In het begin der voi*ige maand werd door de politie in verzekerde bewaring in 's lands gevangenis voor inlanders gesteld de Arabier Said Abüulla bin Oemar Assegai*. Waarvan hij beschuldigd kon worden, is ons niet bekend; de zaak werd, zeer waarschijnlijk gedurende een afwezigheid van den Assistent-Resident, op de jiolitic-rol behandeld en naar geen rechtbank nog verwezen. Daargelaten de vraag, of er voldoende termen bestaan om genoemden persoon voorloopig in hechtenis te houden —is onzes inziens ele politie onbevoegd om van de zaak kennis te nemen. Said Abdulla bin Oemar Assegaf is een zoon van Radhcu Ajoe AssiMAH, en deze cene dochter van wijlen Sultan Mahmoed Badaroedin destijds Sultan van Palembang. Said Aisdult.a voerde op Palembang den titel van Radhen. Ziju oom, nog te. Palembang woonachtig, heet Pangéran Praboe di Redja. Do politie kan "uiervan niet onkundig zijn, want de Kapitein der Arabieren is met Abdulla's afkomst bekend Ingevolge art. 4 R. O. en Staatsblad 1867 no. 10 is de Raad vau Justitie hierin de bevoegde rechter. De Justitie is thans gewaarschuwd. Zij doe haar plicht! Recht.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 07-02-1872
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 07-02-1872
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 32
- Jaargang
- 21
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Een vraag om recht.
Samarang Uren van Vertrek en Aankomst der Treinen. Nederlandsch-Indische Spoorweg-Maatschappij.
Van SOl.O naar SAMAUA.NG. Van SAMAKANG naar SOLO. __. __-._._ Gemengde Treinen. Gemengde Treinen. STATIONS -_■___; t Ko-8;- STATIONS -£% en Uren van en Uren van halten. Aank.jVertr halten ■ Voorniidd., Namidd. II Voormidd. Namidd. Solo I — j 6.44 — [IJ.B Samarang ' — B.— — 12.-IS aa I.» 7 5 11. 1.13 AUu-Toewa Bil S.H 1.11 lis Satan 719 722 I.SI I.SB'Bioemboeng 8.20 829 1.25 128 La-rang 737 7.4; 1.61 154 Tangoeng 8.48 8.61 1.17 ü.60 Goendili 85 i 8.1 • 2.19 ÜSSliKedoeng-Diattie. 9.11 921 21 S.M Serang 8.24 527 S.4S 2.4ii| Padai 9.51 9.84 235 2SS Tela-ra 8.11 817 84 3.14 frelawa 9.52 9.5.» 2.59 3.9 Padas 9.4 9 7 5.34 5.87 Serang 1.12 1.15 5.86 3.29 Kedoeng-Jljiitlie. 916 9.20 340 4 —«oendih 1 .3 1 .: Tangoeng ».46 9.49 j 4.2 4.23 Lawang 11.1 114 1 Broemboeng 10.8 1.11 4.42 445 Satan 11.18 112! 437 4.4) AUas-Toewa 10.22 1 .26 466 4.59 Kalie-Osso 11.85 11.88 454 457 ..amarang 10.36; — 61 »| Solo 1156 — 5.15 — KLATTEN — SOLO. SOLO — KLATTEN, Klatten _ C 45 — ;21 il Solo — 119 St' — 4 Tjepper 7 1 7 4 220 329 Toerwodadie 12 29 12 32 4 9 412 Wangoe 7.16,7 19 241 }.44 Belangt» 12 62114 66 434 435 Poerwodadie 7.39 742 3 4 3 7 jTjepper 1 J | 11. 447 45) Solo 7.51 — 816 — Klatten 126 — 66 — BKIN6INÜKJJOBNW IMAI-'l tDOftNC DJATIE-BKINBIN . liringm — 8.14 Kodoeng-Djattie — 9.35 Gogodalera 8,29 8,32: Tempoeran 953 9,50 Tempoeran . 8,53, 8.56 J Gegodalem 10 21 1 24 Kcdoeng-Iljattie 9,14 — l'Bringin 10,42 —
POSTKANTOOR SAMARANG.
Engelsche Mail. Via Batavia, Muntok, Riouw ln Singapore. Tn do maand Februari den 16en. „ „ „ Maart „ len, 15en en 2llen. „ „ „ April „ 12en en 21en. „ „ „ Mei „ 6en en 20cn, „ „ „ -Tuni „ gen en 17en. „ „ „ Juli „ len, 15en en 29cn. „ „ „ Augustus „ 12cn en S6en. „ „ „ September,, 9en en 23en. „ „ „ October „ llcn en 25en. „ „ „ November „ Sen en 22en. „ „ „ December „ 6eu en 20en. Fransche Mail. Via Batavia en Singapore. In de maand Februari Zaterdag den lOen. ISuinatia's Westkust. Den 4cn en lüen van elke maand. Palembang. Den 17en van elke maand. Korneo's Westkust en ISilliton. Den len van elke maand. I.an Valsche Mint. Aan de politie te Malang is het gelukt drie valsche munters te pakken, die sedert eeuigen tijd hun bedrijf aldaar met goed succes hadden uitgevoerd. Twee hunner zijn van Soerabaia herkomstig ; allen zijn iv confessie dat de in den jongsten tijd in omloop gebrachte valsche munt van hen herkomstig is.— (Soer. Üblad.) Pasoeroean, 3 Februari 1872. De le Februari 1872 was voor velen van Pasoeroeans ingezetenen een ware feestdag. De kapitein kommandant van het prachtige Stoomschip Pkins Hendrik, de HeerJ. Hendriks, had voor dien dag namens de Maatschappij Nederland een aantal Heerene-u Dames uitgenoodigd aan boord een déjeuner te komen gebruiken. Ondanks den afstand, in tambangans afteleggen in het vroege morgenuur, (men was verzocht tusschen 6 en 7 ure aanboord te komen) voldeden velen aan de roepstem van den kommaudant, en zoo vertoonde de Boom het schouwspel eener, vooral in dat vroege morgenuur, ongewone drukte, toen een tiental tambangans en sloepen zich daar in beweging zetten. Nog lang voor zonsopgang hadden zich deze vaartuigjes voorbij de bank aan de monding der rivier verzameld, om tegen 6 uur met de muziek aau het hoofd, naar de Piiins Hendrik te stevenen. Zoodra bet gebruikelijke salut voor den resident had plaats gehad, ontrolden zich als met een tooverslag alle vlaggeu van top. Aau den valreep begroetten de kommandant en het état major met deu agent der Maatschappij, den Heer Louis de Wilde, de gasten onder wie nevens den Kesident opgemerkt werden de regent met ziju echtgenoot en dochters alsook de luitenant der Chineezen en zijne vrouw. Daarna hadden de kommandant, de officieren en de agent de beleefdheid, het geheele zeekasteel tot in de minste bijzonderheden te laten bezichtigen. Verder vereenigdén zich op verzoek van den kommandant allen iv het prachtige Salon om van het keurig aangerichte déjeuner gebruik te maken, dat allen zich wel lieten smaken, als ook de fijne wijnen waarmede zeer vele welgemeende toasten werden gedronken op Z. K. 11. Prins Hendrik, do directie der Stoomvaart Maatschappij, den kapitein kommandant, het état major, de agenten in Indië en den bloei der Maatschappij zelve, waardoor de band tusschen Java en Nederland nauwer wordt toegehaald. Het was allen gasten aantezien, dat het goed deed aan hun vaderlandsch hart, zich aanboord te bevinden van het eerste prachtige Nederlandsche mailstoonischip, dat onze reede bezocht. Tegen 11 ure verliet men ouder het gebulder van 11 salutschoten het schoone stoomschip na onder een feestdronk aan den valreep den kapitein kommandant hartelijk dank te hebben gezegd voor zijn gulle ontvangst en de beste wenschen te hebben ontboczemd voor deu bloei dehoonc, cc i mdsche onderneming. Met geestdrift werd het driewei-f herhaald daverend Hoera! der schepelingen door de gasten uit ié tambangans beantwoord, die zich zeker vereenigen in den wensch dat nog menige even groots egenwoordiger van do Maatschappij Nederla. Is onder het bevel van een kommandant en état Major die in Nederlandsche insgeest, de oTicieren van de Prins Hendrik evenaren Naar wij van goederhand vernemen, is heden door don nt alhier, een telegram verzonden, namens de ingezetenen van Pasoeroean die een bezoek aau boord van het stoomschip Prins Hendrik brachten aan Z. K. H. Prins Hendrik, Eere voorzitter van de Maatschappij Nederland, en een aan de Directie dier Maatschappij, betuigende aller groote belangstelling in den voorspoed dezer nuttige Maatschappij. Passagiers heden vertrekkende van Pa=oeroean, per Prins Hendrik. De lieer Giltaij en Zoon. De Heer Vincent Farensbach niet vrouw en 2 kinderen. De Heer O. Haijc, met 3 kinderen De lleei- .1. M. Verhetj, met vrouw, 3 kinderen en baboe. Mevr. de Wwe. Martens. De Heer A. .1. van Deltien en Echtgenoot. Mejufvr. Bouricius. De Heer Vierdag, met Echtgenoote en 1 kind Mejufvr. Doijcr. Mevrouw van Vloten. Mevrouw Beukman. Mevrouw de Wilde. De lieer Dijoii Barends, De Heer .1. ,1. Meijer, Ass. Res. mot Echtgenooteen 3 kinderen. De Heer W. 11. Tromp, Luit. ter-zee. De HeerA. T. Sorillon. Ing. met Echtgenoote 4 kinderen. Zuigeling en Baboe. De Heer F. W. Neuhaus. De Heer A. A. Martens. Mevr. de Wwe Berkhout, met 3 kinderen. 2 Kinderen van den Heer Hlumc. De lieer Scbarp tle Visser, met Echtgenoote en 2 kinderen. Mevrouw Huminc, met 3 kinderen en 1 Zuigeling IK- Heer Sollewrjn Gelpke, met Echtgenoote 2 kinderen en Zuigeling. (Hand. v. Pus*, en Omstr.) Dl*. POSTMEESTER alhier maakt bekend dat tot morgen avond 7 uro brieven, drukwerken en monsters zullen worden aangenomen voor Nedeflandta verzonden via Batavia per het Nederlandsche stoomschip Prins Hendrik, kapitein Hendriks. belanghebbenden, die van deze gelegenheid wenschen gebruik* te maken, worden verzocht zulks op de brieven bekend te stellen. Hij frankeering betaalt men voor brieven 20 cents per wichtje met opklimming van 20 cents voor elke l ó wichtjes meer. en voor drukwerken en moi 5 cents per elke 4'J wichtjes; terwijl brieven aan het a lies van Militairen bene,lon don rang van Officier bij den landen zeemacht in Nederland mits niet zwaarder dan 15 wichtjes met 5 cents kunnen geflankeerd worden.— Mishandeling. De Chinees T. T. L. in kampong Pet o e-doen gau alhier woonachtig vierde gisteravond feest en gat' de bij tle C'hinoezcn onontbeerlijke: gamelnngspel en tandakpartrj. Toen het twee uur dos nachts word en de gamelangspeleis hun spel wilden staken, scheen dit niet naai* don zin to zijn van bedoelden Chinees die daarvan blijken gaf door ecu der spelers met een der taboo, oen stok waarmede men op de gamelang slaat, een duchtig pak si aag toetodienen. Heden morgen heeft de inlander zich bij de politie beklaagd, tot staving van het gebeurde een tiental getuigen medebrengende. Wij zijn nieuwsgierig welke straf voor don kijken Cbiu*e-s zal zijn weggelegd, en zullen daarom onzen lezers op ■Te hoogte der zaak houden.— ' M)ve,x\ i; van do süHvEkpuoductie der laatste 18 jaren M. do Residentie Passocrocau. 2 •**•-* -S *g Hoeveelheid S-§ J g*. 3 511 ■««* ÈSti * **" verkregen. | 5,1 185+ 6435 223886,+6 pic, 84,79 1555 6062 228809,19 „ 37,74 1856 6062 263967,92 „ 43,5 + 1857 6062 3*.7875,25 „ 50,79 1.858 0002 338277,43 „ 50,36 1859 6002 325289.17 „ 54,20* 1310 6002 * 369550,6+ „ 61,57 1861 6002 352815,51 55,73 1862 6002 334533,96 „ 66,11 18G3 6070 292555,49 „ 48,19 1864 6070 316638,21 „ 52,18 1865 6070 286714,66 „ 47,23 1866 6070 309730,69 „ 61,02 1867 6070 299891,34 „ 47,82 1868 6070 306586,73 „ 50,50'/.. 1869 6070 296254,74 „ 48,80'/2 1870 6070 816808,88 „ 52,02 1871 6070 394195,83 „ 64,94. Adiuesie. Uit Solo is ter bevordering dor spoorwegzaak dit telegram ven-zonden : Colonial Minister, Hague. .Most respectfully do undersigned, also in the name of their fellow indiisttials, merchants and inhabitants ol' the residency of Soeracarta, in expressiug gratefolly to your Excellency their entire adbesion to proposcd Java Railway bill, imploro tho general ele sind support by parliament: d'Abo Sr, vau Lawick van Pabst, Uarloff, van Nispon, Schultz Sr, Senstius Sr., vau Blarcum, van Geuns, Harlang, Serlé, Hobokeu, Gout, Busselaar, Kilian, Winter, Dezentjc', Dezontjé, vau dor Heyde, Doornik, do Eercns, de Koek, Winter. Tinneveld, Overboek, Corver, Hogendorp. Voorts zal met de mail van don lOi'ii Februari aan de Staten-Generaal dit adres verzonden worden : Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal van het Koningrijk der Nederlanden. (leven met den meest verschuldigden eerbied to kennen, de ondergeteekenden, allen Inwoners van de Residentie Soeracarta. dat. zij met Ac, moeste geestdrift on hooge ingenomenheid kennis namen van hot Wets-Ontwerp, betreffende den aanlog van Spoorwegen op Java, dat aan L'wo kamer door /. I-'.. don .Minister van Koloniën is ingediend, dat zij echter, mode door tic onderviuuing, tot de innige overtuiging zijn gebracht, dat de aanleg van Spoorwegen -door den Staat bij doelmatige organisatie van dat groote werk, in bijna allo opzichten de voorkeur verdient boven het overlaten daarvan aan Maatschappijen, waarvan het Hoofdbestuur, door den invloed van hot Europeesche kapitaal, hoogstwaarschijnlijk in Nederland althans niet in Indie zou worden gevestigd, dat zij dankbaar voor het voorrecht, hun in den spoorweg Samarang—Porstenlanden geschonken, bij ondervinding beseffen den onwaardeerbaren zegen, die daaruit in deze gewesten voor de bevolking in hot algemeen, eu voor handel en nijverheid in het bijzonder voortvloeit, ilat naar hunne bescheidene meening, bij goed \looi-dnchte spoorwegplannen gebaseerd op hauwkeurige opname, bedoeld Wets-Ontwerp den Staat in het bezit zal kunnen stellen van een schoon hetwelk bij matige .-ii niet alleen de meeren leels ni!» bevolkte te doorsnijden streken rfene ongekende ontwikkeling zal te gemoet doen gaan, maar ook in cene niet verwijderde toekomst belangrijke voordeelcn zal afwerpen. liedenen waarom, zij de vrijheid nemen Uwe Hocgc Vergadering mei bescheiden aandrang te verzoeken, hare ondersteuning aau dit voor Nederlandsch Indië zou gewichtig en heilzaam Wets-Ontwerp te willen schenken, opdat alzoo de maatregelen door Z. M. onzen geërbiedigden Koning voorgesteld, tot welzijn van dit eiland spoedig in werking mogen treden. 't Welk doende, Soeracarta, 6 Februari 187"), (volgen do handteckenin Een Funk besluit, als 't goed uitgevoerd wordt is dezer dagen genomen. Men leest in de Javasche Courant namelijk: Bij art. 1 van het besluit van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-lndië, van 30 Januari 1872, no. 37, is aan den directeur der Burgerlijke Openbare Wei-ken. den resident van Batavia, den hoofdingenieur bij den waterstaat en 's lands burgerlijke openbare' werken, eerst-aanwezend ingenieur in die residentie, en den majoor der genie (!. J. van Goens, opgedragen, zich in commissie te stellen tot het. beramen der middelen, waardoor in den vervolge overstroomingen als die, welke te Batavia in de laatste dagen hebben phats gehad, zooveel mogelijk worden voorkomen; en om met i\cn spoed, dien het gewicht van het onderwerp vordert, deswege rapport uit te brengen en vereischte voorstellen in te dienen; terwijl bij van dat besluit genoemde directeur is uitgenoodigd tic samenstelling te Samarang van eene gelijke comn issie spoedig de noodigo voorstellen in te dienen. Aangaande de ketjoepartij in de afdeeling Grobogan gehouden, mochten wij nog deze bijzonderheden vernemen: ln den nacht van Zondag op Maandag omstreeks e;én uur drongen eenige roovers de woning binnen van den Loerah van Djattilor bij Pocrwodadi. iloc talrijk zij waren, valt niet stellig Ie zeggen; zeker is het, dat er later buiten tic deur drie flambouwen zijn gevonden. Het vijandig bezoek gold niet het dessahoofd, maarden Hr. Euklaar van Guericke dio zich tijdelijk in dat, huis ophield om eenige gronden te huren. Dat doel was den inlanders bekend, en iv velband daarmede was het. gerucht verspreid, dat zich in Djattilor een Europeaan bevond, die zeer voel geld bij zich in een bamboezen woning had. Geen wonder dat er in de, aan gespuis lijke, omstreken een plan tot ïoovcn werd gevormd. De nabijgelegen residentie Solo zou.ook dezen roovers wel ecu schuilplaats aanbieden. Ter nanwernood echter waven twee. hunner tic woning binnengedrongen, of één werd door den bediende van den Hr. Enklnar, tl i Javaan Wtilio Drono, die nog bezig was om kleeren te maken, aangegrepen, op den grond geworpen en afgeranseld, totdat hij, de roover namelijk, buiten kennis geraakte. Onderwijl wtis ele andere voortgestoveu naar dat gedeelte der woning, waarin zich de Hr. Enklaar te slapen had gelegd. Deze was door het geschreeuw van zijn bediende: „DieJ ven! Dieven!" juist, ontwaakt, en opgestaan. Jm Hij zag nu den dief met een dikken stok in de htmüi binnenkomen, hem naderen, en een oogenblik later wei-u hij hevig geslagen. Een wapen had hij niet —• zijn revolver was uiet geladen, de tijd om zijn degenstok te grijpen ontbrak. llij trok toen het laken van het bed. bedekte zich daarmee om het uitwerksel dor slagen eenigszins te verminderen, greep vervolgens naar den stok en ontwrong dien aan den schurk, Inmiddels was het eenige licht in het, vertrek uilgSg&an. De roover, wel verre van te vluchten, trok zijn kris. Vijf wouden werden den Hr. Enklaar toegebracht: een kleine boven het linkeroog, een meer beduidende aan het achterhoofd, twee aau den linkerarm, een aan deu rechter. Daarna werd den roover ook de kris ontnomen, en liep hij weg, vluchtende tusschen negen inlanders door die inmiddels op de been waren geraakt.! De geheele verschrikkelijke zaak was het werk van slechts eenige oogenblikken; vandaar ook dat de Loerah die in een afgelegen gedeelte der woning sliep niet tijdig toeschieten kon. De booswichten hebben zich slechts van eenige kleeren, een horloge en een koffertje, ter gezamenlijke waarde van ,/" 50, meester gemaakt: in den vooravond had do Hr. Euklaar een vrij belangrijke som uitgegeven. De roovers waren ingezetenen van ver verwijderde plaatsen, van koedoes onder anderen eu van Solo. De toestand van deu Hr. Enklaar isin geenen dcelobedenkelijk; — over weinig dagen hoopt, hij van Samarang, waarbij zich thans bevindt, naar Pderwodadi terug te keeren. Bijzondere lof verdient de houding van den bediende Walio Drono; hij heeft weder bewezen dat ook Javanen trouw en moedig kunnen zijn. — De Prins Hendrik heeft instede van gisteren middag eerst hedenmorgen do roede, vau Samarang verlaten.—
Ingezonden stukken. Over notariaten.
Jüelijk de stoom zich bij te hooge drukking een uitweg kaant door de veiligheidskleppen, treft men van tijd tot tijd, ■Cij het bekend worden van sommige besluiten, rakende het notariaat, daaromtrent iv de dagbladen mededeelingen aan, welke blijkbaar dienen moeten om het gemoed van de velen, die zich daardoor verongelijkt of miskend achten, zoo mogelijk te verruimen. Als zoodanig is zeker ook nu laatstelijk- weder te beschouwen het artikel in dit blad vau 15 Januari jl., betreffende de beide opengevallen notariaten te Itembang en Pecalongan. Het doet ons immer leed, dat personen, die van het vervullen eener zoo gewichtige, zoo verheven betrekking als het notariaat hun levensdoel maakten, tot dergelijke middelen hun toevlucht moeten nemen, en daardoor gevaar loopen van door de publieke opinie op die lange lijst van „mopperaars" geplaatst te worden, welke steeds met denkbeeldige verkorting hunner rechten en vermeende geringschatting hunner verdiensten schermen. Of zouden ook zij wellicht werkelijk tot dat getal behooren? — Brengeu wij, ter beantwoording dier vraag, in korte trekken in herinnering de vooruitzichten, die zij zich redelijkerwijze konden voorspiegelen, en in hoever ze werkelijkheid werden. Bij ordonnantie van den \A December 1863 (St.bl.no. 170) werd aan het destijds zeer beperkte getal notarissen in Indië de eerste uitbreiding gegeven, en dat op IS bepaald. Hun werden op Java de drie hoofdplaatsen, benevens een 7 tal andere voorname plaatsen, cv in de Buitenbezittingen Padang eu Macasser als standplaats aangewezen. In lts6B werd hun aantal bij Ordonnantie van den 17 Februari (St. bl. no. 16) nog aanmerkelijk (met 26) vermeerderd, omdat, volgens den considerans, Z. E „tot bevordering van „'s lands dienst en ler nutte vau het algemeen do Secretarissen en de assistent-residenten in de verschillende gc„ivestcn van Ned.-Indië zooveel mogelijk wenschte te ont„heffen van de hun opgedragen functiën van notaris"; doch werd daarbij tevens bepaald, dat de vervulling dier notariaten eerst zou plaats hebben, wanneer de ambtenaren, welke destijds i»og met het notarisambt aldaar belast waren, iv hunne betrekking zouden worden vervangen.
Was het wonder, dat tal van jouge lieden iv Nederland, bij de lezing dier beide Ordonnanties, ras hun besluit genomen hadden, om te trachten die nieuw gecreëerde bctrekkingcu te vervullen? Naar Indië dat land van gloed eu kleuren, waar het Gouvernement hun uitzicht gaf te kunnen optreden in de betrekking, die hun zoo na aau het harte lag! Dit was veler droombeeld. Zij hadden wel gehoord of gelezen van de Fata Morgana, die luchtspiegelingen, welke in de heete gewesten den versmachten den reiziger in zijne verbeelding eene liefelijke plek doen aanschouwen, waar hij hoopt onder de schaduw der boomen eene koele teug water te vinden, maar ach! hoe weinig konden zij vermoeden daarvan zelf reeds zoo spoedig het slachtoffer te zullen wezen!
"Wie dacht er aan te onderzoeken of die betrekkingen zelfs wel het dagelijksch brood zouden verschaffen? De verwaanden! Zij meenden dat waar het Gouvernement hun als openbare ambtenaren plaatsen aanbood van zooveel gewicht, dergelijke vraag ecu wanklank zou hecten. Was Indie niet het land, waar elk ambtenaar na 20 jarigen arbeid geacht wordt van zijne physieke krachten genoeg gevergd te hebben, en daarom na verloop van dien tijd in staat wordt gesteld te rusten van den arbeid? Was dat ook niet het land, waar de zieke ambtenaar, voor rekening van het Gouvernement, in Nederland herstel van gezondheid kan gaan zoeken? Het is waar, zij konden weten dat zij nimmer buigerlijkc ambtenaren zouden worden, dat zij niet als deelgenooten in het pensioenfonds zouden worden opgenomen, dat zij bij zieskte wel stilstanel in verdiensten zouden ondervinden, doch niet van 's Gouvernements milde bepalingen zouden genieten; maar werden zij toch ook geene ambtenaren? Zou hunne plaats dan beneden een derden commies oi' klerk zijn? Zou het Gouvernement huu dat alles onthouden hebben, indien het niet overtuigd ware geweest, dat zij door hun inkomen in staat zouden ziju om zich zelven die rust te koopen en dat herstel van gezondheid te zoeken? Konden dergelijke ge dachten hunuc droomen verontrusten?—■ Zij gingen met een traan in 't oog om wat zij achterlieten, met een glimlach om de lippen bij ele gedachte aan de schoone toekomst. Wat zou het eerst verdwijnen?— Bij de moesten de glimlach.
In de eerste maanden na de uitvaardiging dier Ordonnantiën ging alles betrekkelijk naar wensch.* op 26 jarigen leeftijd zagen eenigen hunne jarenlange oefening en studie mot eene plaatsing beloond. Doch reeds spoedig werden de vacatures steeds zeldzamer; do ambtenaren, die nog met 'de functiën van notaris belast waren op plaatsen, waar de Ordonnantiën een afzonderlijk notariaat in het leven geroepen hadden, en welke in die functie, vaak nog vereenigd met die van vendumecster, aanlokkelijke emolumenten vonden boven hun tractement als assistent-resident of secretaris, haastten zich natuurlijk volstrekt niet om daarvan ontheven te worden; met dat gevolg, dat thans, nu 7 jaren sedert de afkondiging der laatste verloopen zijn, er behalve de dezer dagen opengevallen plaatsen (Pecalongan en llembang) nog altijd drie gevonden worden (Serang, Salatiga en Madioen) waar, na de thans aldaar fungeerende titularissen, een afzonderlijk notariaat opgericht moet worden.
Allengs vermeenden de meesten der nieuw aangestelde notarissen gerechtigd te zijn tot het besluit, dat bij de bepaling der notaris-standplaatsen de daarbij als basis gediend hebbende inkomsten van de ambtenaren, die tot dus ver ter plaatse met het notariaat belast waren geweest, wel wat te hoog waren geschat; terwijl de verdiensten, welke de vendu-kantoren afwierpen, met welker beheer de meesten krachtens hun ambt belast waren, hun al spoedig van zeer dubieusen aard voorkwamen, ja zelfs velen die gaarne geheel zoudeu hebben willen derven, mits zij van die functie ontslagen werden. —De tijd zou zelfs aan enkelen leeren, dat zij in het ongelukkig dilemma gekomen waren om of, op zijn zachtst uitgedrukt, zich groote ontberingen te getroosten, of de kans te loopen van door een ruimer toestaan van crediet bij de vendutiën en daardoor veroorzaakte vermeerdering van hun aantal, zich met een belangrijk debet tegenover het Gouvernement te zien geplaatst. Wel is waar bestaat voor den notaris in het binnenland de kans, om ten gevolge van overplaatsing eenmaal op cene der drie hoofdplaatsen te komen, of althans op een dor ;..»r,»:iiMilijk.si»; residesntie-hoofdpiaalseïï, ei och die kans wordt bijna tot nul gereduceerd, wanneer men in aanmerking neemt, dat allen na 1853 werden aangesteld, dus nog jeugdige menschen zijn, en ele notarissen op die hoofdplaatsen, buitengewone omstandigheden daar gelaten, wel verplicht zijn tot hunnen dood huu ambt te blijven bekleeden. Daarenboven zag men twee vacatures op de voornaamste hoofdplaatsen van binnenresidentien nog vervullen door oud- ambtenaren, wier betere aanspraken niemand kende. Was nu althans het tarief voor de Notarissen slechts zoodanig, dat zij bij een gering aantal acten toch nog een fatsoenlijk bestaan konden vinden! Doch ook dit is niet het geval. Een ieder zal gereedelijk inzien, dat de Notaris in Indië, waar ele levenswijze zooveel kostbaarder is dan in Europa, voor hetzelfde work althans even veel dient in rekening te kunnen brengen als zijn collega in Nederland. Bij cene oppervlakkige beschouwing van dat tarief (Stbl. 1851 no. 27), zou men dan ook werkelijk veronderstellen, dat de wetgever dezelfde meening was toegedaan : waar den Nederlandschen Notaris b. v. voor eene vacatiuf ƒ1.50 wordt te goed gedaan, kan de Indische Notaris ƒ 3.— in rekening brengen; een bladzijde schrift wordt den No/ taris daar met ƒ—,so, hier met ƒ—,75 betaald; de getuigen ontvangen hier het dubbele vau ginds; maar — wat in de Nederlandsche wet niet gevonden wordt, is de slotbepaling van art. 4 vau het Indische tarief, welke voorschrijft, elat het vacatieloon nimmer hooger mag worden berekend dan driemaal het bedrag van het schrijf loon ad ƒ—.75 per bladzijde. AL a. w. als de Notaris in indië een contract moet opmaken, dat over tonnen gouds loopt, waarover hij dagen lang moet denken, waarvoor hij twee ol' drie ontwerpen moei maken, doch dat hij ten slotte in zulke boknopte en tevens duidelijke bewoordingen weet te brengen, dat het niet meer dan 4 bladzijden schrift beslaat, kan hij daarvoor naar de letter der wet in rekening brengen 3 X 4X ƒ —.75= ƒ ü.—. Zijn collega in Nederland zou, ondanks zijn oogenschijnlijk lager tarief, daarvoor allicht ƒ4O af 50 mogen rekenen. Zou die premie op de langdradigheid wel in liet belang van het algemeen gesteld zijn ? En daarenboven, staat het werk van den Notaris gelijk met dat van den metselaar of timmerman, die per uur betaald wordt? Lezenswaardig is het protest, door eene commissie uit de Vereeniging van Notarissen in België, in IS7O ingediend bij het Gouvernement aldaar, hetwelk in ecu nieuw ontwerp-tarief voorstelde het honorarium ie regelen naar het getal vacatiën. VV ij lezen daarin o. a.:
„Le travail du Notaire nest assuri.mimt pas vn labeur „matcriel qui se mesure au mètre ou a la journée. Est„il comparable, des lors, ii celui de I'ouvrier? N'est-ü „donc plus cc qu'il a toujours été réputé, vn travail „d'csprit et de science, d'initiativc et de ele'rouement? Il „senible, au contraire, qu'au milieu des transformations „de tout genre qui se produisent aujourd'hui dans I'ordre „social et au milieu des iiite>rêts nouveaux qui s'y mn„nifestent, la mission du Notaire exige plus que jamais „des counaissanecs variées et des aptitudes sérieuses, dans „I'application desquelles il lui faut, davantage aussi, le „concours de I'expérieire et du cocur."
De Ilcgeering zelve scheen dan ook weldra overtuigd van het onhoudbare van den toestand van enkele dier ongelukkigcu. llecds bij Besluit van den 25 Mei 186 S (Stbl. no. 49) werd de uitoefening van het notariaat en Vcndumeesterschap te Tjandjoer weder vereenigd met de betrekking van Assistent-ltesident aldaar; terwijl nu kortelings, bij Besluit van deu 27 December 1871 (Stbl. no. 214) hetzelfde lot* ten deel viel aan het notariaat te Poerwacarta (Krawang). En zal het hierbij blijven? Wij durven zulks betwijfelen. Er zijn nog onderscheiden plaatsen waar de Notaris in zijne verdiensten onmogelijk een middel van bestaan kan vinden, en waar hij als Ye*ndumeestei* in bovenbedoeld dilemma wordt gebracht. En dat is de ambtenaar, die het volle vertrouwen zijner medeburgers waardig moet zijn, die getrouw aan zijn' eed, met eerlijkheid, nauwkeurigheid en onzijdigheid moet handelen bij het waarnemen hunner belangen en het in geschrifte brengen hunner overeenkomsten, wiens bi Icing van zoo scrieusen aard wordt geacht, dat hij eerst op 25 jarigen leeftijd benoembaar is ! Zal hij dan hier weder afdalen tot den toestand vau den man, die in het oude Homo aan eene tafej op de hoeken der straten gezeten was, om de handelingen en overeenkomsten der voorbijgangers in geschrifte te brengen en daarvoor cene aalmoes ontvingen ?
Trachtte men tot heden in dien toestand radicale verbetering te brengen ? Integendeel. Een belangrijk deel hunner inkomsten zagen de notarissen zich met de zeeprotesten en de contcacten van aanneming, leverancies, overvoeren, enz. ontnemen. Wie zal het raden wat hiertoe de aanleiding geweest is? —■ Ton slotte nog een enkel woord over de verbeteringen, welke, naar onze bescheiden meening, in het lot van den notaris in Indië zoudeu aautcbrengen zijn : Men geve hem als vendumecster een vast maan del ij ksch inkomen van f 300 tot ƒ 5;)0 ; men make hem alzoo ook burgerlijk ambtenaar : hij zal dan niet aan ziekten behoeven te bezwijken, waarvoor hij in Europa herstel kau vinden ; hij zal dan bij overlijden zijne vrouw en kinderen niet geheel broodeloos achterlaten; hij zal dan de zekerheid hebben, dat hij na 20 jarigen arbeid althans zijne laatste dagen in Europa zal kunnen slijten, rustende van de afmattende loopbaan. Men wijzige het tarief, of trekke althans voormelde slotbepaling vau art. 4 in, en late alzoo aan den rechter over om bij cene verlangde taxatie der rekening te bepalen, of de notaris zijne verdiensten billijk berekend heeft. Men bepale dat voortaan de acten, houdende vestiging en cessie van hypotheek notarieel moeten gepasseerd worden, even als in Nederland. Men geve hem terug wat hem ontnomen is. Eerst dan, wanneer de notaris vrij zal zijn van geldelijke zorgen, zal men het recht hebben hem zulke hooge eischen te stellen. De schrijver van het hierboven aangehaald artikel in dit blad van 15 Januari jl. doelt ten koste op de veronderstelling, dat het gouvernement genegen zou zijn die onafhankelijke, soms lastige (?) notarissen uit de binnenlanden te weren. Wij hoorden die bewering meermalen uiten, doch kunnen daaraan geen geloof slaan. Het zou toch zei.f in het belang van het publiek zijn, eu daarenboven vermeenen wij, dat, indien dit de bedoeling van het gouvernement ware, het niet tot het middel van uithongering de toevlucht zou nemen ; maar dat onze tegenwoordige Landvoogd, wiens ridderlijkheid en gentlemanlike handelwijze ons reeds vóejr zijn komst door de faam bekend gemaakt werden, dan ook ruiterlijk van zijne meening in het Staatsblad zou doen blijken. Velen zouden dan trachten hun gebroken carrière weder in Nederland te gaan herstellen, en dit schoone land verlaten, zij het dan ook dat zij daarbij de lippen zouden samenknijpen om eene verwensching te onderdrukken, bij de gedachte aan zoo veler vooruitzichten, die hier, meestal door eigen schuld, doch ook vaak door die van anderen, onvervuld bleven.— X.
Vooruitgang.
f_fte ter wereld heeft grooter tegenstand te bestrijden, daj^ac wetenschap. Hier was het egoïsme, daar de bekrompenheid van geest, elders het vooroordeel. Met hoeveel ernst men in de laatste jaren ook voortdroug in de onmisbare kennis van land- en staathuishoudkunde, met hoeveel wilskracht de weinige pioniers van vooruitgang huu ingenomen standpunt ook handhaafden, het meerendeel bleef doof voor het goede en nuttige dat gepredikt werd, en de toestanden bleven in hare primitieve gedaante als 't ware voortbestaan. Maar niet ongestraft blijft dat vernietigingsproces. Nog altijd duurt de ziekte voort, ontstaan uit den ongezonden toestand vau land en volk. Deze verlangt een landbouwwet naar de behoefte des tijds; gene opheffing van alle voor den handel belemmerende bepalingen; een derde wil betere communicatie; een vierde weer iets anders, en zoo gaan verschillende gedachten voorwaarts om meei-endeels evenals de meteoor, zoodra zij met den dampkring der aarde in aanraking komt, uiteen te spatten, niets nalatende dan een lichtstreep die in enkele seconden verdwijnt.
„Tot zoover en niet verder!" was de eerste gedachte van den nieuwen voogd. Weg met vooroordeel, eigenbelang, kortzichtigheid en traagheid; weg met alle intimideerende thcoriën, de leus van „vooruitgang" is luide verkondigd en gehoord. Nog was de spoorweglijn Samarang-Vorslenlanden niet voltooid, toen wij dien eersten aanleg den voorlooper noemden vau een spoorwegnet. Het was onze innige overtuiging, dat het licht van vooruitgang ook tot "deze gewesten zou doordringen, zelfs al wilde men dat door het opbouwen van hemelhooge muren trachten te beletten. Zullen wij nu een luid vreugdelied aanheffen, of past hét ons met stille dankbaarheid door den ecnvoudio-en weerklank van een diepgevoelde verplichting, deu Minister hulde te brengen? Den aanleg van een spoorwegnet over Java als een krachtigen en beslissenden stap op den wen- van vooruitgang begroetende, de ontwikkeling van volkswelvaart, den bloei dezer schoone gewesten gedenkende, mag men dezen Minister geen eer onthouden. Onder de dringendste hervormingen waaraan Indië behoefte heeft, moet het aanleggen van een spoorwegnet voor Java gerangschikt worden. Met echte staatsmanswijsheid werd dit door den tegenwoordigen Minister vau Koloniën begrepen; met vastheid van wil begon Z. E. ziju werk, hij wist wat hij wilde, en ziedaar een wetsontwerp voor den aanleg van een spoorwegnet op Java, voorzien van een Memorie van toelichting, met een ongekenden spoed ingediend. Steeds is hier het mercantiëel sijsteem aangewend. Aan dat systeem is door den Minister een zoo krachtige stoot tot omverwerping gegeven, dat wij niet mogen aarzelen om Z. E. daarin te steunen. Dat van uit Indië slechts één stem opga van diepgevoelde erkentelijkheid, dat men toone den krachtigen stap op den weg van vooruitgang te waardeeren. De opkomst en bloei van deze gewesten is geen hersenschim meer: ons adies van adhaesie heeft ten opschrift: Het dankbare Nederlandsch-Indie aan den Minister van Bosse. Samarang, 12 —1 — 72. * p.