De hoer I.OHMAX eenstemming met het gevoelen van den katholiek dr. «luliu, vachem, on den ambtseed acht hij eveneens overbodig voor allen die onder anderer. hooger verantwoording werken, niet voor hen die zelfstandig hebben te beslissen over de hoogste belangen van anderen. Spr. ontkent dat dit ont werp eene definitieve regeling is. gelijk dr. Kuyper meent. Hij hoopt van harte op een veel betere, hooger staande regeling, al zal hij daar zelf niet meer toe meewerken.
Lpr. staat dus op het standpunt Van dit ontwerp dat den eed in beginsel handhaaft. Zelfs schrijft art. 1 geen fakultatiefstelling voor. gelijk voor Kamerleden die een eed of belofte kunnen afleggen, en de meeste getuigen zullen het voorbeeld van het meerendeel der leden volgen en den eed afleggen, te eer omdat zij alleen vrijstelling kunnen krijgen als zij bc«waren maken.
Het tijdelijk karakter van dit ontwerp — schoon «pr. aan dien term niet veel hecht -— zal kunnen aantoonen dat over 't geheel de La.-«k blijft zooals zij nu is. Het ontwerp stelt zich niet togen den eed. maar tegen den e«-da. dwang. Lpr. i» om twee redenen tegen dien dwang; le. omdat hij dien
"bewijs van Kracht te ontzaggen.". "Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij". Amsterdam, 1916/02/11 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010023366:mpeg21:p005
"Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij". Amsterdam, 1916/02/11 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010023366:mpeg21:p005
Ne.ds van verre ia«.n wij den rookondon «.koorsteen van Gal s -liuls. en dat was thans* nls een roode lap voor den nu don hoer. want boe d.ehlerblj v.ij k-vamen, des te woedender werd hij en len slotte beantwoordt!» hij zelfs do irroolen der voorbijgangers niet moor. Toon wij __ j de poort «kwamen, sprong hij met jeugdige vluglvold uil het rijtuig — de woede gaf fri«eho kracht aan zijn ledematen — on met vaste «lanpen liep hij over het voorplein, k-on der bonc-lenramen stond open om frissehe lucht binnen te laten, en in dc kamer sluimerde do oude Gal, achterover in r'jn leun.ngs.oel liggend, de voeten ingeperkt op eon laag bankio- GroolvaGal was verbaasd. — Hoc? Breng je het al? stamoldo bij teleur' 2<»l0-d. Hoc kom je eraan? — Wat gaat dat jou aan? Geef mij mijn kwitan tic.
— Kom toch eerst tinnen. —- Neen, ik kom nlet, ik wil niet met jou onder _-én dak zijn. Reik ze mij maar door liet raam aan.
— Wees niet kinderachtig, /.ndreas, en maak geen ruzie. Do dienslb^den z!!n in den tuin en kunnen alles zien. Meilieden behandelen dergelijke dingen binnen hun vier muren. Ik weet, dat je kwaad op mij bent, maar ik heb geld noodig, op mijn woord, ik heb het noodi?, want er heeft mij een groot ongeluk ge-roffen... een groot ongeluk.... -— Wat voor een ongeluk? — Mijn dochter trouwt. Het is om dol te worden. Waartoe geeft God iemand eerst kinderen? Opdat zij iemand uitp.underen? Zij v-illen gelukkig rijn, zeggen zij. Wat helpt mij bun ge.uk? Smaakt mn mijn eten daardoor lekkerder? 3.aap ik daardoor beter? Belachelijk! Wat mij betreft, mogen zij golukki? zijn, maar moet ik daarvoor drie kamers vol meubelen, een kist met zilveren lepels en duizend andere dingen koopen? L.n nog daarbij alles voor een ander! Was de^ne, die zooiels uitvond niet krankzinnig? Wat kan het mijn ouden appelboom scheen, wie zijn appels eet, al was bet ook een hertog of een graaf, als hij in-ussl-hen zijn bladeren verlies^ verwekt en sterft?
Grootvader vergat zijn eigen kwaadheid, toen deze gemeene, lage z!_l haar vergift be?on uit te spuwen, en ri.lend vroeg hij onwillekeurig: , — Waarom laat je zo dan trouwen?
Gal hapte en hijgde naar lucht als oen visch, die uit het water genomen wordt en zei: — W-i-.r.-rn? Weet je dan niet dat die schurkacli.iie --loravli-T* mij mijn akker heeft algezet? Het is vreeze.ijk, vreeHClijk. ik zou mijn kop wol te p.etter wi'lcn loopen, maar dat zou niet helpen, de akker Keef toch van hem. Daarom geef i.c mijn dochter haar zin, dan krijs ik hem misschien nog eenmaal terug. — Hoezoo-? vroe? grootvader. w:en men do walging van hel gelaat kon lezen. — Hjj h-eeN de nelft van dc bezi-tln? op mijn «doehler vaH-.ssc_.leld en als hij eerder sterft, krijgt zij 00l- de andere helft, en wie woet •wat er ka.i gebeuren. .Men kon u:l z.n woorden opmaken, dat bH ook op den dood van zijn dochter speculeerde-, in welk geval h;i de oen!?, eistonaar van do mijnen zou worden. Grootvader wilde grootmooder 10l iederen prijs on nieuwtje meebrengen. daarom overwon de nieuwsg.er'igl-eid den toorn.
— I? dat dan al een uitgemaakte zaak? — Vandaag komen zij voor hot «oi'xt ln do kerk onder de eolxxwn en ovv' drio weken vieren wij bruiloft. Je rot dus «lat ik nlet zonder reden dc schuld invorder. Als jo e? oelitor boos om bent, dan laat ik je het geld «n loon hot zelf ergens and-es. Kom maar binnen, daa spreken 'wij bij «ou glas jenever or nog wel oc«« over. Er was een buitengewoon bdocfdo klank In zijn . stem — als geparfumeerde Spaansclu. peper. In dergelijke oogcnblikkon was Gal hot «,v»2sli1l»l. Maar grootvader Het «en vangen, bij greep mij vroolijk bij mijn kraag en zei: —- Nu, dau zullen .wij maar 2221° binnen 3222, longen
Vr'«n6«-haripelljk schudde Gal grootvader de hand. klopte mij welwillend op den schouder «>n slofte loen naar 60 kast, om uit oen jeneverl.o.-ch twee kleine glaasjes vol lo schenken, waarbij hij nu eens mij dan -veer het den-do glaasje aankeek. — Paul drinkt niet, haastte grootvader zich te zeegen. — Goede opvoeding... zeer poe6o opvoeding! riep G..1 en zotte snel het glaasje weer weg. Hlj drong er nu sterk on aan lc gaan _.:ltei_, daar wij hem dan niet bdollon clil ooi. .2 6cxxi. — Ja, ja, begon grootvader wr-.lrooil, want hij dopeln«6e reeds l»oe hij Mi»rii-i h?! .best terug zou kunnen krijgen, -_!« Gal hem h-l geld Uit houden, — de «c.sje-i.v.*or_.cn groot en trouwen allemaal zoo gaandeweg. Wat jou 6l>c*l.!c*." aangaat, 62! is «er roker een mooi meisje en verdient — ik inoct hel zeggen zoolang ik een toug heb — werkelijk oen Honiw-u' tot m.in. — Dwaasbeden, wy «lammen __-lcm.il_l van .-.Ham af. . , , — I» Duvck 12 toch zeker wel van goode familie? — Zeker, zeker, hij is 7elsz evenals -
"Het geluk van mijnher Dubek. FEUILLETON. Frakovsky, de doove smid. Uit het Hongaarsch van KOLOMAN MIKSZATH.". "Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij". Amsterdam, 1916/02/11 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010023366:mpeg21:p005
vindt, en Se. omdat men er zijn doel toch mee voorbijschiet- Door algemeene eedsoplegging als verdachte van geloofwaardigheid, is de wetgever ook onbillijk tegenover den beklaagde, die geen eed mag doen, ofschoon hij volkomen onschuldig kan zijn. De rechter moot beider verklaringen, die van beklaagde en van getuigen afwegen, en niet aan den eed van den een vergroot gewicht toekennen. De oplossing, door dr. Kuyper aan de hand gedaan, noemt hij in de praktijk niet houdbaar. Het instituut der eedshelpers, waarbij dr. Kuyper zijn voorslag vergeleken heeft, stamt uit het Germaansche recht, toen de beklaagde zijn onschuld te bewijzen had. Mot getuigen heeft dit niets te maken.
Men kan een atheïst i»f als getuige afwijzen, óf hem zonder eed toelaten, maar een atheïst dwingen om den eed te doen, heeft als middel om tot de waarheid te komen geen zin. Sprekers konklusie als jurist is dus: behoud in beginsel den eed voor getuigcnzakon, en voor sommige hooge betrekkingen, niet den liskalen eed, doch straf de valsche aangifte. Venerk den getuig en eed tot de gevallen waarin rechter of partij dien noodig achten, en leg
"Godenteerend.". "Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij". Amsterdam, 1916/02/11 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010023366:mpeg21:p005
op. Spr. richt zich. wat het tweed-» deel zijner rede betreft: zijn gevoelen als Christen met het oog on de door heb beleden beginselen, bepaaldelijk tot zijne «eloofsgenootèn. onder wie er zijn, die den eed willen behouden omdat wij leven in een Christelijken star;.. „De Standaard" heeft in tal van uitdrukkingen en tegenstellingen op de lafheid en buigzaamheid der christelijk-historischen gewezen, maar spr. herhaalt, dat hij den eed behouden wil. Zelfs is die .niet fakultttief gesteld, en de vraa-l omtrent het afschaffen er van is dus eigenlijk niet aan de orde. Men kan echter het wetsontwerp beschouwen als een eersten stip en er daarom bezwaar tegen hebben, wijl wij ook op het publieke leven met een persoonlijk God rekenen, en niet teven in een godsdienstloozen staat, Te; .n zulk eene populair» godsdienstige beschouwing moet de wetgever niet ronder roede gronden ingaan. Maar zeer dikwijls heelt ook iv een Christelijk volk do publieke opinie zien vergist lkerkvervolzrinzt*. de Gereformeerde opvetting van de Overheid tijdens de Republiek, de tortuut, de slavernij, de h-k.-.*.-v-">-*-'g.i.g e. d.). Spr. ontkent echter, dat de eed een christe-1 ijke ins te Ili n «_ is, al laat Gods Woord het eed zweren, toe. De vr^ag is alleen of de Overheid dwang moet opleggen, en daarvan «taat niets in de belijdenis der Kerk;
"In geen geval eedsdwang". "Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij". Amsterdam, 1916/02/11 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010023366:mpeg21:p005
De eedzwering is overgenomen van noidens c b e volken, die naar ons geloof, -ach van God een verkeerde vooratellinl maakten, en in Zijn onmiddellijke tuoech.nkomet geloofden. Spr. verklaart mot in te zien, boe de eerbied voor Gods naam zou l^den door het niet aanroepen van Gods naam. integendeel ia bet stootend iemand tot een eed te dwingen, die allen eerbied voor Gods naam ontkent.
Waarschijnlijk zal men spreker als een overlooper beschouwen, maar wie dat doen, herinnert hij toch aan den "l-rijd, dien Christus togen de Farizeeërs voerde, die ook meenden God to dienen door re hangen aan vorm en voorschrift.
Lpr. weet niet wat zijn partijgenootcn hierover denken, omdat zij elkander in deze punten vrijlaten, maar hij zelf zal zich verheugen over de afi-chaf-'Ni van elk»»-. e-d»--lw»»,n?. De heer VAN WIJNBERGEN (r, k.) gelooft niet aan bet tijdelijk karakter van. deze regeling, en betreurt het diarom des te meer dat oen groot deel van het eedsvraagstuk onaangero»*rd is gelaten. Ware gehandeld in den geest der motie-Lchaepman _ van löül. die de eedsvordering tor een minimum beperken wilde, dan ware de zaak in orde geweest. De regeering acht, blijkens haar ontwerp, de eed noodzakelijk als grootste waarborg voor de overheid. Zij stelt den eed boven de belofte. Van iel stelling is geen sprake. Al.» dua geloofsverzaking tot eedsafschaffing leidt, volgt hieruit dus dat hij dio bot geloof verzaakt
"noch in den Bijbel.". "Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij". Amsterdam, 1916/02/11 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010023366:mpeg21:p005
Spr. vraagt in dit verband: Kan de overheid gedoogcn, dat men zich straffeloos aan deze
in het algemeen belang noodig geoordeelde waarborg onttrekt! Voor apr.'a ernstigste grief tegen het vorig ontwerp: .de sterke gelijkstelling van eed en belofte, ia thans geen grond meer. Van fakulta»* tiolstelling wil de regeering niets weten. Do eed geelt dus de grootste waarborg; ze zou nog grooter zijn als de belofte werd afgeschaft en zonder moer «en onbeëedigde verklaring word afgenomen. Dat zou spr. gaarne wen-6cl».n, maar dan dient de deur tot aflegging van onbeëedigde verklaringen niet zoo wijd geopend ala de regeering wil. Do regeering is in haar regeling inkonsekwent. Zoo wordt niet voldoende rechtszekerheid verkregen. En daarom gaat het. Het geldt nier geen strijd van rechts tegen links! Het zou zelfs mogelijk zijn, dat, als de groote meerderheid dc, volks den eed niet meer begeerde, en er mee gesold word, spr. óók voor eedsaisehaffing was. Maar als men zoo tracht God uit het staatsieven to bannen, ,dan zal blijken dat do mensch God noodig heeft, ook voor de rechtszekerheid. De regeering handelt inkonsekwent. Durft zij do fakultatielstclling niet aan, dan blijve zij konsekwont en
"het staatsbelang schaadt.". "Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij". Amsterdam, 1916/02/11 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010023366:mpeg21:p005
Het staatsbelang, de rechtszekerheid gedoogt niet dat de regeering zoover gaat als in de regeling wordt voorgesteld. Zij wil gemoedsbezwaren vrijstellen. Maar wat zijn gemoedsbezwaren? Wat verstaat de regeering onder gewetensvrijheid. Ook de dienstweigeringspro. pagandisten beroelx.n zich op gemoedsbezwaen. De regeering zou dus, konsekwent^ op dien grond ook vrijheid van dienstplicht moeten invoeren. Waar blijft het hooge beginsel van gewetensvrijheid als de regeering het bij de dienstweigeraars niet erkent' Zij legt dwang op, als ze het noodig oordeelt. Maar er moet oen vaste norm zijn. Alleen ware gemocdsbezwarcn dienen geëerbiedigd. De regeering moet de vrijheid zoeken die leidt tot orde, lilet die welko voert tot anarchie. Laat de regeering in het belang der rechtszekerheid afzien van een weg die leidt tot anarchie. Het ontwerp is een sprong in het duister, die spr. niet meemaakt. De ambtseed zou hij willen handhaven voor allen die met waardigheid bekleed worden en alleen verantwoording schuldig zijn aan God. Altheisten — spr. betwijfelt intussehen of er werkelijk altheïsten zijn! — mogen niet tot den eed worden toegelaten, maar andere gemoedsbezwaarden dienen een eed te blijven afleggen. Anders kan het gevolg zijn dat de eed wordt P.rijs gegeven. Daartoe leidt, bezien nit een oogpunt van rechtszekerheid, dit ontwerp. Spr. kan derhalve daarom zijn «tem niet» geven hoewel het hom terwille van den persoon des ministers oprecht leed doet!
"handhave den eed.". "Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij". Amsterdam, 1916/02/11 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010023366:mpeg21:p005
,' «G___lt2AllD is het met do rede van den heer , Lobman in vele opzichten eens en zou daar» door bijna van bespreking kunnen afzien.- Enkele opmerkingen echter. Het tweede ontwerp is in velerlei opzicht aan de bezwaren der reeht.rzijde tegemoet go» komen. Vandaar dat spr. een mildere houding van dien kant had verwacht. On^annetn.lijkcr dan het eerste trouwens kan dit ontwen, onmogelijk zijn. Want in het eerste werd ook dc eedsplicht behouden en de eedt>dwang verlaten. Speciaal het tijdelijk karakter is een belangrijke tegemoetkoming, waarvan th.ans door rechts de beteekenis met opzet wordt verkleind. In 1912 treedt automatisch de oude toestand weer in, zoodat men du, tegen 1 Januari 1810. een nieuwe voor» ziening treffen moet. En waar de heeren van rechts er blijkbaar op rekenen dan de. meerdorheid te hebben, kunnen zij dan buitengewone eenstemmigheid op het ge» bied vau het eed.vraagstuk toonen. Ook echter voor de voorstanders der <.f_ch..fine is h-t tijdelijk karakter toe te juichen. In dien tijd kan ervaring worden opgedaan over de vraag of deze regeling eevarcn meebrengt. In alle opzichten il. het tijdelijk karakter dus een verbetering. Om strijd wordt hier verklaard: _>> lemand is voor eedsdwang.. Wat is er dan tegen, om een paar proefjaren toe to staan, In het voorloopig verslag doen sommigen het voerkomen, al-of de regeering de noodzakelijküeid van -God in het Ltaatslevcn erkent. Spr. ontkent da. ten cenemale. Dat. zooals do heer Van Wijnbergen wil doen
gelooven, volgens de regeering de eed de eenige waarborg geeft voor waarheid kan ook niet worden volgehouden. Het is er de regeering uitsluitend om te doen de waarborg voor de waarheid
"Rede van Gerhard.". "Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij". Amsterdam, 1916/02/11 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010023366:mpeg21:p005
Aan de orde is het wetsontwerp tot tijdelijke nadere voorziening betreffende het eedtlvraag«tuk.
Dit ontwerp bepaalt, dat in voorkomende gevallen de eed dient te worden afgelegd, ben»lve lc. indien de godsdienstige gezindheid van den betrokkene het afleggen van den eed verbiedt en Se. indien de betrokken persoon verklaart tegen het afleggen van eeden gewichtige gemoedsbezwarente nebben. In deze gevallen wordt een belofte ot bevestiging afgelegd. Lij het aanvaarden van «enig openbaar ambt of beroep of van eenige vaardigheid of betrekking, heelt men de k<_ u * tusschen eed of belofte.
Het debat wordt ingezet met onverstaanbaar gemurmel van broeder LItUMMI-I^ KAMP (a.-r.) Hij schijnt te betoogen — wat we al wisten van den leider zélf —- dat het ontwerp voor de antirevolutionairen -o naanneme lij k is. Ook het tijdelijk karakter der regeling kan hem niet over zijn bezwaren doen heenstappen. Want genen de moreel-godsdienstige bezwaren van onzen tijd. vreest hij dat een nadere definitieve regeling niet in spr.s geest zal uitvallen. Als aannemelijke oplossing wordt de aanstelling van eed «helpers door hem aanbevolen, een denkbeeld reeds door Dr. Kuyper in Ons Program ontwikkeld. Zoon eedahelper zou onder eeden de betrouwbaarheid van een eedsweigeraar moeten aantoonen. In elk geval dient, behalve voor atheïsten de eed «...scht te worden. Het beste ware eigenlijk, do getuigenis van atheïsten
"De Eedswet. HET VOLK TWEEDE BLAD. Tweede Kamer. Vergadering van 10 Februari.". "Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij". Amsterdam, 1916/02/11 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010023366:mpeg21:p005
te verzekeren. En waar de groote meerderheid geloovig is en voor hen de eed een zeer sterk hulpmiddel om de waarheidsliefde te schragen, zou de regeering wel stapelgek wezen, van het standpunt der realiteit bezien, otn dat middel niet toe te passen. Daaruit echter vloeit voort, dat zij voor hen die niet gelooven, in den eed dezen waarborg niet bezit, terwijl ze voorts erkent dat vele geloovigcn ook zonder den eed, de waarheid zullen zeggen. Aaat* in geen geval wil ze die eedsplicht, op psychologische grondep voorop gezet, omzetten in oen e e d sdwang. Ook echter de koalitic, met dr. Xuyper voorop, beweert om strijd: van cedsdwang mag geen sprake _ün.' De eed geeft trouwens in zich niet méér waarheid.zekerhe.d dan de belofte. Er is geen denken aan dat zij die uit waarheidsliefde niet. willen zweren, minder waarheid zouden bc.-zitten _ dan anderen, die er voor een paar kwartjes maar op los zweren. Absolute waaiborg voor de waarheid geeft de eed evenmin. Xiemand durft uitsluitend af te gaan op den afgelegden eed, ook niet ter rechterzijde. Daarom moet zeer beslist, afgewezen worden de bewering dat de regeering als zoodanig op het
"zoo goed mogelijk". "Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij". Amsterdam, 1916/02/11 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010023366:mpeg21:p005
prijs moet stollen. De regeering wil slechts den eed niet missen. wijl ze een middel is om achter dc waarheid te komen. Dat is oen reëel motief. De regee» ring kan echter niet door eedsdwang als evangelist optreden. Spr. begrijpt trouwens niet hoe iemand kan onderstellen dat men door dwang een geleek zou kunnen vestigen en behouden. Als atheïst zou .pr. dan zeggen: Gij. geloovigen, begnat de zwaarste zonde tegen God door een schijngeloof te wekken. Henben niet tal van predi«anten juist in dezen tijd nog, de eedsaflegging geweigerd, juist op grond van hun geloof. Gewetensdwang is wel het slechtst denkbare middel om hot geloof to propageeren. Met een: Wil ie niet gelooven — dan acht dagen de kast in! bereikt men het omgekeerde van hetgeen men wenscht.
Er worden historische motieven aangevoerd ter verdediging van den eedsdwang. en allen tijde en bij alle volken — heet het,-— ia de eed gebruikt. Maar wat zegt dat! Vroeger waa ook vervolging van andersdenkenden reg-1. Maar denkt men er daarom over om nu weer heksen proceseen on kettervervolging in te voeren. De bakens zijn verzet — wij zijn kinderen v»n de twintigste eeuw preworden, «oo ia ook het eedsvraagstuk een svmptoon in de algemeen menschelijke ontwikkeling. Eedsdwang
past niet meer ln <_««!. tijd. De tijden zijn veranderd, en men dient mei zn tijd me-» te gaan. Dat do heer Van Wijnbergen het bestaan v.«, atheïsten betwijfelt i» hem, 61-. in doßmati»che formules leeft, niet kwalijk te nemen. Ai»..!- leer ongepast is hst ven hem om te beveren dat de atheïsten en gevaar zijn vour de orde en do rust van he. land. V-.or een katholiek, die do geschiedenis van hot, land kent, trouwen, een bijzonder ''lv,, >r«chti^e uiting. ->*-«_«* het is in strijd m»t de 8-*->.-*-^.en_» vrijheid iemand gevaarlijk re _»---Ni!*n 0.-n h*.*_geen hij donk t. Elders wil »pr. wel eens met den hoer Van Wijnbergen 6«-hei..eren over de vraag, wie gevaarlijker i* voor 60 ontwikkeling, hij of «n atheïst. Dat kan interc:Een kerkgenootschap dat het r*e6_7>v^-*.*n verbiet!.. l)»«t_t2t niet. Maar op '..i-.x-..',--..,. p-r-u» den en «pr. heelt. daartegen geen bes-vaar — worden de doopsgezinden vin d.n «-c^l vrijgesteld. De rest echter vor.. als minderwaardigen beschouwd. Zij die zich bezwaard i-cvoel-6-*n door oen eed, riin op e.-*n lijn gesteld met vrn-plit»_•<•*. enmibciil-ii^rl. Toen aki _« kras bleek, «i men: godloochenaars lijn lr*-.*-_tel!j!7e blinden en kunnen de ---»-..*!,«.1^l niet leg» gen. D«. l_-Fi»l-i»- -7on»ek-v«nti« h'>r.-.1 is: Ie ler 6i« ni*t verklaart in een God te n<>l.>»ven, ¦wordt duiten de gemeenschap xcplaats*. Spr. tart den heer Van Wijnbar-ren, <^->« kon«ek>vcntie te trekken. Hij en de heer Vrum_ne.k_.i_-p lijn met hun ?e_lQcht,^_.i drio eeuwen ten achter.
latusschen wordt dit ontwerp aangenomen» dan komt
"behoud van het geloof". "Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij". Amsterdam, 1916/02/11 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010023366:mpeg21:p005