VI.
Wat intusschen te Semarang nog bjj lyds is verboed,werd naar,luid der volksfctem.eenige jaren geleden te Poerwodadi 'liet voorkomen. Daar moet een man zijn opgehangen over wiens onschuld de desa tot op den buidigen dag slechts één roep beeft. Tot op het schavot beleed het arme slachtoffer der gerechtigheid in tranen *yn onschuld. De man was gebroken vóór hij hing; bet verdriet dat men hem bad aangedaan door een onverdiend vonnis, zou bern ter dood gebracht hebben, ook zonder dat de beul er aan ware te pas gekomen. De ware schuldige inlander sterft op het schavot •neestal moedig en flink, badat hij vergiffenis beeft gevraagd voor zijn zonden. Niet alzoo met Pak Rido uit de desa Toempoek, district Wirosari. Het le- Ven werd hem ontnomen op grond der verklaringen van getuigen, die onder pressie van Pak Rido's loerah zouden gehandeld hebben.
Een tjjd later trof den voorzitter Vn\ 6. rechtbank van omgang, die iak RiNog een tijd later werd weder een moord gepleegd in dezelfde desa Toempoek. Dezelfde loerah kon weldra weder een verdachte produceeren, en een aantal getuigen, die zouden gezien hebben dat de man in quaestie de in**** lander Soerokromo had doodgeschoten Het districtshoofd, wien de zaak aanging, had weldra de stukken van bet voorloopig onderzoek in elkander gezet en, blijde dat zoo spoedig ketrangan was gevonden, die papieren aan den assistent-resident van Grobogan opgezonden. Maar deze, een kundig en flink politie-atnbtenaar, die zijn Pappenheimers kent, de Heer Hagen, vertrouwde de zaak niet volkomen. Hij ging haar zelf onderzoeken en toen verklaarden de getuigen dat zij van het geval eigenlijk niets wisten. Een van hen moet zelfs onomwonden hebben medegedeeld door meerbedoelden loerah te zijn overgehaald om den verdachte Wirjodipoero te bezwaren. En wat had deze te vertellenf Hij zei dat de loerah met hem, Wir» jodipoero, hetzelfde spelletje had willen spelen als indertrjd met Pak Rido, verder getuigend dat de geheele tegen Pak Rido aanhangig gemaakte zaak, welke tot de terechtstelling van dien man had geleid, met valsche getuigen in elkander was gezet; verder bekende bjj dat hij zelf Wirjodipoero, bedoelden loerah had bijgestaan bij het verkrijgen van ketrangan tegen Pak Rido. Wirjodipoero kon intusschen niet vervolgd worden en werd uit de preventieve hechtenis ontslagen. Een ander treffend geval, waaruit men gewaar kan worden hoe men in de desa er niet tegen opziet zijn evenraensch in het ongeluk te storten, deed zich nog niet lang geleden voor. In den omtrek van Poerwodadi—Grobogan is een afdeeling welke veel geboefte herbergt, dat zich aan zware vergrijpen schuldig maakt — had een ketjoe-partij plaats gehad. Dadelijk was de toenmalige pati van Poerwodadi ter plaatse, waar het delict had plaats gehad, tegenwoordig en had den gemolesteerde, een oud man, die zich geheel alleen in zijn woning bevond, den nacht toen de roovers bern overvielen en hem feweld aandeden, zoomede de beambten er desa-politie, welke op het hulpge** roep vanden aangevallene diens woning waren binnengedrongen, ondervraagd ; allen verklaarden in de duisternis slechts zwarte gedaanten gezien, doch niemand der roovers herkend te hebben. De gemolesteerde en de potitie-beambten, die de roovers zagen vluchten, bielden vol, toen zg den volgenden dag herhaaldelijk nog door den pati werden ondervraagd, dat zij wer~ keiijk niemand der roovers hadden herkend. Den daarop volgenden morgen werd de pati echter door den assistent-wedono, bij wien bij logeerde en onder wiens ressort het delict had plaats gegrepen, met het bericht verrast dat alle bedoelde getuigen op hun aanvankelijke verklaringen waren teruggekomen en wel degelijk vier van de roovers hadden herkend. De pati, hierover ten zeerste verbaasd, hoorde de menschen weder en werkelijk wisten zij vier lieden met name te noemen. De bedoelde assistent-wedono bad weldra de stukken van voorloopig onderzoek gereed. De zaak ging naarden assistent-resident en deze, na den pati gehoord te bebben, nam vervolgens zelf meerbedoelde geluigenin verhoor. Het gevolg hiervan was dat reeds dadelijk drie van de genoemde verdachten op vrije voeten moesten gesteld worden, wgl de getuigen hun verklaringen, welke zjj voor den assistent-wedono zouden hebben afgelegd, weder introkken. Ten aanzien van één verdachte bleven zu' intusschen bü hun bezwarend getuigenis. Deze werd dan ook voor de rechtbank van omgang getrokken en de eerste de beste getuige, die den man voor assistent-wedono en assistentresident als een der daders had genoemd, de gemolesteerde zelf, zegt onder eede dat hij zich vergiste toen hg beklaagde indertijd bezwaarde; dat bij, zooals reeds dadelijk na het delict door hem aan den pati was medegedeeld, inderdaad niemand der ketjoe's had kunnen herkennen, wijl het pikdonker in zijn woning was toen hjj werd overvallen en het stemgeluid van geen der roovers hem bekend was. De drie dienaren van de desapolitie bleven evenwel ook onder eede volhouden dat zij den verdachte gezien hadden, toen hij met zijn kameraden de woning van den bestolene ontvluchtte. Zij erkenden wel aan den Pati herhaaldelijk gezegd te hebben dat zij geen der ke'.joe's konden herkennen, maar zij waren goegoep (ln de war) geweest toen zij dat verklaarden. Zij bleven nu bij kris en kras volhouden dat zij verdachte gezien hadden. Daar hun verklaringen echter niet te vertrouwen waren, werden zij gearresteerd, als verdacht zich aan meineed te hebben schuldig gemaakt. En toen hun zaak eenigen later door den landraad onderzocht werd, erkenden twee van die heden volmondig dat zij bovenbedoelden verdachte valschelijk hadden beschuldigd voorde rechtbank van omgang. Zij wilden echter niet zeggen waarom zg dat gedaan hadden. Hun valsche verklaringen badden meerbedoelden verdachte intusschen iiiet geschaad, want de pat* was wegens gebrek aan overtu>„*e>ud bewijs vrijgesproken. Hrj kroop daarmede intusschen door het oog eener naald, waDt bad de rechtbank van omgang bedoelde drie politiedienaren vertrouwd, dan had zij den verdachte bet doodvonnis moeten opleggen en het Hof zou waarschijnlijk dat vonnis hebben bekrachtigd, wijl de meerbe*» doelde verklaringen der drie bezwarende getuigen zoo pertinent mogelijk waren. Slechts de verdediging van den verdachte en de kennis der kleine gewoonten fan inlandsche politie en justitie-ambtenaren hadden het vertrouwen van de rechtbank van omgang in de bezwarende getuigenverklaringen geschokt» Beklaagde's verdediging kwam hierop neder: »Dat deze drie dienaren der desa-politie mij beswaren, is niet te verwon deren. Ik ben zelf loerah geweest, zoodat ik het klappen van de zweep ken. Ik was er zelf als loerah altijd op uit, plaats gehad hebbend delicten, hoe dan ook, trang te maken. Dat moest ik doen, want werden de zaken niet trang, dan stelde ik mij aan het gevaar bloot ongenoegen te krijgen met den wedono en als ongeschikt afgezet te worden. Wisten mijn politie-dienaren niet spoedig ketrangan te vinden, dan ontsloeg ik hen. Kon ik den waren schuldige niet spoedig te pakken krijgen, dan bracht ik het delict in's hemels naam maar ten laste van dezen of gene, die reeds iets op zijn kerfstok had, of die door het openbaar gerucht gebrandmerkt was als orang weri, als boos» doener. Alle loerah's handelen zoo. Ik verloor mijn betrekking als loerah om» dat ik mü aan een klein vergrijp bad schuldig gemaakt. Sedert ben ik zelf orang weri geworden en daarom heb ik nu al die soesah ten pleiziere van een ander. Ik ben echter volkomen onschuldig aan deze ketjoe-partij, want ik bevond mij in den nacht van den rooftocht heel ergens anders, dan waar hij plaats had." (Wordt vervolgd.)
"Desa-Politie en Justitie.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/10/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294431:mpeg21:p001
"De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/10/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294431:mpeg21:p001
Zooals de Kölnische Zeitung meldt, heeft de chef van den Duitschen Rykspost- en Teleüraafdienst. Dr. Stephan, aan de verschillende Europeesche post-admmistraties voorgesteld, om het maximum gewicht der enkelvoudig gefrankeerde brieven van vijftten op twintig gram te brengen. Alweder toont Dr. Stephan hierdoor dat zjjn blik voortdurend gericht is op de behoeften van het publiek. lodien toch van een der betere soorten papier en enveloppen gebruik wordt gemaakt, is het tegenwoordige maximum van vijftien gram ontoereikend, hetgeen veelal leidt tot het invorderen van dubbel strafport van dengene, aan wien de brief is gericht, daar het meerendeel der brievenschrijvers de brieven niet weegt, maar ie in de bussen gooit, niet anders denkend dan met enkel port voldoende te hebben gefrankeerd. Veel ongerief voor het publiek* maar ook veel tjjdroovend werk voor de nost-ambtenaren zal worden vérmeden, als bovenbedoeld voorstel wordt aangenomen, waaraan niet behoeft te worden getwjjfeld. Als wjj zoo hier en daar lezen, wat elders op hat gebied van posterij en telegraphie wordt verricht, wekt het wrevel, wanneer men daarbij bedenkt, hoe hier in Indiê alles by het oude blyft. Hoe dikwjjls ook niet f,l echts de organen der pers maar ook de handelsvereenigingen ep gewenschte verbeteringen aandrongen, let hoofdbureau te Batavia blyft doof aan dat oor. En wjj vreezen, nu de hootd-inspecteur met een ridderkruis versierd word, dat hy meer dan ooit zd denken reeds al het noodige voor den Indische \ dienst te hebben gedaan en dat at die cou» ranten-artikelen en die vertoogen der handelsverdenigingen hem eenvoudig niet raken. Wij vermeenen, juist gelet op dit deco» rearen van den hoogsten post- en telegraafambtenaar in deze gewesten, nog eens met klam te moeten wyzen op de lange ry van dringend noodige verbeteringen op bet gebied van posterij en telegraph'e. Wjj, belastingbetalende maar niets te vertellen hebbende Indische niet-ambtenaren (w/ezetenen niet awgezetenen) gaan hoe langer hoe meer galijken op déj »uitlanders" in de Transvaal, alleen met dit onderscheid, dat de uitlanders daarginder allen behooren lot een vreemd ras, terwijl dit hier slechts bjj uitzondering het geval is. Het aristocratisch bewind, waar* bjj geen acht geslagen wordt op de _wen- en vertoogen der niet-ambtelijke wereld, is daarom te grievender. Met den inlander, hebben de particulieren slechts te zorgen dat het geld voor de traetementen, toelagen, verlofgelden, pensioenen enz. enz. dur ambtenaren binnenkomt. En als deze a Hen nu nog «goede herders" waren, maar oize Indische post- en telegraafdienst is een sprekend voorbeeld, hoe hier met de belangen '°, het publiek gesold wordt, hoe men se- Pa^ jaren ale met opzet nalaat, aan de grieven, die voortdurend uiting vinden, te gemoet te komen. Wy geven hier eenige der meest urgente verbeteringen aan. 1) Bet verlagen van het port der brieven naar het buitenland. Terwijl men in de Europeesche landen (buiten Nederland) voor brieven naar Nederlandsch-Indië gericht, slechts twaalf en een halve cent voor elke vijftien gram betaalt, moet men hier voor brieven naar dieselfde luaden vijfentwintig centen, dat is het dubbele, betalen. Oaar in de buitenlandsche correspondentie de meeste brieven het minimum-gewicht te boven gaan, treft dat tarief-verschil den Indischen briefschrijver te zwaarder. Ook de vele vreemdelingen in het leger onder* vinden dit zeer in de briefwisseling met hun Bloedverwanten. Sedert jaren heelt zoowel de Indische als ook de buitenlandsche pers (') geregeld op dit aanbeeld gehamerd; ons Gouvernement blyft echter Oost-Indisch doof.
2. Eenverandering in het binnenlansch postwissel verkeer, door het verzenden toe te laten van open postwissel kaarten, ingevuld door de afzenders zelf. De omslachtige wyze van verzending der binnenlandsche postwissels, bier in Indié nog steeds gebrulkeljjk, heeft haars geljjke niet op geheel de aarde. Terwyl men overal elders een postwissel- kaart koopt, die zelf invult en door welke den loket-ambtenaar slechts afgestempeld wordt en rechtstreeks verzonden naar het kantoor van bestemming, schryft hier de postcommies niet alleen het re?u, maar ook den wissel zelf, waarmede veel tyd onnoodig wordt zoekgemaakt. Steeds slaat dan ook »veel volk" voor het postwissel'oket langen tjjd te wachten, als er maar een weinig drukte is, hetgeen vooral in de eerste dagen der maand wordt opgemerkt. De krachten vanhet poßt-personeel worden verspild doordat werk, hetwelk gevoegelijk aan het publiek kon worden overgelaten Doch er is meer I be door den postcommies geschreven wissel wordt niet rechtstreeks gezonden naar de bestemmingsplaats, maar ter hand gesteld aan den aizender, welke thans dien wissel per brief fmeestal aangeteekend) aan den geadresseerde beeft te zenden. En de geadresseerde, die den aangeteekenden brief met ingesloten wissel ontvangt, dient eerst den aangeteekenden brief van het postkantoor te doen halen en daarna nogmaals iemand naar bet kantoor te sturen, om vervolgens ook het bedrag van den wissel te ontvangen. Hoe tjjdroovend al die omhaal is, springt het meest in het oog daar, waar afzender of ontvanger ver van het postkantoor wonen, wat in Indiê nogal 'ccl voorkomt.
Ook hierop is dikwijls met aandrang gewezen ; men blyft echter by het verouderd en veroordeeld stelsel. Wy weten wel dat als argument tegen de voorgestelde verandering de post-directie aanvoert, dat »de meeste niet-Europeesche nemers van postwissels niet kunnen schryven," Dit argument is echter geen argument, want zij die de schrijfkunst niet machtig zyn, kunnen immers evengoed iemand zoeken voor het invullen van den wissel, als uu voor het schryven van den begeleidenden brief, of voor het kattebelletje, vermeldende het adres van den ont« vanger en het bedrag van den wissel, want ïulk een briefje dient men den loket-ambtenaar ter hand te stellen by het vragen van een postwissel» Dat beroep op de menschenliefde der gestelde postmachten gaat dus niet op 1 3. Aan een mogelyk veizenien per post ta» brieven met aangegeven icaarae beeft al lang behoefte bestaan, vooral omdat overal zoodanige geld-verzendingen tegen een lager tarief plaals hebben dan dat der verzet ding per postwissel, vooral waar bet plaatsen betrett waar geen bankinstell ngen gevestigd zyn. Tnaus geschieden dergelyke verzendingen veel per aangeteekenden brief, waarby de afzender het risico van groot verlies draagt, terwyl de posterij mist hetgeen sou worden betaald, voor het aangeven der volle geldswaarde. Elders verzendt men deze zoogenaamde ïgeldbrieven" al sedert tientallen van jaren; maar onze Indische posterij is nog lang zoo ver niet. it. Een meer doelmatige regeling va» ien dienst der post quittaties. By dezen tak van dienst is alles eveneens zeer onpractisch geregeld en de klachten zyn dan ook legio. Evenals bij de postwissels, behoort het publiek by de posUquittanties het schrijfwerk zooveel mogelyk zelf te verrichten opdat de behandeling der quittanties zoo eenvoudig en vlug aU doenlijk kunne geschieden. In het buitenland heeft men ook voor de post-quittanties kaarten en behalve die kaarten nog enveloppes, te adresseeren aan het postkantoor, waar bet innen van bet bedrag der post-quittanties moet geschieden. Voor elke quittantie afzonderlijk dienl de afzender een kaart in te vullen, deze met de quittantie samen in de bijbehoorende enveloppe te steken en op de enveloppe het kantoor •an bestemming in te vullen-, kaart en enveloppe worden afgestempeld en gaan rechtstreeks naar hun adres. By sommige kantoren in Europa worden dagelyks duizenden quittanties behandeld en nimmer ondervindt daar de-dienst een stremming als luer, waar het vele schrijfwerk, door de postambtenaren te verrichten, een voortdurenden en steeds aangroeienden achterstand ten gevojge Weeft.
(») Men tia bijv. w«d«r Das Beha v»n » Augustus.
Men wil luer alles zelf doen en geeft juin daardoor slecht werk. 5). Het rembourseeren bjj het verzenden van postpakketten- De postpakketten-dienst is nog betrekkelijk jong, maar tocb is herhaaldelijk gewezen op de leemle, die by dezen diensttak bestaat, wyl mee de pakketten niet kan verzenden met rembours, zooals dit bij de posterijen in Europa en bier bjj de spoorwegen geschiedt. Zal weidia in die leemte worden voorzien?
6 ) Uitbreiding der diensturen wat den post pakkettendienst aangaat, herhaaldelijk ook is er de aandacht op gevestigd, dat het'sluiten der loketten voor de verzending van postpakketten te drie uur des namiddags, vooral op de hoofdplaatsen; niet gewenscht is. Hier te Semarang b- v worden paketten aangenomen van negen tot drie uur. Dit uur van sluiting is te vroeg. Tot ces, minstens echter tot vijf uur moest de posterij pakketten in ontvangst nemen. In Europa ontvangt men den geheelen dag posipiketten ; in groote plaatsen zelfs tot acht uur des avonds. Drie uur des namiddags is voor eeo groote plaats als Semarang bepaald veel te vroeg. . 7. ) Verplichte uitgifte van regu boeken voor aangeteekende brieven, geldbrieven en postwissels aan hen die veel dergelyke poststukken verzenden, zooals b. v. te Semarang de banken, handelshuizen, advocaten-kantoren, toko's enz. enz. In Europa bestaan die boeken al tal van jaren en daardoor wordt zeer veel tyd bespaard voor de loket-ambtenaren, die hier voor elk dergelyk poststuk een afzonderlijk regu moeten schryven. In Europa moeten re§u»boe ken worden genomen bij de postkantoren; de afzenders schryven daarin de te verzenden stukken en in een afzonderlijke kolom teekent de betrokken loket-ambtenaar en drukt den poststempel af voor de ontvangst. De post-administratie klaagt hier steeds over te veel werk. Tegenover het post-verkeer in Europeesche landen beteekent echter het verkeer hier zeer weinig, maar de dienst is zoo slecht geregeld, dat men door het verrichten van veel onnoodig werk, handen te kort komt, daar waar ze noodig zyn. (8) De lelegraaf. Langzame bediening vergezeld van veelvuldige verminking der telegrammen, by hooge tarieven. Ziedaar het beeld van den telegraafdienst in Nederlandsch»lndié.
Het verkeer tusschen de drie groote handelsplaatsen op Java, dit ten minste toch behoorde io de puntjes te zyn, maar hoe jammerlijk wordt zelfs op die trajecten gewerkt I Terwyl men in Europa als beginsel heelt aangenomen, om in de eerste plaats op de hoofdlijnen, de leidingen onderaardsch te maken, teneinde storingen te voorkomen (in Duitschland is dat stelsel al sedert jaren met groot succes in werking) heeft men hier, waar men zelfs in den oost- moesson telkens storingen heeft en deze in den west- moesson aan de orde van den dag zyn, thans ook nog de zware draden van de intercom» munale telephoon mede aan de steunpunten van den Gouvernements-telegraaf laten bevestigen. Het is te voorzien dat men hiervan in den slechten tyd de nadeelige gevolgen zal ondervinden.
En wat zal van het telegraafverkeer worden in lien Java eens door een degeljjken storm wordt bezocht ? Het is waar, hevige stormen zyn hier zeldzaam, maar van tyd tot tyd trett de buitenste kring van een cv»» cloon ook wel eens dit eiland. Vergissen wij ons niet, dan was het in het begin van 1889, dat zulk een zware orkaanvlaag de schoonste boomen van onzen Bodjongschen weg deed vallen en alle telegraaf lynen op Java geweldig teisterde. Op dergelyke ge* beurtenissen dient een goede teiegraaf-dienst toch voorbereid te zyn. Hier echter is daarvan geen spoor. Wanneer zal men er in ons Indie toe overgaan althans de hoofdlijnen onderaardsch te leggen? Ja, men zou bet nog gemakkelijker kunnen doen, door de hoofdlijnen langs javas Noodkust ondeizeesch aan te ler gen, een denkbeeld reeds vroeger door De Locomotief ter sprake gebracht. De diie boold« plaatsen, waarom ook Cheribon, Tegal en Pekalongan niet, zouden best door onderzeesche kabels kunnen worden verbonden, hetgeen op den duur zeker niet meer zou koste - dan de voortdurende herstellingen behoavende en gedurig aan storing onderhevige bovenaardsche geleidingen. Waar blyft de chef van den Indischen post- en telegaaaf dienst, die een ridderkruis verdient niet door het beknibbelen van zyo ondergeschikten eo van het publiek, maar door het schoeien op practische leest der bern toevertrouwde dienstvakken, naar bet model van den dienst in Europa?
"Ingezonden Stuk. Onze Post-en Telegraafdienst.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/10/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294431:mpeg21:p001
Het slot der rekening van de koloniale ontvangsten en uitgaven voor Nederlandsch- Indi» over het dienstjaar 1892 wordt vastgesteld als volgt: De ontvangsten bedragen honderd zeven en twintig millioen iriehenieri achttien duitend vijf honderd zeven gulden zes en twintig e» cc» halven cent Mill 318 507,266); De uitgaven bedragen hondtri vijf en ier» tig millioen driehonderd, acht e» dertig duizend vyf honieri twee en vyf tig gulden zes t» ze* ventig cent (f 135 338 552,76); Het nadeelig slot der rekening bedraagt acht millioen twintig duizend vijf en veertig gulden negen en veertig èn een halven omt (l 8020045*49»).
Memorie tan Toelichting.
Op 22 Maart 1595 werden by hat Departe*» mant van Koiomê ■ ontvingen de rekeningen van het Ilde hojfdstu'- der begrooting «ao Nederlandsch-led é voor het dienstjaar 1891 (ontvangsten en uitgaven in Nederlandsch- Indie), alsmede het verslag der Indische Rekenkamer met bijlage. Een nota tot beantwoording van sommige in dat verslag voorkomend* opmerkingen volgde op 16 November 1595 te-wjjl op 4 Jacuan 1896 de ingevolge artikel 6 van het KonmUyk besluit van 27 Augustus 1880 (Staatiblai no. 166) door den Gouverneur-Generaal in te dienen lyst werd ontvangen. Ter voldoening aan het voorschrift van artikel 80 der wet tot regeling van de wijte van beheer en verantwoording der eeldm'ddelen van Neieilandech-lod ë (etaatsblad 1895, no. 145) is uit de gemelde rekeningen en dse van het lste hoofdstuk dm begroot ng een algemeene rekening samengesteld van de ontvangsten en uitgaven «oor Nederlandsch- Indië over het dienstjaar 1892 De begrooting >w oorspronkelijk «actfrertcld bij de wetten van 28 December"lB9l (BtaaU* blaien 219 'ot en met 222) riet eindcijfer van het lste hoofdstuk der begrooting van uitgaven bedroeg toen f 26 446 517 en is sedert verhoogd: bij de wet van 2* December 189 i (Staatsblai no. 223) met 130 s 823 94 1355'»5"276 Nadeelig slot . f 8020 045.49» Tot dekking van dit nadeelig slot kan worden aangewend : f 761 39999 uit het voordeelig saldo der rekening 1887 2 248973 9** als boven over 889, en 5 009 67152 als boven over 1890 Er behoeft dus geen gebruik te worden gemaakt van bet middel van voorziening, vermeld aan het slot vn artikel 2 der wet van 28 December 1891 (Staatsblai no. 221) namelyk een geldleening krachtens een nader vast te stellen wet aan te gaan. Tot voldoening aan het hierboven aangehaalde artikel 80 der Indische comptabiliteitswet worden hiernevens overgelegd. lo een staat, aantoonende het gebruik dat in 1892 is gemaakt van de credieten, verme.d sub 2 van artikel 26 der genoemde wet, en 20. een staat van in 1892 op de diensten 1867 tot en met 1890 uitgegeven, vry gevallen en verschuldigd gebleven sommen. De bedenkingen van de Algemeene Rekenkamer tegen de ontvangsten en uitgaven op het lste hoofdstuk der begrooting zjjn, voor zooveel t.ood'g, beim woord in kanttee* keningen op haar versag en in een afzonderlijke nota (byiage no. 12) Tot beantwoording en toe* chMng van de opmerkingen der Indische Rekenkamer strekt een nota welke met de bijlagen hiernevens wordt overgelegd (' jjlage no. 14 a t/aa i). Voorts wordt hierby aangeboden een lyst, opgemaakt ingevolge artikel 6 van het Koninklyk besluit van 27 Augus'us 1880 (Staata* blad no. 166), aanwijzende de bedenkingen in Icd.è gemaakt tegen handelingen van ordonnaleurs met betrekking tot het dienstjaar 1892 en de op die bedenkingen door den Gouverneur-Generaal genomen beslissingen, alsmede staten van restant-ontvangsten en onaangezui verde vorderingen onder ultimo December 1892 en een staat van in bet jaar 1892 ontdekte tekorten in de kassen raa comptabelen, ressorteerende onder het Departement van FinanciêainNedelandsch-Indie. Ten slotte wordt aangeteekend, dat, zooals uit de toelichting op de rekening blykt, bet toegestaan bedrag op artike 37 van het lste hoofdstuk der begrooting door de werknijjke uitgaaf is overschreden met f 2406,77 en dat, volgens specifieke opgaven gevoegd bjj de ' rekeningen van uitgaven betreffende de afdeenigen 11, IV, V, VI en Vil, dit ook het geval is met veertien artikelen van het Ue hoofdstuk der begrooting en wel tot een t eza.nenljjk bedrag van f 25 712,78-
Be Minister van Koloniën,
Pergsma
"De Indische Tekorten.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/10/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294431:mpeg21:p001