In den Haag, den 6 December 1804. litt STA Ars-BEWIND der Bataaffchc Republyk, I asn Het WETGEVEND LIG HA AM van bet Bataafsch Gtmcenebcst. B V R. O B 8. Si ' De znrue-tybe terftand, waarin bet Zufdeiyk gedeelte van Europa, e-n onderfc*>eidene Oorden van den Aardbodem, wairme-de- de Repnblyk, door bare Scheepvaart, in conneeJtie is, /iel» federt eerigen tyd gedompeld vinden door de woede der yel'eoetuDg, welke Zich aldaar geöpeebaard beeft, beeft ms meer er meer doen hedagt zyn, om alie zoodanige mid.de^icu van voorzorg iv 't werk re ft Tien , wolke nitgedagt kond«i. worden, om de rampen, welke door deze befmetrelyfce Klikte worden veroorzaakt, v»n het Vaderland te verwyderen en aftewenden; - ten dien eftv&e hebben wy, onder anderen, onze Raden van Marine en van BiDoenlandrcbe Zaken gelast gebad, ons hunne gedigten te foppeditereo , .aangaande aije zoodanige verordeningen, als er, In navolging van.vorige Plicaren, zouden dienen te worden beraamd en vastgtfteld tot bet beveiligen vsn dezen Staat, tegen dsn aanvoer van eeni?erbande bsfmettelybe ziekte, door middel van Schepen, uit andere OordeUrder Waereld binnnn de Havens dezer Republyk binnenvallende; hier «an is door voornoemde Raden voldaan , met overlegging van eene daartoebetrebkelykcCon- C-pt-Wet, welke door ons, na rype overweging, is genmpi.fteerd geworden, in diervoegen als dezelve aan tien voet dezer Misfive is voorgedragen. Wy achten het niet noodig ulieden in het breede aantetoonen bet groot gewigt van deze onze Voordragt, daar de mefnre, welke wy ulieden propoueerer. , de.vrucht is eener geftadige opletreabeid, gevestigd op de belangen der Commercie, op de inrigting der Navigatie en op de voorfchriften der Geneeskunde: indien wy in dit Reglement alleen onze asndaeht hebben laten taan op hetJ/»-nenvaiien dcV Schepen, en niet op hnftranden derzelve, is dit afleert gefchied, om dat, ten dien aanzien. provïfnneel genoegzaam voorzien is by de maatregelen, welke reeds door de Befluren der aan Zee gelegene Departementen zyngsnonten, en nog dagelyks met zeer Vele zorgvuldigheid en vlyt worden te werk gefield, als zynde a«n dezelven bv uitflaitin* aanbevolen slles wat tot de bebcering van betStrandrechtbehoort, terwyl, ingeval deielve maatregelen daaromtrent bleken infuffictënt te Zyn, by nadere verordeningen dier Befturen, of van onzent wegen, daarin kan worden te gemoet gekomen, Wy oordeeien derhalven de eenvoudige aanbod van dit Reglement genoegzaam , om Ulieden overtehalen tot hetdsarftellen eener algemeene mefure, tot wering eener Befaetting, welke reeds zoo vele menfehen de flaguiffer* vsn deszelfs vefrsielende woede heeft doen zyn, en dragen Ulieden overzulvs voor, bet nemen vsn het navolgend,, Be-fluit: Gedelibereerd zynde over eene Misfive vsn het Staatsbewind, van den6December 1804, No. ,£, is, overceokomftig de Voordragt, daarby gedain, befloten, dat, in navolging "a» het geene by vorige Plucaten en Verordeningen. is fee- Taamd ao vistgefteld geworden tot het beveiligen van dezen Staat, tegen den aanvoer vin eenigerhande befrnetrelykc ziekte, door middel vsn Schepen, uit andere Oorden der Waereld , Binnen de Havens dezer Republyk binnenvallende, zd worden jearrefteerd, gelyk gesrrefteerd wordt by dezen, het Regieme»!, bier navolgende geïnfereerd. ALGEMEEN REGLEMENT, ter wering van btfmttlyke Ziekten , wtlke , door middel der Scheepvaart, naar herwaards zouden kunnen worden evtrgebragt. 1 Zoodra by bet Staatsbewind de tyding zal zyn ingekomen, dat in eenige Landen, waarop, van wegens dezen Stiat, Handel wordt gedreven, zich eene befmetlykeZiektegcodenbaard heeft (tot welke onverwylde kennisgeving, alle Buitenlandfche, zoo Diplomatieke als Commerciële Minifters, Agenten, Commisftrisfen, enz. by expresfe asnfchryving, gelast zyn) zal hetzelve, door den Raad der Marine, de noodige orders doen ftejlen to» het nemen van zoodanige Pitecsutiën, waar door het herwaards overbrengen der Sefsietting op het krscbtdatligst belet wordt, en welke orders bier navolgende breeder zyn gedetailleerd. Art. 1. Alle Schepen, komende van befmette Plaatfea, en nit weiber Papieren niet zal blyken, dat zy eene direéle Destmatie herwaards hebben, zullen in geene der Havenen dezer Republyk worden geadmitteerd, maar znlltn worden afgewezen; en wordt misdien aan alle Lootten, op Stuff: des Doods, verboden, om zoodanige Schepen binnen te brengen of voortezeilen, maar dezelve daarentegen gejast, om de Voorfchreve Schepen te waarfchonwen, dat zy in geene der JHavensn Van deze Republyk znllen worden toegelaten. En ïugevaile eenige van deze Schepen, door Ste'r'm of andere toevallen , genoodzaakt waren in een of ander onzer Zeegaten binnen te vallen, zullen zy die ten fpoedigften wederom verfat-m, en, by onwilligheid, ook door middelen van geweld, daar toe worden genoodzaakt, zonder dat, gedurende hnn verblyf, iemand van of aan boord Eal mogen bomen, op SmfFs des Doods, of eenige Goederen uit dezelve gelost word»n, op gelyke Straffe, en on poene van vernietiging der geloste Goederen. a. De Schepen, komende vsn befmette Plaatfen% éo gedestilleerd naar eene der Havens van déze Repablyk, znllea in geene andere ZeegaJten mogen binnenvallen, dan die naar de Muze gedestineertf zyn, in de Goedereede, die naar Amflerdaro, West-FrlesUnd ca het Noorder Quarücr, Friesland of Groningen zyn gedestincerd, in Texel of het VJie, en dis naar Zeeland zyn gedettineerd , in bet Zeegat vsn Vüsfiogen , op paene van ComSscatie van \\t-i Schip, en ten laste van den Schipper of Stuurman arbitraire Correftie, welke, naar bevind van .zaken, zal worden gce'-fteodeerd tot de S'nïïe des Doods, vanwejbe orders de Lootfen gelast worden aan de voorfchreve Schcvm kennis re geven. 3. De voorfchreve Schepen, in eene derzélver Zeegaten zynde binnengevallen, znHen niet vermogen optezeiles , masr zich begeven te dier plsatfe , alwaar quarantaine zal worden gahouden, en sldstr blyven liggen zoader verder oprezeiien, op poene van Corfiscatie der Schepen en Straffe des Doods tegen de Schippers, Stuurlieden of ander Scheepsvolk, welke dieo contrarie zullen gehandeld hebben, zonder dst ln dien «Hfcheatyd eenige Perfonea of Goederen yan of san Boord
zuilen worden gebragt, insgclyks op Straffe des Doods en Confiscane der Goederen. 4. De Schepen terplssrfedorquaraotainegearriveerdzynde, zullen do Schippers of Stuurlieden, " ten fpoerligften , een pertinent ManiJ'tst of Lyst hunner iögeladene Goederen aan den geenen, die daartoe gelast js, overgeven, roet alle da Cotnosfementendaaj-tor behoorende; znllende voorts aan hun worden t-r band gefield eet** gedrukte Tabel, behelzende Vragen, beirebivb den ftaat van het Schip, di r Equipagie en Pasfagiers, op welks fchriftelyk moet worden graeitwoord, met ondertekening van dei) Schipper, Stuurman enCbirursyn (indien er een aan bturd is) ouder F.eeie en op SrrsJFe dus Doods, ingtvalle vsn vcriwygin? of ontrouwe opgave, van welke alles, ren fpoedlgftcn, aaq den Raid van Msrine zal worden bennis gegeven ;¦ worrlen'ie voerts wel ejrpresfeïyk geftatueerd, dat de Lysten, en in het algemeen alle Pap ;«n, in dit of de voljier.de Artykelen VcsmeJd, by de over- en teruge«ve, do«ir Azyn F.ebsalet en berookt moeten worden. S. En ten einde des te tffieacie»fer het overbrengen der Rafmemng worde tegengeeatn , /lillen geene1 Gezondheidsbrieven of Pa»fen van Schepen, komende uit Landen of Rykcn, alwaar de befmettelyke Ziekte hserscM, oft'cJaoon ook in die Haven*, uit welben dezelven zyn uitgezeild , geene dasdlyke Befmetting aanwezig ware, worden gercfpe&cerd, ten dien eff.&e, dat dezelve Schepen daidh'b zouden moge* opzeileo; maar zullen gehouden zyn zich te begeven naar zmodaoiüe Ligplaats, als hun zal worden aangewezen, ten einde aldaar worde onderzogt, of zy ook eenige con-municatle raet befmette Plaatfen hebben gehad , door aanzeilen , innemen van Manfchappen, Go»dere'n of anderszins; zullende het deze Schepen niet vryftaan zich naar de Plaatfen hunner d.iftinatie t« begeven , dan met fchrifilyk Confent van Wegens den Raad der Marine, en nadat, by onderzoek, gebleken is, dat er geen vermoeden van Befmetting by dezelve plaats heeft. 6. Schepen, komende vsn befmette Plaufen , zullen verpligt zvn de volle Quarantaine van veertig dagen uittrbouden, welke tyd echter, door den Raad der Marine, naar bevind van zaken, en naar gelang der omilandi-theden , verkort, verlengd, ofwel geheel vernieun-d kan worden; moetende, in alle gevallen, het otstflag van Quarantaine door of van wegen' den Raad der Marine fchriftiyk werden verleend, zonder dat eenig Schip de tot Quarantaine beftemde Plaats zal vermogen te ve'lafen fn opteziejlen^ danenï het bekomen van zoodanig fchriftelyk ontflag, al ware bet ook d«t de geprefigeerde tyd der Quarantaine reeds geëindigd wss; op poene van confiscatie van het Schip', en ftraffe des doods tegen den Schipper of Stuurman van hetzelvst. 7. Gedurende den tvd der Quarantaine Zal bet aan niemand, wie het ook zy, vryftaan, aan boord der Schapen te komen, dan alleen, indien zulks noodig geoordeeld wierd, aan een Medicus van de Marine, reet behooriyke Quaüfïcaiie daartoe voorzien, alsmede geenerlei Goederen worden asn boord gebragt, dan zoodanige behoeften, die tot onderhoud en verkwikking san da ophebbende manfchappen der Schepen, en zulks alleen yan 's Lands wege, mogten worden gezonc'en , welbe Goederen alse'an, ronder communicatie van Perfonen, zullen worden overgeworpen , of toegeftoken; zullende geenerlei permisfie, hiertegen ftrydlg. zelfs niet door den Raad der Marine, moten worden verleend. 8. Geenerlei Perfonen , het zy behoorende tot het Scheepsvolk, of van de Pasfagiers, zullen zfch , gedurende de Quarantaine,, van de Schepen mogen abfenteeren, op Urs ff e des doods, en ingeval, desniettegenftaar.de, een of meer deiz, lve Perfonen zich mogten hebben geabfeateerd, ofby den Schipper worden vermist, zal dezelvegebonden zyn daarvan onroiddelvk . kennis te geven, met bygevoegd ftgnalcment, ten tiode hetzelve worde publyk gemaakt, eo daarvan de noodige aattfehryviae gedaan aan alle Bailliuwen, Officieren en Justiciercn, om deswegens alle mooglybe recherche te doen, en met verbod aan alle Logement- en Slaapfteebouders , om den zoodanigen geverbergen, op pos ne van arbitraire correctie, naar bevind v»n zaken. o. Gedurende de Quarantaine zullen nit de Sc! ejpen geenerlei Goederen gelost wurden, dan op fchriftelyk Confent, van wegen den Raad der Marine; zullende alle de zonder Confent geloste Goederen worden geconfisqueerd of vernietigd, en die geenen, welke daar toe de hand geleend hebben, met de Dood geftraft worden; doch worden hiervan uitgezonderd de medegehragte Brieven en Documenten , on andere Schecpspapiej-en-, als welke daadlyb kunnen worden afgegeven en opgezonden, mits dat dezelven te voren behoorlyk berookt en door Azyn gebaald zyn. 10. En ten einde al bet vo.enftaande des te beter worde geobferveerd , zal, van 'sLands wege, voorbebwatre Ligpiaatfen voor de Schepen, die Quarantaine moeten houden, gezorgd, worden ; alsmede, dat zicb op elk dier Ligplaatfcn bevinde een Hospitaal-Schip. of andere convenahle inrichting, voorzien van een hekwaruen Medicus der MsTine, de noodige Bedienden, eirwyders alle zoodanige Geneesmiddelen «n Behoeften, als ter daarftelling van het by dit Reglement bedoeld oogmerk mogten noodig zyn; n. Ingevalle op de Schepen, welken, als komende uit befraette Havens, verpligt zyn Quarantaine te houden, gedurende de Reize, geene Zieken of Dooden geweest zyn, noch eenige fpooren der hcerfchende Befmetting zich hebben geopenbaard, zal echter pp dezelve, gedurende de Quarantaine, met alle moeclyke oplettcnheid, voor bet zuiveren der Lucht, voor het rein houden der Schepen en voor het gezond Voedzel van het Scheepsvolk, gezorgd worden. 12. Zoodanige Goederen, welken de befiietting kunnen aanbrengen, die als ongepermitteerde of fnfpeéV Goederen bekend ft«»n, en in deze Schepen zyn ingeladen, ZHllen terftond, indien het moöglyk is, gelost, en aan den Wal gebragt, en aldaar ontpakt, gelucht en gezuiverd worden, daar het zyn ban, in Schuren af Lootfen, welke eenen vryen doortocht der Lucht toelaten, worden opjeflagen, of zoo dit onuitvötrlyk is, zal men zoodanige Goederen, bv gedeelten, op het Dek, ofiu een Ligter overbrengen , aldaar luchten en zuiveren; terveyl men intusfehen alle mooglyke prectmtien in het werk zal ftellen , ten einde dezelve riet befebadigd of ontvreemd worden; doch zal deze los.fiig en verluchting der ongepermitteerde of fufps&e Goederen niet mogen gèfchieden, dan op fchrifrelyke Order van den Raad der Mariree , door welken ook tevens zal bepaald worden de tyd, gedurende welben deze verlücbtlr-g en -zuivering zal worden gecontinueerd, ca de Perfonen, welken dsanoe zullen wordea
- v geë.mployeerd; met zoodanige verdere precaurien, als by voorfchreve Raad zullen wordenygertgulecrdebiudepernusfic uitgedrukt; zullende; eindlyk deze Goederen , na behooriyke zuivering, op febriftiyk Confent van den Rsadder Marine, eu onder toezicht on dire&ie vandeszelfs Gtëmployeerden, in Ligters of andere Vaartuigen, naar derzélver desiinatie kunnen worden opgezonden. 13. Gedurende de verluchting der ongepermitteerde of fufpsfte Goederen, zal niemand vermogen te gaat» aan of van boord van de Ligters , Vaartuigen of andere Plaatfen, tot de verluchtipg gefebikt, of van daar naar het Schip, waaruit de goedaren gelost zyn, veel min eenige verlncbtte goederen, ' zelfs na de verluchting, mogen vervoeren, dan op fchriftelyk confent van den Raad der Marine, met fpeeiale benoeming van de Perfonen, Schepen en Plaatfen ; alsmade van de goederen, die vervoerd zulien worden ; alles op pcene van confiscatie der Goederen, Schepen en Vaartuigen en Ligters, en ftrufle des doods, zonder eenige conniventie, tegen de Schippers, Stuurlieden, Knegts der Schepen en Vaartuigen en Ligters, gelyk ook met de dood zullen worden geftraft alle die genen, die, zonder permisfi?, van of aan boord der Schepen, Ligters, of ook in de Plaatfen, tot de verluchting gefebikt, zullen zyn gekomen, of daarvan of uit zullen zyn gegaan; zullende in al hetgeen bier voor gemeld .is. de Schippers gehouden zyn voor bun Volk en voor de Pasfagiers te verantwoorden. 14. Wanneer op eenig Scbip, komende van eene befmette of fufpeets Plaats, één ol meer manfchappen aan de heerfebende befmetting laborerende worden gevonden, zullen, op hetzelve Scbip, alle mooglyke middelen in het werk gefield moeten worden ; ten ejnde de befmetting worde ten onder gebragt, en derzélver voortgang gefluit, daarin beftaande, dat in verfchillende gedeelten van bet Scbip, van tyd tot tyd de ontwikkeling van eenig gifweerend Gas, byzonder dat van Morvtav, worde in het werk gefield; dat daaglyks de gezonden een weinig Tinftuur van Kma en Elixer Vitrioli, in water of witte Wyn, worde toegediend, en voorts gezorgd voor gezond Vöedzel en zuiver Water; dat eindelyk de zoodanige, die verpligt zya, naby de Zieken te komen, fbetwelk echter, zoo veel men kan, vermyd moet worden) dorjr het voor de Net» en Mond honden van een Spons in Azyn geweekt, voor het inaiemen der befrnette lucht, zoo veel mooglyk worden beveiligd. , 15- Wanneer op het Scbip een Zieke aan de befmetting geftorven is, waarvan daadly'k zal moeten worden kennis gegeven, zal bet lyk, binnen zes uren, in nm weJgefloten kist over boord gezet worden, de hangmat, plunje, en al wat verder door den Lyder gebrnikt is, zal verbrand worden, zonder dat bet aan iemand, wie by ook zy, vry ftaa-t, ziel daarvan iets toeteéigenen, of hetzelve te ontvreemden, op ftraffe des do jds. 16. W-, meer, gedurende de reis , iemand der Scbeeps- Equipagie aan de befmetting geftorven is, of wanneer zich op hetzelve, gedurende de Quarantaine, de Ziekte openbaart, alsdan zal zoodanig Scbip, in allen opzichte, als befmet befchouwd en behandeld worden. 17. En zullen de Schepen, op welke de befmetting gebeersebt heeft, ook na dat dezelve ten eesenmale beeft opgehouden , niet worde* ontflagen uit de Quarantaine , dan na alvorens'op allerlei wyze gelucht, berookt en gezuiverd te zyn. 18. Ten einde bet een yder kenuelyk zy, welke goederen voer on* ongepermitteerd, of vatbaar, om de befmetting aantebrengen en voortteplanten, gehouden worden, wordt by dezen geftatueerd, dat als zoodanige zullen worden aangemerkt de navolgende: 1 Alle Katoenen , Linnen , Wollen , Lakens en andere zoogenaamde Manufacturen, s Alle foorten van bewerkte en onbewerkte Wollen, Garen, JHeanip, Kerneis-, Konyn- en ander Haair , 3 Alle bewerkte en onbewerkte Zyde, Drsadwcrk, dat op Zyde Draden gewerkt word, daar onder begrepen. 4 Alle gemaakte of ongemaakte Pelteryen. 5 Alle Zeildoek en Touwwerk, dat niet beteerd is. 6 Alle Huiden, Vellen, Leder, Haairen en Borftals , Matten en Kaarsfen. 7 Alle Tabak, in Rollen en Vaten. 8 De Cochenille; , alle levendige , laogbaairige en wollige Dieren , Pluimgevogelte, Vederen en Scbryfpennen; voorts 9 Alle Muntfpeciën, welke van verdagte of befrnette Plaatfen komen. 19. Daarentegen worden de navolgende Goederen als gepermitteerd befchouwd, als: j AHa Eet- en Drinkwaran , waaronder voornaamlyk het Gezouten en Gerookt Vleesch, dito Viscb, versfche en gedroogde Vauchten, als: Druiven, Kastanges, Vygen, Rozynen en Korenten; voorts alle foorten van Erwten en Boonen , Cacao , Chocolade , Citroen- en Cbina's-, Orange- en Curacao-Appeien, Kaas, Koffy enTbee, Ryst, Garst, en verder alle Granen, Wynen, Brandewynen, Rum, Arak, en alle Gedistilleerde en Gebrande Wateren, Honing, nienwe en geraffineerde Sniker. a Alle foorten van Droogeryen, Speceryen en zoogenaamde Kruideniers-Waren, als: Amandelen, Kaneel, Komyn, Foely, Saffraan, Peper, Pruimen, enz. 3 Alle de Basten , Wortelen en verdere Produ&en , die lis Geneesmiddelen gebruikt worden. 4 Alle Olyé'o en Traanen, die ia Flerfen, Kruiken «n Vaten geladen zyn. 5 Alle Verfftoffen en Lymea. 6 Alle foorten vin Zonten. 7 Alle Asfchea, Potascb, enz. . 8 Alle foorten Van Houten , als: Brsfille-, Palm-, Campecbehoat, enz. 9 Walviscbbaarden, Baleinen «n Olypbantstanden. 10 AI bet bewerkt Lantaarnhoorn, 11 Alle halve en beela Metalen , Ertfen enz. , uitgenomen de Muntfpeciën, welke van eene verdagte of befrnette Plaats komen. in Alle JÖiamawen en andere fyne en vaifebe Steenen; voorts Marmer, Zarken en andere Steenen; gelyk al het geheel «f gebroken Porcelein-, Glas- en Aardewerk. 13 AUe foorten van Meel, Styffel, Pek, Teer, Wasch, Zwavel, Zeep, Zwartzel. en eindelyk 14 Al bet Reuzel, Vet, Talk enz. ao. De Goederen, welke ln geene van balden de voors fgaandeArtykelen vermijd zyn, worden voor fufpect gehouden en behandeld, even gelyk de ongepermitteerde goederen. •1. Na bet eindigen der Quarantaine, en wanneer geene Prolongatie daarvan noodig geoordeeld Wordt, kunnen de Schippers, indien bunne lading of hetgeene daarvan, na losfing der ongepermitteerde goederen, als in Artykel ia is vermeld , en op bekomen fcbriftelyke permisfie, ten eenenmale beftaat uit gepermitteerde goederen, opztilen naar de plaats hunner desiinatie, of bunne ingeladen Goederen, met Ligters. derwaards opzenden ; met dien verftande echter, dat die Geederep, welke in zakken, ftroo, ftroomatten, korven, Udere a'skken, ctfcanen, papieren, «n defgeiyke geëmballeerd, gepakt, of daarmede omwooden zyn, van dette emballage ontbloot, en Biet anders dan in vaten of bontwerk, bebocrlyk gezuiverd, overgepakt zullen worden; zullende alle de bovengemelde emballage, benevens het d.artoe gediead hebbend touwwerk, worden verbrand.
22. Ingevalle er daadlyk befmetting op het Scbip beeft geheerscbt, en daarvan door ziekte of overiyden van één of meer der manfchappen gebleken is, zullen alie de in bet Schip zich bevindende ongepermitteerde goederen, oader behooriyke precautiën, op eene afgelegen plaats aan Wal gebragt, en aldair verbrand worden. 53. En ten einde voortekomen , dat eenige befmettelyke ziekte, op eene indirecte wyze, hi« te Lande wórde iagebragt, wordt hiermede verboden, aan alle Schippers, Stuurlieden, Ijootfen v Visfcbers, en alle andere, in Zee eenige Perfonen of Goederen, in bare Schepen of Vaartuigen , hoe ook genaamd , .overtenemen, uit Schepen , komende van be- Tntctte of fufpe&e Landen of Plaatfen, en dezelve binnen deze Republyk intehrengen , opftraffe van confiscatie der Schepen, Vaartuigen en Goederen , en ftrafL des doods tegen de Contraventeur».
24. Het zuivere provenu der confiscatiSn - profluè'rende uit contraventiSn tegen het by dit Placaat geftatuëerde, zal tusfchen den Aanbrenger en den Officier, die de calaage zal doen, elk voor de hrlfte worden verdeeld,
En zal E.ttra