Advertentiën. ir mus, Soerabaia. OKT VING: Lange zwarte en gele dames handq schoenen f 2.50 pp. 5| Lange witte en crème dames handschoenen f 1.50 pp. 2 Zwarte dames kousen dubbele hiel len toon 50 ct. pp Zwarte dames g kousen 75 et. f 1.25 f 1.50 en 12.50 3 pp. Zwarte kinderkousen en sokken. _ Witte corsetten alle Nos. f 5 cor- J seliijfjes 60 cent. Dames en Meisjes O hoeden laatste smaak. Jonge dames » Matelot hoeden f 4.50. Meisjes*» ™ schoolhoeden f 1. Strooien Jongens C petjes f 1.50, f 1.75 en f 2. Jongens S Matrozen hoeden fl, f 1.50 f 2, 'S f 250 en f 3. Zéér fijne dunne tri* S cot Jongens pakjes Scharen, Nagelat scharen, borduurscharen, blikschama ren, Tuin Scharen, Pennemesjea, siga ren knippers, kurk trekkers, "•"tafelmessen, dessertmessen, voor- . j^ snijmes en vork, Broodplank mat (/f dames I id. met porcelein f 6 Echte *■* m Alpaca lepels en vorken die niet O f^, geel worden, theelepels, saucelepels, W Q soeplepels. Vuurvaste Schotels bruin fll -■50 et, 75 et. f 1.40 en f 2. Witte tm m vuurvaste schotels met blauwe S bloemtjes f 0 50, f 0.75, fl, f 1.25 ft en f 1.50. Vuurvaste melkkannen M 4 met deksel f 1 25 en f i.50 Wit J nm procemeinen koffiekannen f 3. • 5" Geë naillaerde Kookt jes'ellen met 2 g £ pitten f 4,50 Geëna ülleerde Kooktoe- m qL stellen met 4 pitten 2 kookgatea f 10. g jj Kleine geëmailleerde Kookstellen met 1 ■■■ 3 pit f 2 Rattenvallen f 1.50 houten lepels a 25 et deegrolleti 50 en 75 et. van porcelein f 1.50 Spritsenspuiten f 1 25 Yzerdraad W bloemmandjes f 1 Amenkaausche bezems Jf f 0.75 Matten Borstelwerk Zeemlederen t/k lappen, werkdoozen, toilet en kindersponzeu. £ Crêpe papier, Bloempapier, Bloem ournitu- V ren. Tand en Nagelborstels, haarschuiers Jf Dames schoenen t 4. Kinder schoentje f 3 W en f 3.50. Hakkebandjes f 1.50 tot f 2.5 I . Kinderlaarzen. Portret albums, Poëzie al"** burns. Prentenboeken Plakalbums, plaatjes Mm. Ooozen postpapior en enveloppen. Dames- W* tasschen, in leder en pluche Beugeltasschen in zwart pluche. Pluche-necessaires bijoudoozen portemonnaies Tule en linnen kant waarbij breede voor bedspreien. Vitrage 18 en 26 cent de el. Stellen tafellaken en 12 Servetten f 5. & Contant B nenlanden tegen Rembours. 959 HOTEL LOZE Magelang. Riante ligging. Goede tafel en vlugge bediening. Billijke roor waarden. Beleefd aanbevolen. De Directrice 3812 MEJUFFROUW PEU&
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 16-10-1896
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 16-10-1896
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 244
- Jaargang
- 45
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Uit het Buitenland.
— De commissie voor de Venezojaandsche quaestie zat haar rapport in den eersten 'jjd niet doen verschijnen, Zij wacht nog verschiilende gegevens die in Europeesche 'anden worden verzameld, met name die van Professor Burr, door haar naar ons land gezonden om in bet Rijksarchief in Den Haag ondei zoekingen te doen. Een harer leden, de advocaat Coudert, deed in Den Haag op eigen hand onderzoekingen en was °ok met hei archief van het Vaticaan over de quaestie in briefwisseling. Niet waar* is het dat de commissie ook nog '• Madrid navraag zal daten doen, wijl de Spaansche documenten zoowel door de En« p'sehe als Verezolaansche Begeeringen vol* ledig zjjn openbaar gemaakt. — Den dag na Nanser's aankomst te Christiania, werd hy des morgens te elf uren, °P de groote markt, door de Noorsche kin. ''eren gehuldigd. Een optocht van ongev-er 20,000 kiuderen trok voorbij. Allen jubtlden cD riepen ïhoeral" en de meisjes wierpen °cm bloemen toe, zoodat Nansen eindelijk •Bot handen en armen vol bloemen stond, 'erwyl steeds meer voor hem nedervielen. teder kind had een vlag in de hand, verreweg de meesten—wat weten de kleinen er van !—de »reine Koorscbe" vlag.
Midden onder het cejubel trok een kleine Bchare zwijgende kinderen voorbij, groetend "fcet bloemen en buigend- Het was de aan» doenlijke hulde dar doofstommen. De geheele eigenaardige optocht duurde dan acderhalf uur.
— Tal van Duitsche bladen hebben in den Matsten tijd mededeelingen gedaan omtrent buitengewone plannen tot vermeerdering der vloot De Reichsanzeiger verklaart lhai>3 deze geruchten voor • onjuist: er zal a?a den Ryksdag geen begrooting van ma» rine wordeo voorgelegd, die de normale raming overtreft. Onder meer schryft het bl id: *Bet bestuur der marine denkt er niet aan een verstrekkend plan of een bijzonde voorstel tot uitbreiding der vloot in te dienen Een dergelijk voorstel zou door den niet te 'oorzienen loop der omstandigheden in zeer Wien lijd waardeloos kunnen worden." —De statistiek over de werkloosheid in bruisen, aan da uitkomsteo der jongste volkswil beroepstellingen ontleend, ziet er lang "iet gunstig uit .Voor de achttien groote steden ""et meer dan 100,000 inwoners kwam men by de beroepstelling vm 14 Juni 1895 tot een totaat van 75,986; hoezeer het aantal werkiooran afhangt, van het jaargetijde, volgt uit het cijfer dat de volkstelling op 2 December van hetzelfde jaar aanwijst; 125,878 Het kleinst, in procenten van de geheele be« vol king, was de werkeloosheid le Barmenen te Kreteld ; over het geheel was ze in de oijverheidscentra van het westen vooral in den zomer gering. Het grootst waa ze daarentegen te Altona (2 25 en 396 procent) — ook Hamburg heelt een hoog cijfer : 2 58 — BerlijT (2 33 en 3.42 Koningsbergen ('.82 *n 3 43) en Dantzig (172 en 3 39). Deze fchttien groote steden telden te zamen 4,473,, 440 'öwoners (4,633,037 op . 2 December, '9')), betgeen een percentage aan werkeloozen teeft van 1.70 en 2 75.
— Een vermakelijk voorval verhaalt de Oberschles. Zü/.
Op een plaatsje in Silezië gaf een vereeni- Ring van huis» en rijtuigschilders een too"eelvoorstelling. Opgevoerd werd Schillers Vilhelm Teil. Op bet oogenblik dat daarin zijn .bondgenooten toeroept: *Es *" schade, das kein Obman zioischen uns und Oesterreich ist, somt w^rde Recht uns und Ge. r«chtig-keit, So ober ists unser eigener Kaiser, der uns unterdrucktl" sprong een gendarm op het tooneel en verbood deze den voortgang der voorstelling. En Schillers lell moest P'aats maken voor Körners Nachtwdchter.
— Het proces tegen de vermoedelijke mooidenaars van den Bulgaarschen staatsman Stamboeloff, dat nu al langer dan een jaar voorbereid, zal in Oetober voor het gerechtshof te Sofia worden behandeld.
De voornaamste beschuldigden zijn Geor- Rieff, gewezen secretaris van majoor Panilza, Tufektchief en At of, de koelsier, die Siam öoeloft's rytuig bestuurde, toen hij werd verboord. De overige beschuldigden, Halju, Stafref en Zweihof, zijn voortvluchtig. Ruim honderd getuigen zijn opgeroepen, °öder welke Petkof, de vertrouwde vriend Jan Stamboeloff. Grekof, het tegenwoordige hoofd der Stamboelovisten, en misschien ook Nalchevitch, die ?ls Stamboelo.f's ergste vÜand werd beschouwd
— Te Belgrado beweert men weder een samenzwering te hebben ontdekt tot onttro* nit>g van den jongen Koning Alexander- Eenige leden der radicale partij en een dcc' 'an het (eger zouden daarby betrokken zijn. Men verwacht groote veranderingen in het ambtenaars- personeel. ** —- Het aantal slachtoffers der speelbank W weder met twee vermeerderd.
Te Villefranche.bij Monte-Carlo, heefteen Jong paartje, Franschen, dat 50,CÖ0 francs «Un geheele vermogen, aan de bank verspeeld ft»d, zich van het leven beroofd.
—In een der gezondste dorpen van Madagascar was men verwonderd over de talrijke sterfgevallen, die er plaats hadden. Fien officier, die vermoedens opvatte, deed «e begraafplaats bewaken, omsingelde deze e» opende een dertigtal doodkisten, welke alle gevuld bleken met geweren en patronen, bestemd voor de oproerlingen van Mandratza. —Te Geveland, Ohio, is een Amerikaan- Jche kotter bestemd voor het toezicht op Jet Ene-meer, te water gelaten. Engelsche deskundigen zijn van oordeel dat de kotter °ttder de oorlogsschepen moet gerangschikt gorden. Dit zou een inbreuk zyo op het ver« J^ag tusschen Engeland en de unie, bepa'fcde, dat beide mogendheden op het Erie» "teer slechts één oorlogsschip mogen hebben. £r Aan de Daily lelegraph wordt uit Pre» toria gemeld dat Generaal Joubert (als super» intendent van naturellen in de Z. A. R.) kennis heeft* gekregen van den dood van de 120-jarige Madzjadzji, Koningin der Bose'ijsmannen. De keuze van haar opvolgster, ook een zeer oude vrouw, moet reeds door de Begeering bekrachtigd zijn.
De overladen Madzjadzji heet het voorbeeld voor Rider Haggard's Sic.
— Mozeffer ed-Din, de nieuwe Shah van Perz'ë. schijnt het mat zijn hervormingen ernstig te meenen. Niet minder dan 8000 onnutte posten en betrekkingen werden door hem afgeschaft, terwijl hij zijn eigen civiele lijst, door zyn voorganger tot vyf millioeo Krans opgevoerd, tot de bescheiden som van 150,000 krans, of halve franken, nog geen 40000 gulden derhalve, heeft verminderd.
Schattingen of geschenken voer de gouver» neurs der provincién worden niet meer aangenomeiv, en deze ambtenaren zullen zich met een vast en bescheiden salaris moeten vergenoegen.
De Shah beeft zelf de portefeuille van Ooilog aanvaard, omdat hij geen ander in Perzië daartoe in staat acht. Buitenlandsche Zaken droeg hij, om dezelfde reden, over aan dep Groot-Vizier. Prins Ferman-Ferman, schoonbroeder van den Shah. is benoemd tot gouverneur van Teheran, en zijn schoonzoon Samid Dowled, die in Duitschland zijn opleiding als inge* nieur heeit ontvangen, is aangesteld als chef van de tuighuizen.
Niet vóór 1900 komt de Shah naar Euroe pa. Dan denkt hij een bezoek te brengen aan de tentoonstelling te Parys. —Dat Kafiris'an'door den Emir is ten onder gebracht, weten wij al sedert eenigen lyd, maar hóa het gebeurd is — daarover hebben allerlei elkander tegensprekende verhalen ons in hat onzekere gelaten. De berichten over groote slachtingen werden afgewisseld door verzekeringen dat het moedige volk der Kafirs, dat eeuwen lang zijn onafhankelijkheid had bewaard, genadiglijk door Abdoer raman was behandeld. Volgens een brief van de vrouwelijke dokter van den Emir in de Times had deze besloten om niet met geweld een eind le maken aan het bestaan van een stam welks inlijving in zijn rijk reeds lang beraamd was, maar de Kafirs over te halen Mahomedanen te worden en als krijgers plaats te nemen onder zyn troepen. Of dit voornemen in waarheid is uitgevoerd, koa teen moeilyk te weten komen. Wie met nadruk het tegendeel volgehouden en om die reden aan de Engelsche Regeering haar laksheid en onverschilligheid voor het lot van het vrye volk ernstig verweten hebben, vinden nu een bevestiging van hun bewering in een verbaal van den veldtocht, op last van den Emir zelf uit de rapporten van Generaal Gholam Hyder vervaardigd door een hofpoëet te Kaboel.
In dit gedicht wordt verteld dat Gholam Hyder eerst pogingen deed om met de Kafirs te onderhandelen en hun de weldaden van een vereeniging met Afghanistan voorhield; hoe zij wel ooren hiernaar hadden, mits men hun godsdienst onaangetast laten zou. Toen bleef de Afghaansche Generaal een tijdlang werkeloos, zich intusschen op de hoogte stellende van de wegen die leiden naar Kafiristan en wachtende tot de sneeuwval de vlucht der inwoners beletten zou. Op het naderen der Afghaansche voorhoede — men weet dat de Afghanen van drie zyden tegelijk in hun land vielea — sloegen de Kafirs op de vlucht: toen is drie dagen lang gemoord en geplunderd. De stryd, die hierop volgde, werd met wanhoop gevoerd, maar de Afganen behielden het veld, en de slachting was zeer groot. Ten jaatste onderwierp de geheele bevolking zich en verklaarde zij zich aan den Emir onderdanigf aanvaardend tevens bet Mohamedaansch gejoot. Haar eigen godenbeelden zijn vernie'd. De voornaamste volwassen mannen werden een tijdlang als gijzelaars gehouden, de dorpen ontwapend, de tempels verwoest en de priesters verjaagd.
Zoo luidt het verhaal van den ft fgaanschen hofpoeet. Laat de dichterlijke vrijheid er me* deplichlig aan zyn — het is uit de feiten, in de rapporten van den overwinnaar medege» deeld, opgebouwd. En het is zoowat het eenige dat wij weten van den ondergang van een volk, dien Engeland — zoo sne| anders met zijn verontwaardiging — lydelyk heeft aange» zien, zonder dat zijn Regeering een woord tot redding der Kafirs uit de handen van den «machtigen bondgenoot", beeft gesproken.
Het Christendom en de Islam ter Westkust van Sumatra.
Hieromtrent vermeldt het jongste Koloniaal Verslag Namen de op Nias bestaande zendingsgemeenten in 1895 niet onb;langrijk in omvang toe en won ook op Sumatra's vasten wal in de meeste ressorten der in de residentie Tapanoeli arbeidende zendelingen bet Christendom by voortduring veld, op de Batoeeilanden maakte de evangelisatie nog weinig vorderingen. Onder de heidenen in genoemde residentie schreed echter ook de Mahomedaansche propaganda voort, in de afdeeling Siboga vooral in den omtrek der kustplaatsen, zoomede in het landschap Si Mengoemban (afdeeling Mandheling en Angkola), terwyl ook, zooals uit Sipirok (Siboga) wordt gemeld, hier en daar inlandsche Christenen tot den Islam overgingen. Van toeneming van het aantal Mahomedanen werd voorts bericht u.t Pahai (Silindong) in het zuiden der afdeeling Toba en Silindong, waar een der hoofden, zekere Radja Iboe, reeds jaren geleden (nog vóór onze vestiging in Silin* dong) tot den Islam was overgegaan.
Bedoelde toeneming (van p. m. 250 op ult. 1893 was, in Oetober 1895, het getal Mahomedanea in Pahai gestegen tot 318) was echter grootendeels toe te schrijven aan vermeerdering doo:' geboorte en aan het terugkeeren van lieden, die zich tot het dryven van handel of om andere redenen korteren of langeren tijd ia andere gedeelten van Tapanoeli hadden opgehouden eo daar tot den Islam waren overgegaan. In de vallei van Silindong zijn niet mear dan 44 Maho medaansche huisgezinnen. De elders tot het Mohamedaniame overgegane Silindooger Si Anabit, die aanvankelijk aanstoot had ge» geven, hield zich ook in 1895 rustig.
Door een Battakschen goeroe, met name Somalaing, die bij het uitbreken van de hooger besproken woelingen op de hoogvlakte van Habicsaran zich bij de k waad w 11 gen in Lintoeng had opgehouden, en sedert in onze handen was gevallen (reeds in 1883 tijdens de toen door Smga Mangaradja veroorzaakte verwikkelingen in Toba had bzj zich bij dezen aangesloten), was een leer gepredikt, beslaande uit een mengeling van Mahomedaansche, Christelijke en heidensene stellingen, die blijkens een door de plaatselyke ambtenaren gehouden onderzoek vooral ingang vond in de in Februari 1893 ingelijfde oostelijke Bataksche landschappen, waar een 400 tal huisgezinnen de nieuwe leer waren toegedaan. De aanhangers dier leer.»per» malin" geheeten, erkennen Singa Mangaradja als hun gebieder, en genoemden Somalaing als bun leermeester. Sedert is Somalaing, met toepassing van artikel 47 van het Re« geeringsreglement, in het belang van de openbare rust en orde in de afdeeling 1 oba en Silindong, van daar verwijderd en naar de afdeelingshoofdpliats Banjoewangi (residentie Besoeki) gerelegeerd (gouvernementsbesluit dd. 22 Mei 1896 no. 2).
In het district Loeboe Kilangan der onder afdeeling Ommelanden van Padang (Padangsche Benedenlanden) trachtte hadji Mohammad Joenoes het denkbeeld ingang te doen vinden, dat de besnijdenis niet volgens de ritueele voorschriften plaats had gehad, en dat zij opnieuw geschieden moest. Hoewel enkele personen, en daaronder twee panghoeloe's, zich te tweeden male lieten besnijden, vond de opvatting van Joenoes bij de geestelijkheid in het algemeen geen steun, en door de tusschenkomst van het bestuur werd bedoelde nieuwigheid spoedig te keer gegaan.
Ia een andere streek der Padangsche Bene» denlanden, namelyk in Moed.g en Boenga Pasang (afdeeling Painan), had zekere Jakoep een groot aantal leerlingen weten te verkrijgen, die hij tegen betaling zou onderwijzen in de zoogenaamde onoverwinnelijkheid. Aan deze byeenkomsten, die in het geheim gehouden werden, en waaraan door sommigen een godsdienstig karakter werd toegeschreven, werd mede spoedig een einde gemaakt. Het bestuur beschouwde Jakoep's handelingen meer als een middel om van de lichtgeloovige bevolking geld te trekken. Het aantal personen, dat de bedevaart naar Mecca ondernam (568), was kleiner dan in 1894 (1194), hetgeen voornamelyk wordt toegeschreven aan geldgebrek onder de bevolking.
Atjeh.
Aan het verslag omtrent de voornaamste gebeurtenissen ia hét gouvernement Atjeh en onderhoorigheden, opgenomen in de Java* sche Courant van 13 dezer en loopende van 27 September jt. tot en met 3 dazer, wordt, tot aanvulling onzer telegrammen, het volgenie ontleend.
QrooUAtjeh. In -de IV en VI Moekims bleef de toestand gunstig . Een passenstelsel werd ingevoerd om een conti öie op de terugo gekeerden te kunnen uitoefenen. Bij een patrouille naar het Batoe Mergati» gebergte werden in een grot ééa voorlaadgeweer en eenige donderbussen gevonden, terwyl door Toekoe Tjoet Bantah een vijftal achterlaadgeweren en eenige munitie bij den bivakcommandant te Lok-Nga (Kroeng Raba) werden gebracht.
Bij de patrouilles die van ons bivak Samahani uit werden ondernomen, werd van den vijand geen overlast ondervonden.
In de V Moekims Montassik daarentegen werd een patrouille, van Tjot Mantjang naar Senelop en Montassik gaande, door de bende van Wakil Joesoef beschoten zonder dat wij daardoor verliezen leden. Deze bende en nog eenige andere onder Tengkoe Kroeng Kali, Tengkoe Mahali en Toekoe Brahim Montassik bielden zich in de heuvels bij Aroeng Loenke op (1). De Imams van Baid en van Djeroek meld* den zich met een aantal mindere hoofden by bet bestuur, dat hen, ten opzichte der keuze van een nieuwen hoeloebalang, van soortgelijke bevelen voorzag als reeds vroeger aan de andere Imams waren gegeven.
Van de twee zonen van Toekoe Moeda Baid, Toekoe Radja en Toekoe Rajoel ontving het bestuur een briaf, waarin zy verzoeken te Kota Radja te mogen komen, maar tevens vermelden dat zij voor hun ouderen broeder, Toekoe Ali, niet kunnen instaan. Deze moet gevlucht zijn met medeneming van alle draagbare have van zijn vader, waarover zyn broeders zéér verstoord zyn. Ook meldde zich bij het bestuur de Wakil-Imam van Piöng (V Moekims Montassik) met eenige mindere hoofden, aan wie vergund werd de bevolking naar de kam* pongs te doen terugkeeren en veldarbeid te doen verrichten, onder verplichting er toe mede te werken dat Toekoe Tjihik Kampong Baroe zich onderwerpt, dan wel afstand doet van zyn gezag in de V Moekims, zullende er geen spraie van mogen zya.den oogst binnen te halen, indien tegen het rijpen der padi noch het een noch het ander heeft plaats gehad. Ook de XXVI Moskims werden voortdurend door patrouilles bezocht; de bevolking werd in de kampongs of aan den sawaharbeid aangetroffen. Het pasarbezoek bij ons kampement te Tjot Mantjang nam belangryk toe. Ten huiza van Wakil Nja Abas en van Pacglima Hoesin werden ééa voor*» ca ééa achterlaadgeweer aangetroffan, terwijl door Panglima Jasin van Tjot Preh ééa voorlaadgeweer van Tjot Hoesin Lorgbatah werd ingeleverd. Noordkust. Onze versterking te Segli werd enkele malen licht beschotei», ook een patrouille, die langs het strand naar de onder den naam van Kota Mabedil bekend staande benting was getrokken en daar een verlaten hutja had verbrand, kreeg eenig vuur, zonder dat wij daardoor verliezen leden. Westkust. Kedjoeroean Lampoe van Rigas maakte voor het eerst, op aanraden van Toakoe Imam Moeda van Tenom, zyn opwachting bij het bestuur. In het landschap Lambesi zyn een veertig* tal mannen, vrouwen en kinderen aange» komen, afkomstig uit de XXII Moekim», met het voornemen zich daar te vestigen. Tengkoe Kali van Boeboen heeft zich naar Oedjoen Kala teruggetrokken, nadat zyn vol* gelingen zich a n karbouwendiefstal ten nadeele van Kedjoeroean Tjoet Amin van Koeala Boeboen hadden schuldig gemaakt. Het blokhuis te kampong Mantjang werd eenige malen door kwaadwilligen beschoten, die echter tot tweemalen toe daarby verliezen leden. De weersgesteldheid kenmerkte zich door droogte en warmte; in de benedenstreken viel weinig regen, daarentegen blykbaar veel in de bovenstreken, want gedurende eerige dagen was de waterstand in de Atjeh*rivier hoog. Gedurende den verslagtijd kwamen wederom choleragevallen voor, zoowel bij het garnizoen als by de bevolking. Het totaal aantal gevallen bedroeg hij het garnizoen zestien waarvan negen met doode" lijken afloop; by de bevolking achttien, waarvan negen met doodelyken afloop. (') Van «aar zs, blijkens het medegedeelde in de Javaiche Courant van 6 deze-v, no. 80, sedert verdreven zqn.
Verpreide Indische Berichten
Blijkens de notulen der bestuursvergadering van Dinsdag, 2 Juni, heeft bet Batavia'sch Genootschap besloten een eerbiedig beroep te doen op de medewerking van 's Genootschaps beschermheer, Z. E. den Gouverneur Generaal, teneinde den Minister van Koloniën te bewegen om af te zien van het voornemen tot verkoop van de aan het Genootschap in bewaring gegeven Lombokschatten.— De Heer P. Roo De La Faille te Am* penan, zou worden uitgenoodigd de legende, voorkomende op een situatie-teekening van het lustverblijf Narmada door een betere te vervangen en zoo mogelyk een beschrijving vao dat lustverblijf samen te stellen, welke met de teekening in het tijdschrift van het genootschap zal worden gepubliceerd. En dit naar aanleiding van de omstandigheid dat de Landvoogd geen termen heett gevonden er op 's Landskosien een photographi sche opname van te doen maken. — In de week van 5 tot 11 Oetober j. 1 is te Batavia geen regen gevallen. Te Lawang is overleden de gepensionneerde kapitein van het Indische leger P. Mollinger, Ridder der Militaire Willemsorde—Op de suis kerfabriek Bagoe in de residentie Soerabaja, is het paard van den Heer Lamaré gestolen.— Inde derde militaire afdeeling treden by de manoeuvres der troepen tegenwoordig ook de officieren van andere wapens dan dat der Infanterie als commandant op.— Te Soerabaja heerscht in de suiker een flauwe stemming.— In een ingezonden stuk in de Soer. Ct deelt J. N. mede dat van Soerabaja uit hel hoogland van het Ajong gebergte het gemakkelijkst te bereiken is via Probolinggo en Besceki. Van Besoeki gaal men met een karretja tot Soenaberma|ang en van daar te paard verder.—Uit het verslag der Batavia'sche Ambachtsschool over bet )aar 1895--96 blijkt dat de cursus begon met achtentachtig leerlingen, van welke er drie* ënzestig op den smeed» en vyfentwinllg op den ttmmercursus «aren; in den loop van het jaar gingen er negenenveertig '.eer ingen weg en bij het begin van den nieuwen cursus kwamen er drieenveertig bij. Van de dertien leerlingen die met een eindcertificaat de school verlieten, hebben zeven het ex-.mon voorümachinisUleerling bij de Gouvernements*' marine gedaan en zijn er tien geplaatst. De nieuwe cursus begon met eenennegentig leerlingen, tien moesten voorloopig worden algewezen wegens plaatsgebrek. Een onder* zoek naar de loopbaan van de oud^eerlingen der school gaf zeer goede resultaten.»" —In de eerst !e verschijnen aflevering van het maandschrift Teytmannia zal, naar wij ver» namen, opgenomen worden een uPgebie.de studie over Liberia koffie geschreven door de Heeren Dr. Van Rombugh en H. J. Wigman.— Het nieuwe? stelsel van betonning is thans ook toegepast in Straat Banka. Alle witte en zwarte Herbertsbakentonnen zyn vervangen door witte spitse en zwarte stompe tonnen en de roode Herbertsbaken op het rif middenvaarwaters hy hock Lalarie door een kogelton —Verleden Zaterdag hebben eenige dames en heeren dilettanten te Tegal een tooneel voorstelling gegeven die uitstekend geslaagd is ~ Het zoontje tfan den Heer L. te Pekalongan is door een bond gebeten. De moeder is met het kind naar het Instituut Pasteur te Batavia gegaan. — Te Pemalang is een nieuwe sociëteit opgericht, welker directie uit inlandsche hoofden bestaat.— De majoor«magazijumeester der Artillerie Kerrebyn is van Soerabaja naar buitenzorg overgebracht en daar ter observa'ie in bet krankzinnigengesticht opgenomen. — Uit Modjokerto wordt aan het Soer Hbld. geschreven dat het in den omtrek der.suikerfabnek Semongko wemelt van wilde zwynen.— De Java'sche Bank te Soerabaia heeft Dinsdag f 25,000 aan oud bankpapier verbrand, die een Chinees ter inwisseling had aangeboden.— Bij vonnis van den Baad van Justitie te Semarang is het tusschen vrouwe Johannu Catharina Schilling, zonder beroep en Franciscus Frederik van Olmen, sergeant-majocr vaurwerker der artillerie, stamboek n°. 32203 beiden wonende te Semarang bestaande huwelijk ontbonden verklaard door echtscheiding,— In de Javabode geeft iemand als zijn mee-ning te kennen dat de verplaatsing van het hoofdkantoor der telegraphie van Weltevreden naar Batavia, ten gevolge zal hebben dat ter eerstgenoemde plaats de bezorging der te ontvangen telegramnr.en groote vertngirg zal ondervinden.— Onder de passagiers ven het naar lodië op weg zijnde stoomschip Salak behoort ook de Heer D. H. A. Kolff, presidenUcommissaris der Rotterdamsche bank. Ofschoon diep in de zeventig, zegt het Bat. flbld, kon hij geen weerstand bieden aan het verlangen om lodië te bezoeken.— Aan den commies der tweede klasse bij den post' en telegraafdienst P- Yvong te Padang is een maard verlof verleend naar Fort De Koek. — Den Ben Oetober heeft ds echtgenoote van den halte chef te Pet*rongan, Westerlynen der Staatsspoorwegen, zich door ver*, gift van het leven beroofd.— De sergeantschry ver Stout is tydelyk voor den militairen dienst afgekeurd. De onderofficieren der Artillerie te Batavia, dragen thans, op verzoek van tun commandant, buiten dienst witte handschoenen.— De kapitein der Infanterie L. E. W. Seck, heeft wegens ziekte een tweejarig verlof naar Europa aangevraagd.— Uit Temaoggoeng wordt aan Pr. Advertenties blad gesebreven dat daar slechts één goed kolf.eperceel is, namelyk Ngrowoseneog, administrateur de Heer H. A. Salomonson; ep de andere perceelen valt niets te plukken.— Byna is aan Dr. J- Leber een groot ongeluk overkomen. Hy is namelijk met zijn ben dy op hol geweest doch tjjdig uit het voer» tuig gesprongen.— ln de omstreken van Temanggoong is nu de tabaksoogst in volbn gang.— De Heer D. C. J. Kooi, inspecteur van het lager onderwys, is thans te Djokja, teneinde de scholen aldaar te inspecteeren.— De Mataram verneemt dat de Heer Graaf Van Ranzow, thans klerk bij den assistent - resident van Madjalengka, veel kans heeft om benoemd te worden tot tweeden commies op het residentiskantoor te Djokja.— Door den Directeur van Financiën is machtiging verleend om de pacht op het slachten van rucidvee te Djokja voor het iaar 1897 al te staan aan den hoogsten bieder, den Chinees Tan Tiang San, voor 4810 gulden per maand.—
Persoverzicht.
In het Soerabaja'sch Handelsblad wederlegt de Heer Th. Vermeulen een ingezonden stuk voorkomende in de Indische Mereuur van 10 Juni jl., geteekend V., waarin de schrijver lets over het al of niet Toppen van Koffieboomen zegt en aanmerkingen maakt op het door den Heer Vermeulen geschrevene in het Soeraba ja'sch Handelsblad van 5, 6 en 7 November ao. po., Over den Invloed van het Toppen op de Productie der Koffieboomen. Schrijver ontkent dat een ongetopte koffieboom op zekere hoogte gekomen, van zelf ombuigt en zegt dat a's het gebeurt, dit eerder moet worden toegeschreven aan een zware vruchtdracht of aan het gebruik van plukhaken.
Maar als het hout van den koffieboom zoo buigzaam is dat de stam zich door een flinke vruchtdracht buigt, dan ligt dit aan den boom zelf en door die buiging versnelt hy het uitbotten der loten.
Bovendien i s bet een feit, door den Heer Vermeulen in vochtige klimaten waargenomen, dat zelfs vóór de top begint te dragen, een jonge, krachtig ontwikkelde koffieboom van ongeveer vijfjarigen leeftijd op een derde gedeelte van boven gerekend een lichte buiging in den stam krijgt, waarna het boven de buiging gelegen deel zich weder in vertica'e richting verheft. Hier kan dus nog geen sprake zijn van topzwaarte, maar naarmate de top beladen is met vruchten en langer wordt, heeft de volmaakte buiging plaats De Heer V beweert echter 'dat er van buiging geen sprake is en wel op grond hiervan, dat hij bij het onderzoek van het uiterlijk voorkommen der wortels bevonden heeft dat aan deze e en bijzondere inrichting bestaat door welke de p'ant de verplaatsing van het evenwicht, door de buiging veroorzaakt, zou kunnen verdragen. Maar, zegt de Heer Vermeulen, dan zouden alle koffieboomen door een rukwind ontworteld worden daar deze buiging plotseling geschiedt en tevens veel sterker is De buiging, door den Heer Vermeulen waargenomen, is echter geleidelijk, zooals die welke ontstaat door zware dracht.
Hospitalen en Ziekenzalen is de titel van een hoofdartikel in de Javabode van 13 Oetober j.l. waarin de schrijver, v. P., een en ander mededeelt over de behandsling in hospita'en in Nederlandsch-Indië en wel naar aanleiding van uu en dan voorkomende k'achten zoowel in Hollandsche als in Indische couranten en laatst nog in een Nederlandsch-müitair tijdschrift dat zich b'ijkbaar gaarne tot tolk maakt van allen die iets op het Indisch leger hebben al te dingen Oe schrijver stelt op den voorgrond dat hij die klachten ongegrond moet verklaren omdat hij, bij ondervinding kunnende medespreken over de behandeling in verschillende klassen onzer Indische ziekeninrichtingen, daarover slechts kan roemen
Dit neemt natuurlijk niet weg dat van de duizenden lieden die per jaar in eenig hospitaal worden verpleegd, niet eens een enkele een gegronde klacht zou kunnen uitbrengen ; dat niet hier en daar het eten zooveel te wenschen tov laten dat aan misbruik moet worden gedacht, maar over het algemeen kunnen verpleging ca behandeling in dc Indische hospitalen gerust ds vergelijking doorstaan met die in de best geordende en meest beschaafde lege. s en mogen zij met rechtmatigen trots door Geneeskundigen Dienst; Genie, Intendance en Administratie worden geroemd.
Juist echter omdat er zooveel goeds van ge* zegd kan worden is het jammer dat het geheel nog ontsierd wordt door een vlekje, hetwelk fe» makkelijk kan worden weggewreven en als hei blijft bestaan, telkens aan minder welwillende periodieken aanleiding zal geven met voordacht op onzen hospitaaldienst af te geven in bewoordingen welke door haar algemeenheid zoo moeilijk kunnen worden wederlegd.
De schrijver brengt in herinnering hoe een vijftien jaar geleden de toenmalige Hoofdintendant Fraser in zijn zucht tot bezuinigen, daartoe alles aargreep wat hein voor de hand kwam, zonder te vragen of het daarvoor geschikt waa of niet. Zoo is hij op het weinig gelukkige denkbeeld gekomen te bepalen dat terwijl in hospitalen de doctoren alles kunnen voorschrijven wat zij in het belang hunner zieken noodig oordee* len, die vergunning aan de behandelende ge» neesheeren in ziekenzalen niet kan worden ge* geven. Als men nu weet dat het eenig verschil tui" schen hospitalen en ziekenzalen ligt in bet aan» tal zieken dat er in wordt verpleegd en volstrekt niet in de mindere of meerdere ongesteld» heid van de verpleegden, kan men het weiniff menschelijke van dergelijke bepaling eerst recht inzien. Het is hoofdzakelijk dit verschil tusschen hospitalen en ziekenzalen, dat de schrijver wil opgeheven zien, opdat niet langer menschüevende dokte rs genoodzaakt zullen zijn uit eigen zak. benoodigdheden voor hun zieken aan te koopen welke de bepalingen hun niet toelaten te ver* strekken uit 's Lands voorraad en om in het algemeen onzen hospitaaldienst den goeden naam te doen behouden, waarop hij zoo ten «ol ** le recht heeft.