavond totaal uitgeput Het Is hem j dan echter nog mogelijk zich een dag of acht f In de lucht drijvende te houden, maar — stuur- j loos overgeleverd aan de grillen van den wind. 1 Natuurlijk behoeft men alle hoop nog niet op \ , te geven. Men herinnere zich maar, dat ook ; van het luchtschip „Norge”, waarmee Amundsen en Nobile in ’26 hun vlucht naar de Noord- < pool maakten, eenige dagen niets gehoord werd, < J totdat men plotsêling vernam dat zij op Alaska i , geland waren. ,In 1925 toen Amundsen per vlieg- < I tuig naar de 'Pool ging, bleven de berichten nog 1 , veel langer uit, daar het vliegtuig bijna een i r maand in het ijs ingesloten bleef. 1 De wereld wacht met spanning de nadere be- i , richten af en hoopt op een goeden uitslag van < - de uitgeruste hulpexpedities. Gemakkelijk uit- 1 i voerbaar is de taak van deze intusschen niet!' 1 * • i * i Terwijl men tot dusverre niets vernomen had I ’ van eenig verdrag, tengevolge van .koning Anüa• noela’s bezoek aan de verschillende landen van , Europa, gesloten tusschen een dier landen en
fghanistan, komt uit Angora het bericht dat urkije erin geslaagd is met de regeering te Kajel een verdrag te sluiten van vriendschap en menwerking, dat vooral voorziet in de samenerking der beide landen op het gebied van indel, transport en verkeer. Turkije zal bijv. iridische, wetenschappelijke en militaire desmdigen naar Afghanistan zenden. Het verdrag bevat ook een clausule inzake ?. wederzijdsche behandeling van meestbegunsgde natie. Ën — de Turksche legatie te Kaboel wordt nbassade. Het jonge Turkije treedt dus op s Aifghanistan’s gouverneur, voogd, drilmeests — of zooals men ’t noemen wil — teneinde It Aziatische land voor te bereiden een rol te Delen in de rij der mogendheden oriënteering Delen In de rij der mogendheden. Wie dus de >ekomstige oriënteering op intemationaal-potiek en economisch gebied van Afghanistan in et oog wil houden, zal moeten beginnen met de edragslijn van de regeering te Angora goed na ! gaan. En bijzonder aandacht te wijden aan aar verhouding tot het westen en tot Sovjetusland. Dan valt met wij groote mate van 'aarschijnlljkheid te bepalen, welken kant Afhanistan in de toekomst op het gebied der in:mationale politiek zal uitgaan. 1 . * De crises en „quaesties” in Midden-Europa ijn niet van de lucht af. En ook nu weer — ooals bij het bekende Tiroolsche geval en bij at van de protesten tegen de herziening van ei Trianonverdrag ten bate van Hongarije —> Italië er bij betrokken. In het Dahnatische tadje Zara of Zadar dat in 1920, krachtens het erdrag vain Rapallo overging In het bezit van :alië, is het tot onlusten gekomen tusschen iscisten en Joego-Slaviërs, wegens beleediging an de Joego-Slavische vlag door eerstgenoemen» Dit lokte tegenbetooglngen uit te Spalato, ebenioo en Belgrado. Gevolg: gebroken ruiten lappartijen tusschen publiek aan den eenen, 'endarmerie en politie aan den anderen kant. !isch — van Italië — tot schadevergoeding, beuiging van leedwezen door Belgrado, anti!uid-Slavische betoogingen in tal van Italiaanche steden — o.a. te Venetië en Rome, en omekeerd: anti-ltaliaansche te Docbrownik en igram — het oude liedje: de door een of anër verdrag benadeelden en beroofden in conlict met de bevoordeelden en de schuldvraag tizake het acute geval opgelost door het recht an den sterkste. In het hart van Europa stormt n kookt en bruist het voortdurend — zonder lat men in de stad, waar de illustre congresen der politieke geneesheeren herhaaldelijk ver 'aderen, daartegen eenige remedie vinden kan! * ■ * De leiders te Moskou kunnen de Bolsjewiekche beweging blijkbaar niet meer in het rechte poor houden. Och, het gaat ellendig, klaagt ïtalin, de algemeen-seciretaris der partij: heel de loerenbevolking is tegen de regeering en deze aatste staat met alle socialistische en democraisohe partijen van Europa op vijandigen voet. Vij zijn omringd door vijanden, die ons geheel villen uitroeien. Toenadering tot het kapitalisne? Laat men met dergelijke bakerpraatjes toch liet aankomen. Haat, haat en .nog eens haat — n woord en daad, ziedaar hetgeen onze leuze noet zijn! Aldus valt Stalin’s jongste redevoeing te resu-meeren. En daarmee heeft hij heel ie vernuftig opgebouwde louter voor de buitenandsche diplomaten en politici bestemde redeïeering van Litwinof over de mogelijkheid eener samenwerking tusschen de burgerlijke landen en ie Sowjet-Unie in elkaar geslagen. En dan moet nen Boecharin hooren! Op het pas gehouden :esde congres der Russische communistische eugdorganisatie — de „Komsomol” geheeten, sprak hij zijn groote teleurstelling uit over den jeest, die onder de leden dezer organisatie ïeerscht. Zij zijn geen honderd — geen vijftig Drocent communisten é la Lenin. Zij dommelen, dj soezen, zij slapen. En dat terwijl allerwege in Rusland de godsiienstzin ontwaakt en „de jeugdorganisaties van ie kerkgenootschappen in den regel de beste elenenten onder de arbeidersjeugd vereenigen”; daarbij komt het herlevende gevoel van nationaisme van de Groot-Russische Idee, dat de kosmopolitische gedachte doodt; en ten slotte is er nog een andere dubbele vijand, die de Komsomoliers bedreigt n.1. de zin voor bureaucratisme in ihet sterk toenemend gebruik van alcohol, dat leidt tot allerlei wanbedrijven. Vooral de leiders ier Komsomol schijnen de bureaucratie daarom in de hand te werken, ten einde des te gemakkelijker te kunnen toegeven aan persoonlijke ondeugden als drankmisbruik en... handel in blanke slavinnen.” Kortom, wie van beiden meer pessimistisch gestemd is Stalin of Boecharin, valt moeilijk te zeggen — maar men ziet het: de heeren doer — — ——
niet anders hooren dlan klaagtonen. En nu hebben we hun ontboezemingen die zeer rauw zijn, zoo voorzichtig mogelijk weergegeven I Zij zelven zien blijkbaar met kwalijk verbeten woede neer op den Augiusstal, dien zij geschapen hebben. • # • Terwijl in Noordelijk China de groote slag in voorbereiding — of reeds aan de gang? — is, de slag, waaraan, naar sommige telegrammen melden, een half millioen manschappen zullen deelnemen; terwijl Amerika zijn troepen uit China gaat terugtrekken, aldus het bewijs willende leveren dat het met Japan’s „gepantserde vuist”politiek niet mee doet (en óók het vermoeden wekkende dat het geen belangen van beteekenis heeft te verdedigen!) licht de regeering te Tokio haar houding tegenover China uitvoerig toe in een memorandum aan den Volkenbondsraad. Deze kan nu het tegen Japan gerichte beroep der Zuidelijke Chineesche regeering vergelijken met den innoud der Japansche verdedigingsnota en — dan verder vermoedelijk... de zaak laten zooals zij is, de beide stukken deponeeren onder zijn kostbare acten-verzameling. De regeering te Tokio gaat in bijzonderheden na, welke ongeregeldheden zidh sedert begin 1927 hebben voorgedaan en waarbij voortdurend vreemdelingen als slachtoffers zijn gevallen. Reeds In Maart ’27, toen de Zuidelijken Nanking bezetten, plunderden de communisten het Japansche consulaat en de meeste Japansche huizen dermate, dat er niets in was overgebleven en begin April herhaalde zich dit in de Japansche concessie te Hankau. Sindsdien verergerde in de meeste steden de toestand zoodanig, dat de vreemdelingen niet langer kunnen rekenen op de Chineesche autoriteiten voor de bescherming van hun leven en bezittingen. Daarom moet de Japansche regeering zelf maatregelen nemen ten einde ter plaatse de Japansche inwoners en belangen te beschermen. De troepenzendingen hebben dan ook geen ander doel. Over Mandsjoerije wordt blijkbaar — zeer wijselijk! — niet gesproken. De draagwijdte der quaestie van Japan’s zienswijze en plannen in dit gedeelte van China reikt te ver — met het oog op den Noordelijken Bolsjewistischen buurman — dan dat de regeering te Tokio deze aangelegenheden ter sprake zou brengen, wanneer het niet strikt noodig is.
"Buitenlandsch Overzicht.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/06/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504067:mpeg21:p00001
Ls het U bekend: dat er 100.000.000 mijl telefoondraad over de heele wereld gebruikt wordt? dat de Chineezen lelies In melk koken en eten, en dat zij jasmijn in suiker confijten? dat ook Japanners en Egyptenaren zeer veel van bloemengerechten houden? dat In West-Indlë de banaanbloesem een zeer gewild gerecht voor de inboorlingen is? dat onlangs de grootste schildpad ter wereld in den Londenschen dierentuin aankwam? dat de meeste menschen zich verongelijkt achten wanneer men hen schat op hun juiste waarde? dat velen de deugd zoeken meer in het berouw over, dan in het vermijden van misstappen? dat door angst en tobben nog nimmer een moeilijkheid tot oplossing is gebracht?
"Wetenswaardigheden.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/06/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504067:mpeg21:p00001
CMXXII. Het zou ondankbaar zijn als wij niet onzen brief aanvingen met een enkel woord ter herinnering aan de schitterende Pinksterdagen. Eindelijk kwam er dan toch een eind aan de gure buien, waardoor de lieflijke Meimaand haar reputatie bedierf. IHet is wel onnoodig te zeggen hoe honderdduizenden, in den Haag vol-op genoten hebben van de frissche lucht en de zon. Het was overal tjokvol, vooral den tweeden dag. Voor Scheveningen zijn het enorme dagen geweest, cfizttt druk, vooral van bei aato-verkeer. On** | zaggelij'k groot wordt het aantal auto-janpleziers; vrachtwagens die voor deze dagen als passagierswagens dienst doen. We zagen er die volgepropt zaten maar ook hebben wij er een gezien waarop vier fauteuils stonden waarin de reizigers zeer gemakkelijik gezeten waren. Opvallend is dat in de auto’s altijd minstens- één “ persoon te veel zil Als er plaats is voor vier, * zitten er juist altijd vijf in. Trouwens alles is op die dagen overbelast en ‘ dat kan ook niet anders. Niets is in te richten * op een dusdanige drukte waarbij komt dat zeer 1 velen ongeveer ter zelfder tijd vertrekken en ' terug keeren. Gewandeld wordt er niet veel £ meer; wie de afgelegen paden die niet per wiel c te bereiken zijn bezoekt, vindt daar vrijwel de i eenzaamheid. Maar men moet dan wel heel vèr ' weg gaan want het aantal van dergelijke wegen 1 is gering. Het aardigst vindt men ze nog in ( het Westland tussehen de landerijen in, waar £ men vrij kan loopen op de smalle wegen die 1 voor de auto onberijdbaar zijn en door de fiet- ' sers ook gemeden worden omdat ze niet op * kaarten voorkomen. , Eigenaardig is op die dagen de groote trelk uit den IHaag naar buiten, in alle richtingen en ' daartegenover de wellicht nog grootere trek 1 naar den iHaag. Vooral Rotterdam en het Westland leveren den aanvoer van dagjes-menschen, 1 die in dichte horden per trein, per auto en per ‘ fiets ’s morgens vroeg reeds komen opzetten j om dikwijls pas heel laat weer weg te gaan. j Het was ’s avonds aan de stations zoo vol dat ! van kaartjes^knippen geen sprake meer kon j zijn; me.n liet op vertoon van een kaartje de * menschen door die onafgebroken van acht tot ' twaalf hebben gestroomd. Op den Leidschen Straatweg is het wel het drukst; het is ongelooflijk hoe het daar in den ; namiddag een onafgebroken optocht is die uren ! aanhoudt. Gelukkig hoeft die massa niet meer ’ door het Haags-che (Bosch heen sedert aan weers ; kanten daarvan breede wegen zijn aangelegd. ^ Als dat alles midden door het bosch moest zou c dit wel ongenietbaar worden. Alle verkeer van j Leiden komend voor Scheveningen vindt nu een j zeer gemakkelijken weg ter rechterzijde van het | bosch en alle verkeer uit het noorden voor Delft, Rotterdam en verder, kan zonder iets van den ‘ Haag te zien zijn weg vinden. Dit alles heeft ^ er toe geleid dat het doorgaand verkeer niet ’ meer in de Haagsche straten verward raakt. Over de Pinksterdagen zijn wij dus dubbel j tevreden en wij hopen dat het vervolg van het seizoen in overeenstemming met deze dagen zal zijn. ( Veel nieuws is er in de residentie verder niet , te boekstaven. Wij hebben ook het bezoek der . buitenlandsche journalisten gehad en zij waren (j over hun reis die op een einde liep zeer tevreden en voldaan. De schoonheid van ons land, j vooral in Zeeland, had hen zeer getroffen. Ze was verre boven hun verwachting geweest De ontvangst door de Regeering in de Ridder- j zaal was als altijd weer voor de gasten indruk- ( wekkend door de bekoring welke van deze ongeëvenaarde zaal uitgaat. Voor hen die gevoelig zijn voor mooie kunst moet het binnenkomen in deze zaal altijd een emotie zijn. Zoowel over- ‘ dag als het zonnelicht door de prachtige ge- < brandschilderde ramen valt als ’s avonds wan- ] neer deze belicht worden van binnen-uit is het j zeldzaam mooi. Vele van de gasten waren uiter- ( mate verrast door de fraaie zaal; andere die , minder gevoelig ervoor bleken, meenden dat het . alles te nieuw en te mooi was om heusch echt [ te kunnen zijn. De beoordeeling van dit bouw- , werk is wel een criterium voor iemand’s kunst- j zinnigheid > in auto’s hebben wij een tocht door de stad , gemaakt waarbij een bezoek is gebracht aan j het Vredespaleis, dat als museum een interna- j tionaal karakter heeft. Ongetwijfeld bevat het \ heel veel moois maar het geheel is altijd wat te , pompeus. ] In een der kamers hangen thans de portretten ■ van den eersten en den tweeden voorzitter van het Permanente Hof van Justitie, de heeren Lo- ' der en Hu/ber. Dat van den laatste is van Toorop’s hand en ongetwijfeld een kunststuk; dat ( van den eerste van Van Welie is stellig veel en veel minder. Jammer dat zoo’n weinig artistiek stuk hier ten eeuwigen dage zal pareeren. Men ; mocht toch wel eens een betere* adviseur daar- , voor aanstellen. Schitterend is de tuin om het Vredespaleis. Alleen reeds om dien te bezichtigen loont het de moeite nog eens door de weelderige zalen te gaan van waar uit men een prachtig gezicht i daarop heeft. De tocht duurde niet lang maar ging wel door < het mooiste gedeelte waarbij zich een rit door : Wassenaar aansloot. Het was een mooie zonne- • dag en de frlssche lente-weelde was In haar • grootste bekoorlijkheid. Het was alles nog zoo < frisch in de kleuren en vooral zoo vrij van de stofplaag, die anders een autotocht zoo onaan- ' genaam kan bederven. Tot slot ditmaal de vermelding van een aardige intieme bizonderheid betreffend één onzer groote mannen, We kennen allen den Staatsraad Mr. Cort van der Linden die gedurende de oor- : logsjaren ons land zoo voortreffelijk heeft geleid. Hoewel twee en tachtig jaar oud, is hij nog heel kras en neemt hij nog dagelijks deel aan de zittingen van den Raad van State. Kort geleden heeft hij een huiselijk feestje gevierd: i zijn schoonmama vierde haar twee en negentigsten verjaardag. Het zal wel heel zelden voorkomen dat iemand op dien leeftijd nog in het bezit is van een zijner ouders. We vinden het gevalletje aardig om, het eens te vermelden nu het een man betrof dien geheel Nederland kent en altijd met groote erkentelijkheid zal gedenken. Weinige staatslieden hebben de onderscheiding gevonden die zij verdienden maar wat deze man voor ons land deed, zal altijd met bizondere waard eer in g vermeld blijven. HAGENAAR. _________ « t
"Brieven uit de Hofstad". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/06/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504067:mpeg21:p00001