BENOEMD: tot Procureur Generaal mr. Last. Scheeps berichten. Anjer gepasseerd Amstelstroom van Nederland. Aangekomen schepen te Batavia HoiK VAN Holland, Bangkok en Lüctor et Emergo.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 22-10-1872
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 22-10-1872
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 248
- Jaargang
- 21
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Telegram uit Batavia.
Telegram uit Batavia.
VERLOF WEGENS ZIEKTE aan den kapitein der Infanterie R. D. W. Koops.
GEPENSIONEERD de ambtenaren op wachtgeld: Tengnagel, Hj_mler, Samuels, Gotter, Mutter, Bonte, Vehwoert, Noordhoorn, Brocwer, Tawaris, Cuaubon, Veerman en Barsxt.
BENOEMD by de In- en Uitvoerrechten: tot boekhouder by' den ontvanger te Ba tav ia Neirinckx, tot commies-administrateur Mijer, tot commies-boekhouder te Soerabaia van Buel, tot idem te Cheribon Pichel, tot 2Je commies te Batavia Leijdelmeijer, tot idem te Soerabaia Riekrrk, tot 3de commies te Soerabaia Meijer en Rappard, tot 3de Commies-ontvanger te Padang Ebeling en tot Substituut-Griffier te Soerabaia Mo.nier.
Aangek. Vreemdelingen te Samarang.
HOTEL DU PAVILLON s De HH. W. Morgan, v. Soeracarta; Kaden Mas Djajaning Prang, v. Djoejocarta; L. Klaas, v. uit de stad; O. J. vau Haait, v. Magelang; Jh. A. van Citters, v. Soeracarta; Mr. J. Weddik, v. Denak; E. W. Kreutz Wendedich von dem Borne en fam. t. uit de stad; C. A. Tol, v. Djoejocarta; N. Laseur en familie, v. Japara; W. Tarji, Berghuis van Woortman en Echtgenoote, v. Soerabaia; S. J. van Bulderen, D. A. de Hoog en familie, J. Dekker en familie, Graaf van Duy'u, H. K. F. vau Tayn, v. Patavia; E. J. Nyhoff en familie, v. Soeracarta; von Duisburg, v. d. binnenlanden ; K. F. van Swieten, J. C. van Harencarspel, v. Batavia; J. A. Dezentjé v. Soekaboemie.
Invoer te Samarang. INVOER.
Van Nederland met het Ned. tchip Dordrecht 11, kapitein C. J. Rotgans 6444 staven en boiaen zw. ijzer, 1 kt. koopmanschappen, 25 kn. Wadera, IUÜ bn. manufacturen, Mc. Neill & Co. 209 kn koopmanschappen, 8 vn. was, 1 kt. diversen, 150 v». boter, en 5 kn. gambier. 1. C. en H. vereeniging Rotterdam 2* kn. opuim. Gouvernements 45 kn. manufacturen, 1 ka. revolvert en gevulde patronen, I>o vn. portland e-ment, 1 kt. koopmanichappen, 10 vt. boter, 130 ka. kaa», 4 kn. provisien, en 26 ku. meubelen. Dorrepaal & Co. 23 kn. koopmanschappen, 1 biljard Soeiman & Co. 443 kn. koopmanschappen, H. L. de Lijon 2 kn. koopmanichappen, de Groot, Kolff & Co. 19 kn. koopmanschappen, A. J. Coenaes Solo. 10 kn. koopmanschappen, B. kartlieus & Co. 110 kn. koopmanschappen, E. Gras-huif & Co. 11 ka. kraraerijeo, en 30 kn. draaken Kueb en Schlette 43 kn. ijzerwerk, 1 monater kilt, 1 kt. kramerijen, 25 kn. wijn, en 100 v«. bot.r, Jacobjon v/J. Berg & Co. 79 kn. manufacturen, 25 kn. koopmantehappen, 6 va. porcelein, E. Moormaan & Co. 500 keldert jeuever, 115 vs. kopperrood, 27 kn. koopmanschappen, van den Broek & Veeckent 28 kn. koopmanschappen, 1 kt. Holluwaypülen 1 kt. gordijnen N. A. Wannée 3 kn. wi.n, J. F. Arnuld. 11 kn. wijn «eu. G. Kiatt. 1 kt koopmanschappen, Datndels & Co. 65 col. manufacturen liuaiug Schroder & Co. 1 kt. zijde _'. Soeemaa, 1 kt. muziek iuatrumenten rn 1 kt spiegels S. W. G. Sentius 1 kn papier, ü. C. X. rau Dorp & Co. 3 kn. vijlen, N, J. Spoorweg -Maatschappij, 1 kt. zweepen, Boert & Co. 611 kn. koopmanschappen, J. Hijiuans. 4 kn. verfwaren, Protper van den Broek, 1 zaagbauk, 1 kt. met toebehooren. J. Hudig 3 ka. wijn en 1 kt. vrucliteu opwater, van Heel 7 kn. koopmanschappen, »choit»ler & Co. 150 kelder* jeaever, 28 ks. kazen, 2 kn. haiutueo, en 5 kn diversen J. A. Koeken, 1 trommel diversen, en 66 kn. koopmanschappen C. A. Reijers. 1 ka. diversen, Verinaas. 1 kt. koopmanschappen, J. H. Sehmidt 4 kn. koopmanschappen, C. Gauvain. 1 kt. schoenen! R. V. O. S. 1500 kelders jenever, 92 kn. manufacturen. 100 hammen, 612 vt. boter, 3U kn. wijn, 21 kn. lampen, 2 kn. potlooden, 3734 staven ijzer, 4 kn. eaudecologne. 3 kn. porcelein, 5 kn. zeep, en 551 kn. koopmauschappeu, aan Order.
Scheepsberichten. AANGEKOMEN.
SAMARANG, 21 Oct. Ned. ttooms. Conrad J. E. Graadt van Roggen, Batavia; Engels, fregat County of Forfar Jamet Stowart, Glasgow; Eng dt. ttooms. Gowad Sing P. J. Wintert. 22 Oct. ttooms. Baron Bentink Jh. Kronder, batavia.
Straat Sunda doorgezeild.
N. I. tchip stooms. Batav. F. O Zuijderhoudt v. Batav. n. Tjilatjap. Americ. schip Cashmire H. A. Norton, van Shanghac naar New Vork. Ned. schip Zaanstroom C. J. Oepkes, van Batavia n. Amsterdam. Eng. tchip Faire J. Johnson, van Manilla naar Cork.
Koninklijke Besluiten.
Z. M. heeft pensioen verleend aan: Willem Bouwmeester, eervol ontslagen hoofdonderwijzer te Edam, van f 414; Cornelis Hermanus Roelofs, gewezen hoofdunderw. te 's- Hertogenbosch, van f 571 j Willem Auer, gewezen hoofionderw. te Middelburg, van f 690; Kornelis Van den Ban, gewezen hoofdonderw. te Hellevoetsluis, van f 385, Bernardus Louweiens Van Es, eervol ontslagen hoofdonderw. te Krielle, van f 1000; Willem Lamberts, volgens aangenomen geslachtsnaam Willem Enting, gewezen hoofdonderwijzer te Donderen, gemeente Vries, van f 183, en Einbert Wetthoff, gewezen sluiswachter op het Apeldoorntche kanaal te Apeldoorn, vau f 51. Bij Kon. besluit is aan den 0.-I. ambtenaar J. Valbracht, laatitel. opziener over den ververswinkel bij den art.-constr.-winkel te Soerabaia, thans met verlof hier te lande, met ingang van 1". September 1872, wegens ziekte, een eervol ontslag verleend uit 't lands dienst, met behoud van recht op pensioen, bijaldien hij volgent do bestaande bepalingen daarop aanspraak heeft.
BKNOEMD: mr. E. J. A. graaf Vaa Bijlandt tot voorzitter vaa de Eerste Kamer der Staten-Generaal, gedurende de zitting dio zal aanvangen op den derden Maandag van September 1872; tot hoogleeraar in de faculteit van wit- en natuurkunde aan de hoogeschool te Leiden dr. H. G. Van de Sande Bakhnyzen, hoogleeraar aan i» Polytechnische school te Delft: tot plaatsvervangend kantonrechter te Oldebcrkoop J. Van der Laan, ontvanger der registratie en demeinen aldaar; tot tubstituutgrifficr bij de arrondissementt-rtchtbank te 't-Hertogenbosch jhr. mr. J. L. E. M. De Knyper, advocaat, leeraar aan de rijks hoogere burgerschool en auditeur bij den tchuttersraad aldaar; tot commiet der potterijen 2d» kl. J. A. J. Van der Schaaff en J. A. A. Kuiler, than» 3de kl.; tot comm. 3de kl. G. IJssel de Schepper, thans surnumerair; na afgelegd examen tot surnumerairs; der registralie en domeinen; H. Ester, te Lemmer, A. Westra, te Hoorn, A. Moll te Arnhem, J. Hoeflake, te Hcde, B. M. Moorces, te Zalt-Bommel, F. H. Vau Wijngaarden, ie Medemblik, N. W. Swijghuisen Keigersberg, te Gr_ve en G. D.- L. Graafland te Maastricht; bij de d.d. schutt: bij die te Eukiuizen, tot 2Jcn luit. H. J. Oosterveen, thant tchutt.; bij die te 7'eppel, tot Ïsten luit. W. Tonckens, thtns 2de luit.; tot 2den luit. ( Oosterveen Hz, thant terg.; — tot burg. van Kruiningen D. P. Douiinicus, secret dier gem , ten einde dat ambt gelijktijdig met dat van burg, van Krabbendijke te bekleeden; en tot burg. van Schore c. a. M. Van Koeveringe Jz.; — met ingang van 1 Oct. a. ». tot dir van een der Rijkstelegraaf kantoren, dt telegrafist 3de kl. D. Rijnders.
Vergund: aan den kapt. J.B. H. Van Uoijen, van het Bste reg. inf, het aannemen en dragen der versierselen van ridder der Italiaansche Kroonorde, hem door Z. M. deu Koning van Italië geschonken.
ONTSLAGEN: W. A. Evertsz, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol alt plaatsvervangend kantonrechter te Heereveen; — den Ïsten luit. W. E. G. L. Van Son van het reg. grenadiers en jagers, op verzoek, eervol uit den militairen dienst; en aan genoemden lstea luit. den rang verleend van kapt. en hem tevens vergund de activiteits-uniform te blijven dragen met inachtneming van het bepaalde bij koninklijk besluit van den 14den Augustus 1856, n°. 60; — A. F. Van der Loeff, op zijn verz. eervol uit zijne betrekking van ontv. der dir bel. en ace. te Noordwelle c. a. (Zeeland), behoudens aanepraak op pentioen;—den ltten luit. P. W. Steenkamp, van het ltte reg. vesting-art., op zijn verz. eerr. uit den miht. dienst, en hem vergund om de activiteits-uniform te blijven dragen.
Ingetrokken: de bij besluit van 8 Juli 1872, _°. 5, onder anderen gedane benoeming van D. Greven tot 2den luit. bij de dd. schuit. te Nieuwe Pekela, op zijn verzoek.
Congres der Internationale te 's Hage.
's Hage, 6 September.
Reeds ten half tien uur bevonden zich een groot aantal nieuwsgierigen voor het lokaal in de Lombardstraat ter bijwoning van de openbare zitting van 't congres der Internationale. Men deelde hun kaartjes uit, waarmede zij ten 10 uur toegang konden bekomen. Op dat uur werden dan ook de deuren geopend. Boven op de galerij waren gereserveerde plaatsen en eene tribune voor de journalisten, wier getal, van binneu-ufbuiteu'slauds vrij aanzienlijk was. Achter eene afscheiding ter helft van de zaal staat het publiek geschaard. Daarvoor zitten de leden van het congres, ten getale van 50 ongeveer, aan tafeltjes, die in een kring geplaatst zijn. Aan de tafel van het buieau zijn drie tolken gezeten, die al het gesprokene iv 't Fransch, Duitsch en overbrengen en voorlezen.
Öm half elf werd de vergadering geopend door Ranvier met eene rede, waarin hij hoofdzakelijk zeide: „Burgers, leden en toehoorders! Waarom onze congressen sedert twee jareu uiet konden plaats hebben, in een ieder bekend. De groote en grootsche gebeurtenissen, die er in Frankryk en voornamelyk te Pary's hebben plaats gevonden, maar vooral de offers, die men daar van ons verlangd heeft, de vervolgingen, waaraan wij daar hebben blootgestaan, zijn daarvau de oorzaak geweest. Hebbeu wij dan geen congres kunnen houden, de private couferentie te Londen gehouden, heeft niettemin geenszins de belangen der Internationale geschaad; integendeel, zy heeft onze vereeniging vergroot en versterkt; daaruit hebben we nieuwe krachten geput. Hetzelfde geldt de lasterlijke aantijgingen, die wij hebben moeten aanhooren, vervolgingen, die men ons heeft aangedaan. Die vervolgingen hebben ons evenmin geschaad: zy zijn ooi zaak geweest, dat onze verbondenen zyn toegenomen, vooral ouder de landbouwende klassen; waaronder men niet de minst verstandige werklieden telt. Wy' zullen, trots vervolgingen en lasteringen, onze taak voortzetten, totdat zy' geheel en al vervuld zal ziju! (Toejuiching.) „Uit deu grond van ons hart zy'n wy dank verschuldigd en moeteu wy' hulde brengen aan het Nederlandsche volk, dat ons gastvrijheid heeft geschonken, om 't even of wy' politieke vluchtelingen zijn of niet, „Met verachting denken wij daarentegen aan de infame ministers, wien het masker thans is afgelicht, die de uitlevering verlaagd hebben van de Communisten, o. a. den infamen Jules Favre en den verrader Trochu, terwijl wy wederom met genoegen gewagen, hoe de federale raad van Zwitserland weigerde .de vluchtelingen uitteleveren en, terwyl Engeland te kennen gaf dat, waar Engeland was ecu azyl voor de Bonapartisten, het ook zou zijn een azyl voor de Communisten. „Welke verschillen er ook in den boezem der vereeniging bestaan, laat ons eendrachtig samenstreven om het doel, dat wy' beoogen, te verkrygen; zweren wy allen, niet op te zullen houden met werken vóórdat de dag is aangebroken, waarop wy' geheel en al hebben verkregen wat wij wiiiischen: de vrijheid voor de gansche werkende klasse. (Herhaalde toejuichingen.) Hierna werd appel uomiuaal gehouden. Vervolgens deelde het bureau mede, dat outvangcu was een brief van den federalen ra»d te Amsterdam, waarin de afgevaardigden worden uitgenoodigd, va het congres eene ledeu-vergadeling te Amsterdam te houden. Op voorstel vau het lid Lafarre, wordt met algemeene stemmen aangenomen, de beslissing over deze uitnoodiging te doen plaats hebben in geheime zitting. Nu wordt voorlezing gedaan van de notulen van het verhandelde in het laatst gehouden congres te Londen. In de toelichting tot ecu rapport, dat zelf niet voorgelezen wordt, maar zal worden gedrukt, worden doorloopen de geschiedkundige feiten, die zich ontwikkeld hebbeu vóór, tydeus en na deu val vau bet Keizerrijken de Septemberregeering, in vtibandtot di handelingen vaa de Internationale eu de vervolgingen, die deze steeds ondervond van het meest (verfoeielyk despotisme). Die vervolging wordt als een derde Europeesche oorlog geschetst. Daarin wordt nog eens ontwikkeld, dat bedoelde maatschappij geen antdeie politiek heeft dau het doen verdwijnen van willekeurige grenzen, geen andere internationale politiek dan denarbeid. De talrijke arrestatiën en vcvolgingen in Frankrijk en Luitschland, het militair geweld, waaraan de Internationale tot mikpunt strekte, konden niet verhinderen, dat zy steeds vooruitging en veld won. Noch de gevangene vau Wiihelmshöhe met zijne herhaalde plebiscieten, noch von Moltke, noch von Falckenstein, noch von Bismarck vermochten het te verkrygen de zedelijke kracht te doen ondervangen door de brutale kracht. Zoo woidt ook gewezen op de overdrijving en ongerijmde wy'ze, waarop men bieren daar te werk ging om te straffen hen, die tot de Inlernitionale behoorden of daarvan verdacht werden. Jongelieden in Oostenrijk moesten zich o. a. lateu welgevallen gevangenis met een vasten van ééu dag per maand. Voor het overige moest het geweer alles beslissen om toch vooral godsdienst, zedeleer en eigendom te redden. De handelingen van Bonaparte en zijne handlangers by' het plebiscit wtren niets dan trouwelooze ondernemingen tegen de Fransche sectie der Internationale. Gladstone intusschen doet aan de Internationale meer dienst, dan men denken zou, door zijne vervolgingen in lerland. De verschillende vervolgingen worden in verschillende deelen van het rapport allersclierpst belachelijk gemaakt en Kuropeesche donquichotteriën genoemd. Ue gedelegeerden werdeu ten slotte met vernieuwden aandraug opgewekt en aangemoedigd, zich niet te laten ontmoedigen en, trots al die kleingeestige en bittere vervolgingen, voorttegaan in de taak, die zy aanva.ird hebben: te trachten veibctering te brengen iv het lot vau den werkman vrede, broederzin; de verschillende nationaliteiten beseffen al meer en meelde hooge waarde daarvan eu reiken elkauder de hand. Pruisen, na Frankrijk, inderdaad het Fransche volk (niet enkel den Kciz»_) te hebben bevochten, ca dit ter wille van uitbreiding van grenzen — voert nu Oorlog tegen de Internationale. Tal van politieke beschouwingen werden verder geleverd in verband met de jongste geschiedkundige feiten. Het biunswijkscb manifest had toch uitvoering en werking.
Een Brief aan Bismarck.
Dc rechtbank te Parijs heeft een zekeren Jourdan, apothekersleerling te dier stede, tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens het schrijven van een brief aan Bismarck, waarin hij den prins ecu zekere som gelds verzocht, en by weigering met den dood bedreigde. Dezen brief ontving de Bykskanselier in de maand April, en was van den volgenden inhoud: „Aan Bismarck te Berlijn (eigenhandig.) „Prins, „Op zekeren dag vertoonde zich een myner bloedverwanten by graaf Cavour, en vroeg ham welke bestraffing hij op deu man zou toepassen, die hem tot den bedelstaf zou brengen. „ „Ik zou hem dooden, antwoordde de minister koel." „Welnu, gaf de eerste aan den beroemden Italiaanschen staatsman ten antwoord, ik zal u uiet dooden, wanneer ge my' 40,000 franken voorschiet om mijne zaken, die door uwe schuld ziju achteruitgegaan, weder iv orde te brengen." Do bewijzen voor deze beschuldiging werden geleverd, en Cavour stelde de gevraigde som aau den bezoeker ter hand, die haar va verloop van eenigen tyd tot den laatsten centiem toe heeft terugbetaald: „Heden handel ik op dezelfde wyze; ik wend my' tot den vermaarden prins von Bismarck, en verzoek hem my 40000 franken ter leen te geven, om myne zaken weder in goeden staat te brengen. „De Fransche oorlog heeft voor altyd mijne toekomst verwoest. Daarom zal ik u dooden, iv liet geval ge niet wilt doen wat Cavour wel heeft gedaan. „Ik ben een man van myn woord, eu om u een staaltje te geveu van myne stoutmoedigheid, wil ik u maaralleen vertellen, dat ik op den 17n Febiu.ri 1871 omstreeks 2 ure na deu middag, het leven van zyue toekomstige majesteit, prins Fritz, in handen heb gehad; een woord vaa mij, en het was met hem gedaan ; maar het stuit mij tegen de borst op geheimzinnige wijze bloed te vergieten; ik stel den vyand, dien ik wil treffen, hiervan eerst in kennis. Gij zijt de oorzaak van myne ongelukken, wees daarom edelmoedig genoeg mij de reis van Parys naar Herly'n te besparen. „Ten slotte vraag ik mij af, of de Prins von Bismarck minder grootmoedig zal zy'n dan de graaf Cavour. Tot dusverre is dit in tegenspraak met belgeen men van hem verteit, maar wij zullen zien of zyne daden dit zullen bevestigen. „Ontvang, Prins, enz. (llaudteekeuing ouleesbaar.) „Leerling in de pharmacie by den heer Bouillon, rue du FloUr Saint- Germaiu, te Parijs. „Parijs, 18 April 1872." In dezen brief was ingesloten een schuldbekentenis, die luidde als volgt: Parijs, 18 April 1872. „Op den 18n April van het jaar 1874 verklaar ik te beta'en aan Zy'ne Hoogheid den Prins von Bismarck, kanselier van het Duitsche Byk, of order de somma, van veertig duizend franken, waarde genoten. „Goed voor veertig duizend franken. (Get.) „Louis Jotjrdan." Hieronder stond dezelfde onleesbare handteekening all onder den brief.
Bismarck zond dit briefje aau den gezant te Pary's, die het aan den Franschen minister van Buitenlandsche Zaken 'er hand stelde, welke het daarna aan de zorgen van den in iiister vau Justitie overliet.
De beschuldigde heeft deu ouderdom van 24 jaren bereikt, is Savoiaard van geboorte, werd in 18 70 ouder de wapenen geroepen, en was altijd zeer excentriek.
Aangekomen Passagiers te Samarang.
Per Ned stooms. Conrad kapitein J. F. Graadt van Roggen van Batavia, üe Heeren van Gennep. Mejuffrouw van Gennep, de hr. van Springen en echtgenoot. Per Med. stoomt, baron Bentink kapt. Jh. Kronder, van Batavia. Ue Heeren Simon en familie, Jongeheer Bronkhorat, Piekhaar en
familie, Lowain, van Reuven, Tinge en echtg., kapt. Rombouts ca echtg, Berkenhoff, O. J. de Haart, A. J. de Haart, A. de Vogel, Andreas ca echtg.
De Keizers te Berlijn.
10 September. Het feestvieren begon eigenlijk met de aankomst van den Keizer van Rusland op Donderdag, den 5u dezer. Geheel Berlyn scheeu dien dag buitengewoon ernstig, eu di*p doordrongen te zyn van dc hooge beteekenis der aanstaande Keizers-bijeenkomst; men beweerde zelfs, dat de huurry'tuigen minder geraas maakten dau gewooulijk. Eu dat alles uit eerbied voor de gasten van Keizer Wilhelm! Van deu vroegen morgen af wemelde het van schit terende uniformen, die links en rechts de stad doorrenden om orders ta halen en over te brengen. Men zag bijna niets auders dan militairen, en het maakte op velen den indruk, dat uitsluitend militaire aangelegenheden de Keizers zouden bezig houden, waarbij de staatkunde geheel op den achtergrond zou bly ren, hetgeen toch niet aanttuemeu is, daar Bismarck, zooals bekend is, de ziel van alles bly ft.
De Czaar, die des namiddags ten 2 ure 20 minuten in de hoofdstad aankwam, zag er volstrekt niet vermoeid uit, ofschoon laugen tijd achtereen gereisd hebbende, daar Z. M. rechtstreeks uit de Krim kwam, waar hy tot de voornaamste officieren van zyu kozakken-leger een toespraak heeft gehouden, zooals trouwens den lezers reeds bekend is. De ontvangst was kort, maar had al het uiterlijke van hartelyk te zyn. Toeu de eerste beleefdheidsbetuigingen waren gewisseld, stegen de twee gekroonde vrienden in een met twee paarden bespannen rytuig, welk voorbeeld door de talrijke prinsen, adjudanten en den verderen stoet werd opgevolgd, zoodat tien minuten na aankomst van deu trein het station geheel verlaten was. Toen de rijtuigen door de stad trokken, ontbrak bet niet aan luide toejuichingen, en by iedere verschyuing van een schitterend uniform, dat men mooier en schitterender vond dan een voorgaande, waren de heeren en dames vau het publiek als buiten zich zelven van verrukking.
Des avonds werd er iv de opera een prachtig ballet gegeven, waarin fraaie dansen en luchtsprongen werden uitgevoerd, die waarschijnlijk niets met staatkunde en oorlogvoeren hadden te maken.
Den volgenden dag kwam de Keizer van Oostenry'k aan. Daar het statiou, waar Frans Jozef zou afstappen, op korteren afstand lag dan dat, waar Alexander was aangekomen, en de nieuwsgierigen, zoo niet talrijker, dan toch even talrijk waren als den vorigen dag, was het gejuich en gewoel der bonte menigte uog meer in het oogloopeud. Eu toch ontbrak er iets, dat eigenlijk er bij had moettu zyn, en waardoor Berlijn ten duidelijkste het bewijs leverde, zich een recht te hebben geusurpeerd, dat Parijs alleen bezat: het was de pary'sch- gamin.
De verschijning van keizer Frans heeft een aangenamen indruk op de berlijnsche bevolking gemaakt, omdat hy er wirklich zu famos mit der Uniform, en zoo gemiithlich uitzag. Ouder de overige persoven, die bijzonder de aandacht trokken, behoorden de jeugdige zoon vau den kroonprins, die als Ulanén-officier een recht militair voorkomen had. Bismarck droeg een generaals-uniform, en nauwelijks had hij in zyn rytuig plaats genomen, of hy zette zyn helm af — waarvoor plaats genoeg was, omdat hy alleen in de koets zat —en haalde een eenvoudiger en lichter hoofddeksel te voorschijn. De toejuichingen, die den prins ten deel vielen, schenen hem steeds welkom te zyn, daar hij voortdurend glimlachte. Ook Moltke mocht zich in ongekunstelde bewy'zen van geestdrift verheugen, alhoewel hy' niet zoo duidelijk te kennen gaf of het hem bijzonder aangenaam was, want, zoo als bekend is, spreekt de geniale veldheer zoo min mogelyk. Hoe minder men tot hem spreekt, hoe aangenamer het hem is, zoo als eenigszins blijkt uit de volgende anekdote, die evenwel geheel op rekening van den correspondent van de Indépendance Beige blijft, welke, dit moet gezegd worden, het vaderschap er over ook niet op eigen rekening wil nemen. De generaal verleende n. 1. op zekeren dag andiëntie; een dienstdoend officier trad binnen, groette, overhandigde hem een verzegelden brief, bracht opnieuw de hand aan zijn chako en vertrok, zouder een eukel woord te hebben gesproken. De maarschalk keek hem na tn mompelde tusschen zijne tanden: „die ondragelijke babbelaar!" Een oer volgende rijtuigen werd vooral door de jeugd toegejuicht; het was dat van den grijzen maarschalk von Wrangel, die op zyn hooge jaren uog ecu krachtige gezondheid geniet. Zaterdag-avond werd in tegenwoordigheid der drie Keizers de groote parade gehauden. De hiervoor aangewezen troepen van de lyfwacht evenals de daarbij gevoegde aideelingen linietroepeu werden in twee rijeu geschaard, waarvan de eerste bestond uit de vereenigde infanterie en de pioniers, de tweede uit cavalerie, artillerie en de soldaten van den trein. De geheele parade werd gekommandeerd door den generaal der lijfwacht, Prins August van Wurtemberg. Ten 9 ure begaf zich de Keizer in een open rijtuig naar de paradeplaats, waar bijna gelijktijdig de te Berlijn vertoevende Duitsche en vreemde vorstelijke personen, de Prinsen van het Koninklijk huis en de Buitenlaudsche of „eieren aankwamen. Voorts hadden zich behalve de Keizerin, de Prinsessen en eenige dames ook graaf Andrassy iv Honved uniform en de Prinsen Gortschakoff en von Bismarck naar bet Temj elhofer Feld begeven, om hel schouwspel door hun tegenwoordigheid zoo mogelijk nog meer luister bijtczetten. Om half elf arriveerden de Keizers van Oostenrijk en Rusland in een rijtuig in de nabijheid van het terrein, waar zij te p_ard stegen. On middellijk reed de Duitsche Keizer zy'ne gasten te gemoet en overhandigde hunne mnjesteiten de ordre de balmlle en het frontrapport, terwijl de geheele linie het geweer presenteerde en een driewerf hoc .ah door de lucht dcci weergalmen. Nadat de pr.sen»eermarsch was afgespeeld, hieven de muziekcorpsen brigades-gewyze de Oostenrijksche en de Russische nationale hymnen aan.
Na het oprukken der divisiën had het defileeren plaats. De Ke;zer deed de gezamenlijke tro.pen tweemaal voorbij zijne gasten marcheeren, terwyl dezen zich aan het hoofd hunner respectieve regimenten plaatsten om voor deu Duitschen Keieer te defileeren. De Prinsen Wilhelm en Heinrich, de beide oudste zonen van den kroonprins, stonden — Heinrich voor de eerste maal — in het front de; lyf-kompaugie tan het eerste garde-regiment. Omstreeks 1 uur was de parade afgeloopen en keerden hunne majesteiten en de kolossale drom toeschouwers naar da stad terug.
Deuzelfdeu dag had ecu gah.-diné ten Hove plaats, waarbij keizer Wilhelm den volgenden toast uitsprak: „Met gevoelens van hartelyke dankbaarheid wijd ik dit glas aan het welzijn mijner keizerlijke gasten." Dc muziek speelde daarop de melodie „Golt erhalte Franz den Kaiser/,, Keizer Frans Jozef betuigde zijnen dank voor dieu heildronk en eindigde deu zijnen met deze woorden: „God behoede Keizer Wilhelm, keiz.riu Augusta en hun keizerly'k Huis !" Kort daarop nam Keizer Alexander het woord en zeide: „Ik drink op het welzijn van het dappere Pruisische leger."
In den namiddag had een mouttertaptoe plaats, welke op schitterende wyze is afgeloopen. Iv het geheel namen daaraau 1124 muzikanten van de velschillende regimenten deel. De stoet, door 400 fakkeldragers vergezeld, begaf zich, onder den toevloed eener onafzienbare mtnigte, naar de verschillende in het programma aangewezen punten. Des avonds was de stad schitterend verlicht.
Gisteren (Zondag) woonde Frans Jozef de plechtige Hoogmis in de St. Hedwigkerk bij, en begaf zich daarna met den Duitschen Keizer, keizerin Augutta, den kei-er van Rusland, den Grootvorsttroouopvolger en den I'ruisischen Kroonprins vaar den zoölogischeu tuin, waar zy door de overige vorstelijke personen werden opgawacht aan de Groote Ster, van waar de tocht gemeenschappelijk werd vooitgezet. De straten in de nabijheid van den Zoölogischen tuin, zoowel als de ingang, waren feettelyk getooid. Het bestuur en de directeur Bodmus wachtten Hunne Majesteiten op eu voerden hen rond. Na een uur vertoevens begaven Hunne Majesteiten on de overige vorstelijke personen zich naar Potsdam. Kr was aanvankelijk sprake geweest van twee gala-voorstellingen, die evenwel niet plaats hadden, daar de keizer van Oostenrijk, wegens het overlydeu vau zyue moeder, nog iv de rouw is. Hoogstens zal er een buitengewone voorstelling plaats hebben, waarby' het publiek wel geen toegang zal hebbeu, daar de leden vau het gevolg der prinsen en prinjes zoo talrijk zijn, dat er voor een gewoon sterveling geen eukele staanplaats zal overschieten. De gevolgen zyu uit zoovele personen samengesteld, dat een ondeugend opmerker beweerd heeft, dat die kleine potentaatjet aan adjudanten, enz. wilden goedmaken, wat z|{ aan onderdanen misten.
Het is alles soldaten wat men ziet en hoort. Allerlei beschouwingen worden er gemaakt en uitvoerig besproken; zoo brengt men in herinnering, dat de drie hoofdpersonen kunnen beschikken over 3,477,991 soldaten, 700 duizend paardeu en 6000 kanonnen, waarvan 2,400,000 man en -1000 kanonnen binnen vierentwintig uur in het veld kunnen gebracht worden; dus is het effectief van deze drie legers veel aanzienlijker, dan hetg-en, op dit oogenblik door Frankrijk, Engeland, Italië, Turkye, Zweden, Spanje, de Nederlanden, Denemarken en België te zamen, volgens de tegenwoordige legerorganisatiëu der respectieve landen, kan worden op de been gebracht. Dat het vertoon van zoo veel uiterlijke militaire pracht slechts als dekmantel van de een of andere politieke afspraak moet dienen, is het algemeen gevoelen. Men heeft opgemerkt, dat de keizer van Oostenrijk de honneurs waarneemt bij keizerin Augusta, terwijl de twee andere Keizers meestal te zamen zyu; men weet, dat de vriendschap tusscheu de laatstgenoemde keizers van ouden datum it, doch d»t beider gevoelens ten opzichte van den Hababurger niet zoo vriendschappelijk zyu, als men wel zou mogen opm.ken, bij het zien van de eerste ontmoetingen der verschillende Keizers.