MONCHEN, ll Sept. Het Internationaal Vredescongres heeft, na langdurige beraadslaging, besloten aan de Haagsche Vredesconferentie een schrijven te zenden waarin als einddoel der conferentie wordt aangewezen het vervangen van den oorlog door blijvende verplichte scheidsgerechten en niet het reglementeeren van den oorlog. In het schrijven wordt verder de wensch geuit, dat een permanent algemeen comité van alle mogendheden te 's-Gravenhage zal worden gevestigd om verdere beraadslagingen over den Vrede voor te bereiden.
PARUS, 11 Sept. Bene mededeeling van Eiavas zegt: „Verscheidene bladen bevatten telegrammen uit Casablanca, waarin werd be"Weerd, dat aan Generaal Drude last zou zijn gegeven •verdedigendeTwijz© te werk te gaan. Wij kunnen verklaren, dat de Begeering integendeel aan Generaal Drude last gaf, aanvallend op te treden, maar zonder bepaalde aanwijzingen daaromtrent." Minister Clemenceau heeft, desgevraagd, de toededeeling van Havas bevestigd. HANGOÉ, (Finland), 12 Sept. (Tel.-Ag.). Eet Keizerlijke jacht „Standart" is gistermiddag om hali'vijf bij ."Horsoe, niet ver van Hangoe, op een rots onder water gestooten. Er begaf zjeh een stoom-reddingboot uit Reval maar de plaats van het ongeval; voorts walen daar zeven torpedobooten, welke het Keiserlijk jacht begeleidden. Tsaar N; colaas en de Keizerlijke familie bleiven aan boord van de „Standart". BISJINEP, 12 Sept. De buitenslands verspreide geruchten omtrent een „pogrom" (geïwelddadigheden tegen Israëlieten) alhier zijn geheel en al ongegrond. Er. heerscht; volkomen rust..
(Zie verder Laatste Berichten Buitenland.)
"Tweede Blad. TELEGRAMMEN. (REUTER's AGENTSCHAP).". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/09/13 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164306:mpeg21:p005
"Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/09/13 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164306:mpeg21:p005
Het blijvend gedeelte bij de' besteden wapens. — Het wetsontwerp tot wijziging der oorlogs'begrooting deed de N. Rott. Ct. bovenge- Sooemd onderwerp nogmaals onder de oogen zien. Wordt het ontwerp aangenomen, dan Voorziet het blad de volgende bezwaren. De cavalerie zal tot dekking der mobilisatie len handhaving der openbare orde- niet kunnen meewerken. Militiekador kon niet. gevormd, oefeningen niet gehouden, aan de eischen van den dienst niet behoorlijk voldaan worden. De geheele lichting twee jaar onder de wapenen houden is onvermijdelijk, tot het tekort aan vrijwilligers zal zijn aangezuiverd. Opkomst in October verdient de voorkeur boven opkomst in 't voorjaar; de zomermaanden blijven dan geheel beschikbaar voor terreiinoefë-
toingen. Van de rijdende artillerie geldt hetzelfde hls van de cavalerie.
Wat de veld-artillerie aangaat is 't iets an- Bers. Met spoedige mobilisatie en handhar ving der openbare orde heeft zij nico te maken. De eischen van den dienst maken behoud van het blijvend gedeelte onnoodig, mits de opleiding gesplitst worde in die van kanonniers ten die van stukrijders. Bij aanneming van het wetsontwerp krijgt! men onvoldoend geoefende manschappen, geen of weinig bruikbaar ndlitiekader, gebrekkig afgerichte paarden, onvoldoend onderhouden materieel ,— kortom, onvoldoend rendement van onzen uitmuntenden vuurmond, indien hij' (noest worden gebruikt. . Staatsexploitatie déï Spoorwegen. — Aanvangend met de opmerking: „de Hollandsche molens malen langzaam", herinnert het Ut rechtsch Db ld., dat de actie voor staatsexploitatie, begonnen met eon artikel van Prof. Treub in do „Vragen des Tijds", thans leeds tien jaar aan den gang is. Na die tienjarige actie to hebben overzien, schrijft het .Utrechtsen, orgaan: Laten we dus nog alle hoop niet laten varen, zoolang die spreuk nog niet ter poort© van het Binnenhof geschreven staat. Het Utr. Dbl. haalt enkele uitspraken van gezaghebbende mannen op. Ten gunste van staatsexploitatie schreef in 1859 Van Hall (die reeds in 1845, vergeefs', |de invoering beproefd had): „Hoogst gevaarlijk is het, vooral in een land Van geringen omvang, een net van spoorwegen aan bijzondere personen te gunnen. Men geeft hun zoodoende het monopolie van de middelen van vervoer. En vooral is het gevaarlijk, :omdat daardoor meestal -vreemdelingen een grooten invloed öp de binnenlaindsche comimunicatie kunnen oefenen."
•. En wijlen Minister G-odefroi voerde aan: 1 „Spoorwegexploitatie is monopolie in tweeërlei zin: vooreerst in dien zin, dat op den .aangelegden spoorweg slechts ééne onderneming mogelijk is; ten tweede in dezen zin, dat de ¦spoorwegonderneming in de richting van hare ¦exploitatie alle andere vervoermiddelen doodt." Hij zou dus geneigd zijn het ©en- axioma te inoemen „dat spoorweg-exploitatie een onder- Iwerp van Staatszorg moet zijn. Bij den Staat is het publiek belang op den voorgrond geplaatst, bij particulieren het eigenbelang." Van een ander gevoelen was Thorbeeke '(1863). Volgens zijn schatting kon „geen ijver en geen bekwaamheid van publieke ambtenaren evenaren hetgeen particulieren in exploitatie vermogen". „Het eigenbelang" achtte hij „den sterksten hefboom tot verbetering ,van den dienst met de minste kosten en tot [vermeerdering van de opbrengst." En het alallexliefst zou hij zien particuliere exploitatie „uit eene hand." . , Aan het slot herinnert het Utr. Dagbl. i— met de woorden van de „Soc.-Technische Vereeniging van democratische ingenieurs en Bj-chitecten" — aan het volgende feit: J Jfi 189Q da SÈaftt, de, Ne& Ehgn-SpoflEwegmaatschappij, waarin een groot deel Engelsch kapitaal was gestoken, overnam voor ruim 13 millioen gulden, had deze jaren lang op te hoogo uitkeeringen geteerd en dus te weinig afgeschreven, zoodat de toestand van weg en werken alles te wenschen overliet en het rollende materiaal verouderd was en in vele opzehten gebrekkig."
Na vermelding van dit feit eindigt het blad met spottende toespeling op de bovenaangehaalde stellingen van Thorbeeke:
't Kan zijn, dat het „eigenbelang" tot éen streven om „de minst mogelijke kosten" te maken, had geleid. Dat het een „machtige hefboom tot verbetering van den dienst" was gebleken, valt uit dit resultaat moeilijk af te leiden.
"PERS-OVERZICHT. De Politiek van den Dag.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/09/13 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164306:mpeg21:p005
Deze hoogst belangrijke industrieele inrichting, met hare groote scheepswerven, ketelmakexijen en andere werkplaatsen, verdjent ongetwijfeld ten volle de oer van een Koninklijk bezoek. Dg wolvaart en de bloei van Vlissingen zijn ton nauwste verbonden met deze fabriek, die tot de best ingerichte van ons land behoort.
Langs de haven, ,waar een heele flottielje van vroolijk gepavoiseerde loodsvaartuigen lag, werd de ingang van het uitgestrekte fabrieksterrein bereikt, waar, ter eere van het hoog bezoek, een eerepoort was opgericht. Hier werden de Hooge Gasten ontvangen door den Heer Arie Smit, president-commissaris, en den Heer Jos. van Raalte, directeur der Maatschappij «De Schelde». Het jongste dochtertje van den hoofdingenieur der fabriek, den Heer W. H. Martin, bood aan H. M. een bouquet aan. Langs een breed plankier begaf het Vorstelijk Gezelschap zich naar het mail-stoomschip »Kawi«, van den Rotterdamschen Lloyd, dat met zijn geweldigen wit geschilderden scheepsromp, die boven alles uitsteekt, hier de geheele omgeving overheerscht. Aan boord van dit schip geschiedde de officieele begroeting.
Door de goedgunstige beschikking van den Rotterd. Lloyd is het schip nog eenigen tijd onder hoede van «De Schelde» gelaten, om er H. M. en den Prins op te kunnen ontvangen en een bewijs te kunnen geven van de vorderingen onzer scheepsbouw-nij verheid. Een prachtig vaartuig deze mailstoomer, het dertiende schip, dat door de Maatschij. «De Schelde« voor den Rotterdamschen Lloyd, ten behoeve van haar maildienst op Ned.-Indië is gebouwd. Het heeft een lengte van ruim 400 voet en een laadvermogen van 4250 ton. Het is ingericht met alle comfort en weelde van een modernen Ocaaanstoomer en bevat een vijftigtal één- en tweepersoons hutten voor 73 eerste klasse passagiers. Op het promenade-dek, dat een lengte van 96 voet heeft, zijn het damessalon en de rookkamer, die beide in modernen stijl betimmerd zijn. Het damessalon is uitgevoerd in blank eikenhout, met rijk beschilderde paneelen. Behalve de in compartimenten verdeelde hoekjes met divans en fauteuils, met lichtblauw velours bekleed, vindt men hier gemakkelijke schrijftafels en een keurige piano. De rookkamer is uitgevoerd in oud eikenhout en versierd met paneelen van ingelegd hout en tegels van Rozen burgsch aardewerk. De gemakkelijke divans en luie-stoelen geven aan dit behagelijk vertrek iets zeer gezelligs. De ontvangst aan boord van dit trotsche vaartig, dat binnen weinige dagen zijn eerste reis naar onze overzeesche bezittingen zal maken, geschiedde in den grooten eetsalon, een ruime zaal, betimmerd in blank eikenhout en versierd met Rosenburg-tegels.
In deze zaal, waar in de hoeken fraaie plantendécoraties waren aangebracht, werden de Vorstelijke Personen door een talrijk gezelschap opgewacht, de commissarissen, de-directie en de hoofdambtenaren. Achtereenvolgens werden hier aan Hare Majesteit en Z. K. H. voorgesteld de heeren Jan Smit V, scheepsbouwmeester te Kinderdijk, Mr. F. J. Sprenger, C. R. O. Wibaut, Mr. F- S. van Nierop, dir. der Asd. Bank en B. E. Ruys, dir. van den Rott. Lloyd, allen commissarissen, Jos. van Raalte, directeur van «De Schelde», Mr. J. Smit Azn., adjunct-directeur, W. H. Martin, hoofdingenieur, J. Janssen Jr., chef der afd. scheepsbouw, W. B. Fulton, chef der teekenkamer, L. J. K. vau Waveren, I. A. G. Job, H. J. van Poelvoerde en W. G. Beker, allen hoofdambtenaren.
De president-commissaris, de Heer Arie Smit, sprak de Vorstelijke Gasten toe met eene rede, waarin hij er aan herinnerde, hoe wijlen Koning Willem 111 bij zijn bezoek aan Vlissingen in 1873 den wensch uitsprak, dat hier de oude verlaten marinewerf weer in gebruik zou worden gesteld en dat hier een groote scheepsbouwinrichting tot stand zou worden gebracht, en hoe aan spreker door Z. M. de taak werd opgedragen om, in overleg met wijlen den hoofdingenieur Dr. B. J. Tideman, dezen Koninklijken wensch te verwezenlijken. Met steun van Regeering en Volksvertegenwoordiging kwam een overeenkomst tot stand, waarbij de voormalige marinewerf in erfpacht werd afgestaan. De uitvoering van dit erfpacht-contract werd aan de door spr. opgerichte Maatsch. «De Schelde* overgedragen, die, met het praedicaat van «Koninklijke» vereerd, is opgegroeid tot eeo der belangrijkste instellingen op scheepsbouwgebied in ons land, waar de grootste schepen voor zeemacht en koopvaardij zijn gebouwd. Bij het aanschouwen van deze nieuw gebouwde mailboot vervult spreker de dankbare gedachte, dat de wensch, door wijlen onzen Koning geuit, ten volle in vervulling is gekomen. Spreker gaf voorts uiting aan zijn voldoening dat hij thans hier Hare Majesteit en den Prins der Nederlanden mocht ontvangen, een gebeurtenis, die onafscheidelijk zal zijn van de herinnering aan zijn 32-jarigen arbeid, en hij voegde daaraan toe, dat met hem thans ook nog de directeur en de beide hoofdingenieurs al dien tijd onafgebroken in dienst van de Maatschappij zijn werkzaam geweest. Aan het slot van zijn rede bood de Heer Arie Smit aan H.. M. ten geschenke aan een model van de eerste onderzeesche torpedoboot der Nederlandsche marine, die op de werf «De Schelde« werd gebouwd en in de marinedirectie te Den Helder dienst doet. 't Is een keurig bewerkt model, groen en wit geschilderd en tot in de kleinste bijzonderheden een nauwkeurige afbeelding van het vaartuig. De directeur, de Heer Jos van Raalte, bood H. M. een rijk bewerkt album in rood marokijnen band met massief gouden hoeken aau. Dit album, waarvan slechts één exemplaar gedrukt is, bevat een menigte illustraties van de terreinen en de gebouwde schepen en de geschiedenis van de Maatsch. «De Schelde», die tevens in zekeren zin de geschiedenis is van den bloei van de gemeente Vlissingen der laatste kwart eeuw. Na de aanbieding dezer geschenken, die met ingenomenheid en belangstelling door H. M. werden aanvaard, werden de hierboven genoemde heeren aan de Vorstelijke personen voorgesteld. Hierna ving de rondwandeling aan over de terreinen en door de werkplaatsen. Langs dezen weg was een pad van wit rivierzand gemaakt, dat niet stuift en dus een voortreffelijk wandelpad vormt. Het eerst werd gepasseerd het kantoorgebouw, waar de ambtenaren der administratie en van de teekenbureaux stonden opgesteld, en daarna de ketelmakerij, een enorme hal, zoo groot als de kap van een aanzienlijk spoorwegstation. Het werkvolk was er aanwezig, maar de dreunende hamerslagen, die anders in deze hal met zoon geweldig geluid daveren, rustten thans en de werklieden stonden langs den weg geschaard, dien de Koninklijke stoet volgde. Door de machinefabriek en de bankwerkerij werd de wandeling voortgezet. De werktuigen waren er alle in beweging en de werklieden, voor zoover zij niet bij de werktuigen behoorden, stonden rechts van den weg opgesteld. Na het verlaten van de machinefabriek voerde de weg naar de scheepshellingen, onder de beide in aanbouw zijnde groote schepen door, de «Tabanan» van den Lloyd en de »Sumatra«, een vrachtboot voor de Maatschappij «Nederland*. Door de smederij, waar de groqte vuren hoog oplaaiden, de omgeving verlichtend met een phantastischen gloed, werd de tweede scheepsbouwwerkplaats gepasseerd, een breede, reusachtige hal, waar de arbeiders stonden uit de verschillende werkplaatsen, welke ba dit vluchtig bezoek niet bezocht konden worden, maar die thans in de gelegenheid werden gesteld de Koningin en den Prins te zien. Trouwens, het heele bezoek aan de inrichting droeg niet zoozeer het karakter van een bezichtiging der technische bijzonderheden, dan wel een meer algemeen bezoek om een indruk te krijgen van het geheel, van de uitgestrektheid der werkplaatsen en de talrijkheid van het arbeiderspersoneel. Over een houten brug wandelde het Vorstelijk gezelschap achter de op stapel staande schepen langs, en even werd hier getoefd om de beide enorme 40 Meter hooge draaiende torenkranen te zien werken. Een interessant gezicht had men hier ook op het in aanbouw zijnde schip «Tabanan», dat met zijn ijzeren spanten geheel open lag, zoodat men zich een goed denkbeeld kon vormen van de wijze waarop zulk een schip wordt gebouwd. In de spantenbuigerij werd vervolgens nog getoond hoe het buigen van in de gasovens gloeiend gemaakte spanten geschiedt. Na het verlaten dezer werkplaats passeerden de Vorstelijke personen langs een houten brug, waar ter rechterzijde de romp van de Ka w i huizenhoog bovenuit stak, de gedeeltelijk gesloopte kappen, die nog dateeren van de voormalige Marinewerf. Daar stond het op de hellende vloeren vol met de werklieden. Want nu de Koningin en de Prins langzamerhand zich gereed maakten om het terrein te verlaten, waren zij uit de verschillende werkplaatsen hierheen geloopen, om hun geliefde Koningin en Haren Gemaal nog eenmaal te zien en met hartelijkheid toe te juichen. Een deputatie nit de werklieden, bestaande uit J. D. Fregeres, J. Ph. Scheer en Q. J. Bijlaardt, naderde hier eerbiedig het Vorstelijk Paar, en uit naam der werklieden werd hier aan H. M. een bloemruiker aangeboden, die met groote minzaamheid door de Vorstin werd aanvaard.
De Koningin en de Prins namen vervolgens afscheid van de hun begeleidende heeren, den president-commissaris en den directeur, met de verzekering van hun groote ingenomenheid met hetgeen men hier had gezien. Daarop verliet het Vorstelijk gezelschap de fabriek, bij herhaling toegejuicht door de honderden werklieden, die daar waren saamgestroomd. En uit de hartelijkheid van het gejuich kon men voelen, als men het nog niet wist, wat een echte oranjeklanten 't hier zijn.
"KON. MAATSCHAPPIJ „SCHELDS"". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/09/13 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164306:mpeg21:p005
Na het verlaten van «De Scheldet wordt een bezoek gebracht aan het Stadhuis te Vlissingen, een deftig ouderwetsch heerenhuis uit het midden van de 18e eeuw, waar de Koningin en de Prins in de vestibule worden ontvangen en waar een dochtertje van den Wethouder Van Nifterik den welkomstruiker biedt.
In de Raadzaal, prijkende met eenige schilderijen van zeeslagen, worden de leden van den Gemeenteraad voorgesteld en houdt de Burgemeester, Jhr. Mr. A. A. van Doorn van Koudekerke, een rede.
"BEZOEK AAN HET RAADHUIS.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/09/13 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164306:mpeg21:p005
De vergadering van het engere comité der acht earste-gedelegeerden ter Vredes-Conferentiev ter voorbereiding van de regeling van. het Permanente Hof van, Arbitrage, welke Woensdag taa. gehouden, worden, is niet doorgegaan, wegens de afwezigheid voor enkele dagen van de heeren Bourgeois en ManscnaJl. |
"BINNENLANDSCH NIEUWS. — 12 September. — Vredes-Conterentie.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/09/13 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164306:mpeg21:p005
In de Woensdag gehouden opeahan» vergadering van de Afd. voor de geschillen van bestuur werd mededeeling gedaan van 21 Koninklijk» besluiten betreffende vroeger behandelde zaken- Veertien, daarvan betroffen aanvragen om pensioen van bij zondere onderwijzers, in all» wedke zaken de pensioenen werden vastgesteld met afwijking van de adviezen van den Pensioeincaad, overeenkomstig dt» reed 3 vroeger medegedeoldo Koninklijke beslissing, waarbij werd overwogen, dat niet met den Pensioemraad kon worden aangeno- | men, dat bij de berekening vaa het pensioen ook over het aan 1 Januari 1906 voorafgegane tijdvak der laatste vijf dienstjaren de pensioengronoslag zon moeten gelden, welke alleen over den sinds: dien datum volbrachten diensttijd is vastgesteld, en dat met betrekking tot de aan 1 Jan. 1906 voorafgegane jaren daarvoor moet worden aajngenomen, hetgeen toen door de belanghebbenden ge-; regeld jaarlijks werkelijk is; genoten. Op eea beroep vaa J. Ii Persoon ca» anderen,; hoofden van of onderwijzers van bijstand aan openbare lagere scholen te Weert, tegen een besluilj van Gedep. Staten van Limburg, waarbij is goedgekeurd de verordening, regelende de jaarwedden enz. van het onder wij zend personeel aan de openbare lagere soholen in die gemeente, is die verordening vastgesteld met een tweetal wijzigingen- Uit overweging dat gebleken is, dat de levensstandaard te Weert zoodanig is, dat de aanvangsjaarwedde van den onderwijzer van bijfctand bij de school in de kom der gemeente hooger moet zijn dan het wettelijk minimum, is die jaarwedde met f5O verhoogd. Voorts is beslist, dat t niet billijk is, in geval van ongesteldheid van een onderwijzer reeds bij eene ziekte van langer dan drie maanden een gedeelte zijner jaarwedde in te houden; en, dat '6 aan den anderen kant ook niet wenschelijk is de gemeentebesturen te verplichten gedurende langer dan een half jaar een onderwijzer, die niet in staat is de diensten to bewijzen, waartoe hij: is benoemd, niettemin de geheele jaarwedde uit te betalen. lm verband hiermede is bepaald, dat in het geval van ziekte de jaarwedde gedurende het eerste halfjaar geheel, gedurende het tweede halfjaar voor de helft uitbetaald wordt en daarna geheel zal stilstaan.
Ongegrond verklaard is het beroep op de Kroon van Burg. en Weth. van Zutphen tegen het besluit van Gedep. Staten van Gelderland, waarbij goedkeuriag is onthouden aan de begrooting dier gemeente voor 1907, met betrekking tot de traktementen van dan auditeur en den waarnemend luitenant-k wartiermeesteS ders c hit ter ij.
"Baad van State.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/09/13 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164306:mpeg21:p005
(Particuliere Correspondentie). (Vervolg van bh. 1).
Na den zang kwam. er een alleraardigst nummer van het feestprogramma, de Js:lepper mar sch, of, „marcia castagnole", gelijk de meer Zbndagsch© benaming luidt voor deze origineele uitvoering. Ongeveer duizend, schoolkinderen, jongens en meisjes, deden er aan mee. Dagen en weken iang hadden zij al geoefend. Overal kwam men klepperend© jongens of meisjes tegen in do dagen, die aan hot Koninklijk bezoek voorafgingen en nu mochten zij dan eindelijk Imn uitvoering geven. Mooi gelijk ging het, in marsehtempo, op de maat van de muziek van het stedelijk korps. Een opgewekt geluid al die kleppers, zoo goed in de maat, de herinnering wekkend aan da onbezorgde schooljaren, toen een paar mooie kleppers van hard eikenhout zoon begeerenswaardig goed waren. Nauwelijks was de kleppermuziek uit en hadden de Koningin en de Prins zich weer van het open venster teruggetrokken, of de rijtuigen reden reeds weder voor, waarmede het Vorstelijk Gezelschap zich naar Vlissingen zou begeven.
"Koninklijk Bezoek aan Zeeland.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/09/13 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164306:mpeg21:p005
De stoet had' dezelfde samenstelling' als bij dien intocht en ook nu was de bevolking saamgestroomd om het Vorstelijk paar met warmte en hartelijkheid toe te juichen. Aan de grens van de stad, in 't Zand, ging 'teen kleurrijke ©erepoort onderdoor en dan den mooien weg op naar het dorp Koudekerke. Dezo weg voert langs fraaie buitenverblijven, welke Walclueren zoo terecht den naam van „tuin van Zeeland" doen verdienen. Eerst het buitenverblijf Toorenvliedt, van Middelburgs burgemeester. Het statige inrijhek met zijn beelden, het heerenhuis met toren geven een indruk van Hollandsche deftigheid en degelijkheid; dan volgen aan den breeden, met fraai opgaand hout beplanten weg de buitens Vijvervreugd, het Slot Ter Hooge, Steenhoeve, Der Roede en Moesbosoh., Vooral het uitgestrekte landgoed Ter Kooge, gesticht door een der edelen uit het geslacht der Van Borsetens, thans bewoond door Graaf Vaji Lynden, maakt een waarlijk Vorstelijken indruk.
Koudokerke zelf met zijn vredig kerkje en spits klokketprentje is een mooi en vriendelijk dorp. Het gezicht met de blonde duinenreeks op den achtergrond is al heel bekoorlijk. Te Koiudekerke hield de stoet even stil en naderde de burgemeester het Koninklijk rijtuig om de Vorstin ©n den Prins namens de bevolking welkom te heeten en hun de verzekering te geven op hoe hoogen prijs de gemeentenaren de eer van dit Koninklijk bezoek stellen. Dat bleek trouwens reeds uit don feesttooi van dit lief. gelegen dorp. Voorbij Koudokerke is het uitzicht wijder. Welk eene bekoring gaat er uit van het open landschap van Zeeland, de weilanden breed gespreid met hun grazige vlakten. Dit is wel het land van de verre uitzichten pver land en water. Een eindeloos perspectief wijst de dorpjes aan en de steden, en zoo ver het oog, reikt komen zij in het gezicht mej< hun mozaïek van roode en grijze daken en hun torenspitsen. Aan de grens van Vlissingen had de Burgemeester, Jhr. Mr. A. A. van. Doorn van Koudekorke, de Vorstelijke Gasten op. het gebied zijner gemeente verwelkomd. Bij den ingang van de stad, in de Badhuisstnaat, was eon eerepoort opgericht en niet ver van daar hield het Koninklijk rijtuig even stil voor het Burger Weeshuis, waar de weezen langs den weg geschaard stonden en waar een der weesjes, Clara van der Ploeg, een welkomstruiker aanbood. Ook langs den verderen weg stond het volk in dichte rijen te juichen en maakte ook hier den intocht in de feestelijk bevlagde stad tot een waren triomftocht. Het hoofddoel van het bezoek aan Vlissingen was de bezichtiging van de werkplaatsen der i
"RIJTOER NAAR VLISSINGEK.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/09/13 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164306:mpeg21:p005