JULES VERNE IN ZIJN FANTASIE ZELFS ^ OVERTROFFEN. o V De eeuwenlange strijd met het poolijs heeft c' reeds ontelbare slachtoffers opgeëiseht, hetgeen f typeert het gevaar dat aan den tocht .naar het h Noordpoolijs verbonden is. Slechts weinigen van s hen die den tocht per schip of slede gingen aart- d vaarden keerden zonder schade terug en vele r inoesten hun moed met den dood in het ver- r schrikkelijke land bekoopen. Van velen, die achterbleven, weten wij niets en slechts van geluk- ( kiger tochtgenooten komen wij van enkelen te t weten hoe moeilijk hun laatste oogenblikken ge- j weest moeten zijn. In de laatste jaren is het aantal slachtoffers, dank zij de betere voorbe- ( leiding gering gebleven. In ons aller herinnering ligt echter nog het tragische eind van de \ Nobile-expeditie met het luchtschip „Italia”. Het j grootste gedeelte van de bemanning werd door i den Russischen ijsbreker „Krassin” gered, een i kleine groep is verhongerd en het lot der overi- 1 gen is onbekend. Op zoek naar de overige leden der expeditie is ook Amundsen met een vliegtuig spoorloos verdwenen. Thans is het de Graf Zeppelin, het vermaarde luchtschip, waarop de Duitschers terecht trotsch zijn, die een succesrijken tocht naar het Poolgebied heeft gemaakt, een tocht, dien men slechts enkele jaren geleden niet mogelijk zou hebben geacht. De Graf Zeppelin toch heeft ditmaal .niet een reis ondernomen boven gebied, waar reeds bij voorbaat vaststond, dat het niet aan groote gevaren zou worden blootgesteld, doch strekte den tocht uit naar het hooge witte Noorden, naar de Poolstreken: onherbergzaam gebied van sneeuw en ijs. De vorderingen der techniek maken het thans mogelijk om met minder gevaar dezelfde streken te bezoeken. De jongste tocht van de Graf Zeppelin heeft dit op overtuigende wijze aangetoond: zonder dat het luchtschip en de luchtvaarders ook maar een oogenblik ernstig werden bedreigd, heeft het boven streken van het Noordpoolgebied gevlogen, die nog nimmer te voren door een menschelijk oog werden aanschouwd en op rustige wijze, zonder een moordende inspanning, hebben de geleerden in de ijswereld onderzoekingen kunnen doen, die voor de wetenschap van buitengewoon veel belang zijn. Van beteekenis is bovendien, dat de tocht van de Graf Zeppelin thans duidelijk heeft bewezen, dat de vooruitgang van de techniek, waarvan de Graf Zeppelin een bewonderenswaardig exempel is, het mogelijk maakt de levens van vele geleerden in de toekomst te sparen. Het behoeft dan ook niet te verwonderen, dat de Duitschers den tocht van de Graf Zeppelin naar het Poolgebied beschouwen als een belangrijke nationale en internationale gebeurtenis, die onder meer ook de aandacht trekt door het feit, dat het luchtschip — en dit klinkt als de verwerkelijking van een stouten droom — de reis van het verre, geheimzinnige Noordpoolgebied naar de Duitsche hoofdstad binnen den tijd van dertig uren heeft afgelegd. Zooiets durfde een Jules Verne zelfs niet fantaseeren. Kort samengevat kan men dan ook vaststellen, dat de Poolreis, die onder dr. Eckener’s beproefde leiding stond en waaraan onder meer door Russische geleerden werd deelgenomen, niet alleen een technische prestatie was, waarvoor men den hoed dient af te nemen, maar tevens het karakter droeg van een fijn avontuur, dat tot de verbeelding der menschen sprak, terwijl bovendien i.n wetenschappelijk opzicht de reis een groot succes is geweest.
Nieuwe Vlaardingsche courant
- 04-08-1931
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Nieuwe Vlaardingsche courant
- Datum
- 04-08-1931
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Dorsman & Odé
- Plaats van uitgave
- Vlaardingen
- PPN
- 421046481
- Verschijningsperiode
- 1887-1943
- Periode gedigitaliseerd
- 1 juli 1879 - jrg. 66, no. 7223 (28 mei 1943)
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Vlaardingen
- Nummer
- 5563
- Jaargang
- 54
- Toegevoegd in Delpher
- 21-01-2019
Een beteekenisvolle tocht.
Buitenlandsch Overzicht.
De Tolunie-kwestie voor het Internationale Gerechtshof te ’s-Gravenhage. — Het standpunt van beide groepen bekend. — De toestand in Duitschland. — Zal Brüning erin slagen het land uit de crisis weg te leiden? — Het vraagstuk van het Fransche crediet aan Londen. — Wil Frankrijk Londen zijn macht laten voelen? Inzake de bekende Tolunie-kwestie, die zooals men weet voor het Internationale Gerechtshof te ’s-Gravenhage behandeld wordt, is men
thans gevorderd tot de replieken, zoo-a-ar net; ie standpunt van beide groepen bekend is. I p< De eene groep: /Duitschland'—Oostenrijk te tij van meening, dat de Tolunie de onafhankelijk- J d« heid van Oostenrijk niet aantast, althans niet , z; op zulk een wijze, dat de speciale goedkeuring st van den Volkenbondsraad voor die Tolunie noo- zi dig is. 0,1 Daarentegen betoogt de andere groep: Frank- n rijk—Italië—Tsjecho-Slowakije, dat zulks wèl d> het geval is. Ze beweert, dat een Tolunie tussehen Duitschland en Oostenrijk het einde van de zelfstandigheid beteekent der Oostenrijksehe republiek en daarmede een vergrootin.g van de D machtspositie van Duitschland. v Het Duitsch-Oostenr-ijksche standpunt is, dat ei Oostenrijk niet belemmerd! mag worden in zijn g bewegingsvrijheid en dat het vrij is een Tolunie a te sluiten, mits het juridische begrip van onaf- g hankelijkheid maar onaangetast blijft! a Het standpunt der andere groep is gebaseerd d op de consequenties van die bewegingsvrijheid. iHet Internationale Hof staat voor een moei- c lijke beslissing: strikt-juridisch heeft o.-i. de d Duitsch-Oostenrijksch-e gröep het gelijk aan m haar zijde, maar de andere groep heeft alle re- e denen om beduchtheid te vreezen voor de poli- v tieke gevolgen van de Tolunie-plannen. § Valt de beslissing van het Hof ten gunste van c Duitschland!—Oostenrijk uit, dan is het laatste v woord over deze belangrijke aangelegenheid c nog niet gesproken.; krijgen daarentegen Frank- c rijk, Italië en Tsjecho-Slowakije gelijk, dan zijn | de Tolunie-plannen, welke sedert het voorjaar al t zooveel beroering in de ■Europeesche politiek 1 verwekt hebben, practisch gesproken van de i baan. Maar dit zou duidelijk aantoonen, hoezeer Duitschlandis internationale positie zwak staat. En zou dat geen binnen-landsdie reactie ondier 1 de nationalisten verwekken? ( Het is thans nog merkwaardig stil in Duitsch- I land! De breede massa’s hebben in de kwade 1 crisis-dageni hun- rust bewaard, de zenuwen zijn < hun niet d;e baas geworden. Niemand heeft van 1 de regeering-Brüning verwacht, dat ze van van; daag op morgen de moeilijkheden geheel uit 1 den weg zou kunnen ruimen. Juist in deze we■ ken is men tot de overtuiging kunnen komen, - dat de overwegende meerderheid van het Duit■ sche volk vertrouwen stelt in de Regeering en i in haar leider dr. Brüning. De politieke schreeuwers hebben in dezen kritieken tijd verwonderlijk weinig uitwerking , gehad. De breede massa’s schijnen er aan te gelooven, dat Brüning erin slagen zal Duitschland langzaam maar zeker uit de crisis weg te * leiden. ' Dit vertrouwen zal Brüning kracht geven voor i de buitengewoon groote taak, die hem is opgee legd. Meer dan ooit moet de binnen- en de t buitenlandsche politiek van Duitschland worden e geleid door een vaste, ervaren hand. .| Niet alleen het Duitsche volik heeft er belang bij, dat de ontwikkeling den weg gaat, zonder proefnemingen, zonder geweld. Dr. Brüning , heeft bewezen, een leider te zijn; in het alge‘ meen belang moet het hem mogelijk worden gen maakt zijn zending te vervullen. Maar als het Duitsche prestige een nieuwe e klap zou krijgen, zou Brüning’s positie ernstig t, verzwakt worden tegenover die van Hugenbeig, - zijn conservatieven aartstegenstander! n * * * g De Banque de France heeft, zooals men weet, zich bereid verklaard aan de Bank of Engeland een crediet van 20 millioen pond sterling ter beschikking te stellen. Meermalen is de vraag ” gesteld, of dit gebaar werkelijk moet wordlen opgevat als een vriendschappelijke solidariteit, -r of dat Frankrijk van zijn financieele kracht wil n, profiteeren om zijn politieke macht te versterr- ken. , , , , ;- Londen is van oudsher de grootste depotr plaats voor het internationale crediet geweest. x- De buitenlandsche credieten volgen voor -een iP groot deel niet den directen. weg van crediteurnaar debiteurstaat; mem bedient zich gewoonlijk van de bemiddeling der bankinstellingen en bankcentrales, die een bijzondere ervaring op dit gebied bezitten en die tevens door haar so• lidariteit en kracht bijzondere waarborgen bie,t den dat die gelden goed worden besteed. Daar Londen en de Londensche 'banken de grootste cemtralen voor buitenlandsche credieten zijn,, worden ook daar het eerst de schommelingen |le van -het vertrouwen met betrekking tot de wereldeconomie gevoeld. . nu js het weerstandsvermogen: van Londen, 9 wanneer het vertrouwen gaat wankelen, -da-n-k n' zij de goede verdeeling van het risico en de uitstekende leiding der banken aldaar, zeer groot, maar, vergeleken bij den tijd van voor den oorlog, heeft dat weerstand'svermogeni toch iets geo- leden Men mag niet vergeten, dat het Engelis- sche 'bedrijfsleven ’en de Engelsche handel als en gevolg van den oorlog zeer slechte tijden be-
:ven, hetgeen, zijn mvioea laai ge men op ut ositie van de banken. De teruglkeer van het n j del ijk ook een weinig gedeprimeerde pond tot e pariteit van voor den oorlog, waardoor nood ir akelijkerwijze in zekere mate een deflatie foe- t< tond, heeft het weerstandsvermogen ook eenigs v i,ns aangetast en tenslotte heeft het sterke toe- n ermem der gelden op korten termijn en de veri in de ring der economische stabiliteit van heel tl e wereld het risico verhoogd'. t; * * d * p De kritieke verscherping van den toestand in luitschland leidde vooral tot onaangename ge- u 0'lgen voor Londen. De Londensche banken n accept-huizen1 hebben, naar wordt geschat, s relden op korten termijn tot een bedrag van d cht millard rijksmark uit het buitenland terug- h jenomen en daarvan ongeveer 40 procent weer r ils credieten op korten termijn uitgeleend. Van c leze leen in gen aan het buitenland kreeg Duitsehl-and iets minder dan de helft en van de s :redieten, die Londen kreeg, was iets minder e tan de 'helft uit Frankrijk afkomstig. De crisis \ n Duitschland nu heeft bij de Fransche banken t :en paniekstemming teweeg gebracht en de \ /rees gewekt, dat de Londensche instituten veel jeld in Duitschland zouden verliezen, waardoor i >ok het te Londen belegde Fransche geld in ge- s /aar zou raken. Het gevolg was, dat Parijs de s credieten óp korten termijn introk; de noodzaak i om Engelsche ponden bij de terugbetaling in i Fransche franken om te wisselen, drukte op den ’ koers van het pond; de Bank van Engeland 1 moest binnen tien dagen goud ter waarde van 1 meer dan 600 millioen rijksmark afgevem. * * * Er is echter nog een andere lezing: Frankrijk wil Londen zijn macht laten voelen, heeft daarom de credieten aldaar opgezegd en aanleiding gegeven tot reusachtige go-udafvloeiingen. Het treedt nu op als reddende engel, door een deel der in stilte opgevraagde particuliere gelden zoo openlijk mogelijk weer door de officieéle circulatiebanken ter beschikking te stellen. Duitsche deskundigen achten deze lezing, die in vele Engelsche kringen ingang vindt, niet juist, maar zijn niettemin van oordeel, dat de toon, waarop van Parijs uit de Fransche hulp aan Engeland is aangeko.ndigd — niet officieel natuurlijk — er stellig niet in onbelangrijke mate toe heeft bijgedragen aan bovengenoemde vermoedens voedsel te geven. De ervaringen, die men met de Fransche financieele politiek in de wereld heeft opgedaan, zijn bovendien evenmin geschikt beduchtheden van deze soort uit den weg te ruimen. , , Hoe dit ook zij: in Engeland neemt het verzet tegen het gebruik maken van het Fransche crediet toe en vooral de Daily Herald valt fet tegen Frankrijk uit. Het blad beweert, dat er in Frankrijk een campagne op touw wordt gezet om het crediet van Engeland te schokken en het vertrouwen der Europeesche landen in de stabiliteit en liquiditeit der Londensche geldmarkt te schokken. Men wil Duitschland, Oostenrijk, i kortom allen volkeren van Midden- en OostEuropa duidelijk maken, dat er maar èèn enke , financieel-sterk en stabiel land bestaat. Men wil, zoo gaat het Engelsche blad door, deze Janden ervan overtuigen, dat zij slechts van Parijs hulp kunnen verwachten en dat zij bereid moeten zijn alle economische of politieke voorwaarden aan te nemen, die van hen zullen worden gevraagd in ruil voor financieele hulp. In soortgelijken zin laten zich ook andere Engelsche bladen uit. Deze polemiek is dan ook niet geschikt de verhouding tusschen Parijs en Londen gunstig te beinvloeden. ’t Bezoek der Engelschen aan Berlijn heeft ook niet in alle Fransche kringen ’n gunstige indruk gemaakt daar men vreest, dat Engeland en Duitschland op het stuk der ontwapening, waarvoor Frankrijk niet veel voelt, zullen samengaan.
Dit eigen land.
De a.s. militaire herhalingsoefeningen. — Waarom ze gewenscht zijn ondanks de ontwapeningsactie. — Dienstweigering. Patent middel om een baantje te krijgen. — Een goed geslaagde satire. — Staan er in onze samenleving nog niet genoeg dingen op hun kop? Waarover heerscht bij vele Nederlanders grooter misverstand dan het nut en de beteeke- j nis van den militairen dienstplicht? Zoo gemakkelijk is ons volik; geneigd- het hart vóór het verstand te laten- spreken!
De realiteit niet uit net oog verwezen weinigen gegeven. Ho-ezeer geldt dit voor die nationale defensie, in het bijzonder in deze -dagen van een- schitterend geslaagde actie voor een- Nederlandsc-h voikspe-t-itionnement ten gunste van ontwapening! Bij velen bestaat -immers d-e meening, dat er thans niet zooveel reden mee-r is, dit jaar militaire herhalingsoefeningen te .houden, nu we aan den vooravond! staan van de algem-eene ontwapeningsconferentie te G-eneve in 1932! Toch w-ordt 'hierbij wel wat al te haastig voor uitgeloopen- o-p het succes van die conferentie. Hoewel het buiten kijf is dat de- Nederlands-che delegatie alles in het werk zal stellen- om de ontwapeningsconferentie te d-oen slagen, ligt het voor die hand, diat d-e Nederlandsche regeering zich zeer bewust is van haa-r verantwoordelijkheid-. Om deze reden heeft de minister van Defensie, mr. L. N. Deckers gemeend goed te -doen op een persconferentie -het geheele Nederlandsche volk in te lichten over de beteek-emis van de a.s. herhalingsoefeningen, teneinde misverstand- te voorkomen. De minister wees op het groote nut van de herhalingsoefeningen, -ook onder de huidige -omstandigheden. Aan den anderen kant wees hij er op, dat het legerbestuur ernaar streeft om den druk daarvan binnen de grenzen van het mogelijke te verminderen. Daarvoor worden, waar dringend nood-ig, vrijstellingen -of uitstel verleend dan wel bepaalde vergoedingen to-egekend aan kostwinners. * * * In „De Gids”, het orgaan van het Christelijk Nederlandsc-h Vakverbond 'komt volgend satiriek artikeltje -voor: Bij het Centraal Bureau voor de Statistiek is een aantal dienstweigeraars te werk gesteld -op een salaris van f 65 per maand. Het is voorloopi-g voor tijd-elijk. Men- noemt een aantal van 15 personen. Het zijn -niet allen Hagenaars, 'met -gevolg, dat zij op gezette tijden een- reisje op rijkskosten mogen maken naar ouders, familie of kennissen. Bij de Post is thans een dienstweigeraar te werk gesteld op een salaris van f 70 per maand. -Hij -doet het werk van -hulpbestelier. - Een andere hulpbestelier, geen dienstweigeraar, ziet daardoor „zijn baantje” van hem genomen. Dat is niet zoo verschrikkelijk; een d-ien-st; weigeraar moet -ook wat hebben! E-r is weliswaar n-og een aantal wachtgelI ders bij het Rijk. Iemand, -die met het 1-o-t der dien-stweiger1 aars is begaan, «al zeer terecht opmerken, -dat die 'wachtgelders toch reeds een baantje 1 hebben, en dat ’t -dus onbillijk zou zijn, -die menschen in een vacante betrekking te benoemen. De mogelijkheid- is niet uitgesloten, dat > voor een dienstweigeraar een andere jongeman in 'militairen d-ien-st moet -opkomen. Dat is tenslotte -onaangenaam voor dien '> jongeman, maar waarom weig-ert hij niet den 1 dii-emst? Hij wil blijkbaar geen betrekking bij ? het rijk hebben. Waarom klaagt hij dan? I Ziedaar -du-s -het middel, onfeilbaar! II Wij leven in een gelukkig land; en in een vrij land. Ieder, die -d-e vrijheid mint, en -den militairen dienst schuwt, moet -de vrijheid hebben een ~ baantje bij het rijk -en- straks- wellicht ook bij ;. provincie of gemeente te krijgen. Voor het aa-nleggen van wegen, en voo-r -de 1 werkzaamheden, verbonden aan de afsluiting e en drooglegging der Zuiderzee, zijn deze men schen te fijn gebouwd. En met het oog op _ ’t weigeren van den militairen dien-st en va-n het sol'diatenso 1 dij, moeten zij, vanzelfsprekend- een behoorlijk salaris hebben. Dat het thans nog niet zoo hoog is, behoeft niemand af te schrikken. D-at 'komt vanzelf, zooalsiemand eens zei. Naar men mag veronderstellen, is de tijd niet vèr, d-at iemand, die geen dienstweigeraar is, uit den Staatsdienst zal -moeten worden verwijderd, omdat de ex-d-ienstw-eigeraars met een dergelijlken zonderling -niet kun— nen. en mogen samenwerken. Daarvoor zijn t- zij, zooals reeds opgemerkt, te fijn gebouwd. a_ Als een onzer lezers bij geval voor zijn zo-on een rijksbetrekking zoekt, is 'het aan te bevelen, dat hij zich haast. Men -mompelt, dat in er een vakorganisatie 'van dienstweigeraars ïn zal worden opgericht, en dat -d-an d-e allervetste baantjes gereserveerd worden voor de bestuursleden van diie organisatie, alsmede voor rs hun vriendjes en kennissen. Heel- in den. top, e- wellicht als bezuinigingsinspecteur -of als lid van- de permanente bezuinigingscomimissie, is [■rt vooruitzicht voor den -vrijgestelde van den bond.”
De satire is wel heel raak! Maar zijn de feiten waar ’t hier om gaat, niet waarlijk al te zot? Wij zouden de vraag willen stellen, of er in onze huidige samenleving nog niet genoeg dingen op hun kop staan.