Eerste Blad.
Over enkele uren staan wij weer aan den aanvang van en nieuwen jaarkring. Wat zal ons ’t nieuwe jar brengen? Wij weten het — gelukkig — nit. Want als wij het wisten, zouden wij daneeni stap willen afleggen op het voor ons oog erborgen pad? Neen immers, waar vyij er zeer van kunnen zijn, dat die weg niet steeds o-ve rozen zal gaan; waar wij er op kunnen rekeen, dat doornen en, distelen onze paden moei ijk begaanbaar zullen makeni, ons zullen wonen aan 'den voet. Want eigenlijk is de mens-h bang van aard en ziet niet graag het gevar onder oogen. Kom, wij moeten ons zelf en elkaar voor ’t komende wat moed in s-prekei O, wij hoeven niet te doen, of niets ons za deren. Wij kunnen zorgen, bereid te zijn vor wat ons aan leed kan treffen. Maar wij meten wat vertrouwen hebben, dat het ons niet zl treffen. Ben beetje op hoop leven en onmiddllijk, als de veronderstelling bij ons op rijst: ils dit of dat nu eens ikwam te gebeuren, tot os' zeli zeggen: maar als ’t nu eens niet gebeur' ’t Kan even goed immers niet gebeuren, loe vaak worden onze verwachtingen bedro;en, maar ook: hoe vaak wor den onze ang-ster beschaamd. Waartoe dient het dan van te veen onderstellingen te wagen in ongunstigen zii Als het leven een kansspel is, waarom zou dn er dan meer kwade dan goede kansen.ziji En vooral: niet de kansen berekenen; kanberekeningen komen altijd scheef uit. Levei bij het heden, leven in het verleden dót is zeerheid, leven in de toekomst aat is o-nzekerfeid, onnoodige zelfkwelling. „Pluk den dag,” eiden de Ouden, gebruik de gelegenheid — al zij zich voordoet — om te genieten. En de )uden zeiden ook: „Laat ons eten en drinken ei vroplijk zijn, want wellicht morgen sterven rij.” Dit behoeft geen aansporing te zijn on er lichtzinnig op los te leven. Maar wel n-ag het een aansporing zijn om de dingen wat luchtiger op te nemen. De Oudejaarsavond is zoo bij uitstek het oogenblik waaro) onze gedachten terug gaan tot het verleden. Vten herinnert elkaar aan wat in den afgeloopei tijdskring ons geschonken is tot vreugd, ons getroffen heeft als leed. Maar eigenaardig is he, dat de rnensch uit den aard zoo’n zwartz-ien-e: is. Men zegt wel: wat hebben1 ons dit jaa een rampspoeden getroffen. Maar men hoortmaar zelden: wat hebben wij een mooi jaar -ghad. Het is verkeerd het leed zoo nauwkeurig,het lief zoo slordig te wegen en ze dan tegenelkaar in de schaal te leggen. Want, nu ja, trin telt de moeilijkheden altijd zwaarder, maar :ou er toch eigenlijk niet meer vreugd dan verdiet in de meeste onzer levens zijn? ’.t Is waarals men op rijper leeftijd komt, dan beginnen dezwarigheden voor de meesten van ons. Maar
"Oud en Nieuw.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1932/01/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000507001:mpeg21:p00001
Sombere en naargeestige indrukken. o Bezinning en nuchterheid vo'or 1932 vereischt.
Het voorbije jaar laat niet veel anders dan sombere en naargeestige indrukken achter. Weinig voldoening heeft het geschonken in politiek en in economisch opzicht; weinig heeft het gebracht voor de politieke toenadering der volken en geenszins is economisch uitgekomen de voorspelling, dat de crisis binnen enkeie maanden tot het verleden zou behooren. Integendeel, men zegt niet te veel als men in het afgeloopen jaar het economisch evenwicht ontwricht rekent als vóór en na den oorlog slechts zelden geschiedde. Dit is te wijten voor een niet gering deel aan de na-oorlogsohe tariefmuren, die alle, de oude en de nieuwe staten rondom zich hebben opgericht; het is ook aan andere omstandigheden, waarin de overproductie zeker niet ontbreekt, toe te schrijven. Politiek zijn de funeste gevolgen van het funeste Verdrag van VepsaU’ss duidelijkergebleken dan ooit tevoren. De dood van Stresemann, een der groote verliezen van 1929, blijft in dat opzicht voelbaar. De stemming in Duitschland is dan ook finaal omgeslagen, waarvan het gevolg zich in Frankrijk weer doet gevoelen, waarbij nog komt, dat Engeland op zijn beurt met niet minder groote moeilijkheden heeft te kampen. Amerika liefkoost nog steeds het oude egoisme, dat het de oorlogssohulden integraal doet terugvragen, schoon de economische ontspanning van het tegenovergestelde standpun ook Amerika zelf ten vo-ordeele zou zijn. Neen, het is een weimjg opwekkend beeld dat de Oudejaarsavond van 1931 ons toont; weinig opwekkend ook, omdatvelen ons hun, zelfs in de nabije toekomst liggende oorlogsprofetieën niet sparen. Deze profetieën op zichzelf behoeft men niet al te ernstig te nemen-, maar wie zich even indenkt wat het gevolg zal zijn van een, nieuwen- oorlog: sociaal en economisch in het bijzonder, blijft verbaasd staan bij de koelbloedigheid, die tegenover het aankondigen van een dergelijke ramp wordt betracht. • * * Een der belangrijkste gebeurtenissen uit het afgeloopen1 jaar is wel het wankelen van de Bank van Engeland, het centrale bastion van het Europeesch kapitalisme. Midden September staakte de Bank van Engeland- tijdelijk de inwisseling van bankbiljetten -in goud, terwijl uit vrees voor de psychologische uitwerking van deze gewichtige .maatregel de beurs in Wallstreet enkele dagen gesloten- bleef. Diep v/as de indruk die deze -berichten in de geheele wereld wekten; -hoe veel nieuwe ellende de terugslag van dit verpletterend nieuws ook veroorzaakte: er was ditmaal gelukkig gegronde reden o-m het hoofd koel te houden. Wat thans te Londen geschiedde, was niet het begin van een nieuwe, maar het begin van het einde der oude crisis: het logische, noo-dzakelijke gevol-g van d-e ineenstorting dip vóór twee ja ren geleden was begonnen,. Het was het voorlaatste hoofdstukl van die vreeselijke aanscho-uwingslessen, die aan ons geslacht opnieuw de wijsheid hebben, bij gebracht, dat de wereld-, dat Europa voo-ral, ondanks zijn staatkundige verdeeldheid een zoo hechte economische eenheid vormt, d'at -men niet langer een der leden kan aanranden, zonder zich zelf doodelijk te verwonden. De makers van den vrede van Versailles hebben d'e bedoeling gehad Duitschland voorgoed te fnuiken. Wij zullen ze arm en- cijnsbaar maken! was het parool. En men is erin geslaagd, j Duitschland moest na den oorlog ondragelijke lasten opbrengen, en miste het noo-dige kapitaal. Toen hebben de overwinnaars 1 gemeend, dat ook op deze wijze nog wel wat van den overwonneling te halen was; ze hebben nieuw kapitaal tegen hooge rente geleend. En Duitschland heeft geproduceerd, totdat wij zoo rijk zijn geworden in waren, dat de productiemiddelen waarmede deze waren worden voorigebracht, tijdelijk onnoo-dig en dus onnuttig en waardeloos' zijn geworden. En toen de geldschieters het -kapitaal, waarmee -die productiemiddelen zijn gemaakt en verbeterd, terug eischten, konden de leeners het niet teruggeven en liep eerst Duitschland tegenover Engeland «" Amerika vast, •« meest, als noedxakeüjk
gevolg daarvan, thans Engeland, dat de aanduitschland en Oostenrijk geleende gelden had ioorgefourneerd, op zijn beurt tegenover zijn .oornaamste -geldschieters, Frankrijk en Ameika, vastloo-pen. Wat, wanneer men de zaak ais geheel overnet, in het tweede halfjaar van 1931 eigenlijk s gebeurd, is vrij eenvoudig: -het economische even, dat zijn eigen wetten- volgt, heeft zich :en slotte weten te onttrekken: aan de abn-ortale condities, waaraan staatkundige haat en uaatkun-dige onwijsheid het hebben pogen- te mderwerpen. Men heeft Dmtsóhland tot een end van heloten willen -maliën, die, zonder capitaal, ten: behoeve zijiner overwinnaars zouten werken.. Dat dit mogelijk zou zijn is een oude illusie . d de meusekeiijke heersehzucht. Ook in de mdheid en de middeleeuwen- handelde men — '00 onveranderlijk is de door zelfzucht verMi-nde menschelijke geest — bij het sluiten van /rede veelal in den geest van Versailles, die hans Europa i-n ellende brengt. Wanneer n.1. iet -eene volk het andere overwonnen had, nam ie overwinnaar den: overwonnene zijn kapi:aal — n.1. zijn tand- — af, en dwong hem- het ils lijfeigene voor hem te -bebouwen, Maar het is een ijzeren wet, dat, op den langen duur het kapitaal overgaat in handen van -hem, die het rendabel maakt. Krachtens deze wet, zijn de aelo-ten van alle eeuwen op -den duur de e,igenijke landeigenaars geworden. Deze wet heeft ook in deze crisis gewerkt. De Duitschers zijn een -der ijverigste en bekwaamste volken vati Europa. Mem heeft gemeend hen kapitaal te kunnen- verschaffen-, voo-r zoo-lan-g dit aan de geldgevende landen- convenueerde: zoolang deze -er — in den- vorm van renten en van oorlogsbelasti-ngen — dubbel van profiteerden. Maar men -heeft zich bedrogen1: Duitschland zit op de geleende gelden en zal er, voo-r zooveel het ze noodi-g -heeft, op blijven zitten. Langs een ruineuzen omweg is Europa ten slotte toch gedwongen geweest, aan Duitschland het ontnomen kapitaal opnieuw terug te geven. * . * Wat door d'e Londensche crisis opnieuw naar voren werd gedrongen was -de volstrekte economische samenhoori'gheid van Europa. Wordt deze samenhoorig-heid ook m ons land voldoende beseft? Wij vreezen van niet, althans te oordeeien naar de houding van Amsterdam in de meest kritieke' dagen, te Londen, en de verdediging van die houding, welke men destijds in een der grootste dagbladen kon aantreffen. Het is bekend-, dat er midden September bij de geldgevers te Amsterdam het tegendeel van geldschaarschte heerschte. Niettemin ging Amsterdam in die dagen voort -goud uit Londen terug te trekken en heeft het, zonder dringende noodzaak, -daardoor de positie te Londen noodeloos helpen bemoeilijken-. Wat baat het, wanneer wij, in onze groote bladen de denkbeelden- van internationale solidariteit dagelijks hooren verheerlijken, wanneer diezelfde bladen, in hun financieele rubrieken, redelijken steun verleenen aan een bankpoiiti-ek, die volkomen tegen de gedachte van internationale solidariteit ingaat? Ongeveer hetzelfde, wat over de houding van at leidende financiers te Amsterdam tegenover Londen is gezegd, geldt ook voor hun houding tegenover de bi-nnenlandsche positie. Immers is het bekend, dat de crisis van midden September van tailoozen, een ditmaal veelal onverdiend' slachtoffer heeft gemaakt. Het is zeer juist om te zeggen, zo-oal-s in de bovenbedoelde beschouwingen geschiedde, dat wie gespeculeerd heeft, dan maar de gevolgen daar van dragen moet; maar deze juiste bes-chouwi-ng is op de thans bestaande situatie niet van toepassing. Immers van deskundige zijde is voor de Londensche debacle meermalen verzekerd, dat alle werkelijk speculatieve positiën reeds sedert maanden uit de markt waren verdwenen, Wie thans getroffen zijn geworden., zijn dan ook juist de bona-fide 'houders van mtmk fondwn, di* toch, bt-
•vust van niet te hebben gespeculeerd, in de ifgeloopen jaren hun fo-ndsen rustig hebben gelouden, die door -die rustige houding vee! groo:er onheilen hebben voorkomen en die nu deels jit angst, deels omdat, naar de ten onzent -bestaande usances, ook tegenover het soliedste ïffectenbezit — meestal wel een kleine bankschuld staat, zich gedwongen zagen, zich van ïun bezit te ontdoen. Juist de crisis van m-iidien September heeft tot eene onteigening op jroote schaal geleid, -die uit een. oogpunt van ien- gezonde volkshuishouding op geenerlei wijte kan wórden’ verdedigd. * » ‘ Dat de groote -banken deze, o.i. funeste, rol /rijwel ongestoord iklunnen spelen-, — is het gezel g van -het feit, dat in afwijking van hetgeen n den -laatsten- tijd in alle landen geschiedt, aan de financieele grootmachten ten onzent, door -de Overheid- geheel -de vrije -hand wordt gelaten. Overal elders in Europa heerscht er de nauwste samenwerking tusschen de staatkundige en financieele leiders: slechts ten- onzent liggen niet slechts in werkelijkheid de Kneuterdijk en h-et Damrak in- verschillende steden. Nergens in Europa is een kleine groep financiers zoo volkomen oppermachtig ais hier. Dit is des te bevreemdend-er, indien men -bedenkt, welke de denkbeelden zijn, welke de leidende politieke partijen beheerschen. Het was log slechts enkele weken voor den Londensche crisis, dat te Utrecht een groote wapenschouw der Katholieken heeft plaats gevonden. Onder veel bedenkèlijke en zelfs berispelijke zaken-, zijn daarbij ook zeer behartigenswaardige dingen gezegd: n.1. dat het economisch leven niet zonder meer mocht worden prijs gegeven aan de willekeur van- de onverantwoordelijke leiders van het groote bankwezen. De aanwezige staatslieden — onder wie een lid der Regeering — hebben deze uitlatingen met hun bijval verleend. Maar wanneer het van de theorie tot de praktijk komt, wanneer het er op aankomt, om in een der vreeselijkste crises, die ook ons volksleven ooit geteisterd 'hebben, een leiding te geven, waardoor althans het uiterste wordt afgewend, dan blijft de regeering, die op deze volks groep steunt, volmaakt werkeloos-, en laat men de financieele machtshebbers begaan. En dit doet ten slotte een andere vraag rijzen. Het is langzamerhand een communis opinie geworden, dat de tegenwoordige regeering in elk opzicht buiten staat is, om in dez-e economische crisis ook slechts eenige leiding te geven. De jongste begrootin-g van minister Dee Geer is een knutselwenki, waarin het tekort slechts is weggewerkt, maar geenszins op de eenige reeële wijze, die mo-gelijk is, door ingrijpende bezuiniging over de geheele lijn, is gedekt. Na twee jaren crisis is men zelfs met de organisatie van de economische voorlichting nog niets verder gevorderd, dan tot een algemeen onaannemelijk geoordeeld- wetsontwerp. Terwijl ook de nood van den boerenstand, — waar -moet het heen, wanneer de onmacht om aan de hypothecaire verplichtingen op landerijen te voldoen, meer algemeen wordt? — de regeering het nauwelijks verder heeft kunnen brengen, dan het voornemen om maatregelen te overwegen. Van -eenige leiding in het bewust en doelmatig aanwenden van het aanzienlijk nationaal crediet en vermogen om mede d-e Europeesche crisis te bezweren, is -niet het minste sprake. En dat dan ook, wanneer de economische moeilijkheden, zooals geenszins onwaarschijnlijk is, -dezen winter, buiten of binnen de grenzen, politieke relletjes ten gevolge hebben-, een dergelijke regeering kracht tot vastbesloten v-erzet en verdediging van de gevestigde orde zou bezitten, wordt, en naar wij vieezen niet zonder reden-, in steeds ruimer kring -betwijfeld:
Een tweede belangrijke gebeurtenis uit net ai- ( geloopen jaar was de officieelè mededeeling van j Duitschland, dat het zich niet in staat achtte zijn verplichtingen in zake de herstelbetalingen, waar van het dank zij het initiatief van president Hoever in hetzelfde jaar voor het tijdvak van één jaar was vrijgesteld, na afloop van het „vacantiejaar” na te komen. Sedert 1917 heeft Duitschland herhaaldelijk dergelijke verklaringen van onmacht afgelegd ln 1924 kwam men er toe, nadat de overwinnaars in den wereldoorlog hun fantastische verwachtingen omtrent de aan het verslagen Duitschland op te leggen oorlogsschatting zagen vervluchtigen, een meer met de economische realiteit rekening houdende regeling te treffen, die echter in 1929 alweder moest worden herzien, In dat jaar werd het z.g. plan; Dawes door het planYoung vervangen. Maar zoowel in de deskundigencommissie van Dawes als in die van Young ■was blijkbaar de meerderheid wel overtuigd, dat men toch eigenlijk nog teveel aan Duitschliand vroeg en dat op den duur de practische onuitvoerbaarheid van Duitschland voor zoo lange jaren zware lasten opleggende regelingen zou moeten blijken. In elk geval werd er in beide regelingen rekening gehouden met de mogelijkheid, dat Duitschland ook te goedertrouw in gebreke zou kunnen moeten blijven. In ihet thans voor de herstelbetalingen geldende Nieuwe Plan, in de wandeling het plan-Young geheeten, werd Duitschland de mogelijkheid opengelaten om een moratorium voor de herstel betalingen aan te vragen, d.w.z. voor een deel van de voor deze betalingen vastgestelde annuïteiten. Men kan zich in 1927 niet voorstellen, dat Duitschland niet in staat zou zijn in alle omstandigheden toch een aanzienlijk bedrag te betalen. En zoo werden de annuïteiten gesplitst in een onvoorwaardelijk en een voorwaardelijk deel. Voor dit laatste zou Duitschland tijdelijke verlichting kunnen verkrijgen door een moratorium, maar een bedrag van 660 millioen mark zou Duitschland in elk geval hebben te betalen. Men nam aan, dat de overmaking van een1 dergelijk bedrag naar het buitenland nimmer onmogelijk zou zijn. Van dit bedrag van 660 millioen mark, werden 500 millioen aar, Frankrijk toegewezen in afwijking van de tusschen de op de Duitsche oorlogsschatting rechthebbende mogendheden voor deze schatting overeengekomen verdeelingsschaal — in erkenning van Frankrijks recht op vergoeding van de tijaens den oorlog aangerichte verwoestingen. Het had dan ook heel wat voeten in de aarde toen dezen zomer president Hoover onder den druk van Duitschlands zeer gevaarlijke financieele positie tot het voorstel van zijn schuldenvacantiejaar kwam, om Frankrijk tot aanvaarding van dit voorstel te brengen ook wat de onvoorwaardelijke betalingen van Duitschland krachtens het plan-Young betrof. En ten slotte kon Hoovers denkbeeld dan ook slechts tot verwezenlijking komen, nadat een regeling was getroffen, die Duitschland feitelijk wel van de betaling van het onvoorwaardelljk deel der herstel annuïteit vrij stelde, maar in een vorm, waarbi de onaantastbaarheid van Frankrijk’s rechten op het onvoorwaardelijk deel der herstelbetalingen nadrukkelijk werd erkend. • * * Krachtens het plan-Young echter kan Duitschland dus voor een deel, het grootste deel, van de herstelbetalingen om een moratorium verzoeken indien zijn regeerlng „te goeder trouw tot de overtuiging is gekomen, dat de valuta en het economisch leven van Duitschland door de ge deeltelijke of volkomen transfer van het voorwaardelijk deel der annuïteiten ernstig in gevaar zouden kunnen worden gebracht”. Er is voor een dergelijke aanvraag een proce dure vastgesteld, waarbij de Duitsche regeerinp zich heeft te wenden tot de Bank voor internatio nale betalingen te Bazel — die de taak der vroe gere commissie van Herstel overnam en aan welke de herstelbetalingen worden verricht — met het verzoek de in het plan-Young bedoelde adviseerende deskandigen-commissie bijeen te roepen, die dan zich met het onderzoek van Duitsch Fands financieele positie zal hebben bezig te houaen en over de aanvraag zal hebben te adviseeren, , , . Wij herinneren er hierbij even aan, dat deze commissie bestaat uit zeven leden, aangewezen door den president van de circulatiebanken ut Duitschland, Frankrijk, Engeland, België, Italië en Japan en de Federal Reserve Bank der Vereenigde Staten. Deze commissie kan dan zich zelf met nog vier andere leden aanvullen. «Duitsohiands aanvraag ter bijeenroeping van deze adviseerende comm^sie van de Bank voor Internationale Betalingen (B. I. B.), eerste stap op den weg naar het moratorium is, als gezégd, gedaan en wel aan het eind van Novemberr. De commissie was spoedig samengesteld voor zoover dat door de bovengenoemde bankpresidums
hsti ts geschieden en zij kwam reeds In de eerste week van December te Bazel bijeen. En met welk resultaat, Dat men het op 23 December j.i. eens Is geworden, nadat ln voorafgaande bijeenkomsten de meenlngen voortdurend hevig met elkaar botsten. Definitieve besluiten zijn er te Bazel niet genomen, doch er is een uitvoerig verslag opgesteld, waarin de conclusies zijn neergelegd, waartoe de deskundigen zijn gekomen, na allerlei feiten en factoren rijpelijk te hebben overwogen. Een der voornaamste gevolgtrekkingen van de commissie der B. I. B. is wel, dat Duitschland, als het Hooverjaar is afgeloopen, niet bij machte zal zijn het voorwaardelijke deel der annuïteiten over te maken. Kortom: de deskundigen te Bazel hebben een pleidooi gehouden voor verlenging van het moratorium. Hoewel men te Bazel niet den moed heeft gehad schrapping van alle oorlogs- en herstelschulden te bepleiten — niemand had hier trouwens-op gerekend — is men te Berliin ovpf Hpr gang van zaken niet geheel ontevreden, daar tusschen de regels van het verslag door feitelijk valt te lezen, dat de Duitsche herstelbetalingen kunnen worden beschouwd als de eigenlijke factor, die de wereld in een toestand van onrust houdt. Indirect wordt in het rapport eigenlijk eveneens te kennen gegeven, dat het plan-Young, waaraan Frankrijk zich altijd zoo hartstochtelijk vastklemt, zijn tijd heeft gehad en-noodzakelijk dient te worden herzien; het is, zooals in de „Frankf Zeitung” wordt opgemerkt, uit zijn voegen ge slagen. Het rapport, een desavoueering van he plan-Young, is ongetwijfeld een stap vooruit; het kan worden beschouwd als een wegwijzer, die zeer duidelijk naar één juiste richting aangeeft: een breken met het tot dusverre gevolgde stelsel van betaling zoowel der herstel- als de’ oorlogsschulden, waarvan de consequentie is: een wederzijdsche kwijtschelding. Slaat men niet binnen zeer afzienbaren tijd dit pad in, dan za de financieele en economische ontreddering ii de wereld vormen aannemen, die hun weergc niet hebben. Niet'alleen de Duitschers, maa; ook vele neutralen en staatsburgers van landen dit als overwinnaars uit den oorlog zijn getreden, zijn van gevoelen, dat de wereld nu nor een kans heeft om te herstellen; voert men edi ter een treuzelpolitiek; ingegeven door egoïst! sche motieven en kortzichtigheid, dan zal de ellende weldra niet zijn te overzien; één barer verschijningsvormen zal dan ongetwijfeld een revolutie zijn, zooals de historie nog niet heeft gekenci. * * • Ten slotte is er nog de uitslag der Engelsche verkiezingen die groot opzien heeft gebaard, doordat de oppo^itioneele Labourpartij een zware nederlaag werd toegebracht en de nationale regeering een overweldigende victorie behaalde In dit land met zijn weinige en (naar onze begrippen) politiek-zonderling georiënteerde partijen zijn de verhoudingen plotseling radicaa' veranderd. Als een kaartenhuisje zakte de eenmaal zor machtige Labourpartij in elkaar en daarbij werden de ongelooflijkste dingen beleefd; Hender son, de groote man der oppositie, die de „eigenlijke” Labourpartij overnam en Macdonald een; even op zijn nummer zou zetten, werd totaal weg,gevaagd als afgevaardigde, evenals bijna alle oud-ministers der oppositioneele Lahouf-, partij; — van die gansche Labourpartij bleef in het Lagerhuis een zielige vertegenwoordiging over. Wel zwaar moest Labour boeten voor zijn otiveiantwoordelijke, anti-nationale oppositie tegêr den nobelen MacDonald c.s.; Engeland heeft (Je Labourleiders, die een beetje inflatie- niet zoo ejp vonden, die in den nood des lands maar niét wilden gelooven en ondanks den zi.hlbaar naierenden ondergang zich durfden verzetten teger MacDonald’s saneeringspolitiek, gewogen en .. te licht bevonden. Met de overwinning der conservatieven wercin Engeland een periode van sterk-nationale poliiiek mgcluid. • * * Alles bij elkaar zet 1932 verre van licblr-nd j.n Van alle torens en tinnen en door alle beschik bare aethergolven moesten thans Je woorden bezinning, geduld, nuchterheid, samenwerking worden geroepen. Moge de wereld, moge ons volk die bezinning behouden in het nieuwe jaar!
"Gebeurtenissen uit het afgeloopen jaar.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1932/01/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000507001:mpeg21:p00001
"Wetenswaardigheden.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1932/01/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000507001:mpeg21:p00001