Ad verten tien. Vendutie wegens vertrek, op Zaterdag den 29 November a. 9. te Bojolalie 's morgens te 9 ure ten huize van den WelEdelgestr. Heer J. van Dijck, A ssis tent-Resi den t van ZEd. zeer netten zoo goed als nieuwen inboedel, bestaaade uit: IJzeren tweemaus- en kinder Ledikanten compleet, Stoelen, Tafels, Banken met Bultzakken, prachtige Kleerkasten, Wipstoelen, Knapen, Petroleum Hang- en Staande lampen, Glas- en Kristalwerken, Keukengereedschappen, Staatsbladen compleet, Romans en Wetenschappelyke werken, eene Ben;aalsche Koe met Kalf, enz enz. (4204) De ondergeteekende belast zich met commissiën op de venditie van 29 November a. s. bij den vertrekkenden Assistent Resident van Bojolalie «X. van Dijck, ter.vij). er op dien dag eten by hem te bekomen is. (4211) DEUX. Vendutie wegens vertrek, op Dinsdag 2 December 1873, op den Huize TANDJuNG MODJO bij Koedoes, voor rekening van den Heer F. W- P. CLIGNETT, van Z_d., zeer fraaieu "nboedel, Wagens en Pau den; waaronder : Een zeer Elegant zwart Ebbenhout Ameublement met blauw Fluweel bekleed, bestaande uit: 2 Bauken, 12 Stoelen, 2 Fauteuils en 2 Voeteubanken; een Bataviasch Rotting Salon Ameublement; Divans- zeer fraaie Mahoniehouten Kleerkaster; Ronde en Saloutafels; een Dames Schryftafel, Etagère Spiegelkast met Vuorwerpoii; groote Spiegels; prachtige Gravures iv vergulde eu zwarte lysten; Toilet- en Wascbtafel me', marmerbladeu; IJzeren Ledikanten; Petroleum- Kroonen met 4, 3 e i 2 lichten; Hang en tafellampeu; Zilver , Plett-, Glas- .en Cristalwerk; ecu uitmuntende Handnaaimachine; groote glazen Kasten; Öalougordyuen; groote Rottingmatten; damast Tafelgotd in stel en eu beddegoed; prachtige Speeldozen; Orgel; ecu Gebaktafel met marmeren blad, enz., enz. Ecu zoo goed als nieuwe Amerikaansche Tentwagen, Een Idem Bataviasche koets coupe, Een Idem Europeesche Vis a-Vis, Verscheidene spannen Sandelwood Wagenpaarden waaronder een buitengewoon fraai span, 4 voet 3 duim hoog. Een Sandelwood Rypaard Schimmel 4 roet 2 duim, Een Sumbawa Idem bru n, Koeien en Kalveren, eeue collectie fraaie Bloemen in pott.n; Parapluie- en Bloemenstandaards; een groote Tuinspiegel; eeue volière; Zadels; Stal- en Keukeugeie<.dschappen en wat verder te voorschyn zal worden gebiacht. Met Commissiën en verzenden der gekochte goederen belast zich (-HB6) A. F. HILJÉ. Groote St. Nicolaas vendutie OP DINSDAG den 2 DKCEMBER, van prachtig SPEELGOED waaronder: gekleede Fransche INFANTEUIST en Pruisische UHLAN, blikken soldaten, mitrailleuses, VESTINGEN compleet, WAPENRUSTINGEN. (4245) SOESMAN & Co.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 27-11-1873
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 27-11-1873
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 279
- Jaargang
- 22
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Advertentie
Advertentie
VENDUTIE in de Bazar Parisien (Solo,) OP DINSDAG den 2e DECEMBER, VAN: Een partytje Kinderspeelgoed, Schoenen, Gibus-, Castorenen Zydenhoeden, Borstelwerk, Verfkwasten, Haudlantaarns, Porceleinen Schalen als Kip, IJzeren Drankenrekken, roode Champagne, Rijnwyn, Kcffiekanaea, ScheernécessaireS, Roulettes, Pluimen, Klokken, Kwispeldoors, Glazen Yskaraffen (iets nieuws.) VOORTS NOG: Een partij Houtwerken. (12-19) SENJTTÜS. WOOKDEJVBOEKEJV in groote versch.eidenh.eid. ontvangen: Hollandsen, — Fransch,— en omgekeerd. „ — Engelsch,— „ „ Duitsch,— Maleisch,— Javaansth,— Weyland, Taalkundig woordenboek. De prijzen variëeren van / 4 tot en f 40. by (4229) DE GROOT, KOLFF & Co. J. W. THEUNISSEN. Ontving per JASüN en HOLLAND. Suprafyne w.tte Flanel (zuiver VVol.j „ Zwart-s Tyroler Hoeden. „ Donkergrijze vilten Oxford d»to. „ G.bushoeden. „ Zwart Laken en Satin de Laine. „ Wat Liunen Drills en Piqué. „ Smalle zwart Zijden dasjes. „ Tricot Calecons. Echt gouden en zilveren Fouragères en Schouderbedekking, dragons etc. etc. (41>91) Op nieuw in voorraad: Peel, Handboek ter beoefening der Nederlandsche, Fransche ca Engelsche talen. G_RDE3,— Engelscbe oefeningen CO WAN, en MAATJE H idem. (*231) DE GROOT, KOLFF & Co. KLEIN¥BAJLJÜËSrPLAJ\KEIV SPANRIBBEN leer goedkoop by P. BUIJS Hz., Samarang. J. BUSSELAAR, solo. BOERS & Co., Djocjacarta. (478) Agenten houtaankap Repaking. DJAGOONG. per picol _ ƒ 7.50 Contant bij . (2425) P. ZWAGEE. Bod jon gsch e Ra n keibakkerij VAN J. J. Van Ruijven, Daaelyks op bestelling verkrijgbaar: Delicieuse Boterletters, vervaardigd van de fynste Baibarijsche Amandelen. (3911) Rodjongsche Ranketbak kerij VAN J. J. Van Ruijven. Dagi-lyks gelegenheid tot het gebruiken van Ververschingen, Us, Saucijsenbroodjes, enz , ent. enz (3912) Bodjongsche Banketbakkerij ■VAN J. J. Van Ruijven. Met het oog op de thans reeds vele ingekomen bestellingen voor het St. Nicolaasfeest, worden Heeren bEGL NSTIGER3 in de Binnenlanden beleefd verzocht hnnne opgaven tijdig te doen ten einde voor eene accurate tfleieiing 'e kuautu zoigen. (3913) Bodjongsche Banketbakkerij VAN J. J. Vt.n Ruijven. Voortdurend verkrygbaar: St. JXicolaas gebak in blik en per ] o id. (3910) WEDEROM ONTVANGEN": Zoete Baibarijsche Bakamandelen en Sncade, ve krygtiaar per pond. (4154) VV. F. VAN ERF. PUIKE PUIKE Pasoeroeansche Aardappelen (4155) by W. F. VAN EBP, Banketbakker. OP DEN sde DECEMBER, MUZIEK- UITVOERING. van de Bamarangsche Schutterij, ender directie van den Heer HóSEL W. F. VAN ERP. Programma's zullen op den dag der Uitvoering worden veupreid. Ie ondergeteekende heeft geene kosten noch mo.jite gespaard cm het publiek by gelegenheid van St. Nicolaas een vroolyken en genoegelyken avondte verschaffen, en neemt bij dezen de vrybeid zich in de gunsttu van het geachte publiek aantebevelen. (4,57) W. F. VAN EBP. Banketbakker. Pas ontvangen rechtstreeks van MANILLA: een gedeelte der allerlaatste veiling .PULKTE PUIKE _PTJII£E Manilla-Sigaren Caritas No 2. Liefhebbers van goede sigaren durft de ondergeteekende deze gerust aanbevelen. Zij munten zelfs boven, die der vroegere partij uit. Zy zyn wel wat duur, maar ook zijn in jaren zulke Sigaren hier ter plaatse niet verkocht. (3918) H. L. DE LIJQN.
Gemengde Berichten.
— Het bod van f 2 5,000 uitgebracht voor den vóór eenigen tijd toevallig leiuggevondeu beker, door Jac;:ba vau Beieren aau de schutterij van Si.-Joris geschonken, is, naar mtn verzekert, thans gebracht op f 40,000. Do beker is het eigendom der gemeente Gtiuda. — Ter kenschetsing ! Iv Fommeren is groot gebrek aan boerenarbeiders. Zeker heer had vreemden gehumd voor een daalder loon daags en deu kost. Bij de uitbetaling vraagde h'v] heu, of ze voor 't zelfde ook verder wilden blyven weiken? Ze antwoordden, dat het loon voldoende was eu 't middageten niets te weaseben oveTÜet, maar 's morgens en 's avonds kon het beter zyn. Wat verlangden ze dan ? „Wel, tweeërlei vleesch, tweeërlei worst, tweeërlei kaas " De heer, die 's avonds zelf maar ééuerlei kaas gebruikte. verklaarde natuurlijk, hen niet te kunnen houden. — Oulangs diende voar ten r.chtbank een zaak, dje hierop neerkwam, dat de eeae party schadevergoeding vroeg van de andere, omdat de zwyueu van deze schade hadden aangericht op het latd van gene. Beide partyen werden natuurlijk „bediend" door een advocaat — de eischer door een jongen, de verweerder door een meer ervarenen die vau de zaak niet meer werk maakte dau zij verdiende, en sle
FEUILLETON. Een zooals er velen zijn.
Ik wist waarlijk niet waar ik naar toe zou gaan. Het was drukkend en vreeselijk warm in Londen. Al is de stilte in sommige opzichten zeer aangenaam, wanneer men in Londen de straten ia Mei eu Juni moet doorkruisen, werkt dit geducht op de zenuwen. Iv de straten heeischt niet meer zulk een gedraug; maar tot iv Augustus gelijken zy in Londen veel op ecu ledigen byenkorf — het \» eene naakte en doodsch. vlakte. \\ armeer men niet, weet wat men doen zal, is men met' niemand en niets tevreden. Als men eenmaal uit zyu humeur is, biyft m.u er uit. Het vas ecu ware uitkomst toen ik een brief van myne nicht Jemima Browu kreeg. Ik houd veel vau Jemima. | Zij is omstreeks zestig jaar oud, kleiu, steik eu sentimen- j teel, maar I are uweepzieke steminirg bepaalt zich niet tot het treuien over hedendaag.che romans en het lot van heldinnen die niet beter waren da i zij zeuden geweest zyn, en d.e, indien zulke cnbestaaubaie wezens ooit hadden kunueu leven, zeker slechter zoudeu geweest zyu dau de schryvers baar voorstellen. Jemima kan even hard w-et nen over het lot \au eene oude schoonmaakster, wier luie, dronken man haar wekelyks van haar zuur verdiend loon besteelt, en miju nicht zou zelve gebrek willen lijden, om zulk een arm oud slachtoffer te helpen. Jemima schreef my, tot myne verbazing, uit Bayeux. Ik kau niy tot op den hu digeu dag nog niet begrijpen hoe iae goede, zachtmoedige, besluitelooze dame ooit nit zich zelve zoo ver van huis heeft kuuneu gaan; maar daar zy er was, en er nu is, wilde zy mij tot gezeLeaap hebben. In semmige gevallen gelyk ik veel op een kompas van dtn zeeman; ik mi ge op allerlei wijze aarzelen en terugdeinzen totdat ik besloten Leb wat ik doen moet, maar wanneer ik eenmaal myu besluit heb genomen, ga ik recht op myn doel af en richt my daarheen als de naald naar de pool. Den volgeuden dag bevond ik mij te Southampton en den daarop volgenden te irliivre, en toeu al de hennueringen aan ïtyne reis naai Ncrmaudie die ik twee jaren vroeger gemaakt had, weder by my bovenkwamen, vroeg ik my zelven af, waarom ik met een dag te St. Itoque zou vertoeven, en het hotel St. Barbara nog eens zcu zien om eens met Louise over onzen Jan te praten. Sedert mijue terugkomst in Engeland, voelde ik my tteer dan eens beschaamd over myne onwetendheid en {*) Uit de Arnh. Ct.
gebrek aan geest van opmerking gedurende mijn eerste verblijf in Normandie, cii als geleerde dames twisten over de wereldberoemde kerk van Willem den Veroveraar, dan denk jk aan hetgeen meu ziet en nietzjeten houd mijn mond. Ik ben ook in de kerk S. Etienne geweest. Ik ben daar g.weest, en welke herinneringen heb ik daarvan medegebracht! Een breed lint van licht dat zich uitstrekt van de ramen tot op den vloer en een zeer havelooze vrome, normandische vrouw, die ik vioeger reeds ouder de straatvegers bar1, opgemerkt Men is nooit te oud om zich te verbetereu, ze:de ik, en toen de stoomboot van Ome dien morgen Hii.vre bereikt had, ging ik terstond naar St. Roqne. Toen ik nair het hotel St. Barban reed, kon ik sch:er uitt gelooven dat het reeds zoolang geleden was sinds ik hier was geweest, want alles kwam mij even bekend voor. Daar zag ik nog den kok in zijn pak, sneeuwwit, behalve iijue laarzen, zich koesterende in den glans van zijn braadpan. Hier op den voorgrond stond monsieur Clopin lachend en iv zijn handen wrijvend, en op een afstmd kon ik tegen den donkeren achtergrond van de loods de hooggele kleur van de wortelen onderscheiden en hoorde ik hit water uit de groot droppelen op den steenen vloer. Ik zou in staat zijn geweest om mijn oogen uit te wryven en mij af te vragen, of men hier al dien tyd dat ik afwezig was gewe-ist geslapen had, en nu eerst wakker werd, nu zij myu riiiu:g hoorden. Maar er ontbrak mij toch nog iets! Ik groette monsjeur Clopin toen hy mij by het uitatygen behulpzaam was, en toen, als door ecu plotseling instinct, keek ik vaar den trap. Ja, daar zag ik Louise staan, knikkende ca lachende als ecu breede zonnestraal. Maar toch, ik zocht naar nog iets anders Ik miste de liefelijke stem, die zoo welluideud _ong. Onwillekeurig dwaaldeu mijne oogen naar de binnenplaats, en toen naar de gaandory. die er ombeen liep eu ik zuchtte. — O, de jufvrouw heeft onz-.n J.in nog niet vergeten? Ik wist niet dat Louise zoo dicht bij mij stond' — Wilt gij mij inijue kamer wijzen? zeide ik en keerde mij toen naar monsieur Clopin, en vroeg hem hoe het zijn vrouw en kinderen maakten. Hy' badtnkte my met den vloed van woorden, als slechts am een Franschman eigen is. — Mevrouw js zeer wel, voegde hy er bij. Zij en al de kleinen zijn vooe een week of wat naar Cabourg Het was voor mij eigeulyk een uitkomst dat mevrouw en ldalie er niet waren, hoewel bat my speet de overigen te missen. Daar ik niet te Sai'it-Rcque kou blyven tot zij terugkwamen, liet ik mijn cadi-autjes voor hen acht-r en gaf Louise het kostbaarse geschenk voor Fransche dienst boden, namelijk eene Engelsche schaar, present. Het geheele huishouden was neerslachtig. Alles was mij een pijnlijke herinnering aan dit kleine lieve schepseltje, dat weg was. Ik keek op myn horloge. I'as twee uu-, en do table d'höte begon eerst ten vijf ure. — Ik zal ecu pasteitje bij madame Triquet koopen, zeide ik by mij zelveu, en dan ga ik naar St. Etienne, en maak daar eenige aanteekeningen. Torn ik nog eens nazag wat jk geschreven had, zag ik dat ik mij zelven vergeleek met deu ijieren schildknaap uit B-etomarts ridder, en dat ik, die naar Saint Roque ging om alles weer goed te maken, de rue Notre Dame volgen zou rechts noch links kykende, totdat ik de dom kerk had bereikt. Maar, helaas! ofschoon het nooit te laat is om zich te vei beteren, daar is nog een andere waarheid »au dezelfde kracht. t'ieen onzer weet wat hy vermag, vóór hij het beproeft. Een eind verder kwam ik voorby het veiledelijke venster, waarboven in groote bieede letters de woorden Victorine Triuuel veuve, patissier geschreven stoud. De natuur behaalde by dit gezicit de overhand. Ik had slechts een kadetje en een kop koffie gebruikt vóór de bi.t tlil-ie verliet Ik ging er in en vroeg om ecu pasteitje. Madame Triqu't was alleeD; zij was I'ef'alliger en beval liger dan ooit. Haar schoon en aardig noimandisch type was ronder eu gezetter, maar tcch was zij vi einjg verandeid. Iv het midden van een welsprekende beschrijving van de uioo;e kinderen van hare dochter, madame Leroux, hield zij op met den plotselingen uitroep: — Ciet' daar is dat vrouwmensch al weer ! Ga maar h.eu! Wy verkoopen g.en brood aan zulke lui! Iv de balf geopende deur stond een vrouw, wijr groote hongerige oogen gevestigd waren op de lekkernijen iv deu winkel, op die verschillende soorten van koeken, de eene al verleidelijker dan de andere, allen zoo netjes gerangschikt, niet zoo ordeloos opeengestapeld als by de Engelsche pasteibakkers. Het arme schepsel liet hare oogen over al deze lekkernijen gaan, maar acheen naar nog iets anders te zoeken. Zy was zeer mager eu door de zon verbrand; de muts die zy droeg, zonder eenig strikje, deed hare diep ingevallen kaken nog sterker uitkomei.; haar magere hals eu schouders waren met een ouden haveloozen omslagdoek bedekt; daardoor zag men een japon, die vroeger zwart was gjweest—nu veelkleurig, door altyd door de zon beschenen te zijn, terwijl er bovendien menige vlek op zichtbaar was; zij had bloote voeten, maar toch droeg zij vuile zwarte klompen. Noehtaus zag ik, ondanks al deze groote elleude, dat de vrouw een zindelijk gelaat had, en dat haar dosk netjes eu met eenigen smaak om haar hals was geslagen. Plotseling ontmoelten hare dwalende oogen de myne, en ik h.-rk.Ede haar ge'aat; een oogenblik later kwam alles mij helder voor den geest. D.t was mijne straat veegster, die arme vrome vrouw, welke ik twee jaar geleden in de St. Ktienne gezien had. Ik betsalde spoedig myn pasteien en verliet, den winkel, het ware eene dwaasieid geweest zoo ik dit uitgehongerde schepsel een van de roomhoreus of taartjes aangeboden had. Zy ging eerbiedig op zijde, toen zij my zag aankom.n. Ik verzocht haar my ta volgen. Een tind weegs verder was een bakkeiswinkel; ik ging er in en kocht een van de ronde brooden die den verm van ten grooten ring hebben, en die gemaakt schijnen te zijn om aan den arm te worden gedragen. Ik gaf dit aan mijne straatvetgster eu toen zeide ik in mijn mooiste Fransen: „volg mij" en liep recht door. „Nu" ze.de ik bij my zelven, „vóór dat ik aan de St- Et'eune beu zal zij mij baa: leve .sloop wel veihaald hebben. Die Franscheu uit de lagere volksklasse praten gaarue over z;ch zalven en dan zal ik een romannetje voor Jemima hebbeu a's ik Bayeux kom. Nu en dan keek ik eens om ; ik verwachtte dat het biood reeds half op zou zijn, maar zy' had ei zeer weinig van gegeten, en zy weende. — Aime ziel! wat zyt gy ongelukkig! en zij had niet eens een zakdoek. Jemima zou zeker den haren reeds gegeven hebben; maar de Jemima is oik zoo byzonder. Ik voelde, dat it een e;ge kleur had. Ik bekon mer my niet veel om de vormen, maar ais eene vrouw alleen loopt, moet zy zich van al wat zonderling onthouden en aan haar voorkomen deuken, omdat zy niemand aan hare zijde heeft, die zorgt voor haar draagt, wat naar myu m.eninohet grootste nut van een echgenoot is Hoe dwaas moet het gestaan hebben, cm in de rue Nötre Dame te wandelen zoo netjes aangekeed, n.et een weenende bedelare3 die een brood aan haar arm had achter mij. St. Etienue en al myne goede voornemens liet ik varen Ik sloeg de eerste straat de beste ia- Het was eene nauwe stille straat, en leidde naar een even weinig bezochte hoewel breeder straat, de evenwijdig met c!e rue Nötre Dame liep. Zoo ik nuiets van haar te weten wjl komen, moet ik hethaar hier vragen, dacht, ik; maar mijn valsche schaamte was my zelfs tot op het vasteland gevolgd, tn jk wist nauwelyks hoe te beginnen. Ik keek eens achter my. De vrouw had opgehouden met weenen, maar ook met eten; het scheen mij als of zij er nog treuriger uitzag. Een plotselinge gedachte rees in mij op. Ik keerde om en wachtte tot zij by my was. — Waar bewaart gij uw bazem — dei bezem waarmede gij veegt, meen ik? — Zoo mevrouw het verlangt, zal ik hem haar la'en zien. Hare stem en hare uitspiaak veibaasden my. Zy waren niet in overeenstemming mat het haveloos voorkomen van haar, die ze sprak. Zy sloeg nu een anderen weg in en ik volgde haar. Trots hare gescheurde kleederen en hare klompen, liep zij zelfs met zekere bevalligheid. Eindelyk kwamen wy aan de oude normaudische kerk. Ik meende dat ik alle kerken van St. R.que gezien had, maar deze kende ik toch niet. Zy zag er verweerd en bouwvallig uit en de groote deuren waren door de wormen verteerd en vielen schier uiteen. Een er van stond half open. Tot mime verwondering trad mijne geleidater door de kier naar binnen en zag om of ik haar volgde; ook ik ging in de kerk. Boven mij was het half vergane dak met zyne stevige steenen ribben; de kapiteelen van de pilaren, waarop de vier bogen van den toren rustten, waren met zwaar beeldhouwwerk behekt, en ginder half >n het duister gehuld het schip van de kerk Maar het was geen kerk meer. Hooi en stroo en allerlei lompon lagen daar opeen gestapeld tot boven de pilaren in het schip; en in de na byheid van deu toieu, waar ik stond, gag ik karren en wagens, vuurwapenen en takkenbossen,' in de grootste waadde. Ik was buiten mij zelve van verbazing, waut, ondanks de deuren door de wormen verteerd, verried het uitwendige geen spoor van deze ontwijding. Myn geleidster naceide mij. — Daar is hy, mevrouw, zeide zy en en wees naar de plaats achter de deur. Het scheen hier wel de vergaderplaats voor heksen, die sabbat zullen houdeu: daar stonden in een hoek, door de half geopende deur gevormd, minstens vyftig bezems. — Wanneer gebruikt gij dien? vroeg ik als een antwoord op die aanwijzing. — Eiken morgen en eiken avond, mevrouw, behalve wanneer het regent. Nu regent het, zeide zij. Het verwenderde mij niet dat ik groote droppelen zag valien, want het was drukkend heet geweest. Ik voelde dat er een onweder aan het opkomen was; maar het was een veiademing voor my die zware droppelen te hooren vallen, in plaats van den donder d'en ik gevreesd bad. Ik houd niet vau Engelsch onweder, maar ik ben er aan gewoon. Vau Fransch onweder weet ik niets, en ik was niet verlangend om er keunis mede te maken vóór ik veilig bij Jemima Brown was. — Wil mevrouw niet gaan-zitten? Toen haalde myne straatveegster een stoel en veegde dien schoon met haar verkieuiden japon. Ik zag nu eerst dat er versche.dene van die stoelen stonden bij de bezems, waarschynlyk ten gebruike van de veegsters. — Gy moest ook maar gaan zitteu. — Zij b.dankte my, maar schuide het hoofd en hield zich eeibiedig op een afstand. Ondanks hare havelooze kleeren eu haar armoedigen toestand, schaamde 'k my, dat ik haar zulk een liiood had gegeven: zy was zoo bescheiden en welgemanierd. {Slot volgt.)
Vervolg der nieuwstijdingen.
Opium. In of bij de kampoug Meerkam ie eeue woning, welket men zegt dat door het kampongshoofd bewooiid wordt, eu waarin een geregelde handel iv amlioeu wordt gedreveu, schoon daartoe geen bevoegdheid bestaat- De vi-jiia* des hujzes is he/komstig van Koedoes en ontvangt dikwerf bezoeken van hare landgenooten, die versche < p.vin schijnen mede te brengen, ten minste a's zy ovtrdag bezoek heeft gehad, kunnen de buren des nachts opmerken dat op deu zolder van haar huis opium bere'd wordt. De aandacht dei politie wordt op cat huis en het hoofd van genoemde kampong gevestigd.— De BBWON-RS van Djoemblaag, Tjandie, tot Srondol toe, klagen over de strooperijen in hunne dessa's gepleegd door de dwangarbeiders, belast met de begraving van '11 het Stadsveiband alhier overledenen. Het stelen van kippen, vruchten en veldgewassen is een hunner geliefde bezigheden nadat zy hunne taak hebben volbracht, en daarmede brengen zy den tijd door tot 's namiddags 4 of 5 uur, als wanneer zy goedvinden naar de stad terug te keeren. Een der loerahs van de klagende dessa's besloot een poging te wagen om die rooverijen te keer te gaan en arreateeide dezer dagen een dier kerels op heeterdaad van roof, en leverde hem aan de politie uit. Die kettinggangers echter behooren onder toezicht der politie te staan en d;or deze tot de orde gehouden te worden, wat zy echter niet doet, maar die overweging schynt voldoende te zyn geweest, om de daad van den loerah als lèse majesté te doen beschouwen eu op maatregelen bedacht te doen zyn, om hem voor den vervolge het arresteeren van stroopende dwangarbeiders af te leeren. Die loerah ten minste is thans reeds driemaal te dier zake naar de stad ontboden, waartoe hy telkeus vier palou heen eu vier palen terug moet afleggen. De man verzekert ous dat hem dit zeer verdriet het. Toch istiy lang niet zeker of hy niet nogmaals driemaal voor die zaak zal geroepen worden. De i_uai_stie van het bouwen van pakhuizen langs de oevers van het Haveukanaal s eeue nieuw phase iugetredtn, die het vooruitzicht opent, dat het thans levende geslacht dien bouw waarschynlyk wel niet zieu zal. Thans is namelyk de bereukiug gerezen of het opnchten van pakhuizen benoorden de fabriek Oouarang ook nideeiig kan zijn, lei op, lezer! ...... voor de verdediging dezer plaats tegen een van dt reede nader nden vijaud. Het mili'aire departement daarop gehoord, heeft voorloopig verklaaid, daarop geen bepaald advies te kunnen uitbieiigen, daar net nog niet is ui'g.maakt waar de batteryen te: bsstiyding van dien vyand zullen geplaatst worden. Het plan van defensie voor deze plaats js dus nog niet gereed, en de ondervinding heeft al geieerd, hoe vtel tyd het kost een defensieplan te ontwerpen iv vyftig jaren is er nog geen voor Java, ook nog geen voor Batavia kunnen ontworpen worden — zoodat de aanvragers om die gronden gerust ook nog hunne plannen voor de te bouwen pakhuizen in portefeuille kunnen houden, voar hunne opvolgers—
Teleram uit Soerabaia.
dd. heien-
De opiumpacht te Bezoekie is afgeloopen: opbiengst VOOr 1874 / 6510 'smaands njeer dan voor 1873. De tentoonstelling hier van voorwerpen, weiketen voordeel© dtr expfadiii^nnaL-e troepen verkocht zullen wordenj heeft veel opgebracht.—
Telegram uit Penang,
dd. 26 November. De Cholera heerscht aan boord der naar Atsjin stoomende transportvaartuigen. De Holland is den 24 gepasseerd.