Angstaanjagende spooKgestairen en spookachtige verschijningen verstoren de rust ln meerdere plaatsen. — Een griezelige spookhistorie te Gouda. — Ook de Maasstad door „geesten” bezocht — Hoe aldaar een poging om een „geest” te ontmaskeren schipbreuk leed. — Te Enkhulzen werd aan het spelletje spoedig een eind gemaakt — Het vinden van een lang wit kleedingstuk leidde al spoedig naar het spoor van het spook, dat men aldaar op het kerkhof had ontwaard. — De nieuwe telefoonregellng. — Gemopper onder de telefoongeabonneerden. * Het schijnt dat de «poken, boos geworden van het feit, dat in dezen verlichten tijd, schier
geen mensch meer gelooft aan hun bestaan, het er op toegelegd hebben door een georganiseerd optreden em door het verspreiden van verschrikkingen in verschillende plaatsen tegelijk twijfelaars en brutale ontkenners eraan te herinneren, dat ze er nog zijn. Van velerlei plaatsen lazen we in de laatste dagen, dat kalme bewoners in hun rust zijn gestoord door angstaanjagende spookgestalten en spookachtige verschijningen. Zoo is de stad Gouda eenigen tijd geweldig in opschudding gebracht door een spook, dat het gemunt 'had op de bel van een bepaald perceel en dat later een oolijke slagersjongen bleek te zijn, die geregeld aan het belletje van het „behekste” perceel had getrokken. Wel een armzalig einde van deze Goudsche grlezelsensatles. Ook een stad al® Rotterdam, welks inwoner® bekend staan om hun nuchteren zin, wordt door geesten bezocht, die met witte gewaden wapperen, wier oogen vuur schieten en wier komst gepaard gaat met allerlei (rumoerige geluiden, waarbij een duidelijk hoorbaar kloppen als aankondigingssein waarneembaar is. Op een ieegstaanden zolder van een perceel aan (den Schiedamschen Dijk speelt ’t spook nu al enkele dagen zijn luguber spel tot schrik van de bewoners en tot ongenoegen, der politie, die haar handen vol heeft aan het opdringende publiek, dat zich in drommen verdringt voor het spookhuis in de hoop een glimp der verschijning op te vangen. Pogingen; om den1 „geest” te ontmaskeren, met welk nobel doel een viertal moedige mannen een expeditie naar den zolder ondernamen leden schipbreuk, doordat op het laatste oogenblik den1 mannen de moed ontzonk toen zij plotseling van aangezicht tot aangezicht kwamen ïe staan tegenover hét baarlijke spook, dat zweEMd op ben afkiwam. Meer succes had gerecht met een vrijsprekend vonsis voor de kasteleins afloepen. Dezer dagen bracht het O. M. bij het kantongerecht te Eindhoven, naar de „Tijd” meldt, weer twee zulke strafzaken in hooger beroep. En twintig getuigen kwamen onder eede verklaren, dat ze lid waren van de kieuvereeniging van duizenden en duizenden leden en de kastelein dus niet in overtreding was. Een der zaken werd aangehouden, bij de andere moest vanzelf weer vrijspraak worden geëischt. Maar de Officier verzekerde dat de strijd tot het uiterste zal worden doorgevoerd, al zouden er ook honderd getuigen tegelijk moeten verschijnen I Er is al zoo vaak tegen de Kienwoede gewaarschuwd, dat nu het euvel zelfs toeneemt en naar maatregelen zal gezocht moeten worden, om aan dat gokken een «inde te maken. De Officier gaf als zijn indruk te kennen, dat de kasteleins er een loopje mee nemen en zich verschuilen achter allerlei fraaie berekeningen en sociëteiten, uitgedacht alleen om de wet te ontduiken. • 0 • in meerdere groote plaatsen gaat aardig wat gemopper op onder de telefoongeabonneerden, die nu sedert 1 Januari worden verplicht om voor ieder gesprek 2 f2 cent te betalen, boven den vasten abonnementsprijs. Het zijn particulieren die klagen, het zijn winkeliers die de nieuwe regeling ivervelend vinden. In de gemeente Zutfen moet men blijkens onderstaand entre-filet in de Zutfensche Courant al heel weinig van de nieuwe regeling hebben. , Genoemd blad schrijft: „Met den dag stijgen de klachten over het nieuwe lokale telefoontarief. Het is precies gegaan zooals wij voorspeld hadden: er wordt opvallend veel minder getelefoneerd dan vóór 1 Januari, toen er geen extrabetaling van een halven stuiver voor elk gesprek werd geëischt. Dat is volkomen verklaarbaar. Hollanders hebben nu eenmaal een aangeboren hekel aan uitgaven, welke zij kunnen ontwijken. En daarom onthoudt iedereen, die zich op een andere manier kan helpen, zich van de diensten welke de telefoon hem kan bewijzen. De gevolgen? Wel, dat de winkeliers al stillekens gaan mokken. Zoo nu en dan hoort men, mogelijk wel met een lichte overdrijving, cijfers noemen over verminderden omzet. Het was toch zoo eenvoudig om even een leverancier op te bellen als men spoedig iets noodig had, maar de extraheffing van 2y2 cent is oorzaak dat menige bestelling in de kiem wordt gesmoord. Het is zeer de vraag of de belofte van vergoeding der telefoongesprekken den lust om telefonisch te bestellen zal doen herleven. Maar te probeeren is het althans. Er wordt ook, begrijpelijkerwijs, veel minder van de telefoon gebruik gemaakt voor gesprekken, die even goed niet gehouden zouden kunnen worden. Maar ten slotte betalen zij, die
voor zulke aoeieinaen ae teieroon georuiken, toch ook evengoed hun abonnement als de rest. Velen gaan nu per fiets of te voet hun boodschappen doen. Winkeliers zien persoonlijk klanten opdagen, die zij nog nimmer aanschouw den, die altijd opbelden. Dat is toch eigenlijk wel het beste bewijs hoe onzinnig de nieuwe regeling is. Want de telefoon behoort te zijn een verlengstuk van het oor; nu wordt ze alleen bij barre noodzaak gebruikt. Het is wel een zeer zonderling samentreffen dat nu de tollen op de landwegen overal worden opgeheven, deze nieuwe tol voor het mondeling verkeer aan het Nederlandsche volk wordt opgclcgcL Wij hooren al van klagers die het advies geven: laten wij en corps ons abonnement opzeggen, wellicht zal dat de directie der P. T. T. overtuigen! Wij vreezen dat dit geen zier helpen zal. Vooreerst krijgt men de abonné’s daar niet toe. En zelfs al zou dit wel zoo zijn: de P. T. T. trekt er zich niets van aan. Dóórzetten! is het devies van de leiders van dat bedrijf. Maar daartegenover moeten ook de geabonneerden hun wil doorzetten om verandering te verkrijgen in deze hatelijke, fiscale heffing. Zij moeten klagen, blijven klagen, aldoor klagen onder aanvoering van overtuigende argumenten. Dat lijkt ons voorshands het eenige middel.”
"Uit eigen land.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/01/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505008:mpeg21:p00001
"Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/01/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505008:mpeg21:p00001
Eerste Blad.
Rusland en China zijn aan het onderhandelen over de geschillen, welke tusschen deze beide staten bestaan. Dit aanzitten aan de conferentietafel met de bedoeling om het samen eens te worden, kan ons slechts verheugen. Want al ligt Siberië nu ver van ons vandaan en al kennen we de éhlneezen heel slecht, we zijn toch nooit erg gerust als er ergens tn een hoek van de betrekkelijk kleine kluit, die aarde heet, enkele naties aan het vechten zijn. De vlam slaat zoo licht over. Voor het overslaan van de vlam bestond In dit geval niet zoo veel gevaar omdat het hier een zuiver intern geschil betrof tusschen Rusland en China, waarbij eigenlijk geen der overige mogendheden belang had. En omdat ze er geen belang bij hadden, bemoeiden ze zich er ook liever niet mee. Het lijkt ons wel eens goed, even de aandacht hierop te vestigen. Want ln 1914 breidde de oorlog zich met een bliksemsnelheid uit, omdat de volkeren groote belangen met elkaar gemeen hadden, maar men zeide het niet openlijk dat er economische belangen op het spel stonden, maar er werden frazen als vrijheid en recht, voor vaderland en eigen haard en meer van dat moois voor den dag gehaald, en met dien schoonen schijn zijn de volkeren de verschrikking van den oorlog ingejaagd. In Mantsjoerije en Siberië had niemand der Europeesche en Amerlkaansche mogendheden bepaalde belangen en daarom is er niemand opgekomen voor het zelfbeschikkingsrecht der Chineezen. We zouden niet graag gewild hebben, dat Iemand het had ge. daan, want dan ware het conflict niet beperkt * gebleven. Maar had men deze houding ook in 1914 aangenomen, de oorlog zou niet zulke afmetingen hebben aangenomen. Maar als eenmaal de oorlogsfakkel gezwaaid Is, denkt men niet meer rustig over dergelijke dingen na. Dan zijn de gemoederen zoo verhit, dat men zich zonder meer laat meesleepen door de frase en de leuze. Wil men dergelljke dingen voorkomen, dan zal men nu moeten toezien, dat in den vredestijd de belangen der volkeren niet zoo intens aan elkaar gekoppeld worden. De parlementen zullen er voor moeten waken, dat geen geheime verdragen het lot van de eene natie aan de andere verbinden. We zijn ook nu nog zoover niet. In onze naaste omgeving kennen we dergelijke overeenkomsten. Men denke maar eens aan België en Frankrijk, aan Frankrijk en Polen en Tsjecho-Slowakije, aan de Kleine Entente op den Balkan, waar de geheime verdragen nog de geheele buitenlandsche politiek beheerschen. Zoolang dit nog geschiedt, zoolang de volkeren nog niet de (volle beschikking hebben over hun eigen lot, zoolang is de vrede nog niet gewaarborgd. Moet men bij het propageeren der ontwapeningsgedachte ook hier niet aan denken?
"De geheime verdragen.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/01/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505008:mpeg21:p00001
De Tweede Haagsche Conferentie. — Dej teere kwestie der sancties. — Prlmo's politieke enquête ln Spanje. — De onafhankelijkheidsbeweging in Britsch-Indië. — De oplossing van deze kwestie sluimert ln den schoot der toekomst. — Een schoone leuze van den nieuwen Poolschen premier. — De grondwetsherziening in Oostenrijk en de ontwikkeling van het poUtleke leven In Oostenrijk. — Dr. Selpel's denkbeeld tot het stichten van een „Landen- en Standenraad” van verschlUende zijden hevig aangevochten. Ook ditmaal weinig nieuws omtrent de Tweede Haagsche Conferentie. Moeizaam schrijden de onderhandelingen voort, scherp staan de partijen tegenover elkaar en ’t is al heel mooi, dat het nog niet tot een crisis gekomen is. Waar ln de laatste dagen het hardst om gevochten is, dat is de kwestie der sancties. Dit is een teere zaak, uitvloeisel van het Vredesverdrag van VersalUes, dat aan Frankrijk het recht geeft Duitschland weer „aan te pakken^’ als de Duitschers soms niet al te vlug van betalen blijken. Nu is het desbetreffende sanctie-artikel van het Vredesverdrag practisch al een doode letter, want eerstens kan Duitschland uitstel van betaling krijgen en voorts gelooft geen sterveling, dat Frankrijk het nog eens zal wagen om het Rijnland opnieuw te bezetten. Dat gaat eenvoudig niet meer, daarvoor zijn de tijdsomstandigheden te veel veranderd. Niemand dacht dan ook eigenlijk meer aan dien stok achter de deur, totdat de bekende nationalistische Fransche journalist Pertlnax de kwestie in de „Echo de Paris” oprakelde en daarmede de zaak aan het rollen bracht! Toen werd ’t ineens een prestige kwestie en dat is een lastige zaak, hetgeen tijdens de Eerste Conferentie wel duidelijk uit Snowden’s optreden gebleken is. Nu zeggen de Franschen: het Vredesverdrag en al z’n, bepalingen zijn ons heilig, want het is de beste waarborg voor onze veiligheid. En daar het eigenlijk een1 rechtsche Kamermeerderheid is geweest, welke Tardieu en Briand naar Den Haag gezonden heeft, moeten de Fransche gedelegeerden met die nationalistische strooming rekening houden. Maar voor de Duitschers is de moeilijkheid even groot, want met sanctie-bepalingen (lees: met het Fransche mes op de Duitsche keel) komt de Rijnlandontruiming geheel op losse schroeven te staan en daarmede ook de zoo hooggeroemde Stresemann-,politiek van bevrijding, vervulling en verzoening. Zoo zijn bei(Je delegaties in hun buitemlandsche politiek gebonden door de binnenlandsche politieke situatie! * • • Voor het overige willen; we ditmaal den Haag schen internatlonaal-politleken doolhof ontwijken en er in de allereerste plaats op wijzen, dat al het Haagsche getob en gemartel over sancties en wederzijdsche schuldenbetalingen juist samenviel met den datum waarop — tien jaar geleden — het Vredesverdrag van Versailles van kracht werd. Dat voor een groot deel onverantwoordelijk-lichtzinnig, in booze stemming samengeflanste verdrag, hetwelk als éénig goed aan de wereld den Volkenbond schonk. Deze heeft de menschheld langzamerhand gestuwd ln de richting eener wereldorganisatie, die ernaar streven moet het bewaren van den internationalen vrede voor de menschheid gemakkelijker te maken. Zij zal hare bekroning wellicht kunnen vinden in iets, waarvoor men totdusverre zelfs nog geen naam weet, maar dat wordt nagestreefd, door de Pan-Europeëers en door den volksmond ais „de Vereenigde Staten van Europa” wordt aangeduid. . * * * Primo de Rivera, de Spaansche minister president laat ’n soort politieke enquête houden omtrent de mannen, die, tot de figuren van hét oude regiem behoorende, eventueel in staat zouden zijn een plaats in te nemen in h'et nieuwe Spaansche politieke leven. Er zijn bedachtzame lieden, die de eer om zulke mannen te benoemen aan Primo willen laten, blijkbaar denkende: „Neen, Senor, wij loopen er niet in — kies gij zelf tegelijk met de steunpilaren voor uw toekomstig regiem nu ook maar de verantwoordelijkheid1.” En zij hebben misschien wel gelijk, daar de meeste staatslieden uit de periode vóór het directorium geacht mogen worden niet onbevangen te kunnen oordeelen en Primo zelf op de candidaten toch wel den besten kijk zal hebben. Of zou heel deze enquête niet veel meer beteekenen dan een tooneelvertoon? Dit laatste is in de oogen der Britsch-Indische uiterste revolutionnaire fractie elk pogen om met de vertegenwoordigers der regeering te Londen aan één tafel aan te zitten ter bespreking van de invoering van Britsch-Indië’s onafhankelijkheid. Gandhi en zijn groep — naar men weet, verreweg de grootste meerderheid vormende in de Pan-Indische beweging — willen, met Londen wél overleg plegen. Maar Gandhi-zelf acht den tijd voor zulk een gemeenschappelijke beraadslaging nog niet rijp. En dan: wat verstaat hij — en wat zou Londen verstaan — onder de woorden: een „werkelijk onafhankelijke regeeZou het al te gewaagd zijn te gelooven, dat men eerlang in Britsch-Indië onder de meerderheid, dus onder de groep-Gandhi-zePf, een scheuring kan verwachten zooals die bijv. bestaat tusschen de zoogenaamde „roode” en „wit te” revolutionnairen in Mexico? Of tusschen. de Russische communisten em hun elders gevestigde geestverwanten, onder wie, op last van Italië, zelfs in Duitschland een zuivering moet worden gehouden? Maar met dat al — en ondank® de verdeeldheid ln, verschillende graepen j* de
onafhankelijkheidsbeweging in het Brltsche koloniale Aziatische rijk slnd® de laatste dertig jaren toch, wat innerlijke kracht en uiterlijke organisatie betreft, geducht toegenomen, van ’n soort nihilisme, plotseling uit verborgen hoeken verraderlijk te voorschijn schietende en zich daarin weer even snel terugtrekkende, uitgegroeid tot een geordende revolutionnaire actie — het tirailleurs-werk is geëindigd en de massaaanval begonnen. De commissie-Simon, lord Russell en de Britsche regeering, zoowel die te Londen als te Delhi, begrijpen dit en de tijd, dat over Britsch-Indië met hooghartigheid gesproken werd als over een „kroon-kolonle" Is voorbij. De oplossing van deze onafhanikelijkheidskwestle behoort lntussehen tot de vele Euzzle’s of raadsels die In den schoot der toeomst sluimeren. Evenals het antwoord op de vraag of de geweldige geestdrift van het Italiaansche volk voor het pas gevierde familiefeest van het Huis van Savoye — en waarbij Mussolini en de regeering geheel op den achtergrond zijn gebleven (of, onwillekeurig, zijn gedrongen) wel naar den zin zal zijn van de fascisten! * . * De nieuwe Poolsche premier heeft zijn functie aanvaard onder de schoone leuze: „krachtig bevorderen alles wat regeering en parlement (Sejms) samenbrengt en zooveel mogelijk vermijden hetgeen; tusschen beide elementen verwijdering kan veroorzaken”, dus óók onvruchtbare conflicten en heftige discussies. De regeering hoopt door de grondwetsherziening den binnemlandschen vrede te verzekeren en zal, wat de buitenlandsche politiek betreft, blijven steunen op de naleving der verdragen, de verbetering der betrekkingen1 met alle staten, voornamelijk de buurstaten, op economisch en politiek gebied. Zij streeft naar het sluiten1 van een handelsverdrag met Duitschland; de moeilijkheden op dit terrein waren tot dusver zeer groot, en ofschoon reeds veel is opgelost, zijn er nog ernstige hindernissen te overwinnen. Wat de nationale minderheden betreft, verklaarde Bartel, dat aan iederen loyalem staatsburger zonder onderscheid van geloof of nationaliteit alle rechten, waarop 'hij volgens de grondwet aanspraak kan maken, verzekerd moe ten zijn, • . * De pas tot stand gekomen grondwetsherziening heeft in Oostenrijk blijkbaar nog niet het laatste woord doen spreken bij de verzekering van rustige ontwikkeling van het politieke leven. Het denkbeeld van dr. Seipel — die de leiding der Christelijk Sociale partij opnieuw heeft aanvaard — tot het stichten van een „Landen- en Standenraad” (een denkbeeld, verworpen bij de pas aangenomen grondwetsherziening) wordt van verschillende zijden hevig aangevochten. Dr. Seipel wil, naar het voorbeeld der provisorische nationale vergadering een voorloopigen Standenraad, een „Wirtsohaftkammer” gekozen zien door bij het bedrijfsleven betrokken werkgevers en arbeiders. Deze Kamer zou dan voorstellen moeten uitwerken voor de samenstelling van een definitieve „Wirtschaftskammer” (bedoeld als Eerste Kamer of Hoogerhuis) en tevens volledige wetgevende bevoegdheid bezitten, terwijl dan de nationale raad het recht zou behouden om te beslissen over politieke aangelegenheden. Het college van landengouvemeurs zou moeten worden omgezet in een staats- of bondsraad, die met meerderheid van stemmen zou kunnen besluiten elke wet naar de Kamer terug te zenden voor hernieuwde behandeling. Dus ; ïen nieuwe grondwetsherziening, een essentieele ' ingrijpende correctie op de thans pas ingevoer3e. ■ ■ ■■■■■— .—>T ÏHuiwQjW».*:..fl '«■ II ,
"Buitenlandsch Overzicht.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/01/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505008:mpeg21:p00001