MXVIII. De Codiflcatie-conferentie is weer naar huis. Het is jammer, dat wij niet opgetogen kunnen zijn over de resultaten van den velen arbeid die verricht is. De berg heeft een muisje gebaard en nog niet eens een mooi diertje. Er is nog heel wat oneenigheid over de waarde van het minimale resultaat, hetgeen in de slotredevoeringen wel tot uitdrukking is gekomen. We zullen ons er niet aan wagen om kritiek te oefenen op het werk maar wij vragen ons alleen af of het wel zin heeft om op dezen voet voort te werken. Het is wel gezegd dat op ander gebied van internationale wetgeving zich hetzelfde verschijnsel heeft voorgedaan en men wijst dan op het hof voor internationale justitie maar men vergeet, dat de eerste aanloop daarvoor plaats had in een tijd toen alle begrip en alle begeerte naar internationale wetgeving nog afwezig waren.
Wij hadden juist mogen verwachten dat de tijden zóó veel veranderd waren dat voor codificatie van het internationaal recht althans de algemeene wensch bestond en dat bleek helaas nog niet het geval te zijn. Verpeutert men de zaken niet wat te veel ln juridische details en begint men eigenlijk wel aan net eind waarbij men de meeste kans heeft op succes? Wie een begin wil maken met het scheppen van orde in een chaos moet aanvan.[P®* alles stuk voor stuk te onderzoeken en het lijkt ons dat men op deze conferentie te veel tegelijk heeft overhoop gehaald. Het incidentje met de vrouwen in den hal van net Vredespaleis heeft eenig opzien gebaard. Wanneer de president van de conferentie principieel gelijk mocht hebben dat het te bont gewerd» dan aanvaarden wij dat. Maar het blijft bij een dergelijke aangelegenheid altijd een fout, dat men de politie gebruikt als degenen die de macht oefenen en de bevelen uit VOmien' de her8t®lconferentie zou een dergelijk feit niet zijn voorgekomen omdat daar eerst overleg werd gepleegd en daarna van de genomen beslissingen werd kennis gegeven, zoo dat men zich net behoefde bloot te stellen aan het altijd min of meer stuitende van een conflict met de politie. Men weet met de politie ook nooit wie nu eigenlijk precies opdracht gaf. We herinneren aan hetgeen gebeurd is bij de tentoonstelling voor Volkenbond en Vrede toen plotseling uit het gebouw bevel kwam om hen die vóór den ingang strooibiljetten uitdeelden te verwijderen. Dat optreden was toen gansch en al buiten de orde maar het is nooit uitgemaakt wie nu maar een bevel gegeven had. Een agent van politie die alles heeft uit te voeren wat hem door zijn chefs wordt opgedragen, weet natuurlijk van de oorzaak van het bevel en van de herkomst niets af en dat irriteert altijd. Het heeft jaren geduurd eer bij de politie ten aanzien van de pers een andere houding werd aangenomen en nog faalt het wel eens. Als het publiek een politiemaatregel niet begrijpt en het nut ervan niet ziet, krijgt het altijd het gevoel dat het noodeloos wordt geringeloord en dan wordt het licht weerspannig. Onze volksaard is al eenigermate tegen de vleug in en dat wordt er niet beter op als het stuit op een onbegrijpelijk bevel of verbod. Het zit nu eenmaal in den aard van ieder die over macht en bevoegdheid beschikt om lastige kwesties van zich af te schuiven door radicaal te verbieden. Tot op zekere hoogte is het begrijpelijk omdat aan het inzicht van het publiek niets kan worden overgelaten. Nog dezer dagen stond voor den rechter een man die op een weg die slechts in één richting bereden mocht worden en waarop men dus niemand tegen komt, opzettelijk aan den Iinkerrand reed. Hij beweerde nu stokstijf dat de heele weg een rechtsche weg was en dat dus de linkerkant even goed rechtsch was als den rechterkant. De man vergat dat hij kon worden ingehaald en dat de Lnhaler aan zijn linkerkant moet kunnen passeeren zoodat hij wel terdege aan de rechterzijde moest rijden. Maar waarom reed die man nu bij voorkeur aan den linkerkant? Een kind kan begrijpen dat dat minder goed Is. Juist dergelijk soort menschen maakt het zoo moeielijk. Van ooggetuigen hoorden wij dat die dames in den hal van het Vredespaleis wel wat heel ijverig optraden en wat al te voortvarend waren maar o! dit alles nu de strenge maatregel reebt-
vaardigde van ze als ongewenschte elementen buiten het hek te zetten was nog niet dadelijk te zeggen. Het had met meer tact kunnen gebeuren. In den Haag is het overigens stil; het is de stille week en dus uit dien hoofde al iets rustiger dan anders. Onze hoop is op de Paaschdagen gevestigd; als het weer ons genadig is, beloven die voor Scheveningen veel goeds nu Paschen zoo laat in het jaar valt. Van het reeds geopperde plan om den boulevard nog een eind noordwaarts te verlengen is voorshands nog afgezien. Op den duur zal dit echter niet kunnen uitblijven vooral met het oog op parkeerterrein voor de auto’s. Trouwens die leveren een puzzle op waarvan de oplossing moet worden gevonden. Het wordt ’s zomers een ondragelijken toestand met het autoverkeer, zelfs zóó dat oversteken van den rijweg levensgevaarlijk wordt. Of op den duur het verkeer maar in één richting zal moeten worden geleid, is al een vraag die overwogen wordt. Op andere badplaatsen is men al zóó ver dat het verkeer er op bepaalde uren heelemaal wordt stopgezet. Men schijnt het dit jaar nog weer eens te willen aanzien om dan met doortastende maatregelen te komen. De drukte neemt zoo geregeld toe dat de boulevard het niet meer kan verslinden en het is geen onverdeeld genoegen meer om er te genieten van de zee met een voortdurende file van auto’s in twee richtingen tusschen de café’s en de zee. Hoe was den Haag eenmaal trotsch op den grootschen aanleg, die wel in staat scheen voor altijd voldoende te zljnl Niets schijnt echter breed en groot genoeg te zijn voor het verkeer en wie zal ons zeggen waar het einde ervan zal zijn? HAGENAAR.
"Brieven uit de Hofstad.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/04/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505052:mpeg21:p00001
/ Eerste Blad.
Het kablnet-Brtinlng blijft voorlooplg het politieke slagveld In Dultschland beheerschen. — De millioenenrede van den Engelschen minister van Financiën. — De bezitters van het „slijk der aarde” nog wat meer geplukt. — Een tekort van 42 mlllloen. — Geen onmiddellijke keer te wachten in den welvaartstoestand van Groot-Britannlë. — Toeneming van de verzetsbeweging In Britsch-Indlë tegen de Engelsche overheerschlng. — De arrestatie van Ghandl te wachten? — Welke factoren bij die onafhankelijkheidsbeweging in Britsch-Indlë een rol spelen. — De taak der Engelsche staatkunde om den Indlschen kolos in toom te houden, nog nooit zoo moeilijk geweest. Spanning heeft er oolk Maandag nog geheerscht in het Duitsche parlement, doen net slot van de gehouden discussies en stemmingen droeg een vredelievend en bemoedigend karakter. In den Dultschen Rijksdag hielpen de Belersche Volkspartij en de Dultsch-Natlonalen de regeering om de moeilijkheden te boven te komen en de belastingwetten met al wat erom en eraan hing binnen te loodsen in veilige haven. Met kunst- en vliegwerk hebben de verschillende partijen alles In het werk gesteld om haar doel te bereiken en het kon aan de vereenigde oppositie van soclaal-democraten, communisten en natlonaal-soclalisten niet gelukken de regeering ten val te brengen. Duitsch-natlonalen en Beleren deinsden, toen het puntje bij het paaltje kwam, terug voor het schrikbeeld eener rljksdagontblnding. En zoo kan dus de regeering voorlooplg, na den eersten en zwaarsten stormloop te hebben doorstaan, In haar verschansing blijven opereeren en het politieke slagveld blijven beheerschen. De partijen en haar organen mogen nu napraten zooveel zij willen — Brüning cum suis 'nebben, voet bij stuk houdende en sterk door den steun van Hindenburg, de ratificatie van het Young-plan door de veiligstelling der financleele wetsontwerpen voltooid. Ondanks alle bedillers, krltikasters, dwarsdrijvers en nachtelijke kladschilders. • • • Ook in het Britsche parlement heerschte Maandag spanning vanwege de millioenen-rede van den Engelschen minister van Financiën. Weken te voren verkeert heel Engeland in de grootste spanning over de cijfers, welke de begrooting voor het komende fiscale jaar te zien zal geven. De‘ strlkste geheimhouding wordt echter in acht genomen. Snowden heeft niet ’t geringste laten uitlekken, welke maatregelen hij voor zou stellen, om het tekort op de begrooting te dekken, vóórdat hij Maandagmiddag in het Lagerhuis zijn budget speech hield. Het is nogal meegevallen. Alleen zullen de rijke menschen, die toch al zoo énorm geplukt worden, het minst voldaan zijn, want de onvermijdelijke belastingverfiooging wordt weer voor het grootste deel door de bezitters van het „slijk der aarde” gedragen. Maar John Buil heeft voor zijn huishouden dan odk nog altijd veel geld noodig. Jammer genoeg nog veel te veel aan toebereidselen voor een eventueelen toekomstigen oorlog, naar Snowden opmerkte. En dat twaalf jaren na den; wereldoorlog! En na de „uitbanning van den oorlog” door niet minder dan 50 naties! Niettegenstaande de begrotingen voor land-, zee- en luchtmacht 7 millioen pond lager zijn dan drie jaar geleden, is er toch nog een tekort van ruim 42 millioen. Het teekent den ironischen en sarcastischen i Snowden, dat hij, na de mededeeling van dit te-kort-cijfer kalm een slokje water nam met de opmerking, om het Huis even den tijd te willen geven om zich van den schrik, vermoedelijk veroorzaakt door het noemen van dit en nog andere détails-cijfers te herstellen. De minister zal ook zorg dragen, dat bij het innen der belastingen scherpere maatregelen worden toegepast tegen eiken vorm van ontduiking. Vooral nu de nieuwe belastingen zoodanig zijn vastgesteld, dat de schouders van diegenen den zwaarsten last kregen, welke tot het torsen van dien last ook in staat zijn. Hij had geen directe lasten gelegd op de industrie en ook niet aan de armsten eenig deel ontnomen van hun onvoldoende middelen. De extra-lasten zouden gelegd worden op een klasse voor wie zij geen ontzegging van ievensbenoodigdheden zouden beteskanen, noch *«if* het opgeven van redelijke
uitgaven voor weelde of genoegen. De voornaamste zorg der regeering was gericht op het mogelijk maken van de groote plannen der sociale hervorming en den opbouw van het land door de Inkomsten der tot nieuw leven gebrachte Industrie. Ofschoon de kanselier verzekerde optimistisch gestemd te zijn, verwachtte hij toch geen onmlddellijken keer In den welvaartstoestand van Oroot-Britannië. Hij hoopt evenwel het komende jaar aan het Huis ee.n meer bemoedigende verklaring te kunnen geven. Snowden windt er dus geen doekjes om; hij zegt precies waar ’t Qp staat en aarzelt niet, om ingrijpende maatregelen te nemen. • • Snowden’s begrootlngsrede Is door de drie politieke partijen tamelijk verschillend! ontvangen. De Conservatieven staan er In het algemeen afwijzend tegenover, doch gelooven, dat de begrooting voor hen uit partij-politiek oogpunt zeer gunstig is en ln het land een nieuwen toevloed naar de Conservatieve Partij zal veroorzaken. De Liberalen verklaren zich over de begrooting tamelijk tevreden, terwijl de linkervleugel der Arbeiderspartij daarentegen duidelijk zijn ontevredenheid te kennen geeft. De radicale groep der Arbeiderspartij wijst erop, dat deze begrootlng geen hoop meer laat op verwezenlijking van den voor de algemeene verlüezlngen geformuleerden eisch: „Het Socialisme in onzen tijd:”. De houding der groote partijbladen stemt vrij wel overeen met de öieening der partijen, waartoe zij behooren. De „Times” en „de Daily Telegraph” wijzen de begrootlng In de eerste plaats af, omdat door de verhoogde belasting op de groote Inkomsten noodzakelijke kapitaalvorming zou worden verhinderd. De „Daily Mail” en de „Daily Express", beide organen, die voortdurend het protectionisme verdedigen, critiseeren voornamelijk de aangekondigde opheffing der beschermende tarieven. De „Daily Express" spreekt van een1 bewusten aanslag op de belangen van het Britsche Wereldrijk, terwijl de „Daily Mali” een vermeerdering der werkloosheid voorspelt. De liberale „Daily News” noemt het belangrijkste gedeelte uit Snowden’s rede de passage, waarin Snowden verzekert, dat het volgende jaar geen belastingverhoogingen noodig zullen zijn. De kopstukken der conservatieve en liberale partij Churchill (vorig minister van Financiën) en Lloyd George wenschten Snowden met een kort woord geluk met de wijze, waarop hij zijn begrooting had ingediend, doch ze behielden zich hun critiek voor. Deze zal spoedig genoeg blijken. * • * Verschillende berichten uit Britsch-Indië duiden op groote toeneming van de verzetsbeweging tegen de Engelsche overheersching. Uit alle deelen van het enorme land komen berichten, dat de vrijwillige deelname aan de ongehoorzaamheidscampagne groot is en dat herhaaldelijk de zoutwetten overtreden worden. Gewelddaden komen echter niet voor; de leider Ghandi predikt het verzet zonder geweld. Het is echter de vraag of de leider zijn volgelingen volslagen in bedwang zal kunnen 'houden. Ook Ghandi vreest hier blijkbaar voor, want hij heeft aangekondigd, dat hij ook passieven weerstand zal bieden aan zijn eigen volgelingen, ind'ien deze hun toevlucht nemen tot geweld. Hij zal dan weder absoluut gaan vasten. De Engelsche regeering heeft tot heden tegenover Ghandi’s lijdelijk verzet eveneens een lijdelijke houding aangenomen. Ghandi’s luidruchtigste volgelingen werden gearresteerd, doch Ghandi zelf werd ongemoeid gelaten. Doch nu de beweging ernstige afmetingen dreigt aan te nemen is men in Engelsche kringen van meening, dat de arrestatie van Ghandi elk oogenblik kan plaats vinden. Van bijzondere waarde is het feit dat de Minister van Binnenlandsche Zaken van de regeering te Bombay zich op het oogenblilk te Surat, in de onmiddellijke nabijheid van Ghandi’s hoofdkwartier bevindt. Hij zou in aansluiting op een bespreking met de politie en met de autoriteiten van het district den gouverneur te Bombay en den onder-koning bepaalde adviezen betreffende hun verdere houding geven en wachten op nadere instructies. De gewijzigde houding der Britsche regeering is toe te schrijven aan het feit, dat de revolutionnaire beweging in het geheele land wast en dat vooral te Bombay en te Calcutta de bevolking een dreigende houding begint aan te nemen. • • Om de Indische onafhankelijkheidsbeweging in Britsch-Indië goal te begrijpen dient men
zich te realiseeren welke factoren hierbij alzoo een rol spelen. In de eerste plaats hebben wij te maken met de nationale gevoelens van het Indische volk, die zich de laatste decennia krachtig ontwikkelen ondanks de verdeeldheid der Indieërs op godsdienstig gebied en ondanks de ethische verschillen. Vooral nadat de wereldoorlog was afgeloopen, voelde het Indische volk zich mondig genoeg om zijn eigen nationale bestaan te leven. Het beschouwt de Engelschen, die met troepen en ambtenaren het Tand regeeren en met kooplieden het explolteeren, hoe langer hoe meer als vreemdelingen en, voelt zich zelf als bewoners van een „bezet” land. Deze gevoelens zijn vooral de grondslag van de beweging, die op onafhankelijkheid aanstuurt, omdat zij worden gedeeld door alle lagen der bevolking en vooral oolk door de vrouwen. In verband met het wezen1 van ’t nationale gevoel, kent dit geen compromissen, maar eischt het de verwijdering van de vreemdelingen, althans uit alle vooraanstaande posities; hoogstens als dienaren der Indische natie mogen zij, voor zoover zij op ’t oogenblik nog niet te vervangen zijn, geduld worden. Ten tweede speelt een belangrijke rol het Europeesch-democratische beschavings-ideaal, dat de Engelschen den Indiërs zelf hebben opgedrongen en waarmee de talrijke Indische studenten op Engelsche Hoogescholen kennis hebben gemaakt. In de Indische groote steden, vooral in Bengalen is zoodoende een beschaafd proletariaat ontstaan, dat zich nooit prettiger voelt dan wanneer het op volksvergaderingen volledig parlementair zelfbestuur naar Engelsch voorbeeld kan eischen. Deze richting is voor compromis-oplossingen te vinden, waarbij Indië als dominion de buitenlandsche politieke bescherming van het Engelsche rijk verder kan genieten. Zij verlangt hervormingen in een omvang en binnen een tijdsbestek, waarmee Engeland zich niet kan vereenigen en practisch gaat zij zoodoende samen met den in engeren zin nationale onafhankelijkheidsbeweging. Ook heeft men in Indië te maken met een communistische beweging; den voedselbodem daarvoor vormen de proletarische toestanden der arbeidersbevolking in de industriesteden en de grenzelooze armoede der Indische dorpen. Een medewerker van de „Koin. Zeitung” acht het inmiddels onwaarschijnlijk, dat het communisme pp den duur bij het Indische volk een gunstigen voedingsbodem zal vinden. Een beletsel daarvoor is de hierarchlsch-rellgieuse „Gllederung” van het volk en de omstandigheid, dat het in economisch opzicht zoo weinig eischen stelt: er behoeven slechts zeer bescheiden levensbehoeften bevredigd te worden. De toestanden in Zuid-China zijn echter precies eender en toch heeft men er daar getuige van kunnen zijn, dat het nationalisme, tijdelijk samengaande met het communisme, zich ontwikkelde tot een geweldige beweging, die erin slaagde den Engelschen invloed op zij te dringen en de eenwording van het rijk te bewerkstelligen. Wij zien ook nu in Indië, dat, terwijl Ghandi zijn veldtocht tegen het zoutmonopolie onderneemt, communistische spoorwegarbeiders een sympathiestaking op touw zetten. De gisting bij het volk is, zooals ook de manifestaties op het jongste nationale congres hebben aangetoond, blijkbaar zoo algemeen geworden, dat de drie elementen der onafhankelijkheidsbeweging tof een actieve eenheid! zijn geworden. Heel Indië is wel-is-waar voor de denkbeelden nog niet gewonnen — een uitzondering maken, de Mohammedanen, de vorstenstaten en de pariaklassen — maar de taak der Engelsche staatkunde, om den Indischen kolos in toom te houden, is misschien nog nooit zoo moeilijk geweest als op dit oogenblik.
"Buitenlandsch Overzicht". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/04/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505052:mpeg21:p00001
Is het ü bekendi Dat er bijna 300.000 fietsen zijn op de 750.000 inwoners van Amsterdam? Dat het uitrukken voor een alarm door de Londensche brandweer elke keer ongeveer 100Q gulden kost? Dat Londen per dag ongeveer een millioen liter water verbruikt? Dat slechts 5 % van de mannen, die aan het examen voor politie-agent in Londen deelnemen, slagen? Dat men oppervlakkige menschen kent aan Idle wijze, waarop zij nietige zaken opnemen? Dat wij het recht hebben voor onze persoonlijke overtuiging op te komen, maar het recht missen om anderen om hunne afwijkende overtuiging te verketteren en te vervolgen? Dat waar dit laatste geschiedt de echte geest van religie en vroomheid zoek is? Dat men evenveel zorg moet dragen voor dén naam van zijn naaste, als voor dien van ziohzelve?
"Wetenswaardigheden.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/04/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505052:mpeg21:p00001