Augustus I_.— Manufactuursprtjzen onveranderd; Koffie ƒ 46.25.5ti1; Suiker / 0.75 beneden veiling vast; Billiton tin ƒ 91. nominaal; Rvst 734 flauw. AANGEKOMEN SCHEPEN IN NEDERLAND: Augüste, Solo, C.NSTaNCE, KILKERRAN, PaDANG PaKKET en PRINS v.n Oranje.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 16-08-1872
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 16-08-1872
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 191
- Jaargang
- 21
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Telegram uit Europa
Mail-telegram.
De zittingen der arbiters voorde Alabama-quaestie zijn ufsclioist ter raadpleging van do Engelsche wetten. Dc nieuwe Fransche leening is goed geslaagd. üe Keizer van Kusland zal deu zesden September Berlijn bezoeken. Dc Candidatuur Greelcy voor de vervanging van Grant als President der Vereenigde Staten van N. A. wordt door Summer ondersteund.
In Portugal is ecu sameuzwering ontdekt. De samenkomst der drie keizers — van Duitschland, Rusland en Oostenrijk — te Berlyu belooft vredelievende uitkomsten en ecu verdaging der Oostersche quaestie. Door de Porte is toegegeven dat de Suezkanaalmaatschappy' het volle recht heeft, tol te heffen op de bruto tonnenmaat.
Telegram uit Batavia.
Anjer gepasseerd: Albert, Edwaru, Gutenberg en Brillant.
Protestantsche Eeredienst
ZONDAG den 18 AUGUSTUS 1872 's Morgens '/, 9 uren. Ds. A. VAN DAVËLAAR.
Roomscli-Catholieke Eeredienst. Zoudag den 18 Augustus.
Vroegdieust des morgens ten 6 ure, Hoo dienst des morgens ten V«9 ure, Lof des avonds ten Vil ure.
Aangek. Vreemdelingen te Samarang.
Van af y t/m 15 Augustus 1872
UtEREN LOGEMENT: De HH. D. I. Oepkes, v. Nederlaud; A. I. Blacklm, v. Batavia; P. I. Conrad. v. Amoy; 1. O F. Looy'eu, v. Cheribon; I. F. Cramer, v. Batavia; H. V. de Groot, V. Djocjacarta; G. F. A. Gout, v. Soeracarta; Schutte, v. de reede; D. L. Mcrling v. Djocjacarta; L. V. Dingemans, v. Batavia; F. A. Eckhart de Mesquita, v. Soeracarta; J. J. Kaaff en familie, v. Djocjacarta ; 1. A. Dézentjé ei, familie, v. Ampel; A. B. Kraag, v. Djocjacarta; VV. G. Torchiana, v. Batavia; D. Wijuoldij, v. Soeracarta; Ch. Waersegers, v. Gemoo; A. Kortz, Djocjacarta; VV. P. Le Couge, v. Oenarang; 1). OH. Voogt, v. Batavia; A. G. Dézenijé, v. Soeracarta; A.F. Ra aft', v. Djocjacarta; Palm, v. Ne Reede; Duparc v. Toeban; A. Dekens, v. Soeracarta; F. H. VV. Graaf von Ranzow, v. Djocjakarta; A. Struben, v. Grobogan; J. H. Horst, v. Gondang; Th. Slaiter, van Batavia, Ch. J. Speet, v. Soeracarta, R. Raaff eu J. A. Knikhovens van Djocjacarta.—
HOTEL DU PAVILLON : De HH. L. Key'ner, v. Salatiga; J. 0. Gregory en fam., v. Djocjacarta; Mev. Buys en 2 kinderen, v. Oenarang; W. Litdlefield, v. Soeracarta; W. vau Kijck en Jhr. Clifford, v. Tagal; G. Birnie, v. Bezoekie; C. Tromp en D. Buijs, v. Soerabaia; W. Brugghe, v. Soeracarta; H. VV. van Vuurden, v. Ambarawa; K. F. de Lijn, v. Soeracarta; F. Baumgarteu, A. F. Kal, J. W. Jager, G. L. Wey'nschenk eu G. Wey'nschenk, v. Djocjacarta; J. N. Wan, v. Soeracarta; G. F. Meyer on VV. D. F. Meyer, v. Batavia; F. W. Baumgarten, A. O Baumgarteu en A. Von Tiedemann v. Djocjacarta.
MARKTBERICHTEN
SAMARANG, den 15deo AUGUSTUS 1872. Koffie, ƒ4O. a/ 42 ( Vf. I. bereiding/ 41,— a ƒ 43,— ) geboden. Suikee, f 161/,.— voor no. 14 en lager. Indigo ƒ4, a 5,30 van goed tot fraai. Superieure soorten schaars. KoehuÏden,' j . ..... / 67,— . / 68,— per kodie, Buffel » ' le' / 0,16 a / 0,17 per pond. do. Cubeben, f 11,— geboden. Rijst ord. wit, / 185,— a ƒ 210,— i per koiang van 28 , Javacarga,» 160,— it » 175,— I picol zonder zakken. Kj.appe» Oj.ie, » 23,—. Katjang » „ 22,—. Rotting le qualiteit f 11,— a. ƒ 12,— per picol. , 2e „ » B,— a » 9,— do. do. Wisselkoers op Holland 6 rad. dato 103' . a 102'/, pCt. Factorij Zirhtwissel parT
Invoer te Soerabaia.
iVan den 13den Augs. 1872. Van Engeland en Batavia per het Rusa. schip Alerte, gezagv. O- A, Ureilick. 5 ku. koopmanschappen, Keiss en Co. 10 kn. koopmanschappen, 200 kn. gom. dammar, Order; 2441 staven ijzer, Buzing. Sehroder en Co. 22 kn. koopmanschappen; E. Moormann en Co. 66 md. aardewerk, Eraser, Eaton en Co; 50 coll koopmanschappen, 51 ankers, 444 bundels ijzer, 480 platen ijzer, 5 md. ijzerwerk, 902 staven ijzer, 2 coll. aardewerk, 48 pi. koper. Martin Dyce en Co; 53 md. aardewerk, 1 kt. koopuranschappm, Haigthon en^'o; 10 kisten kruit. J. G. A. van Haeften, 2 .md. nardewerk, 8 staven ijzer, 1 bundel ijzer, 1 vt. bier, Gezagvoerder.
UITVOER
Naar Nederland via Panaroekan per het Ned. schip Elisabeth, gezagv. J. H. Kiewiet. 200 pic. rotting, 900 pic. tin, 1039,43 pic. suiker. N. H. Maatschappij; 1 keld. jenever, J. Koning ; 2 pic. koffie, Gezagvoerder; en aan boord gebleven lading van Nederland.
Scheepberichten. AANGEKOMEN.
SAMARANG. 14 Augs Eng schip Cavoür, H. Evans, Batavia Agent. v. d Broek en Veeekeus 15 Augs. Ned. schip Noach 11, J. O F. Looijen Cheribon Agent. Dorrepaal en Co.
Straat Sunda doorgezetild.
Eng. schip Torward Slo, Hassack, vaa Manilla naar New-York. » „ Blackadilcr, F. Moore, van Foochwofoo naar Londen. , » Carmansstershire, lt. Watson, vaa Macao naar Londen. „ n Killnrneij, G. Meikle, van Shield naar Order. » « G. St. Peukc, J. W. Kabinson, v. Freemanstle n. Singap. „ „ Sooloo, G. ïleowie, van Lunden na ir Hongkong. N.-l. „ Djudool Karim.Said Abdullah „in Aboe llakar, van Tjilatjap vaar Samarang
Aangekomen Passagiers te Samarang.
Per Ned. stb. Prins Hendrik gezagvoerder J. Hendriks van Pasoeroean De Heeren Horjel en tam. Hoskcs en Echtg. E. Meijer Meor, Deltonr en 6 kinderee 5 onder- officieren en 28 militairen Per Ned. Ind. stb. M. V. v. d. Putte gezagvoerder B. J. Tergast van Soerabaia De Heer Bock , 5 fam.
Een meeting van Israëliten.
Den 2en Juli heeft te s'-Hage de vroeger aangekondigde meeting plaats gehad betreffende de vreeselijke vervolgingen, waaraan de Israëliten in Rumenië by' herhaling zijn blootgesteld, en waartegen ook eldrrs, vooral uit Engeland, Frankrijk en Duitschland, gelijk uit Noord-America, stemmen zy'n opgegaan. De meeting was zeer talrijk bezocht, zoowel door Israëliten, van hier en andere steden des vaderlands opgekomen, als door enkele belijders vau andere gezindten. Het bureau werd geformeerd door hen, die het initiatief tot deze vergadering hebben genomen, den Weleerw, heer R. S. Berenstein, der Ned. Isr. gemeente alhier, en den heer L. D. Simons. De WelEerw. heer Berenstein opende de vergadering met een korte herinnering aan de gruwelen, iv 1868 en nu in 1872 gepleegd, — aan de valsche beschuldigingen, ten gevolge waarvan geloofsgenooten in den kerker zuchten, — nan de met beschaving en humaniteit strijdige geloofsvervolgingen, waarvan Rurnenië weder liet rampzalig schouwspel oplevert. De pogingen om die te doen ophouden hadden tot dusverre weinig gebaat; krachtiger maatregelen moesten worden aangewend. Vandaar dat hier het initiatief genomen werd zich aan het streven in Engeland aantesluiten, en de openbare meeuing ook in Nederland — het verdraagzame, menschlievende Nederland — in te lichten, ten einde zedelijken en stoffelijken steun te geven aan de pogingen, die tot het beoogde doel iv deze ziju of mochten worden te werk gesteld. De spreker houpte dat deze meeting daartoe mocht hij! dragen, en verzocht der vergadering verlof ecu der aanwezigen uittenoodigeu zich met het vooizitterscliap te belasten. Hij noodigde daartoe thans uit mr. M. 11. Tels, advocaat te Rotterdam, die de taak op zich „ara, nadat de heer Berenstein nog had medegedeeld, dat hij van mr. M. H. Godefroi een brief had ontvangen, inhoudende dat het streven dezer vergadering zijn volle sympathie wegdroeg maar dat hy liever geen lid van ecu te benoemen comité wenschte te worden, ten einde de pogingen van dat comité in dit of 't volgend zittingjaar als afgevaardigde te ondersteunen, daar hij 't beter achtte zich zijn volkomen vry'heid van handelen voortebehouden.
Van de heeren Pincoffs, uit Rotterdam, was bericht ontvangen, dat zij verhinderd waren de vergadering bijtewouen
De heer Tels aanvaardde het praesidium met ecu kernachtige rede, waarin hij uiteenzette dat het hier gold een zaak van menschely'kheid en beschaving; ieder menschelijk gemoed zou afschuw gevoelen van de godsdienstvervolgingen, waaraan de Israëlitcn in Rumenië blootstaan. Die vervolgingen waren erkend en ook geheel in strijd met het doel der tegenwoordige staatkundige inrichting van Rumenië, dat onder de bescherming vau Europa een tijdperk van vrede en verdraagzaamheid in die gewesten zou hebben moeten doen aanbreken. Spr. meende dat de Israëlitenin Nederland zich het lot hunner geloofsgcnooteii behoorden aaiitetrekken; de openbare meeniug moest krachtig worden opgewekt, ten einde aan deze gruwelen een einde te maken.
Door verscheidene sprekers weid vervolgens het woord gevoerd, — in de eerste plaats door deu heer A. J. Riko, van 's Gravenhage, die zich krachtig voor godsdienst- eu gewetensvrijheid uitliet; ofschoon hij niet tot de Isr. gebeente behoorde, meende hy iv 't belang van verdraagzaamheid en recht zich deze zaak ten sterkste te moeten aantrekken, want hij achtte dat alle gezindheden er by betrokken waren, waar hit gold de handhaving vau 's menschen edelst goed. Hy' hoopte dat het verzet tegen gebeurtenissen, die hij schandelijk noemde, in 't gansche land weerklank zou vinden, en hij maakte zelfs hun, die deze vergadering hadden belegd, er een grief vau dat zy de uitnoodiging tot deelneming slechts tot geloofsgenooten hadden gericht.
De Voorzitter u.erkte hiertegen op, dat de uitnoodiging aan „alle belangstellenden" gericht was. Mr. A. S. Van Nierop, van Amsterdam, gaf vooraf als lid van het Centraal Comité tot bevordering vau de zaken der Israëlitet, in Nederland, en als president van het permaueut comité, uitvoerige mededeelingen van al hetgeen door dat comité was verricht in het belang van deze zaak. Door een comité waren onderhandelingen gevoerd met de Regeering, en het had by den tegetiwoordigen Minister vau Buitenlaudsche Zaken steeds een open oor gevonden. De vorige Minister van Buitenlaudsche _akeu daarentegen was van oordeel geweest, dat de Nederlandsche Regeering zich in deze zaak „iet. mengen kon. Spr. kwam tot de slotsom, dat het weuschelyk was, nieuwe stappen bij de Regeering te doen, terwyl het centraal comité uiet zou ophouden zijn medewerking te vcrleenen.
Nu werueu langdurige discussiëu gevoerd over de beste middelen, ten einde in deu toestand in Rumeuië verbetering te brengen.
De heer Riko meende, dat meu zich moest wenden tot de Nederl. Regeering en dat deze namens het gausclie Nederlandsche volk moest optreden; — de heer J. E. Audries, van 's Hage, drong aau op een petitionuement bij de Volksvertegenwoordiging, wier votum in het buitenland zeker weerklank zou vinden; — dit denkbeeld werd echter bestreden door mr. Nijkerk, uit Amsterdam, als minder voegzaam, zoolang de Regeering zich de zaak ernstig toont aantetrekke». De heer A. O Werthlieim, vau Amsterdam, drong aau op onderzoek, alvorens een beslissing to, vemen, en in geval het onderzoek gunstig afliep, gaf hij aan de tusscheukomst der vertegenwoordiging de voorkeur; — mr, Levy staalde door geschiedenis en voorbeelden, aan deze zaak zelve ontleend, dat verbetering alleen door medewerking vau Rusland zou zy'n te verkrijgen, en liij bracht het gebeurde met het streven van het Pauslavisme in verband.
Nadat de beraadslagingen een paar uren hadden geduurd, stelde prof. Goudsmit, uit Leiden, een motie voor, waarbij „de diepe verontwaardiging der veigadering werd betuigd over de gruwelen iv Rumenic," en voorgesteld ecu commissie te benoemen om de zaak te onderzoeken eu in ecu volgende vergadering rapport niUebreogen.
Dit voorstel werd genoegzaam eenparig aangenomen, en diensvolgens door den voorzitter een commissie benoemd, bestaande uit de heeren B. S. Berenstein, L. Simons, prof. Goudsmit, mr. A. S. Vau Ni erop, A. Lehren, A. C. VVertheim, mr. A. J. Levy, L. P. Jacobs, mr. G. D. Asser, mr. 8. E. Ntjkerk, mr. i>. Polak Daniels, J. K. Andries, mr. A. De Pinto, J. V. J. Perares, L. Piucoffs, J. J. Van Raaite jr., E. L. Jacobson eu mr. 11. H. Telt,
Een brief van Prins Kassa.
De Homeward Mail bevat den volgenden brief van piins Kassa, uit „aam van den opvolger van koning Theodorus in Abyssinië, aan den redacteur vau genoemd bind: „Mynheer. Ik beu door den koning der koningen Touarnisse van Ethiopië gelast om u te schrijven en mede te deelen wat er geschied is in Abyssinië sedert de Engelschen liet land verlieten. De heer Munziger, die fransch consul te Massowah was, schieef mij toen een brief, waarin hij zegt: „„ Als gij deu room9ch-catholie.ken priesters „iet vergunt hunne godsdienst in uw land te onderwijzen, dan weet gij dat ik de engelsche troepen naar Magdala leidde en Theodorus met al zijn volk verdelgde; en gy, indien gij de roomsch-catholieke priesters niet wilt ontvangen, dnn zult gy, even als koning Throdorus, verdelgd worden."" Nu vraag ik de engelsche regeering en het engelsche volk of dit een betamelijke brief is, om geschreven te worden door een consul aan een koning, die iv ziju eigm land is en ook een christen is. Ik en mijn volk, wij allen zijn in den naam der Drie-eeuheid gedoopt; wy allen geloóven in het Evangelie eu in Christus, en iudien deze r.-c. priesters hunne godsdienst wenschen te onderwijzen dau ziju er overvloedige wilden in het Shauknarlaud, die uog uiet gedoopt zyu. Ik heb verscheidene brieven aan den heer Munziger over dit onder werp geschreven, doch hy' wil niet naar mijne woorden luisteren. In het afgeloopen jaar zond ik my'n volk naar Allee om de belastingen te inueu, maar toen my'n volk om belasting vroeg, zeideu al de r.-c. priesters en al het volk dat zy geen anderen koning kenden dan de r-c. priesters; dat zij door ben gedoopt waren, en dat zij geen belasting wilden betalen, zoodat ik genoodzaakt werd ecu groote krijgsmacht te zenden om hen to doeu betaleu, en toen de belastingen geïnd werden, liepen zij allen weg naar het lage land (Bewia Whuis) en naar Massowah; ik moest, mijne belasting met geweld nemen en eenige mijner soldaten staken eenige onbewoonde huizen in brand, doch niet. op mijn bevel. Ik heb aan deze r.-c. priesters gelast my'n land te verlaten, en wel verscheidene malen, zoowel door brieven als door boden, doch het baatte niel; zjj hielden vol hunne godsdienst aau mij,, volk opte dringen, eu leerden mijn volk hen als zijnen koning te beschouwen. Ik schreef ook verscheidene brieven aan den heer Munziger, waarin ik hem meldde dat ik niet begeerde dat de r-c. priesters mijn volk op een dwaalweg zouden leiden. Gelijktijdig voorzagen consul Munziger, deze r.-c. priesters en hunne vrieuden te Massowah, een myner opperhoofden, die zich als muiter tegen mijn koninkrijk gesteld had, van al het noodige; zij zonden hem gesehut, kruit eu alles wat vereischt wordt om mijn land te plunderen en mijn volk te vernietigen; eu toen ik een leger tegen hem deed optrekken, lic], hij weg naar consul Munziger, om zich te verbergen eu niet gevat te worden door mijne troepen, en toen ik de overwinning op (Jobzee behaalde, vond ik iv de geldkist vau Gobzee een brief, die door consul Munsiger c. s. geschreven wa 9 in de taal van myu land eu waariu zij aan (iobzee meldden, dat indien hij huu verlof gaf om te doeu wat zij wilden in Abyssinië, zij hem geschut, vuurpijlen, geweren, kruit en alles zouden zenden wat hy noodig had, om my' te bevechten, zoodat ik, nadat dit alles was geschied, ecu leger afzond om hen uit myn land te jagen, maar zij willen niet gaan. Laat als het u belieft dit aan het volk vau Engeland, uit vrieudschap vau my' tot uw volk weten." Deze brief, gedagteekend: Adwa, Februari 1872, is door generaal Kirkham overgebracht.
Was Thiers een Republikein.
Naar nauleiding van liet jongste conflict tusschen de monarchale rechterzijde der Fransche Nationale Vergadering en deu meer en meer republikeinschgezindeu Thiers, brengt de Univers een iv 1836 gehouden redevoering van dezen laatsten in herinnering, waaruit opnieuw kan blyken, dat de meusch een veranderlyk wezen is. Thiers sprak toen aldus: „Met de republiek is, volgens ons, op een afdoende wy'ze de proef genomen. Men werpt ons iedereu dag tegen: het is „iet de bloedige republiek van vroeger, die wy begeereu; wy willen eene vreedzame eu gematigde. Welnu! meu begaat ecu ernstige dwaling met te zeggen, dat de ondervinding op deze twee punten niets geleerd heeft. Men heeft gedurende één jaar een bloedige republiek gehad; maar het was gedurende acht a negen jaren, een republiek, die de bedoeliug had gematigd t« zyn, en die door cerlyke en nekwame mannen is beproefd. „Onder het Directorium, waren het mannen als Laréveillère-Lépaux, Barthélemy Rewbel, Sieyès, Caruot, gematigde, eerlyke en bekwame mannen, die „iet de republiek des bloeds, maar de rustige republiek wilden. De overwinning heeft hun niet ontbroken, zij hebben de schoonste overwinning behaald: Rivoli, Castiglione en duizend anderen ! Ook de vrede heeft hun evenmin ontbroken : want Napoleon had aan hen dien van Campo-Formio gesel,onken, die do zekerste eu de eervolste was. „Evenwel heerschte binnen eenige jaren de wanorde overal; deze staatslieden waren eerlijk, en toch was de schatkist aau de plundering overgeleverd ; niemand gehoorzaamde, de minst eerzuchtige en rechtschapunste generaals, mannen als Cbampioouet tn Joubert, weigerden aan de bevelen van het gouvernement te gehoorzamen: het was een minachting, een algemeene verwarring. „Er moesten generaals komen, om dit gouvernement (vergeeft mij de uitdrukking) om verteschoppen eu op zjjuen voorman te zetten. „Alzoo, heeft men in Frankrijk, gedurende deze tien jaren, een ondervinding opgedaan, die afdoende is onder beide opzichten. Men heeft niet alleen een bloedige republiek gehad; maar ook een goedertierene republiek, die gematigd wilde zijn, en die aan de minachting ia overgeleverd geworden, niettegenstaande het grootste gedeelte dier mannen, die haar bestuurden, eerlijke lieden waren.
„Ook heeft Frankrijk hiervan een afkeer! Wanneer meu het van republiek spreekt dnn deinst het verschrikt achteruit, wetende dat zulk ecu gouvernement tot bloed vergieten of tot dwaasheden overslaat."
Toestand van Lotharingen.
Van den verkropten haat tegen den veroveraar bespeurt men in Lotharingen veel minder dan in den Elzas; allerminst ziet men in het openbaar een bewijs vau vijandschap. Men zou misschien het volk, te dien opzichte, in vier klassen kunnen verdeeleu. De eerste klasse omvat de groote grond-, fabriek- eu mijn-eigenpars. Iv hun hart 'nehooreu zij tot Frankryk, welks Beden en beschaving zij sedert ecu eeuw deelde», evenals zijn militairen roem. Maar in het groote bezit ligt iets, dat de, eigenaars gemakkelijk over nationaal vooroordeel zich heen doet zetten. De meesten uit dezen stand wachten nog welken loop de zaken zullen nemen. In elk geval begonnen zij onlzag te gevoelen voor de macht eu de e.:nheid van Duitschland.
liet meest wordt de tweede klasse getroffen, de hoogere burgerstand, de talrijke renteniers, de advocaten, ambtenaren, professoren en geestelykeu, kortom de beschaafde middenklasse. Van hen verkoopen betrekkelijk velen hunne bezittingen en zaken en verlaten het land. Niet slechts zij die zich later in deze stieek vestigden, maar zeer vele familiën, die hier van ouder tot ouder woonden, keeren haar geboortegrond den rug toe. Bvtnals de patriciërs van Metz in de jareu, welke op dc verovering door Frankrijk volgden, in menigte uitweken, g. lijk de fiere inwoners der lijksstnd destijds voor geen prijs ten wereld de veroveringdoor Franschen, ofschoon zij hunne taal spraken, wilden gedoogen en aau deu duitsch. i Hijksdag hunne klachten richtten even onverdragelyk is voor de Lotharingers van dezen tijd de heerschappij ciev Duitschers. De inwoners van Metz zouden noj^ tevreden zijn geweest, wanneer men het althans tot een vrystad had gemaakt zooals Frankfort eu Lubeck, dit alleen zou een burgerschap zijn den inwoners van Metz waardig. Zoo diep zijn oude histoiische herinneringen bij hen ingeworteld. Er ziju echter ook anderen, die nog niet vertrokken, nwar zich beijverden om ,',, Frankrijk grond aantekoopen, ten einde daar het burgerrecht te verkrygen en met der lijd zich daar te vestigen. De derds klasse, de kleine burgerstand, schijutover het algemeen zoo ontevreden niet met de wending, die de tof stand genomen heeft. Deze menschen hebben ingeïi6"1 dat alles logeu is wat men hun omtrent de slechte e_e",' schappen dar Duitschers verteld heeft; dat men zeer gofj met hen omgaan en, wat nog meer zegt, veel geld aau <>« Duitschers verdient.
Tusschen de plattelandsbewoners eindelyk moet men cc" onderscheid maken.
De boeren die fransch spreken, vemen de verander,"!! van Gouvernement lijdely'k aan, als ecu lotsverandering; en gedragen zich rustig eu ordelyk, vooral wannrer JU bestendig blijkt te wezen. Zij koesteren jegens de f,'»"9o overheden, wien zy' al het doorgestane leed toeschrijf 6"' nog meer haat misschien dan afkeer voor de DuitseberS' Geheel anders is de toestand in Lotharingen ouder ue"' die van oudsher duitsch spreken. Daar ontwaakt wed6l de duitsche geest, hoewel men zich nog niet geheel huis gevoeld in deu uieuwen staat van zaken. In g? geval is er nog sprake van een toenadering tot de Regeerißß of, in het maatschappelijk verkeer, tot de Duitschers, »' uit hun b,ud herwaarts kwamen. Men leeft uiet met, O1*' uaast elkander. Men mag, zegt de correspondent vau * Allgetn. Ziil, aan wien wy' deze schets ontleent n, over hist*' gemeen tevreden zijn met den toestand. Vooral in Me; heeft het duitsche element zich sterk ontwikkeld. Bee een vierde gedeelte der stad kan meu als duitsch beschot1' wen. Er kwamen toch reeds vele Duitschers en ingeZ6" tenen van Duitsch-Lotharingen, die dan echter zich ge«'eB den fransch te spreken, terwyl zy zich thans aan huflO moedertaal houden. Dat aautal vermeerdert nu aanzienlij terwijl het fransche element verminderd, ten gevolge ïS het vertrek der militairen en hun aauhang. Metz w» voorheen een der bloeiendste steden; onder de fransC" heerschappij heeft het gekwijnd; thans zal het weder op" leven en de oude welvaart herwinnen.
Een Spoorwegreis in America.
De spoorweg vau San Francisco naar New-York lo°P voor ecu deel over het territoir vau volksstammen, nog altijd de lokomotieven ais helsche monster bescbo wen, door den Manitou geschapen om de roodhuiden verdelgen. Dikwijls reeds hebben zij dau ook, helaas i»a' al te wel gelukte, pogingen aangewend om de treinen doen derailleereu. Onlangs heeft een Chirokees, ecu wreedste opperhoofden, ecu nieuw middel om onheil * te richten beproefd. Hy legde zich in hinderlaag op cc geïsoleerd punt van den weg, onmiddelijk by' de rails, het gelukte hem, daik zy' de ongeloofelyke vlugheid « behendigheid deu Indianen eigen, op de loopplauk van e 6 waggon te springen. Als een siaug kroop hy, terwyl trein voortsnelde, langs al de waggons tot aan de lokoB1 tief voort, doodde den stoker met zijn tomahawk, |" machinist met een messteek, hief zegevierend een krUJr. zang aau en ging nu in den blinde op de lokomo" te werk. Alras merkten de reizigers, dat er ouraad m°e zy'n, «ant nu deed de onbedreven wilde, aan alle kruk*6 draaiende en rukkende, de stoomfluit gillen; dan *». stremde de vaart van den trein; dan weer vloog hy zoo duizelingwekkende, ongebreidelde snelheid voorvv»"\' dat de doodsangst allen om het harte sloeg. De waC _ ters iaugs den weg, en het personeel aan de wissels % plaatst, zagen met uameloozeu schrik wat er gaande «''^ en den wilde als ecu razende op de lokomotief rondo*" sendc, uu de trein het mtximum van snelheid bereikt °8' Links en rechts staken de reizigers tiet hoofd uit de portie' en met doodely'ken angst zagen zij aan welke onzin'1'» handeu zij wareu pry's gegeven, en dat ieder sukonde •> jammerlyk doodsgevaar hen bedreigde. Ecu luitenant marine, Henry Pierce, was zoodra uiet op de hoogte u den ijziugwekkeudeu toestand, of hij besloot ziju l"1"! tot redding vau allen op het spel te zetten. Hy' open het portier, kreeg gelukkig vasten voet op de loopp'*" ' enterde, met ziju dolknus geopend tusschen do tauden, aan de lokomotief voort, klom er op, eu stond uu cc" klnps nevens den uitgelaten wilde. Dadelijk begon tusscbe beide ecu stry'd op loveu eu dood, lyf aan lijf, en i 0 f oogenblik stortte Henry Pierce doodelijk getroffen neo<= j maar terwyl de wilde zegevierend de tomakawk boven f hoold zwaaide, hief Pierce zich met geweldige inspan»1 zijner laatste krachten op, stak zy'n dokmes deu Cv"" kees iv het hart, die nu mggelings op den weg tuime"1 en het gelukte den wakkeren marine-otticier nog dc »l omtedraaien eu deu trein te doen uitloopen en stils'11* ' De reizigers herademden en kwamen uit de w geus. A" - suelden naar de lokomotief om huu redder te danke"' maar zij vonden sUchts eer, zieltogende, die nog ma»1' afgebroken woorden zeggen kon wat er gebeurd vva-, ge.;'.i twee uren later, omringd van hen wier leven by ' koste vau het zyne behouden had, den laatsten a"c uitblies.
Gemengde Berichten.
— Alhoewel de engelsche politie y'verig in de weer ' deu miunaars van boksen en vuistvechte» dit genot ontnemen, zoo gebeurt het toch „og van tijd tot tyd,0 de liefhebbers op deze aardigheid vergast worden. ' ° eenige dagen had er in ecu groot veld, naby' Londen, e worsteling plaats, die door ongeveer 300 bewonder»8 werd bijgewoond. Na een gevecht van 25 minuten, de een der boksers, genaamd David Milleslie, wiens ge* vol bloed was, en wien twee tanden verbry'zeld ware]! met een geweldigen vuistslag zy'n tegenstander ter **r... storten, en kreeg als overwinnaar den uitgeloofden Pr» van ongeveer 10,000 franken. — De „Karler. Zeitung" deelt mede, dat aomm1? duitsche gouvernementen hunnen wensch hebben te *e_^ nen gegeven, om deel te nemen aau de aanstaande Pr sischoostenryksche bijeenkomst over de Sociale QuB . tien, hetgeen zoowel door Pruiseu als door Oostenryk toegestaan. , » — De koning van Beieren heeft den 27n Juni P°\ gevaar geloopen het leven to verliezen, by' gelegenheid d _. M. in een bootje op het meer Kocselsee een tocbJ maakte. Het vaartuig kantelde, en de Koning viel iö " water, waaruit hy' nog iv tyds door eenige lieden, die onheil zagen, gered werd. , — U,t Weenen wordt aan de AT. R. Cl. het volgen*1 geschreven: „„enige dagen geleden is ouder de handschriften 1D . hofbibliotheek alhier een manuscript gevonden, het* voor de Nederlandsche letterkuude niet van belang ° bloot i». Het is een fragment — van eenige duizende Ter — uit Jacob van Maerlants Naturen bloetne. , — De Duitsche regeering heeft aan de fransche »u riteiteu doen toekomen ecu aanzienlijke hoeveelheid frBDS,ji. bankbiljetten, buitenlaudsche en fransche effecten en _e . waardige papieren, goud-, zilverwerk en bijouterie», r geeu alles in het departement der Seine eu Oise " duitsche soldaten gestolen was. Vele burgers van A'e teuil, Eiighien, Deuil, Faubonne, Villeneuve-le-Roi, ,,0. en nog een aantal andere plaatsen zullen dus hun Te ren gewaand eigendom, althans ten deele, terugbe_ouienV# — Onlangs is gestorven Michel Carré, een der .e {e kigste en vruchtbaarste librettisten. Vooral in bet ge ,fl opéra comique slaagde hij bijzonder en de libretti bU . meeste toonwerken van dieu aard en uit de laatste v eu-twintig jaren ziju dau ook van hem; ik noem 9'eC ft Les noces de Jeannette; Psyche; Quentin Burward; Pardon de Ploërmel; Lalla Roukh; Lara; Le SaP Mignon, enz.