Zitting van Woensdag 30 October, 's avonds 8 «ur. Voorzitter: De Wethouder Mr. Th. Heemskerk. Na heropening ¦ van de des middags geschorste zitting wordt de behandeling voortgezet van de Oeoieeiitebe^rootiiig voor 1908, geraamd op ƒ 31.374.828. Voortgegaan wordt met de behandeling van het
Het nieuws van den dag : kleine courant
- 01-11-1907
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Het nieuws van den dag : kleine courant
- Datum
- 01-11-1907
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Steendrukkerij Roeloffzen en Hübner;NV De Kleine Courant
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 83249562X
- Verschijningsperiode
- 1870-1923
- Periode gedigitaliseerd
- 1870 t/m 1914
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- KB C 226
- Nummer
- 11611
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Advertentie
Voorbereidend Onderwijs.
De Heer Röelt, hoewel meer gevoelende voor het bijzonder voorbereidend onderwijs dan de Heer De Vries wellicht zal verwachten, kan met diens amendement niet medègaan, nu uit de mcd deeiingen van B. en W. gebleken is, dat men niet weet welke ver strekkende financieele gevolgen deze amendementen zullen hebben.
Üe Heer De Vries vreest voor de concurrentie; indien goede bijzondere scholen dientengevolge niet zouden kunnen, blijven bestaan, zal spr. bereid gevonden worden tot verhoogde subsidie mede te werken. De Heer Vliegen zegt, dat de Heer De Vries niet mag eischen, dat men zal ingaan op de vage toezeggingen, welke hij gedaan heeft; op de conoessies, welke hij aan zijn voorstellen heeft verbonden, concessies welke men echter in de amendementen niet terugvindt.
Spr. is niet in strijd gekomen met de beginselen, neergelegd in de meerbesproken Groninger motie. Hij ontkent, dat er in zijn tegenstemmen iets anders zou schuilen dan het werkelijk is, nl. angst voor de goede opvoeding van het kind. Wat zou dan de reden van het tegenstemmen moeten zgn. Immers geen angst voor het bijzonder onderwijs, want hg is niet bang voor het anti-socialistisch serum, waarmede men de kinderen van vier jaar wil inenten. Evenmin «pour les beaux yeuxa der liberalen, want spr. vindt liet wel eens aardig de liberalen ecu loer te draaien En ook niet om propagandistische redenen is spr. tegen meerderen steun aan bet voon iereidend onderwijs, want tegenover de kerkelijke arbeiders ware het een uitnemende propaganda geweest als spr. en de zijnen vóór de amendementen hadden gestemd. Met de amendementen van dea Heer Ue Vries kan spr. niet meegaan, omdat die z.i. met in 't belang van hut kind zijn. Het gescharrel met tweeërlei subsidie maakt de zaak voor spr. met acceptabel. De Heer De Vries zegt. dat de socialisten wel blij zijn dat ze zich op de Groninger motie kunnen beroepen. 'Gdach). Toen spr. den Heer Vliegen lof toez waaide voor zij u sympathieken toon is dezen de schrik om het hart geslagen. De Heer Loopuit: «Lof toezwaaien moet ge nooit te vroeg doen!» De Heer De Vries, vervolgende, zegt, dat dit blijkt en dat hij in dèn vervolge met deze ervaring zal rekening houden. Spr. zal zooveel mogelijk voldoen aan de door hem gedane toezeggingen. Om zooveel mogelijk te voldaan aan de wenschen voor een betere rechtspositie van de onderwijzeressen wil spr. aan zijn amendement toevoegen, dat bij ongevraagd ontslag hooger beroep mogelijk zal zijn bij een commissie, volgens regelen door B. ca W. te stellen.
in het tweede amendement wil spr. in plaats van »toegekend« voor salarissen stollen uuitgekurr i«, opdat, de salarissen werkelijk worden uitbetaald. Verder zegt spr. genoegen te kunnen nemen met een inkrimping van den termijn van 10 jaren voor scholen die nog niet aan de voorwaarden van de verordening voldoen. Spr. zou met een termrjn van 5 jaren, binnen welken de scholen aan de vereischten moeten voldoen om dan voor eeo verhoogde subsidie in aanmerking te komen, kunnen meegaan. Spr. zegt, dat door zijn amendeuieuteu een toestand geboren wordt waarbij door de meerderheid geen conscieutiedwang zal worden uitgeoefend.
De Heer De Sauvage Noüing zegt geeu concurrentie te willen van de openbare met de kerkelijke scholen. Spr. zou het betreuren; indien kinderen op de openbare school gingen, terwijl hun ouders liever kerkelijk voorbereidend onderwijs zouden gegeven wilieu zien. Tegeu subsidie vau soholen voor 3-jarige kiuderen, gelijk de Heer Ue Vries wenscht, heeft spr bezwaar. JSloguaaals wijst spr. er op, dat B. Eu W. een aanmerkelijk hoofere subsidie voorstellen dan Rotterdam en 's-Gravenhage geven. Spr. had dan ook eigenlijk een woord van dank verwacht, nu B. Eu VV. meer voor het bijzonder voorbereidend onderwijs willen doen dan het geval is in beide genoemde steden, waar de geestverwanten van den Heer Ie Vries genoegen hebben genomen met een aanmerkelijk lagere bijdrage. Principieel staan B. en VV. op dit standpunt, dat, als het kan, ecu hoogere subsidie wordt verleend en zelfs het stelsel van den Heer De Vries door B. en W. wordt voorbestaan. De Heer Van den Bergh zegt, dat hij is een voorstander van pacificatie. Waar het cm principe geldt zou hij gaarne de tegenpartij zijn tegemoet gekomen. Voor spr. is echter in dit heele debat niets principieels. Het gaat over een cijfer, over wat meer of wat minder.
De heele quaestie waar de heeren elkaar over in 't haar vliegen komt neer op meer subsidie. Waar de Heer De Vries zooveel hoogere subsidies vraagt, had hij echter beter waarborgen voor de deugdelijkheid van het bijzonder onderwijs moeten geven. De Heer De Vries stelt zulke hooge subsidies voor, dat daarmede winst gemaakt kan worden en daJft:-door is zijn voorstel voor spr. veroordeeld. De heele regeling is een voorloopige; een definitieve regeling als de Heer De Vries wenscht, is thaus niet gewenscht. Het zal thaus voorzichtiger zijn, het voorstel van B. eh W. te aanvaardeu, dat subsidies voorstelt, hooger dan in andere steden. Het financieel argument weegt mede zwaar. Deze begrooting is al met zooveel moeite sluitend gemaakt. Sedert is er in ons land zooveel gebeurd; er zijn millioenen verloren, zoodat het zeer de vraag is, of op een volgende begrooting de inkomsten niet belangrijk lager zuilen geraamd moeten worden dan than3.
De Heer Keielaar zegt, dat de behandeling van de voordracht, door de voorstellen van den Heef De Vries, zulk een Verward karakter begint te dragen; men wordt nu in eens voor gewijzigde amendementen geplaatst waarvan ds Raad moeielijk de beteekenis kan overzien. Spr. acht dit niet ecu goede behandeling van een verordening welke jaren gelden moet. Bovendien weet men niet welke geldelijke gevolgen de voorstellen van den Heer De Vries voer de gemeentekas zullen hebben.
De Heer Sutorius zegt, dat de Heer v. d. Bergh gesproken heeft van «tegenpartij». Spr. heeft altijd gemeend dat voorstanders van openbaar en bijzonder onderwijs bondgenooten zijn bij het regelen van goed onderwijs en vond daarom dit woord niet aangenaam. Men heeft hier te doen met een onderdeel van het onderwijs. Het is het begin van het lager onderwijs, evenals het herhalingsonderwijs het einde daarvan is. Dit laatste laat men in hoofdzaak over aan het particulier initiatief. Spr. vraagt, welke reden er is, het ander onderdeel, het voorbereidend onderwijs, geheel te onttrekken aan bet particulier initiatief. (Geroep van neen.) Spr , vervolgende, zegt, dat dit toch door de voorgestelde verordening geschieden zal. Spr. verklaart zich tegen de voordracht van B. en W. en »eeft er de voorkeur aan, het voorbereidend onderwijs aan het particulier initiatief over te laten, met subsidie van de Gemeente. Het openbaar onderwijs is niet zoo schitterend, dat het verlangen gewettigd is om het voorbereidend onderwijs geheel van Gemeentewege te regelen. De Heer De Vries ontkent, dat door het heffen van hoog schoolgeld de bijzondere scholen maar aanstonds een winstgevend bedrijf zouden opleveren. De bijzondere scholen zijn wel genoodzaakt ecu hooger schoolgeld te heffen dan de opeubare, als bij de lao-e subsidies door de Gemeente te verleenen de concurrentie anders te zwaar wordt. De Wethouder heeft zich beroepen op Rotterdam en Dea Haag, maar spr. kan mededeelen, dat de Heer De Wilde, te 's-Gravenhage, sprekers geestverwant, niet zoo tevreden was met de mindere subsidie aldaar. Maar afgescheiden daarvan zou 't voor Amsterdam zoon schande niet zijn om nu eens een rechtvaardige re°'elina' te maken. De begrooting zou er onder lijden, zegt men, maar nu gaat het toch niet aan te zeggen, dat daarom aan de Gemeentescholen alles maar gegeven moet worden en dat de bijzondere bijna niets krijgen. Spr. is bereid het leerplan voor de bijzondere scholen ter goedkeuring aan B. en W. over te leggen, ofschoon hg' het belang er van niet inziet, omdat zoon leerplan voor een bewaarschool niet zooveel om het lqf kan hebben. Meer waarborgen voor de deugdelijkheid van het bijzonder onderwijs dau spr. in zijn amendementen voorstelt, zal men niet in de verordening kunnen neerleggen, overigens meent spr. de bezwaren zijner tegenstanders te hebben weerlegd, en door de wijzigingen zijner amendementen aan de geopperde wenschen te zijn tegemoet gekomen. Ten aanzien van de opmerking des heeren Vanden Bergh, dat 't hier maar de quaestie zou zijn van een beetje meer subsidie en dat er van een principieele quaestie geen sprake zou zijn. zegt spr., dat er geeu andere vorm voor rechtsgelijkheid vau bijzondere en ooenbare scholen is, dan de eisch en de mate van subsidie.
't Is dus wel degelijk een principieele quaestie en niet ecu quaestie van dubbeltjes. De opmerking daarover van den Heer van den Bergh noemt spr. beneden de waardigheid van het college van S. en W. Üe Heer Sterck acht de door den Heer De Vries gevraagde subsidies te hoog en dezen in overweging zi|n amendementen op art. 10 in te trekken. De Heer Smit protesteert er tegen, dat de Heer Sterck va de langdurige discussies nu pas vlak vóór de stemming aan komt met zijn bezwaren. Het amendement-De Vries (subsidies van ƒ 800 voor het hoofd, f 400 voor ouderwijzers en f 100 voor Helpsters) wordt verworpen met 23 tegen 17stemmen. Aangenomen is hot artikel zooals B en W. hadden voorgesteld, om het bedrag der subsidies vast te stellen als volgt: a voor elk hoofd eener school vau 240 of minder leerlingen ƒ 3io's jaars, voor idem van meer dan 210 leerlingen / 360's jaars ; 6 voor elke blj de verordening geëisehte onderwijzeres /180 'sjaars en voor elke door de verordening geëisehte helpster ƒ45. De lieer üe Vries had nog voorgesteld, om bij het verleenen van subsidie ook rekening te houden met leerlingen van 3-jangen leeftijd. Dit amendement wordt verworpen met 24 tegen 14 stemmen.
Bij art. 14, bepalende den termijn binnen welken, om een subsidie te verkrrigeo, aan de gestelde voorwaarden moet worden voldaan, stelt de Heer Ketelaar voor te lezen in plaats van 10 jaren 6 jaren. De Wethouder Oe Sauvage Nolting bestrijdt dit amendement, omdat B. en VV. deu langzameu, maar zekeren weg verkiezen en 10 jaren voor de bijzondere scholen wel noodig wordt geacht. Het amendement wordt verworpen met 21 tegen 16 stemmen. Het geheele reglement wordt hierna goedgekeurd. Aan de orde is :
Hoofdstuk VII.
(Kosten van het Armwezen, alsmede subsidiën en bijdragen aan daarmede in verband staande instellingen, geraamd op ƒ2,074,000.) Ue Heer Fiedeldy Dop opent de algemeené beschouwingen over dit hoofdstuk. Hg wijst er op, dat de toestand vaa het personeel der Gemeente door de bepalingen en reglementen een veel grootere mats vau zekerheid heeft gekregen. Het personeel bij het Burgerlijk Armbestuur is hiervan eohter uitgezonderd. Da aanstelling van dat personeel geschiedt op zonderlinge wijze. De directeur en directrice worden benoemd door den Raad, op voordracht van B. en VV-, «gehoord het Burgerlijk Armbestuur» ; de adjuncten door B. ca VV. op voordracht van het Burgerlijk Armbestuur en de overigen door het Armbestu ur zelf. Spreker heeft vruchteloos gezocht naar een reden voor deze regeling. Het Burgerlijk Armbestuur zegt, dat er voor een verandering geen reden is, maar uit de ook reeds vroeger ingekomen adressen v^n de betrokken beambten blijkt, dat zij daar anders over denken. Het personeel blijft bij voortduring ontevreden over den tegenwoordigen toestand en spr. vraagt zich daarom af, welke reden er bestaat dien toestand te bestendigen, waardoor dat personeel niet de zekerheid heeft als de werklieden bij andere takken van dienst. Spreker stelt, mede namens de heeren Ketelaar, Nolting, Harmsen, Simons en Smit, een motie voor, waarin da Raad als zijn oordeel uitspreekt, dat beambten en weiklieden, ressorteerende tot het Burgerlijk Armbestuur, worden aangesteld en ontslagen door B. en W.
De Heer Barmsen verzoekt praeadvies van B. en W. De Het r Fiedeldy Dop heeft daartegen geen bezwaren. De Wethouder Josephus JMa zegt, dat deze zaak reeds vroeger, 2y2 jaar geleden, ter sprake is gekomen, zoodat er geea redea is ecu praeadvies vaa B. en VV. uit te lokken. Men kan er alles over in het Gemeenteblad lezen.
De Voorzitter geeft in overweging de motie wegens het gebrek aan tgd tot later aaa te houden. Do Heer Vliegen zegt, dat zich herhaaldelijk in de gasthuizen diugen voordoen, die het onmogelijk maken dat 'e tegenwoordige toestand gehandhaafd bluft. Daarom is het gewenßcht de zaak opnieuw ter sprake te brengen, al is dit 2% jaar geleden ook al geschied. Er gebeuren in de gasthuizen diugen, die niet door den beugel kunnen. De Raad kan dat weten. Er is hier n.l. in den Raad gevraagd een proces te mogen voeren tegen een paar meisjes, die in eender gasthuizen ontslagen waren omdat zij weigerden een machine in de wasscherij schoon te maken, die aan den gang was, iets wat bij de Veiligheidswet verboden is.
Da Voorzitter geeft de voorkeur aan een schriftelijke toelichting van de motie, waarop dan door B. en VV. praeadvies zou kunnen worden uitgebracht. De Wethouder Josephus Jüta zegt, dat waar hier feiten worden aangevoerd, het gewenscht is, dat de motie schriftelijk wordt toegelicht. Spr. zal dan de verschillende details beter kunnen beantwoorden, dan hg dat onvoorbereid zou kunnen doen. Hij kan natuurlijk niet alles weten wat er in de gasthuizen gebeurt. Als er schriftelijk feiten worden aangevoerd kan spr. die onderzoeken en den Raad voldoende inlichtingen geven. Het door deu Heer Vliegen genoemde feit heeft spr. onderzooht. Er is geen sprake geweest vanhet schoonmaken van een werktuig (een mangel), terwijl dit aan deu gang was; 't was eenvoudig wat men noemt »ecu meidenquaestien. Spr. dringt nogmaals aan op een schriftelijke toelichting der motie. De Voorzitter zegt, dat die schriftelijke toelichting thans alleen aan de orde is. ... De Heer Harmsen verklaart zich bereid de motie schriftelijk toe te lichten. De Voorzitter zegt, dat, indien die toelichting komt, B. en W. praeadvies zullen uitbrengen. De lieer Posthumus Meyjes, lid van de Commissie voor de Gasthuizen, zegt naar aanleiding van de bewering van den Heer Vliegen beslist te ontkennen, dat er in de Gasthuizen toestanden bestaan die niet door den beugel kunnen. Spr. tart den Heer Vliegen om zün beschuldigingen schriftelijk waar te maken, opdat de commissie woord voor woord die beschuldigingen kan weerleggen. De Heer Vliegen noemt den toon door den vorigen spreker aangeslagen een iwelbewuste.» Hij zou eohter durven zeggen, dat de commissie er bitter weinig van af weet, en dat de reden daarvan is de wijze van onderzoek, waarbij men om inlichtingen gaat bij de directeuren van gasthuizen. Besloten wordt de motie, wanneer de schriftelijke toelichting zal zijn verschenen, naar B. en W. om praeadvies te zenden. De Heer Vliegen uit den wensch dat in het Armbestuur ook de groote klasse vertegenwoordigd wordt, die wat dichter bij de klasje der armen staat. Bij een eerstvolgende vacature zou spr. B. en W. willen verzoeken een man of vrouw uit de arbeidersklasse op de voordracht te plaatsen, die den sfeer beter kent waarin de armen leven.
De Heer Hendriz vraagt hoe het staat met het reglement, betreffende de rechtspositie der beambten bij het Burgerlijk Armbestuur, hetwelk in overeenstemming zou zijn met het werklieden-reglement. De Wethouder, Josephus Jitta, antwoordt den Heer Vüegeu, dat hij er veel voor gevoelt, nieuwe elementen in het Burgerlijk Armbestuur te brengen. Spr. antwoordt den Heer Heudrix, dat het reglement er nog niet is, maar dat ook het werkliedenreglement nog niet in werking is getreden. Wegens het vergevorderd uur wordt de zitting hierna verdaagd tot Donderdagmiddag 1% uur.
WETENSCHAP EN KUNST.
De Heer Dr. De Wilde, arts te Rotterdam, meldt ons dat aan hem en aan zijn broeder, art 3 te Amsterdam, verleend is de gouden eeremedaille door de tAoademie van Kunsten en Weten. schappen», te Cordova (Spanje), tevens met benoeming tot correspondeerend lid.
Italiaansche Opera. — Men meldt ons, dat de vertegenwoordiger van den Heer Fürsbner, uit Berlijn, de repetities van. de Italiaansche üpeira voor „Sa.oinef bijwoonde en verwonderd was over de goede opvatting en het mooiei ensemble.
Ned. Ornithologische Vereeniging.
Onder leiding van Mr. R. Baron Suouckaert van Schauburg werd Woensdag in Artis een ledenvergadering gehouden. Het ledental bedraagt 165. De volgende statutenwijziging werd voorgesteld: De contributie werd van ƒ1 op ƒ2.50; minderjarigen kunnen tegen ƒ 1 contributie lid worden, doch hebben geen stemrecht. Begunstigers contribneeren voortaan ƒö. Jaarlijks wordt verder minstens één vergadering (vroeger twee) gehouden, bij voorkeur in Juni. Deze laatste wijziging werd voorgesteld, omdat het zoo moeilijk is, de agenda voor twee vergaderingen vol te krijgen.
Deze statutenwijziging werd aangenomen, nadat de Heer Schuijt nog gepoogd had bet getal verpliohte vergaderingen op twee te houden.
Medegedeeld werd dat de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel dit jaar geen vergunning heeft gegeven tot het schieten van vogels voor een wetenschappelijk doel. Pogingen om hierin wijziging te brengen, zijn niet gelukt.
De Heer Tj. de Vries Gz., uit Leeuwarden, die een lezing zou houden over de Tafeleend, Nyroca ferina, was verhinderd aanwezig te zgn. Zijn inleiding werd nu voorgelezen door den seoretaris, den Heer A. A. van Pelt Lechner, uit Wageningen. Hieruit bleek, dat de tafeleend, die algemeen wordt beschouwd als een doortrekker voor Friesland, werkelijk hier in grooten getale broedt, o. a. te Hardegarijp. Meer dan 150 nesten werden in de verschillende plassen waargenomen. De Voorzitter deed de mededeeling, dat het bekende hoefijzervormige borstschild bij de patrijzen geen doorgaand secundair mannelijk geslachtskenmerk meer is. Dit borstschild is niet alleen bij oude, dooh ook bij jonge hennen waargenomen. Een beter kenmerk voor de mannetjes zijn de langstreepjes op den rug, waarbij de dwarsstreepjes ontbreken, die wel bij de wijfjes voorkomen. Een en ander werd aan meegebraohte exemplaren getoond. De secretaris vertoonde een bijzonder legsel van de Meerkoet; de eieren waren in hooge mate gevlekt. Ook nog andere eiersoorten werden vertoond ter vergelijking. De Heer Stolk, uit Rotterdam, vroeg of in de mededeelingen van de vereeniging voortaan ook geen vogelberichten uit onze diergaarden konden worden opgenomen. Door den Heer Van Houten werd er op gewezen, dat nu het vogelboek van Schlegel al een halve eeuw oud is, het gewenscht zou zijn, dat eens een nieuwe uitgave van een vogelboek werd in het licht gegeven. Onze kennis is uitgebreider geworden en het zou zeker belangrijk zijn als een en ander werd geboekt.
Spreker zal deze zaak in de hoofdbestuursvergadering aanhangig maken. Intusschen kunnen de leden hunne wenschen over de inrichting van een vogelboek te kennen geven. Hierna werd de vergadering gesloten.
STADSNIEUWS. Het Keizerlijk Bezoek.
JD» drie Duitsche oorlogsschepen, welks hei Keizerlijk jacht zullen vergezellen tot in de haven van Amsterdam, zijn de „Scharnhorst",^ een gepantserde kruiser van 11,500 too, da „Königsberg", een beschermde kruiser van 3260 ton en de „Sleipner", een van de nieuwste. kruisers der Duitsche marine.
Het nieuwe gebouw van Labouchère Oyens k Co.'s Bank, dat in aanbouw is op den hoek ran Singel en Spuistraat bij de Raadhuisstraat, ia thans onder de kap gekomen. De totale hoogte van het groote gebouw zal 25 M. bedragen. Het is geheel opgetrokken van gewapend beton. Architect ia da Heer F. W. M. Poggenbeek.
Sedert de laatste opgave bluschto de brandweer een Bchoorsteenbrand Boeteen straat 32.
Op „Veelnst", aaa den Slo te ratraatweg, is verbrand dei woning met inboodel van A. HL van Waverem. De brand ww| ontstaan bij het .bakken vaa visch op een. pe-. troleumtoestel. ! De brandweer van bet dorp Sloten, wist de bt-. lecdende perceelen te behouden.. Alles was: vwrzeketrd.
Een Droevige Gebeurtenis.
Omtrent het gisteren gemelde! droevige voorval te Umuidien knnnWi wij nar dar het volgende melden: De beide heeren waren de cornmissionnairs in tabak U., Heerengracht bij de Bergstraat.; JDe gebeurtenis heeft echter nog een tragischer einde genomen. Ten kantore was sinds jaren als boekhouder werkzaam de Heer G.t wonende aan het Frederik Hendrikplantsoen alhier. Van de groote verliezen van zijne pa^ troons was ook hij het slachtoffer geworden. De Heer O. nam evenals de heeren U. het besluit zich van het leven te berooven. Hij hield eerst alles stil voor zijne echtgenoote, doch deze had toch spoedig bemerkt hoe treurig 't gesteld was. Haar man maakte haar zijn voornemen bekend, en zij besloot met hem tot een wanhoopsdaad over te gaan. Aan naaste familie en beste vrienden hebben de Heer 0. en zijne echtgenoot, die geen kinderen hebben, bericht, zich van het leven te zullen berooven.
De brieven verzonden zij Zondagavond. Maandagochtend vond men. het huis aan het Frederik Hendrikplantsoen gesloten. Do Heer C. en zijne vrouw waren er niet meer. De politie is met het gebeurde in kennis gesteld door de verwanten. Het onderzoek naar de vermisten heeft nog geen resultaat opgeleverd.