Gedurende de maand Juni 1873 is ingelegd f 70027.38 „ „ „ „ „ teruggenomen 13627.50 Derhalve meer ingelegd dan teruggenomen f 56399.88
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 02-07-1873
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 02-07-1873
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 152
- Jaargang
- 22
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Spaar-en Beleenbank te SAMARANG
Telegram uit Batavia.
JL Aangeb. 1 Juli 3 uur nam. GEPENSIONEERD: de resident van Timor Mr. de Wit, de assistent-resident van Salatiga Vosmaer en de hoofdonderwijzer Bloemhard. BENOEMD: tot resident van Timor Humme; tot assistent-resident van Sumanap du Clol'a ; idem van Lematang Oeloe Siethofe; van Benkoelen Amstel; tot hoofdonderwijzer te Makassar Regenhard; idem te Meester Cornelis Veenstra ; tot tweede kommiezen by de directie van finantiën Pieck en Ondaatje. VERLOF verleend, wegens ziekte, aan den officier van gezondheid Prun, den luitenant Fiiet en den apotheker Valkenhof. BEVORDERD: bij den geneeskundigen dienst, tot officier van gezondheid der eerste klasse van Gelder.
Scheepsberichten.
AANGEKOMEN. SAMARANG, 2 Juli. Ned.-I. stb. J;n. Fr. v.d. Putte, B. .T. Tergast, Batavia; Mc. Neill & Co. VERTROKKEN. SAMARANG, 2 Juli Ned. Ind. Stoomboot Willem 111, \V. C. P. Loclimrn van Koningsfeldt, Batavia, Kustplaatsen.
Uit Nederland.
De Kon. Nederiandsche Stoombootmaatschappij opent op 23 en 24 Mei een inschrijving, 2 millioen aandeelen én :' millioen obligatiën. Deze uitbreiding van kapitaal is noodig, indien men gevolg wil geven aan het voornemen om de Amerikaansche vaart in de lijnen der maatschappij op te nemen. De aandeelen worden a pari uitgegeven, de obligatiën tegen 95 pCt. 't Zijn juist geen uitgezochte tijden om met een inchrijving aan de markt te komen; toch gelooven wij dat het aanLod hier de vraag, althans wat de aandeelen betr, ft, ver zal overtreffen. Wij gelooven dit op de volgende "■ronden: De Kon. Ned. Stoombootm. is een gevestigde maatschappij in het bezit van 24 stoombooten, waaronder onderscheiden nieuwe schepen, sommige van 2000 ton, — Zy' bestaat 16 jaren, heeft nog elk jaar dividend uitgekeerd en naarmate de zaak uitgebreider werd, vermeerderde dit. De aandeelen worden dan ook tot 115 aan de beurs verhandeld en de laatste aandeelen, ten getale van 292, werden door de maatschappij verleden jaar 5 J/4 pCt. boven pari geplaatst. De Trans-atlantische vaart wordt als de meest winstgevende beschouwd, zoo zelfs dat de duurte der steenkolen de directie der Hamburger-Amerikaansche stoombootlijn niet heeft belet over 1»72 een dividend van 16 percent uit te keeren. Jammer dat de 40 millioen geldswaarde, die Nederland successievely'k aan den Paul Pacific Spoorweg offerde, niet in nationale ondernemingtn zijn gestoken als waarvan hier sprakv- is, — Hei dividend voor de aandeelhouders der Ned. Bark is in zijn geheel vastgesteld ep J 20n per aandeel. Groningen, 19 Mei. Gisteren morgen woonde de koning in de Maitinikerk de godsdienstoefening bij, onr"e. het gehoor van ds. A. Toorenenbergen, die tot tekit had ;ekozen Hebr 13 vs. 8: Tusschen de rede werd door de gemeente gezongen vs. 3 van gehang 269, vervaardigd door Louise H-nriètte vau Brandenburg, geboren prinses van Oianje. Aan het slot zijner rede hield de pred. een toespraak tot Z. M. Gisteren middag na afloop der audiëntie bragt Z. M. een bezoek aan den ouder adjudant Kohier in de Driemolendrieft, eene buurt, waar Z. M. met het rijtuig niet kou nadertn, zoodat een groot eind van den weg te voet moest worden afgelegd, waarbij Z. M. werd omstuwd door de bewoners dier buurt, die, opgetogen over deze populaire daad des konings, hem luide toejuichten. «jmtrent dit bezoek vernemen wij overigens het volgende: De kommrVaris des Konings had Z. M. medegedeeld, dat de grijze Kohier bij Z. M. ter audiëntie wenschte te verschijnen. De Koning antwoordde echrer, diep getroffen, dat het zijn wenseh was den vader op te zoeken van een man, die zijn bloed voor het vaderland had geofferd, en dadelijk werd 's Konings adjudant gelast bij den onderadjudant Kohier belet te vragin voor een bezoek van den \orst. Ten huize van Kohier waren ook drie zoontjes van den overleden generaal-majoor, die door hunnen grootvader, wigens ziju ver gevorderden leeftijd in de bescherming van den Kouing werden aanbevolen. ' Koniugs yel kom bezoek maakte op den militair een diepen indruk. Het bezoek dat de Koningin ii- gezelschap van Prins Alexander den 18 Mei aan Marken bracht, was voor de eiland bewoners een heugelijk feit. Onvermoeid doorkruisten de vorstelijke personen het eiland, waarbij zy' dikwijls vrij smalle bruggetjes betraden, over de verschillende slooten gelogd en ter eere van de plechtigheid eenigszins verbreed (van rijtuigen is daar geen sprake). IL M. betoonde zich als gewoonlijk minzaam en allervriendelijkst jegens ouden en jougen en richtte tot velen belangstellende vragen. 'Ireffend was ook het oogenblik waarop de hooge bezoekster, het kerkgebouw binnengeleid zynde, aan den leeraar der plaats het verzoek richtte, den kansel te beklimmen en een kort gebed uit te spreken. Terwijl daaraan voldaan werd, zag men de fiere gestalte der Koningin eerbiedig voorovergebogen; daar zat IL M. te midden van haar volk op een eenvoudtgen stoel in het bedehuis ter neder, en allerhartelijkst waren de woorden, waarmede zij den leeraar dankte, nadat ook nog op voorstel vaneen der aanwezigen, hei: „Vader, sla ons steeds in liefde gade" enz. aangeheven was.— — Als maa'staf voor den grooten invloed, op handel en nijverheid uitgeoefend door de werkstaking der sigarenmakers hier te lande, vermeldt De Standaard, dat sedert het becin der grève, dus gedurende een tijdsverloop van omstreeks vier weken, vijf millioen sigaren per week, of twintig millioen iv het geheel, minder vervaardigd zijn geworden dan vroeger. — Op onderscheidene plaatsen zy'n de comito's van Het Roode Kruis krachtig in de weer om ten opzichte der expeditie maar Atsjin het edel doel der vereeniging in practijk te brengen. Al wat den gekwetsten en zieken mili.airen dienstig kan zijn en hetgeen tot versnapering kan strekken, wordt met ijver in gereedhe d gebracht om verzonden tp worden. — De Belgi.jiie militaire bericht dat eenige Pelgische soldaten vergunning hebben gevraagd de expeditie tegen ANJin mede te maken; het biad moedigt hen daartoe aan. — Met het oog op de uitbreiding van de krijgsmacht in Nederl Indië zal den 4 Juni eene belangrijke aanbesteding ten behoeve van dat leger gedaan worden. — In bet Handelsblad wordt door Q- N. in overweging gegeven den oud-geneiaal v. Swieten het opperbevel over de expeditie naar Atsjin op te dragen, daar hij door zijne vroegere veldtochten in Indie en zyne bekendheid met Atsjin meer dan menig ander generaal voor die taak berekend zou zy'n. — Een depo*itaris vau de O. 1. Maatsch. van Adm. en Lijfrente deelt in de Arnh. Cl. mede, dat hij een quitantie ontving ten bedrage van 10 pCt., als eerste uitkeering van het deposito door hem aan genoemde Maatschappij indertijd toevertrouwd, en bij de HH. G. Buyn, mr. J. van Gennep en J. B. Kleyn betaalbaar gesteld deer „ ecu der oud-adminktrateuren" van de Maatschappy, als hoedanig de inzender noemt jhr. mr. F. Junius van Hemert. De -chrij?er herinnert tevens, dat de hejr V. J. Van Dolder onlangs met eenige tonnen winst de suikerfabriek Wcropringo heeft verkocht, en dat die heer altyd heeft uitgemunt door zyne breede ziens- en handelwy'ze, zoodat er waarlijk nog een verbly'dend uitzicht overblyft voor de vorderingen der crediteuren van de O. I. M., die eenmaal in blind vertrouwen op de rechtschapenheid der administrateuren hun meestal overgespaal de penningen aan hen hebben overgegeven. — In de vergadering der Stoomvaartmaatschappy Nederland is tot mede-directeur in plaats van den heer Asperen, gekozen de heer Tegelb rg. de eerste op de voordracht, met 214 stemmen. De heer van Erp Taalman Kip verkreeg 14, de heer Brouwer 32 stemmen; 11 briefjes waren in blanco. De voorzitter herinnerde, dat van de verleden jaar niet geheel volgeteekende leening nog 5 a 6 ton in de kas aanwezig zijn. Deze som is ontoereikend om een vijfde stoomschip te bouwen, dat toch voor de geregelde vaart onontbeeilyk is. Daarom verheugde het hem medetedeelen, dat Z. K. H. prins Hendrik op zeer gunstige voorwaarden het ontbrekende als voorschot wil verstrekken. Z. K. H., die de vergadering bywoonde, drukte den wensch uit, dat htt overig gedeelte der leening tusschenty'ds werd geplaatst, in welk geval hij bereid « as voor het zesde stoomschip te d.ien, wat hy' thans voor het vijfde deed. — Ter voldoening aan het verlangen om opheldering nopens het gerucht als zou de Heer De Roo van Alderwerelt bij den Minister van Oorlog aanzoek gedaan hebben • m bevordering, hetwelk tevens in verband werd gebracht met zijne houding by' de discussie over Atsjin, heeft deze afgevaardigde een gedrukte nota aan de leden der beide Kamers gezonden, tin betoogd dat dit gerucht met de waarheid in strijd is. Uit een daaibij afgedrukteu brief van den Heer Kappeijne van de Copello, die tegenwoordig was bij tnee conferentiën tusschen den Heer De Roo en den Minister van Oorlog, blykt dat de Heer De Roo zich niet tot den Minister, maar de laatste zich had gewend tot den Heer De Rio, om hem te benoemea tot majoor bij den generalen staf en dat de Heer De Roo daarop schriftely'k neeft geantwoordt. De Minister heeft dit in het bijzijn van den Heer Kappey'ne herhaaldelijk bevestigd. — Men reist het land door met een stier, uit de Haarlemmermeer afkomstig, die niet minder dan £000 halve kilogrammen weegt en 3 meter lang is. — Nader vernemen wij, dat de mededeeling omtrent het onlangs van stapel loopen van 2 stoombarkassen, en het opzetten van twee andere aan de ry'kswerf te Amsterdam, in zoover juist is, dat aldaar d.-zer dagen 2 stoombarkassen zijn gereed gekomen en reeds naar het Nieuwediep vertrokken zy'n, om per stoomschip naar Indië te worden verzonden. Doch in het geheel zijn er 14 dagen geleden tien gelijktijdig begonnen, en ook de acht overige moeten binnen zeven weken ter verzending afgeleverd worden. De machines worden inmiddels in Engeland pasklaar gemaakt. Een en ander geeft aan de werf een by'na ongekende levendigheid. — Den 20en Mei is het te Fy'enoord gebouwde composite schroefstoomschip Banda op de gebiuikelyke wyze in dienst gesteld.
Koninklijke Besluiten.
BENOEMD: tot rechter-plaatsverv. in de arrond.-rechtbank te '»- Gravennage mr. P. W. Van Heitsde, advocaat aldaar; tot burg. der gein. Scherpcnisae J. L. Luyk, secr. dier gemeente. OPGEDRAGEN: met ingang van den 16den Juni a. s., aan den gepens. offic. van admin. der Iste kl. B. L. Van Daalen Wetters de betrekking van administrat. bij bet hospitaal der Marine te Willemsoord. ONTSLAGEN: M. O L. Catsboek, op zijn verzoek, eervol, al» auditeur bij den schuttersr. der dienstd. schutterij te Doesburg. PENSIOEN VKRLEEND-. aan T. Van Aken, gew. kantonr. te Zevenbergen, ten bedrage van f 640 's jaars. Z. M. heeft benoemd jhr. mr. J. E. Van Panhuys, Commissaris des Konings in de prov. Friesland, tot commandeur in de orde van den Nederl. Leeuw, en tot burgem. der gem. Dubbeldam mr. J. A. Van Dorsser. Z. M. heeft aan den luit. t/z. 2de kl. Bakker, op zijn verzoek, met den laatsten dezer maand, eervol ontslag uit den zeedienst verleend, en aan F. J. Freek en 11. Bertz, te Amsterdam als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid voor hunne medewerking tot redding van vier kinderen uit het water aldaar op 5 Maart jl., toegekend voor elk de bronzen medaille, alsmede sen loffelijk getuigschrift. Z. M. heeft benoemd tot chef van den gen. staf, Zr. Ms. adjudant in buiteng. dienst, den gen. maj. A. O A. Schönstedt, bevelh. in de lste mil. afd. BENOEMD: M. Bruining, thans ontv. der dir. bel. in-en uitg. rechten en ace. te Bullum, tot ontvanger derzelfde middelen te Eibergen; tot kapt.-ktmmacdai.t van het korps Koninklijke scherpschutters van de Vcluwe, J. F. Dekker, gepens. kapt. van het Oostindische leger; tot kantonrechter te Zeven'iergen mr. W. C. Uvttenboogaart, titans griffier bij het kantongerecht te Waalwijk; bij de dd. senutteiijen: bij die te Grave, tot auditeur bij den schuttersraad F. J. J. Van Roer; bij die te 's Gravenhage, tot lsten luit. A. J. graai Van Randwijck, thans 2de luit., tot 2den luit., mr. C. Rueb en F. E. V. H. Van Riemsdijk, beiden thans sergeant; de heeren J. Conijn, te Hgmond aan Zee, jhr. mr. J. W. M. Schorer, te Middelburg, en G. J. Weyland, te Groningen, opnieuw benoemd tot leden van het College voor de zee-visacherijen. GOEDGEKEURD: de benoeming van P.C. Van der Willigen, burgemeester van Wadenoijen, tot secretaris dier gemeente. ONTSLAGEN: eervol, M. Langeveld, op verzoek, als plaatsvervangend kantonrechter te Zaandam, en A. _. Gefken, op verzoek, als plaatsvervangend kantonrechter te Grave; de na te melden off. bij de dienstd. sehutt., op hun verzoek, eervol, onder gehoudenheid tot het volbrengen van de op hen nog rustende verplichtingen als gewoon lid der schutterij bij de reserve, met al de gevolgen daaraan bij de wet gehecht, als: bij die te 's-Gravenhage, jhr. mr. J. F. Schuurbeque Boeije, als lsten luit.; bij die te Amsterdam, C. N. J. Moltzer, als kapt. Tevens mr. G. A. Nahuys, op zijn verzoek, mede eervol, all lsten luit. bij de dd. schutterij te Utrecht. (Wordt vervolgd)
De oorlog met Atsjin.
Men schrijft ons uit Maastricht: De volgende officieren van het 2de regiment infanterie hebben zich opgegeven om voor 2 jaren bij het Indische leger te worden gedetacheerd. Kapiteins: de heeren Avenarius, Otterbein, Vleijsman, Mulder en Beltrami. Luitenants: de heeren Van Mulken, De Man, Schulze, Potter, Troost, Vervat, d'Aalnis, Hustinx, Schumann, Leßron de Vexela, Van Tienhoven, Le Cocq d'Armandville, Mulder, Aalders, Vorstenbes, Van der Paardt, Wrede, Anten, Moorrees, Beek en Lem. Van de volgmde 6 heeren, allen luitenants, worden de heeren Komijn, Boudewy'ns en Geerligs by' het Indische leger overgeplaatst en zy'n de heeren Weersma, Be?emann en De Haas reeds vertrokken. Sedert de werving voor Indie onder meer gunstige bepalingen is geopend, zijn 80 onder-officieren, korporaals en soldaten reeds naar Harderwijk vertrokken of gereed daarlietn te gaan. Onder die 80 man zyn slechts ih soldaten begrepen. — Den 15den zijn de naar Indië bestemde detachementen van het te Rotterdam in garnizoen liggend korps mariniers en van dat te Hellevoetsluis, te zamen sterk drie officieren — de eerste luitenant J. P. Smith en de tweede luitenants H. J. Batteké en W. F. Paelig — en 135 bajonetten (waarender 53 uit laatstgenoemde plaats), per Hollandschen spoortrein naar het Nieuwediep vertrokken, om aldaar aan boord te gaan van het schip Koning aer Nederlanden. De detachementen werden van de kazerne naar het Station uitgeleide gedaan door de kommandanten en officieren • van de ; Schutterij en vaa het korps Koninklyke Scherpschutters, met de muziekko:psen, benevens een deputatie uit de Vereeniging De Batavieren te paard, met hare banier. Op dien marsch werd bij elk detachement een vlag gedragen, door de manschappen vervaardigd pi ijkende die van het Rotterdamsch detachement met de woorden: „Atsjin, Overwinnen of sterven," de andere met een vierregelig vers. Terwijl inmiddels hij hel station reeds lang een talry'ke menigte was bijeengekomen, verscheen aldaar de Burgemeester met een deputatie uit het College van dagely'nsch Bestuur en den Gemeente-secretaris, en tegelijk het korps hoornbkzers der Schutterij, hetwelk zich op het terrein posteerde, om met zijne muzikale tonen de troepen te begroeten. Zoodra deze op het terrein geschaard stonden, plaatste de kommandant, de Luitenant-kolonel J. H. Stengel, zich voor het front en riep hun met de volgende woorden het vaarwel toe: „Officieren, onderofficieren en mariniers, die een deel uitmaken van het detachement, bestemd naar Nederlandsch- Indie, ik gevoel behoefte vóór uw vertrek nog een woord tot u te spreken. U wacht een schoone, een grootsche taak; een taak welke ieder soldaat, die het hart op de rechte plaats draagt, met trots aanvaardt en volbrengt: de taak van voor het belang des Vaderlands te strijden, de taak van de eer van Neerlands vlag te handhaven. Die roeping is u niet vreemd; getuige menige oorlog, zoo menige expeditie in onze overzeesche bezittingen: getuige onder anderen Palembang, Bali, Borneo, Djambi, Reteh, Boni, de Kust van Guinea. Bij al die tochten was het korps mariniers vertegenwoordigd, eu heeft het zich steeds schitterend gedragen, heeft het steeds zijn goeden naam staande gehouden. Ook gij zult het doen; ook gy zult u dapper toonen; ook gij zult trouw uwen plicht vervullen, zoowel in als buiten het gevaar. Wy', die achterblijven, vertrouwen dat onze eer iv uwe handen wel bewaard is. De tegenwoordigheid van den Burgemeester en de Regeering van Rotterdam, de kommandanten en officieren van het regiment Schuttery' en van het korps Koninklyke Scherpschutters, hunne begeleidende muziekkorpsen, de Vereeniging Batavieren te paard, waarmede gij ten vorigen jare feest hebt gevierd, ziedaar een welsprekend bewijs van belangstelling in u. Gaat dan, brave kameraden, en keert terug, beladen met lauweren. Weost overtuigd dat wy' ons zullen verheugen in ieder blijk van onderscheiding, hetwelk u, hetzy' den voornaamste, hetzij den mindere mag teu deel vallen. En nu, vaarwel tot wederziens!" Daarop commandeerde de overste „presenteer 't geweer!" en eindigde aldus: „Laat ons thans af-cheid nemen door het aanheffen van een krachtig hoerah op den kreet, dien ieder Nederlander zoo gaarne hoort, van „Leve de Koning!" En 't was inderdaad een „krachtig" driewerf hoera, dat tegelijk met de toonen van het Wilhelmus over het pleia weergalmde. Daarna sprak de Burgemeester: „Officieren, onderofficieren en mariuiers van het detachement, hetwelk gereed staat onze stal te verlaten, om de eer van het Vaderlpnd te handhaven op de wijie als u zoo waardig door uwen geachten Overste Stengel is voor gehouden, — ik stel er pry's op, u datzelfde vertrouwen kenbaar te maken. Gij hebt de eer dat u de korpsen officieren onzer Schutte-ij en Koninklyke Scherpschutters, vergezeld van eene deputatie uit de vereeniging De Hatavieren te paard, uitgeleide doen, maar ook voor het Gemeent, bestuur was het een aangenamen plicht op dit oogenblik hier te zy'n. Onze stad en uw corps toch kennen elkander reeds sinds lang. Wel was er een ty'd dat uw korps hier nie* in garnizoen was, maar sedert eenige jaren is het weder in ons midden —en onze tegenwo jrdigh-id by uw afscheid is een bewy's dat wy u niet als vreemden maar als burgers onrer stad beschouwt n. Wat mij aangaa', ik stel er prijs op, dit te constateeren, nu ik u uit naam van het Gemeentebestuur het vaarwel toeroep, iv de hoop van u met lauweren bekroond terug te zien kumen. Ik heb gezorgd voor eene kleine versnapering op uwe reis. Als gij daarvan gebruik maakt, denkt dan aan Rotterdam en weest overigens verzeke'd, dat iedere tijding-van het leger in Indië, niet slechts in 't algemeen, maar ook bij zonder wat u betreft, met belangstelling zal worden vernomen. En nu, vrienden vaarwel! — met u roep ik njg maals: 1 eve de Koning!" Toen de trein te 's-Hage stilhield, bevond H. M de Koningin, nie met dezen trein naar Amsterdam vertrok, zich aan het station. Zy werd, zoodra zy door de troepen was opgemerkt, met geestdrift door hen begroet, welke groeten H. M. met de Haar eigen minzaamheid beantwoordde, door langs de wagens, waarin zich de militairen bevonden, te wandelen en met blijkbare aandoening hen allen met een afscheidsgroet te vereeren. — De Schout-by'-nacht Gregory directeur en kommandant der marine te Nieuwediep, heeft tot de naar Indië vertrekkende troepen eene toespraak gericht, hen gewezen op het gewicht hunner zending en op hetgeen het vaderland van hen verwachtte. Hy' riep hun ten laatste een hartelijk vaarwel toe; een driewerf hoerah! en leve de Konino-! weerklonk langs de haven. De muziek liet zich bij tusschenpoozen hooren. Eene onafzienbare menigte was by' het vertrek tegenwoordig.