In den laatsten tijd hooren we weer fraaie staaltjes over ambtenaren-willekeur, staaltjes waarbij de burgerij steeds meer den indruk moet krijgen, dat wie aan de ambtenaren is overgeleverd, eenvoudig rechteloos is gemaakt. In Amsterdam heeft de rechter gelukkig eens een keer kunnen ingrijpen en aan een bouwspeculant, wien door de gemeente hét exploiteeren van zijn grond onmogelijk was gemaakt, een belangrijke schadevergoeding toegekend. Maar alsof er niets gebeurd is, hooren we even later van een soortgelijk geval. Een bouwspeculant deelt aan den gemeenteraad mede, dat ambtenaren hem door allerlei chicanes, als voortdurend uitstel van antwoord, het ronduit mededeelen, dat geen toe| stemming tot bouwen wordt gegeven en tenslotte het breken van gegeven beloften, het ónmogelijk heeft gemaakt, dat deze burger de door hem gekochte bouwterreinen in exploitatie brengt, alleen omdat de gemeente deze exploitatie liever zelf ter hand neemt. Gisteravond lazen we weer een ander geval. Een aannemer van waterstaatswerken had schade geleden en hij adresseerde om schadevergoeding aan den minister van waterstaat. 16 December 1927 werd dit adres ingediend. 27 Juli 1928 kreeg de man [ antwoord, dat het toekennen van schadevergoeI ding onmogelijk was, omdat de overeenkomsten van aanneming reeds waren afgeloopen. De departementsambtenaren hebben 224 dagen nooi dig gehad om dit uit te zoeken. Intusschen zat de betrokken aannemer voortdurend op een beslissing te wachten, alvorens hij verder kon gaan met zijn actie. We vragen maar weer, waar blijft het recht van den burger als ambtenaren in staat blijken om verzoeken aldus te taquineeren en te chicaneeren? Is het wonder, dat ons volk een hartgrondige hekel heeft aan heel de ambtenarij? Als deze ambtenarenmacht een vrucht is van de hooggeroemde democratie, dan [ mogen we bewaard blijven voor verdere demo| eratiseering van ons staatsstelsel. Het is trouwens een algemeen bekend verschijnsel, hoe verder de z.g. democratie doordringt, hoe grooter de macht van de ambtenaren wordt. En menigmaal is het oude regentenstelsel van vroeger te verkiezen boven het moderne ambtenarenstede!. Toen was er nog wel eenig recht te verkrijgen, thans schijnt de burger geheel rechteloos te zijn. juist al deze dingen maken een verder doorvoeren van de overheidsbemoeiing zoo onsympathiek. We willen geenszins het recht en menigmaal den plicht van de overheid ontkennen om bepaalde dingen zelf te doen. Maar dit mag toch niet leiden tot een stelsel van ambtelijke willekeur, niet gegrond op eenig recht, maar alleen op chicanes en stille tegenwerking, waarbij clt eene ambtelijke macht zich achter de andere verschuilt. Is daar nu niets tegen te doen? Wij gelooven van wel. Als de gekozenen door de burgerij zich maar wat krachtiger zouden willen verzetten tegen dezen willekeur en wat sterker zouden willen opkomen voor de rechten der burgers. Maar we hebben zoo den indruk, dat de gekozenen daar weinig voor voelen, omdat zij de ambtenaren zelf te dikwijls noodig hebben. Maar werkt een parlementarisme door zich aldus te laten overvleugelen door z’n eigen dienaren niet hard aan z’n eigen ondergang?
Nieuwe Vlaardingsche courant
- 24-06-1930
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Nieuwe Vlaardingsche courant
- Datum
- 24-06-1930
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Dorsman & Odé
- Plaats van uitgave
- Vlaardingen
- PPN
- 421046481
- Verschijningsperiode
- 1887-1943
- Periode gedigitaliseerd
- 1 juli 1879 - jrg. 66, no. 7223 (28 mei 1943)
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Vlaardingen
- Nummer
- 5449
- Jaargang
- 53
- Toegevoegd in Delpher
- 21-01-2019
Ambtenaren-willekeur.
Buitenlandsch Overzicht.
Het verschrikkelijk vraagstuk der werkloosheid in Engeland. — Vage, weinig zeggende woorden ter verbetering van den toestand. — De betrekkingen tusschen Frankrijk en Italië. — Een gevaarlijk element in de wordingsgeschiedenis van het tegenwoordige en toekomstige Europa. — Revolutie in den Zuid-Amerikaanschen staat Bolivia. — Uitbuiting van het volk door een in strijd met de grondwet optredende kleine groep regeerders. Kabinetscrisis in Egypte. — De economische achtergrond van de crisis. Er is in het Engelsche Lagerhuis weer eens een debat geweest over de werkloosheid en opnieuw is de oplossing van dit verschrikkelijk) waagstuk geen steek opgeschoten. Wel heeft de
regeering een meerderheid gekregen — van 29 stemmen — bij de verwerping der conservatieve motie om de Arbeidsbegrooting te verlagen, maar dit geschiedde alleen om den toeleg der , conservatieven te verijdelen de Labour-regee; ring ten val te brengen. Wat er nu eigenlijk gebeuren moet om het schrijnende euvel der economische crisis te bestrijden, weet niemand. Wel zijn er veel plannen en voornemens ofwel gedachten, maar concreet staat er nog niets. De regeering, die verleden jaar de verkiezingen won op de belofte van afdoende bestrijding der werkloosheid-, zit met de handen in ’t haar, nu al meer en meer blijkt, dat ze die belofte niet kan nakomen. Nu Macdönald een jaar aan het bewind is, heeft hij nog steeds niet z’n plannen gereed. Veel hebben1 hij en zijn medeministers over de kwestie gesproken, maar gedaan is er heel weinig. En bovendien is dat gesprokene erg vaag gebleven! Het beproefde middel voor een minister, die ergens geen raad mee weet, is het benoemen van een commissie, welke gewoonlijk eerst rapport uitbrengt, als het ergste reeds is geleden, dus als mosterd na den maaltijd! Macdönald die eerst Thomas een jaar lang liet ploeteren en nu zelf de werkloosheidsbestrijding ter hand heeft genomen, heeft ook zoo’n commissie ingesteld, een lichaam, bestaande uit mannen van verschillende ervaring, die naar gehoopt wordt, in volkomen harmonie zullen samenwerken. Voorts heeft Macdönald thans te kennen gegeven, dat hij goede resultaten verwachtte van de conferentie, die met de stedelijke autoriteiten in den Londenschen Gildenhal was gehouden, maar bovendien had hij zijn uitnoodiging aan de leiders der oppositie herhaald' om hun denkbeelden te toetsen aan die van de regeering. Dit beteekende niet, dat de regeering op het punt der werkloosheid naar een soort coalitie streefde, want zij alleen bleef verantwoordelijk, maar het beteekende een onderlinge uitwisseling van gedachten en voorstellen om daaruit de meest practische in toepassing te brengen. Nu, wat de bedoelde conferentie betreft, heeft Macdönald de leden op het hart gedrukt om ijverig te werken en snel te denken over de middelen, om plaatselijke plannen te bespoedigen, naar een normaal bedrijfsleven en een doeltreffende organisatie te streven, enz. Vage, weinig zeggende woorden! Wat de uitnoodiging aan de oppositie betreft, heeft Macdonald succes gehad bij de liberalen (die hem toch al steunen) en echec geleden bij de conservatieven. Ondertusschen is ook wat de liberalen en wat Labour betreft nog niet duidelijk, wat de conferentie zal kunnen uitrichten, want Snowd-en en Thomas zijn vierkant tegen een groote staatsleening en uitgebreide openbare werken, terwijl de linkerzijde van de Labourpartij en de liberalen daarvoor zijn. * * * De ontwikkeling der betrekkingen tusschen Frankrijk en Italië is het meest gevaarlijke element in de wordingsgeschiedenis van het tegenwoordige en toekomstige Europa. Veel gevaarlijker dan de ontwikkeling van den Bond van Sowjet-republieken, die — voorzoover het Moskou betreft — nog altijd groote schoonmaak blijft houden, door bij honderden onbetrouw- ] baar, niet-rechtzinnig in de leer geachte ambtenaren te ontslaan en wegens hoogverraad; te , veroordeelen. Stalin heeft het veiliger geacht, ( ten einde het niet tot een openlijk schandaal te , laten komen, het jaarlijksch congres der Com- | munistische Partij, dat aanvankelijk bepaald was ] op 15 Juni, te laten verdagen tot den 25en. De ( oude oppositie-leiders van rechts en links steken ( het hoofd weer op en Stalin heeft opnieuw den | strijd tegen hen moeten aanbinden. Blijkbaar . met succes, want nadat de Moskou-groep in s haar geheel hem haar vertrouwen opnieuw heeft , betuigd, is ook de organisatie uit de Oekrajiene aan zijn zijde komen staan, zoodat Stalin zich , oft het partijcongres vermoedelijk van een meer- ; derheid verzekerd kan houden. De minderheid ( zal daar worden aangevoerd door Rykof, den , leider der rechtsche oppositie, die — als splijt- , zwam — de partij met ondermijning en onder- ; gang bedreigt. En blijft bedreigen, daar de denkbeelden van Trotzky nog lang niet zijn uit- N gestorven en de partij-discipline slechts gehand- ( haafd wordt door middel van een regiem, dat ( niet veel minder is dan een schrikbewind. < * * c * In den Zuid-Amerikaanschen staat Bolivia is ( een revolutie uitgebroken, die, volgens telegram j men van verschillende agentschappen, een ern- s stiger karakter draagt, dan de regeering van dat land wil doen gelooven. Een gedeelte van het Boliviaansche leger zou naar de opstandelingen zijn overgeloopen en een manifest hebben gepubliceerd^ waarin de revolutie wordt
toegeschreven aan de uitbuiting van het volk door een in strijd met de grondwet optredende kleine groep regeerders. De opstandelingen erkennen als voorloopig president Hinegosa en niet dien tegenwoordigen president Kiles, evenmin de naar hun meening in strijd met de grondwet gevormde regeering, welke, naar zij zeggen, het land aan het buitenland verkoopt. De Oostenrijksche minister van financiën dr. Juch, heeft zich, vergezeld van den referendaris dr. Rizzi en den president der Nationale Bank dr. Reisch, naar Londen begeven, tot het houden van besprekingen met Engelsche en Amerikaansche bankiers, over een door Oostenrijk te sluiten groote leening (die, men weet het, reeds in Januari te ’s-Gravenhage werd aangekondigd). Dr. Schober heeft van zijn kant alles gedaan om ongerustheid omtrent de ontwikkeling van den binnenlandschen toestand in Oostenrijk weg te nemen, door zijn geruststellende verklaringen betreffende de werking der ontwapening met en het in bewaring houden van de „Heimwehren” door de regeering. Noodkreten en bange zorgen onder dit opzicht acht hij uit ■den booze. Het schijnt, alsof de Duitsche rijksspoorwegen in veel slechtere conditie verkeeren dan Oostenrijk, daar zij op den rijkskanselier een beroep hebben gedaan om hulp in de slechte financieele positie, waarin zij verkeeren. Dus: bij den landbouw, de industrie, en de werkloozen komen zich nu als vierde noodlijdenden, de rijksspoorwegen voegen. Met een smeekbede om geldelijken steun! Wie zal dat alles betalen? Toch niet door een poging om vervoer van personen en goederen nog duurder te maken dan het reeds is? En welke opvolger van Moldenhauer zal zich met dat genoegelijik akefietje belasten? * * * In Egypte is een kabinetscrisis uitgebroken als gevolg van een conflict tusschen den koning en het kabinet inzake de ministerieele verantwoordelijkheid. Het schijnt den nieuwbenoemden kabinetsformateur al gelukt te zijn, een nieuw ministerie te vormen, maar de vraag is of daarmede aan een tweede verschijnsel een einde is gemaakt, dat de regeeringscrisis vergezeld, namelijk de onrust en de opwinding onder de bevolking. De politie heeft verscheidene betoogingen in Cairo moeten ufteendrijven. Volgens den correspondent van de „Times” ligt de oorzaak van het aftreden der Egyptische regeering in het mislukken van de onderhandelingen tusschen Engeland en Egypte, en in de groote economische crisis als gevolg van de malaise in de katoenindustrie. Een correspondentie, die de Voss. Zeitung oven den toestand in Egypte van uit Londen bevat, spreekt al van een toekomstig bankroet, waarvoor Egypte staat. Terwijl de nationalisten in Egypte hun aanhangers de straat op drijven om tegen den koning te demonstreeren, die ongrond-wettig zou handelen, en het oude kabinet alleen heeft ontslagen, om door middel van een ambtenarenregeering het Engelsch-Egyptische verdrag, dat Nahas in Londen geweigerd heeft, toch onderteekend te krijgen — breken de bankiers in de City plus de leidende Egyptische economen en katoengroothandelaars zich het hoofd over de kwestie, hoe het bankroet over Egypte af te we ren. Met deze onheilspellende passus vangt het Duitsche blad zijn pessimistisch artikel aari. Wij zullen de détails van het artikel hier niet weergeven, maar wel kan men er uil leeren, dat de Egyptische regeering financieel een nogal on verantwoordelijke politiek heeft gevoerd, door het vastleggen van alle liquide geldmiddelen in katoenaankoopen,terwijl de katoenprijzen voortdurend zinkende waren. Het gevolg bleef niet uit. De mogelijkheid om de voorraden in het buitenland te beleenen werd steeds geringer, en als noodwendig verschijnsel volgde 't terugloopen van de koers der Egyptische staatspapieren. De kasmiddelen van de regeering liepen voortdurend achteruit, terwijl het oude kabinet zich alweer verplicht tot groote katoenaankoopen uit de oogst, die binnen ongeveer drie maanden ter markt zal komen. Het gebrek aan geldmiddelen werd zoo nijpend, dat ook de bevloeiïngswerkzaamheden moesten worden stilgelegd. Al dit vormt den economischen achtergrond van de Egyptische crisis. Wat in Londen niet openlijk wordt uitgesproken, maar ongetwijfeld een belangrijke rol speelt, is het feit dat de crisis nauwelijks op te lossen zal zijn zonder dat de kredieten op korten termijn vloeibaar gemaakt worden. En het is zeer aan twijfel onderhevig, of men in Londen daartoe zal willen helpen vóórdat de politieke betrekkingen tusschen Engeland en Egypte zijn gezuiverd.
Buitenland.
n GEZONKEN DUITSCHE DUIKBOOTEN WORDEN GELICHT. Een 25-tal op den bodem bij Pola ontdekt. Een voor eenige dagen uit Triest binnengeko-. men bericht over de Duitsche U-booten, die de - bemanningen indertijd bij het einde van den e oorlog in die nabijheid van Pola lieten zinken en t die thans weer uit de zee zullen worden opgerv haald, wordt thans door den „Messagero” be- vestigd. :, Volgens dit blad hebben ook de Italiaansche - autoriteiten, die van het vergaan der U-booten s kennis genomen hadden, aan het voorbereidings - werk deelgenomen. De duikers hebben, volgens het blad, tot pog 3 toe 25 U-booten, waaronder vijf van drieduizend - ton, ontdekt, die voor het meerendeel nog on; beschadigd zijn. J VOOR DE DERDE MAAL UIT DE GEVANGENIS ONTSNAPT. 1 Herbert Sandowskl. Herbert Sandowski, een berucht internationale ’ inbreker, is uit de gevangenis van Tegel ont| snapt. Sinds eenige dagen was hij in het ge’ vangenishospitaal opgenomen en deelde zijn cel ; met een anderen gevangene. Toen de bewaker ’s nachts om 12 uur zijn . rondgang deed, vond hij dien gevangene gekneveld te bed' liggen. De tralies waren doorge! zaagd en Sandowski was verdwenen. Met behulp van aan elkaar geknoopte lakens had hij zich naar beneden laten glijden. Sandowski is een Amerikaan, die wegens juweeldiefstal in de Sing-Sing-gevangenis heeft gezeten. Ook daaruit is hij ontvlucht. In Duitschland zette hij zijn avonturen voort. In 1 1926 werd hij bij een diefstal in een villa in 1 Grünewald gearresteerd en in de Kosbuergevangenis opgesloten, waaruit hij in 1927 ontvluchtte. Weer gearresteerd, werd hij in die van Tegel gevangen gezet, waaruit hij op 3 Februari van dit jaar weer ontsnapte. Den vijfden Maart werd' hij bij een inbraak opnieuw gevat. BEESTACHTIGE DAAD VAN EEN SCHEEPSKAPITEIN. Drie verstekelingen in zee geworpen. De bladen maken melding van een buitengewoon wreed optreden, dat zich aan boord van een Grieksch stoomschip, dat van een Spaansche haven op weg naar Gent, was, heeft voorgedaan. De kapitein ontdekte in volle zee drie jonge Spanjaarden, die zich als vestekelingen aan boord hadden verborgen. Zonder een oogenblik te aarzelen wierp hij de drie jongelieden in zee. De echtgenoote van den kapitein greep daarop een revolver en terwijl zij daarmede haar man bedreigde, gaf zij bevel de drie ongelukkigen te redden. Er werd ’n boot uitgezet, waarmede twee der jongelieden werden gered; de derde echter verdronk. HAAR ECHTGENOOT VERGIFTIGD? Vrouw van Nederlandsche afkomst in ZuidRhodesië gearresteerd. Groot opzien is te Gwelo (Zuid-Rhodesië) verwekt door het feit, dat Netrobelle Williams, een 34-jarige vrouw van Hollandsche afkomst, er van beschuldigd wordt, haar echtgenoot te Felinfoel bij Llanelly vergiftigd te hebben. De man overleed plotseling op 31 Mei j. 1.; zijn vrouw werd twee dagen later gearresteerd. Volgens getuigenverklaringen kwam het tusschen hen herhaaldelijk tot huiselijke twisten, als gevolg van het feit, dat de man jaloersch was op een jongen farmer, die vaak op bezoek kwam. De beschuldigde wordt in hechtenis gehouden in afwachting van het rapport van den cheniischen deskundige. GEVANGENE UIT DE RECHTZAAL ONTVLUCHT. Groote misdadiger op vrije voeten. Dezer dagen werd door de rechtbank te Detmold in Duitschland, het proces begonnen tegen den gestraften opperwachtmeester Hans Harder, wegens overtredingen, begaan in de landsstrafgevangenis van Lippe. Er waren meer dan 100 getuigen gedagvaard, waaronder vele voormalige gevangenen. Bij den aanvang van het getuigenverhoor deed zich een pijnlijk incident voor. De als getuige opgeroepen misdadiger Hofrath, die wegens zware misdrijven tot tien jaar tuchthuisstraf was veroordeeld en onder politiegeleide uit de strafgevangenis van Munster in Westfalen naar hier was overgebracht, om getuigenverklaringen af te leggen, zag kans, zich op het oogenblik dat het groote aantal getuigen de zaal verliet, tusschen de menigte uit de voeten te maken. Hoewel men onmiddellijk een achtervolging instelde, kon men den man niet meer terug vinden,