De Minister van Financiën ontving in de derde week van November ruim honderdduizend gulden aan achterstallige belasting, zoogenaamd gewetensgeld. ’t Is algemeen bekend, dat het bedrag dat aan belasting binnen komt, lang niet overeenstemt met ons nationaal vermogen, met andere woorden: er wordt ontzaggelijk veel belasting ontdoken. Een ton aan achterstallige belasting lijkt dan ook wel veel maar zegt toch nog weinig. Is dit gewetensgeld werkelijk een bewijs van inkeer van belastingbetalers die inzien, dat zij een onrechtvaardigheid hebben begaan door de staat te onthouden wat deze toekomt, dan mogen we gerust zeggen, dat het hier een uitzonderingsgeval betreft, want in Nederland is de belastingontduiking zoo algemeen, dat men er maar zelden iets onrechtvaardigs of moreel verkeerds in ziet. Is het vrees voor navordering efi gevangenisstraf geweest die de belastingontduikers heeft gedreven tot het inzenden van hun gewetensgeld, dan mag men hen ook onder de uitzonderingsgevallen rekenen, want de Neder- i landsche belastingbetaler kent dikwijls de ma- 1 zen van ’t belastingstelsel heel goed, zoodat hij precies weet waar de zwakke plekken zitten, en ! weet hij deze niet dan zijn er adviesbureaux voldoende waar oud-belastinginspecteurs en accountants gereed staan om de kennis die zij in [ rijksdienst opdeden te benutten om het rijk te benadeelen, terwijl zij dikwijls van dezelfde staat r nno1 non r-v O n O 5n 1
nog een pensioen genieten. Zoodat we gerust kunnen constateeren, dat er in Nederland voor geweldige bedragen aan belasting ontdoken wordt, ’t Staat vast wanneer ieder belasting betaalde naar zijn inkomen of vermogen, dat wc allen belangrijk minder zouden moeten betalen, dan nu, en dat de sociale rechtvaardigheid in de belastingen strikter kon worden toegepast dan nu het geval is. De ambtenaren en de menschen met de vaste inkomens en salarissen betalen veelal belasting tot de halve cent toe. De handelsmenschen, wier inkomen zoo moeilijk precies is na te rekenen, hebben heel dikwijls gelegenheid om den fiscus te misleiden. Maar het gevolg is, dat id'e man met het kleinen middeninkomen het maximum betaalt en het belastinggeld met veel moeite en groote zorg moet opbrengen, terwijl de man die zich niets behoeft te ontzeggen, waarvoor het belastingbedrag geen werkelijk offer beteekent, nog te weinig betaalt en aldus parasiteert op de smalle beurs van een ander. We zijn geen moraal theologen en willen ons dus niet aan een uitspraak wagen of belastingontduiking in zich een onrechtvaardigheid is, maar als we zien hoe moeizaam het belastinggeld moet worden opgebracht in de gezinnen met kleine vaste inkomens, hoe daar soms het noodige moet worden ontzegd omdat de fiscus dreigt, dan kunnen wij het toch niet rechtvaardig achten als iemand met een groot inkomen de belasting ontduikt, eenvoudig omdat hij niet van zijn geld afstand , kan doen.
"Belastingontduiking.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/12/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505150:mpeg21:p00001
"Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/12/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505150:mpeg21:p00001
Waarom Litwinof Genève verliet? — Er ^ was voor hem niets meer te doen! — Niet n de geringste kans op een tastbaar resultaat z te Genève. — Iedere hoop in dit opzicht is verdwenen. — Maarschalk Pilsoedski „om p gezondheidsredenen” als premier afgetre- v den. — De verhouding tusschen Duitschland en Polen verscherpt. — Berlijn doet ® officieele stappen te Genève. — De Pool- z‘ sche diplomatie in een moeilijk parket. — p Haar aanzien in de wereld bedreigd. iji Litwinof, de Russische Minister van Buitenandsehe Zaken, heeft thans medegeidleeld, waar c; im hij niet langer de beraadslagingen van de ■oorbereidingscommissie voor de ontwapenings k onferentie wilde bijwonen. e£ Er was te Genève voor hem niets meer te st °en! dr Alle amendementen van de Sovjetdelegatië' St van hetzelfde kaliber als de amendementen en U| rotjes, die zijn Nederlandsche partijgenoot in ouis de Visser pleegt in te dienen!) werden vr er worpen! , In zooverre het de gebruikelijke reclamevoor- bli •ellen van den bolsjewist waren, deed de voorereidingscommissie natuurlijk goeld werk met
I « cu lv Memmen. Maar Litwinof heeft helaas gelijk, als hij betoogt dat er momenteel te Genève niet de geringste kans op een tastbaar resultaat is. Iedere hoop in dit opzicht is verdwenen. Het tegenwoordige ontwerpverdrag, voor welks bespreking de vertegenwoordigers van 30 staten bijna 5 jaar noodig hadden, is zóó uitgevallen, dat enkele betrouwbare beambten het binnen enkele weken haidden kunnen' uitwerken! Van een ernstige vermindering der bewapening 'kan volgens dit verdrag geen sprake zijn. De ontwapeningscommissie houdt zich tegenwoordig zeer intensief bezig met de vraag der z.g.n. „publiciteit” der bewapeningen en er is alle reden om te duchten, dat ten minste zekere delegaties er op uit zijn om de ontwapening door deze „publiciteit” te vervangen. De publiciteit der bewapeningen alleen kan echtereden wedstrijd in bewapening niet opheften; zij kan integendeel het uitgangspunt van -en dergelijken wedstrijd zijn. Zekere Staten, die, dank zij het quantitatieve ;n qualitatieve overwicht van hun wapens, een rverheerschende positie in de wereld innemen. :n die er op uit zijn hun heerschappij in stand' e houden en uit te breiden, zijn vast besloten, n geen geval hun militaire macht te vermindeen. De ontwapeningscommissie heeft zich juist [aar de delegaties georiënteerd, welke deze rich ing vertegenwoordigen. Eenparigheid is echter liet bereikt geworden ten gevolge der biizon-
o- ‘vu UV.1 U Ij /.WIJ" ' dere tegenstellingen, die tusschen de heerschende staten zelf bestaan. e Wanneer de delegaties der toekomstige wet reldontwapeningsconferentie dezelfde inzichten >t meebrengen als de delegaties der voorbereidenr de commissie,_ dan valt aan een ontwapening of i aan een vermindering der bewapeningen niet in y het minst te denken. Zelfs wanneer de ontwapeningsconferentie het voornemen zou hebben een internationale con’ ventie te ontwerpen over de vermindering der t internationale bewapeningen, zou zij moeten beginnen met de benoeming van een nieuwe commissie van voorbereiding en dit kan een prachtig voorwendsel opleveren: voor een, verder uitstel ■ van bet ontwapeningswerk. * * * De mislukking der algemeene ontwapeningsconferentie van het volgend jaar is dus volgens Litwinof nu reeds zeker. Hoewel we het niet gauw met een bolsjewist ! eens zulleir worden, moeten we ook als onze meening te kennen geven, dat Litwinof’s kritiek 1 inderdaad vernietigend en helaas juist is. : Van het met hooggespannen verwachtingen gadegeslagen vredeswerk te Genève 'komt niets e terecht. \ En nu heeft de Engelsche gedelegeerde Lord [ Lecil wel zijn tevredemheiid1 uitgesproken over ^ het feit, dat men tot overeenstemming is geko- c I men inzake de schepping van een permanente v ontwapeningscommissie voor het toezicht op de 0 naleving der conventie en dat men besloten had, 11 dat alle rechtsgeschillen over de toepassing of ^ interpretatie der conventie aan het Haagsche Internationale Gerechtshof zullen onderworpen s worden, maar dit zijn slechts punten van onder- l geschikt belang. ti Ieldere Staat kijkt nog te veel naar zijn eigen f1 belang en. tracht dat op alle mogelijke manieren ^ te behartigen, zonder rekening te houden met de f.( be angen van andere staten. En waar geen '1J enkele staat den anderen vertrouwt, blijven ze , zich bewapenen, omdat ieder zich door den te- . gensfander bedreigd gevoelt. bj De Russen vormen een bedreiging voor het ge- w heete overige Europa; in zooverre had Litwinof met zijn kritiek wel eerst de hand in eigen boezem mogen steken! Maar niemand kan den bolsjewisten het recht ontzeggen, dat zij zich ook bedreigd gevoelen door Frankrijk, Polen, Roemenië, en' dat zij zich dus óók mogen bewapenen.! De belangentegenstellingen onder de volken m het onderlinge wantrouwen noodzaken ieder and zich in staat van verdediging te stellen En :oo lang dat noodza'kelijk blijft, komt er van iractische ontwapening niets! Het is wel tragisch dit te moeten constateeren n dezelfde dagen, dat gemeld wordt wie de telukkige winnaars zijn van Iden Nobelprijs (cira f 116.000) voor den vrede! , Pr'is Voor 1929 is toegekend aan Frank Kellogg, den oud-staatssecretaris van de Verenigde Staten, voor zijn aandeel aan de optelling en onderteekening in 1928 van het ver- ] van Kellogg te Parijs en voor 1930 aan Tv odeiblom, den Zweedschen aartsbisschop van aai 'psala, voor zijn voortdurende werkzaamheden set ï woord en geschrift ter bevordering van de de< redesgedachte. g ; Het idealistisch karakter van dezen Nobelprijs for lijkt in deze dagen wel héél duidelijk! ren
Is het met dit alles wonder, dat Mussolini er - de Sowjet-regeering op het resultaat van der - arbeid der ontwapeningscommissie schimpscheuten afschieten? En dat Hugenberg aan rijkskanseher Brüning een brief schrijft over Ide ,,-booze r bedoelingen van Frankrijk” en duidelijk zinI speelt op de voor Duitschland' — volgens hem I 77 onvermijdelijke noodzakelijkheid om uit den Volkenbond te treden? Dit laatste zou in het belang van Duitschland-zelf een zeer bedenkelijke maatregel moeten worden geacht, maar men moet erkennen dat het lidmaatschap van den Bond Duitschland alles behalve aangenaam wordt gemaakt. Frankrijk is in dien Bond Duitschland’s groote tegenstander en het zal ook zeker geen hand uitsteken, geen vin verroeren, om een eind te helpen maken aan de wijze waarop de Duitsche minderheid in het tegenwoordige Polen wordt behandeld en waaromtrent we reeds onmiddellijk na de verkiezingen een reeks bijzonderheden — alle een karakter dragende van het schandelijkste schrikbe7— hebben medegedeeld'. Nu met zulke hulp middelen een nieuwe parlementaire Pilsoedski meerderheid is gevormd, treedt de maarschalk als premier af „om gezondheidsredenen”, en staat hij zijn plaats af aan den oud-premier Slawek, een ledepop in zijn handen. Ondertusschen is de verhouding tusschen Duitschland en Polen in de laatste weken zoo ongunstig geworden, fat men niet zonder zorg de verdere ontwikkeling ervan tegemoet ziet. Enkele maanden geleden scheen er in de betrekkingen der beide staten een ontspanning in te treden, toen, de veel omstreden liquidatie-overeenkomst werd onderteekend en een Duitsch-Poolsch handelsverdrag tot stand kwam. De ontbinding van de Sejim te Warschau heeft de ratificatie van deze overeenkomsten belet en intusschen is ook door den moeilijken economischen toestand van Duitschland deze handelsovereenkomst onzeker geworden Het resultaat der Duitsche verkiezingen heeft in Polen dezelfde uitwerking gehad als in j Frankrijk; de bekende rede van rijksminister i I reviranus heeft aanleiding gegeven tot een anti-Duitsche beweging, die zich steeds meer heeft < uitgebreid. En nu hebben er de laatste weken < gebeurtenissen plaats gehad, waardoor de be- \ trekkingen tusschen Berlijn en Warschau zóo \ verscherpt zijn, dat het al heel spoedig tot een \ wending ten goede moet komen, wil men een r ipenlijk conflict tusschen beide regeeringen ver- r mijden. De spanning is op een hoogtepunt gekomen o ioor het verloop van den verkiezingsstrijd in e olen die de Duitsche regeering zelfs aanlei- d hng heeft gegeven tot het doen van officieele e tappen te Genève. t( De Poolsche diplomatie geraakt met dat al in en even moeilijk parket en haar aanzien in de si vereld schijnt evenzeer te worden bedreigd door aar optreden tegen de Duitsche minderheid als d< et prestige der ver-Pruiste Duitsche regeer- d’ ers vóór den oorlog leed door de behandeling di 'elke zij destijds den Polen in Pruisen deden ndergaan. ^ Wanneer men een schijnbaar nim- br ïer of nooit op te lossen kwestie als die der in ■ederzijdsche oorlogsschaden tusschen de Oost Sr uropeesche staten en die van de financieele sti ihadevergoeding der geannexeerde Hongaren 3n het nieuwe Roemenië (de optanten-kwes- Ti e) heeft kunnen oplossen — en nog wel in der st( jast, als spoedwerk door de stichting der be- pe mde „twee potten” — waarom zou dan voor Dr f billijke regeling der Duitsch-Poolsche moei- W£ kheden geen maatregel kunnen worden beicht door de internationale Wijzen wier illus- persoonlijkheden en dito verblijf aan de def- m£ je Nederlandsche residentie voortdurend nieuen luister schenken? jg——o cri
"Buitenlandsch Overzicht.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/12/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505150:mpeg21:p00001
Braat heeft wederom geen succes. — Zijn motie tot afschaffing van den zomertijd door de Tweede Kamer verworpen. — Hoe Braat de landbouwcrisis oplost. — Met hulp 1 van fascisten. — Groot tumult in een slecht bezochte vergadering. — Drie arrestaties. ’ — Kapitalisme en oorlog. — Het kapitalis- , me in wezen niet oorlogszuchtig. — Ver- 1 standige opmerkingen van den socialisti- ! schen professor Bonger. 1 linde vorige week had de heer Braat in de 'eede Kamer de cirsis, welke ons land teistert, r ïgegrepen als motief om thans opnieuw af- 2 affing van den zomertijd te eischen. Zijn c 'betreffende motie werd echter met 52 tegen I temmen verworpen. De Staatkundig Gere- s neerde Partij benevens de anti-revolutionnai- n Severeijn en Duijmaer van Twist waren de igen die met hem medegingen. e lad dit pogen van den heer Braat alzoo bitter ,
weinig succes, al evenmin kunnen wij dezen plattelands-afgevaardigde feliciteeren met het verloop van de protestvergaldering in den Haagschen Dierentuin. Deze ■ met groote circulaires aangekondigde protestvergadering door ontevredenen ten platt elan de is niet alleen als zoodanig eene groote mislukking geworden doch is bovendien — wat erger is dan een ergerlijk rumoer tot vechtens toe ontaa/d, zoodat het einde van het liedje is geweest id'at de zaal moest ontruimd, worden en de politie daarbij handelend heeft moeten optreden. Een vergadering waar én de opzet èn de leiding bijna alles te wenschen overliet. ' Nadat de drie sprekers de iheeren A. Braat, W. H. Haigton en J. H. Baars het woord hadlden gevoeld en vooral de beide laatste redevoeringen menigmaal door interrupties vanuit de zaal werden onderbroken, brak het oogenfolik aan waarop volgens de op de convocatie aangekondigde gelegenheid tot het toespreken der vergadering zou worden gegeven. Toen het evenwel bleek, dat van af de bestuurstafel geen gelegenheid tot debat werd, gegeven ontstond, een hevig tumult in de zaal Men vroeg schreeuwende en dreigde ten slotte om het woord. Achter in de zaal schenen de fascisten met de communisten slaags te raken; de in dé zaal aanwezige ïechercheurs belden om assistentie. Spoe hg was er voldoende politiemacht aanwezig en werd een der fascisten van wien men, vermoedde lat hij wapens bij zich droeg met geweld verwijderd. Na dit incident drong de vergadering opnieuw >p debat aan. 1 Ten slotte gelukte het den anarchist Sneevliet
- het spreekgestoelte te bereiken. n Slechts onder voorwaarde, dat er alleen over • t °nderhavige onderwerp: de crisis in den - Landbouw zou worden gesproken, werden hem " vlJf minu*en spreektijd toegestaan. Na vijf minuten gaf de voorzitter het teeken, dat de tijd 1 verstreken was. J - De spreker die wenschte door te gaan zelfs t een partijgenoot bood hem nog diens ergen spreektijd daarbij aan — werd door het oor- verdoovend gehamer van den voorzitter daarin l V€r;hinderd. Men schreeuwde en tierde van geweld. Communisten en fascisten besprongen het 1 podium, het werd een tumult van geweld. Opnieuw kwam de politie in de zaal. De Voorzitter verklaarde de openbare vergadering voor ges oten. Getracht werd nog in gesloten bijeenkomst verder te vergaderen, ten einde de in ■ de bijeenkomst voorgestelde motie, waartegen teenkrij'gentlg W3S gerezen’ aangenomen Niets mocht echter baten, het rumoer nam steeds in hevigheid toe. Tactvol traden vervolgens de suppoosten van ue Dierentuin op het podium en verklaarden dat de zaal niet langer beschikbaar was er! dientengevolge moest ontruimd worden. Nadat de politie hierbij op tactische wijze de behulpzame hand had geboden scheen er schot in de beweging te komen en beëindigde ook Sneevliet, die tot nu toe door al het rumoer steeds verder had gesproken, zijne rede. Buiten bleef het nog geruimen tijd rumoerig. Twee dei fascisten, die in het bezit ven wapenstokken en stukken ijzer zijn gevonden, werden per auto naar het hoofdbureau overgebracht. De andere drie zijn na een voorloopig verhoor weer in vrijheid gesteld. De gevonden wapens zijn in beslag genomen. Buiten werden vanwege de Communisten nog manifesten tegen de fascisten verspreid. 1 norP der8eliJke wijze tracht men in 'den jare 1930, door daadwerkelijke actie de heerschende crisis in land- en tuinbouw tot oplossing te brengen. * *
Prof. Bonger is een sociaal-democraat, die mbevangen zijn meening durft te zeggen en :en hekel heeft aan de frazen, waarmee zooveel ujner partijgenooten „werken”, om onnoozelen e verschalken. Voor de Socialistische Vereeniging ter bestuleering van Maatschappelijke Vraagstukken eett deze heer Bonger een rede gehouden over: De oorlog als sociologisch verschijnsel”. De hoogleeraar ziet uiteraard de ontwikkeling er wereldgeschiedenis anders dan wij, en hij • omt dan ook tot heel wat pertinente bewerinen, welke wij niet kunnen onderschrijven. Doch aarnaast blijft er veel, dat met instemming 'ordt gelezen. Onder sociaal-democraten heerscht vrij algeleen de opvatting dat het „kapitalisme” de ooraak is van alle oorlogen. En daaraan wordt an ook de optimistische conclusie vastgenoopt. dat, als het kapitalistische productieelsel is opgeruimd, er heelemaal geen oorlogen eer zullen zijn. Prof. Bonger weet, dat de kwestie niet zóó mvoudig is. Hij redeneert dan ook volgens De Tijd” als volgt:
„Stelt men de vraag: is het kapitalisme in wezen oorlogszuchtig van aard, zooals bijv. de feodaliteit, dan is deze niet in een enkel woord en niet gemakkelijk te beantwoorden. M.i. moet het antwoord ontkennend luiden, daar het kapitalisme op arbeid berust en niet op vechten. Dit is, voor wie historisch de dingen beziet, ’n belangrijke post in zijn credit. In de tweede plaats berust het op ruil en niet op roof; ruil veronderstelt welvaart bij anderen, met wie men ruilt. Doch het is tegelijkertijd gegrondvest op de concurrentie en deze heeft, als zij er gelegenheid toe had, gaarne van de staatsmacht gebruik gemaakt om den concurrent te treffen. Bovendien heeft het kapitalisme de technische en economische middelen tot het voeren van den oorlog in een oneindige mate vermeerderd”. Verder bestrijdt prof. Bonger ook de opvatting, dat democratie een absoluut middel tegen den oorlog zou zijn, en hij keert zich tegen de simplistische opvatting, die men in socialistische manifesten maar al te vaak ontmoet, als zouden de arbeiders, en zij alléén, vredelievend zijn. Het zijn verstandige opmerkingen.
"Uit eigen land.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/12/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505150:mpeg21:p00001