Eerste Blad
V 1 Volledige overeenstemming bereikt inzake ( de uitvoering van het Hoover-plan Naar j overeenstemming tusschen de bankiers. — < Inzake financieele hulp aan Duitschland. — < Banklersconferentie te Parijs weldra te ' wachten. — De waarde van het referendum ( 1 In de practijk. — Zijn waarde als ventiel voor de hartstochten des volks problema- , tiek. — Naar een samengaan van de Duit- ] sche en Italiaansche politiek? In een officieel communiqué wordt medegedeeld, dat de te Londen vergaderende commissie van deskundigen volledige overeenstemming heeft bereikt over de uitvoering van het Hoo- ■ ver-plan tot het verleenen van een moratorium voor den tijd van één jaar voor alle tusschen de regeeringen onderling bestaande schulden. Deze regeling geldt niet alleen. voor de Duitsche herstelsdhulden, doch ook voor de intergeallieerde schulden van Engeland, Franlkirijk, en Italië, met instemming van Tsjecho-Slowakije. In beginsel wordt besloten tot een moratorium van 12 maanden voor Hongarije en Bulgarije, die zich alle met deze regeling accoord verklaren. Alleen Zuid-Slavië heeft tot nog toe het accoord niet aanvaard. De Duitsche vertegenwoordigers hebben gedaan weten te krijgen, dat in het protocol een verklaring zal worden opgenomen, dat de commissie van deskundigen geen bevoegdheid had, om een uitspraak te doen over de betalingscapaciteit van Duitschland'. Zij wordt daarbij geleid door de overweging, dat de bepaling, dat de thans tijdelijk uitgestelde betalingen binnen 10 jaar zouden moeten worden terugbetaald', een te zwaren druk op Duitschland zou kunnen leggen. Het communiqué bevat verschillende passages, ten aanzien van dé spoonwag-oibliigaties en leveringen in natura. Daarover is nog niet op alle punten overeenstemming bereikt, daar men rekening houdend met de tusschen de verschillende staten bestaan de verdragen, enkele reserves heeft gemaakt. Van Engelsche zijde wordt verklaard, dat de commissie van deskundigen haar taak ten volle heeft vervuld. • * • Ook de onderhandelingen tusschen bankiers over een „Still-halte” ten behoeve van Duitsohland, die in de verschillende financieele centra der wereld zijn gevoerd, hebben, naar de Londensche bladen melden, belangrijke vorderingen gemaakt. Te Londen en te New Yorflo zou men reeds gereed zijn met het ontwerp tot de wijzigingsvoorstellen op de oorspronkelijke Duitsche voorstellen; hierover zou geen noemenswaardig verschil van meening bestaan. De „Daily Herald1” deelt nog mede, dat in een te Londen gehouden vergadering van „Bank Clearing”-huizen (giro-banken), die ook werd bijgewoond door verschillende internationale bankiers, werd besloten, zoo spoedig mogelijk een conferentie bijeen te roepen van Engelsche, Amerikaansche, Fransche, Nede rl andsche en Zwitsersche bankiers, om een overeenkomst te sluiten tot ondersteuning van Duitschland en tot het verlengen van de credieten op_ korten termijn. Deze bijeenkomst zal waarschijnlijk te Parijs worden gehouden. De besprekingen konden eerst tot een resultaat komen, nadat de uitslag van het „Volksentscheid” in Pruisen bekend was. De bankiers streven er naar, de aanbevelingen van de Londensche ministersconferentie ten aanzien van de verlenging der credieten op korten termijn te verwezenlijken. Dit kan dan een grondslag vormen voor een eventueele omzetting van bepaalde credieten op korten termijn in credieten op langen termijn. Voorts wordt gemeld dat ook nog besprekingen plaats hadden tusschen Montague Norman, den gouverneur van de Bank van Engeland, en de directeuren van vijf groote en van eenige vooraanstaande internationale banken. Ook bij die bespreking kwam de kwestie der credieten op korten termijn aan de orde. * * * De jongste toepassing van het referendumrecht, j.1. Zondag in Duitschland, biedt een geschikte gelegenheid om de waarde van dit instituut aan de practijk te toetsen. Men zou allicht meenen, dat dit recht in de Grondwet van het Duitsche rijk en in die van andere landen niet zonder rijp overleg en om deugdelijke redenen ingeschreven werd. Het referendum heet te zijn: een correctief te- ] gen willekeur, machtsmisbruik, vastloopen van slecht functlonneerende staatsorganismen, een opperste beroep op de 'Opperste macht, dewelke uit het volk zelf spruit, een veiligheidsklep voor de overspannen gemoederen, een1 wezenlijk bij de natie te rade gaan. Dit alles kan bij het opnemen van het referendumrecht onder de grondslagen der staatsordening hebben voorgezeten. Onze meening is echter, dat zulks doorgaans niet, althans niet hoofdzakelijk, de bezorgdheid der grondwetgevers is. Veeleer, meenen wij, stelt men het referendumrecht in, met weerzin of zonder geestdrift, om in onrustige omstandigheden als die waarin grondwetsherzieningen plegen plaats te grijpen lastige oppositie te sussen. En in dien zin is het een maatregel die veeleer naar demagogie dan naar democratie zweemt, een die, zachtst gesproken, meer opportumistisoh dan principieel is. In de practijk heeft het referendum gefaald en diegenen die er gebruik van maakten zelfs;, zoowel als diegenen; die het instelden teleurgesteld. „Het referendum als politiek middel 'heeft zich definitief overleefd. 'Geen enkel volksreferendum is tot dusver geslaagd. Hun waarde als ventiel voor de hartstochten der voltas is problematiek, hun zin, om1 in de plaats te treden van de als stemmingsmeter fungeerende aanvullingsverkiezingen voor het parlement in andere landen is, nog nooit vervuld. Aldus het, in 'dit geval gewis onverdacht getuigenis, van de „Deutsche Alligemeine Zeitung”. * * • Ternauwernood loont het dan ook de moeite, de perscommentaren over het Volksentscheid te ontleden. Meestal beperken zij zich tot gemeenplaaTsen en weerspiegelen zij niet onvermengde vreugde of kwalijk verholen teleurstelling, ai naar gelang. Op den bodem' echter van alle, bezinkt de bewustheid, dat het referendum niet zuiver de diepste overtuiging van de stemmers heeft weer gegeven. Het heet weinig zin mede na te kaarten over de mate waarin de tactische fouten der voorof tegenstanders, als het onhandig aanwenden der persnoodverordening, het af- of bijvallen, de weerzin der communisten om met de Nazi’s samen te werken en de daaruit volgende slappe actie, op dén uitslag van het referendum Invloed hebben gehad. Van meer belang zijn de psychologische drijfveeren, die de grootste massa hebben bewogen. Deze, concreet niet onder cijfers of maten te vatten, wezenlijke imponderabilia, zijn onbetwistbaar werkzaam geweest en. 'hebben, zonder twijfel, de beslissing gehad. Niet zuiver werd voor de gewetens de vraag gesteld, zijt gij voor of tegen de ontbinding van den Pruisischen Landdag? Want bij die vraag, vóór die vraag, kwam er een op dat oogenbllk veel gewichtiger: zijt gij voor of tegen het slargen van het moratorium? En daar kwamen dan nog bij zooveel andere, waaronder in de eerste plaats: wat zal er van uwe partij, 50ciaal-democratische of andere geworden? • • * Alzoo is het geen wonder, dat de uitslag van het referendum een achteruitgang van de uiterste partijen te zien geeft tegen dien van de laatste algemeene verkiezingen, waarbij de Nazi’s ’n verbijsterend aantal stemmen behaalden, zoodat zij, zonder meerderheid, door hun negatieve actie het land een bepaalde richting konden insturen en het buitenland terecht onrust moesten inboezemen. De veelgeschold'en, voor ontoerekenbaar gehouden Hitler, lijkt wel een instinctieve psychologie te bezitten, die zijn faxineerenden invloed op zelfs veel- inteliectueeler aangelegden verklaren kan. Hij, niet Hugenberg voorspelde de mislukking, hij was tegen het Volksentscheid1. De groepeeringen blijven wat zij waren, hare leuzen en programma’s getrouw. Eene groepeering, eene partij lost zich zélf niet op, tenzij in uitersten nood. Hare aanhangers echter loopen, voor een deel — de vlottende massa — volgens de conjunctuur, van de eene naar de andere over. Een verplaatsing geschiedt onder uitzonderlijke omstandigheden, als het eigen belang, of het collectieve belang, luider dan het partijbelang spreekt, In hoever is dit thans het geval geweest? Om het even. Wanneer het nijpendste gevaar geweken, is, keert iedereen naar zijn eigen vaandel terug, waaraan hij in zijn hart altijd trouw gebleven is. Dat kan ook niet anders, vermits men zijn princiepen, zijn liefde en zijn afkeer niet versmoort, zoolang het voorwerp daarvan of de herinnering maar daaraan j bestaat. Daarom blijft waakzaamheid tegen prikkeling en uitspattingen in Duitschland een eiseh. Doch niet in Duitschland alleen. Want ook op de zoozeer toegejuichte „ontspanning” waar 1 mede Frankrijk op den uitslag van het referen- 1 dum reageerde, valt af te dingen. Laten daar de linksche bladen opgetogen stemmen hooren, 1 naarmate de schakeeringen naar rechts loopen | j heerscht er een getempter toon. En als wij het gemiddelde nemen, dan laat j ‘ dé „Temps” hare reserves nog niet varen en constateert zij: „dat thans de medewerking van Frankrijk zich zou kunnen ontwikkelen onder betre'klkie 1 ijk gunstige voorwaarden. Doch ver- ; der zegt zij -„dat het feit van ’t bestaan van tien 1 millioen voorstanders van een dictatuur van : Hitler bewijst, dat het noodig is alle voorzorgsmaatregelen tegen verrassingen te nemen.” 'De verzoening, op geruststelling gegrond, is , 1 er nog niet. Laten nieuwe heilzame daden die geruststel- 1 ling brengen, den onverzoenlijken ten spijt. * * * Rijkskanselier Brüning en rljksminister Curtius zijn dus eenige dagen in Rome geweest om ! een bezoek te brengen aan Mussolini *en. de ppus. Het doel was ook den koning van Italië te ontmoeten, maar deze vertoefde op zijn zomerverblijf en vond het beter dat de heeren maar niet de moeite namen den verren tocht te volbrengen. Nu zij met Mussolini hadden ge- , sproken, was een bezoek aan den koning nauwelijks anders dan een bloote formaliteit. Men ' ■ weet ongeveer, hoe in Italië de verhoudingen , zijn. Wanneer de koning zichzelf nog niet van zijn schijnmacht heeft ontdaan, is het omdat hij buitengewoon traditioneel voelt, en de toekomst van zijn dynastie in ’t oog houdt. Terwille van die toekomst — ook in Italië kunnen de kansen keeren — heeft hij eigen eerzucht en persoonlijke belangen opzij gezet. We hebben ons te goed gedaan aan de schoone welsprekendheid, die in Rome is ontplooid. Zelfs de stroeve Brüning werd er dichterlijk, aangevuurd blijkbaar door de Italiaansche zon, de literatuur van Dante en de donkere oogen van. den Duce. En Mussolini toonde zich een Engel des Vredes, en deed alsof wij leefden in den tijd van Goeühe. Toen; was immers Italië het land, waar de Germaansche gelétterden heengingen om zich cultureel te verfrisschen, en verheffing te zoeken in het contact met de antieken en de groote kunstenaars van de Renaissance. Goethe heeft wel mee de diepste lndrukken in zijn leven en den grootsten ommeker in. zijn kunstbeschouwing te danken aan zijn reis naar Italië. Er is veel veranderd na dien, en het Germaansche heimwee heeft zich wel eens anders geopenbaard dan op een vreedzame manier. Weliswaar was Italië vóór 1914 mee o ogenomen in den Driebond, maar in Augustus van dat jaar liet het zijn bondgenooten in den steek, om zich al spoedig aan te sluiten bij de tegenpartij. Na den oorlog is de kwestie met Tirol een angel geweest in het Duitsche vleesch, maar het schijnt dat thans het psychologisch moment is aangebroken om alles te vergeten en vergeven en de Italiaansche zon schijnt helderder dan ooit. De Duce toont Duitschland zijn liefsten glimlach — alleen Parijs kijkt wellicht een beetje wantrouwend toe. Het is moeilijk precies te zeggen, wat Brüning en Curtius voor concrete tastbare resultaten in Rome hebben bereikt. De buitenwereld is bezig gehouden met een schoon rehtorisch spel van tafeLspeechs, maar 'heeft uit de zakelijke bijeenkomsten om de groene tafel nog heel weinig vernomen, De toasten waren niet uitsluitend rhetorisoh vuurwerk. Voor wie dóór de officieele redevoeringen weet heen te lezen, is het duidelijk geworden, dat er aan de zijde van Italië een ernstige wil bestaat om met Duitschland tot een zekere overeenstemming te komen in meer dan één vraagstuk, en nader contact te zoeken met den noodlijdenden, maar toch altijd nog belangrijksten staat van Centraal Europa. Het directe contact, zoo zegt de Italiaansche correspondent van de „Frankf. Zeitung”, tusschen den vasthoudenden en koelen Brüning en den temperamentrijken, ondernemenden Mussolini, heeft tot een persoonlijke toenadering geleid, die voor de toekomstige betrekkingen tusschen Duitschland en Italië veel belooft. Het tastbaarste resultaat noemt hij de reis van Mussolini naar Berlijn. Als men bedenkt dat Mussolini in de negen jaar van zijn bewind slechts tweemaal in het tgjitenland is geweest, — den eersten keer terstond na zijn optreden als mimster-president, den tweeden keer voor Locarno, dat vlak aan 'de Italiaansche grens ligt — dan mort men de slotsom trekken, dat hij ’t van
groote waarde acht om de persoonlijke gedachtenwisseling met den Duitschen kanselier voort te zetten. Het gemeenschappelijk belang bij de ontwapening, aldus gaat genoemd blad voort, zal in de naaste toekomst het samengaan van de Duitsche en Italiaansche politiek gemakkelijker maken. Wat het herstedvraagstuk betreft — het Duitsche blad neemt hieromtrent aan, dat Italië, dat het voorstel-Hoover met zooveel sympathie begroet heeft, ook in de toekomst van zijn ver-' derühgen zal afzien, wanneer daardoor een organische oplossing van het internationale schulden probleem kan worden verkregen. De kwestie van de Duitsch-Oostenrijksdbe Tolunie schijnt geheel op den achtergrond te zijn gebleven, maar wel moeten besprekingen zijn gevoerd hoe een overeenstemming der wederzijdsche economische belangen mede in hun betrekking tot Oostenrijk en Hongarije, zal zijn te verkrijgen.