Ter nauwernood is de Europeesche bevolking bekomen van de feesleu, die de jongste tijd. te vieren gaf. Eerst de ontvangst der uit Atsjin terugkeerende troepen, daarna het 25 jarig koningschap van Z. M. Willem 111. Nog zijn alle vlaggen en decoratiën, voor deze laatste gelegenheid aangebracht ni-t verdwenen, en terwijl wij dit schrijven, wordt op de aloon-aloon alhier feest gevierd door de kinderen der gouvernements-scholen, waarschijnlijk het laatste dat van het kroningjfee-t hier te aanschouwen zal zijn.
Voor zoover onze berichten strekken zyn allerwega de feesten in goede orde gevierd en afgeloopen, en de programma's behoorlijk nageleefd. Hoe het met de geestdrift elders gesteld was, is ons slechts ten deele bekend; van Samarang kan gezegd worden, dat het enthousiasme gering was. Men scheen meer te leven onder het gevoel der volbrenging van een plicht, dan in geestvervoering de weldaden di-r SBJarige regeering vau ten vorst te herdeuken.
Te Padang is de feestviering, op advies van den geneeskundigen dienst, uitgesteld, uithoofde der vele gevallen van cholera die zich daar voordeden, en waarvan toename weid gevreesd, bjj het te samen kamen van groote volksirommen. Liger eu vloot _.yn den 12 Mei op kosten der regeering outbaald. Na het Kroningsfeest vereischen de berichten uit Atsjin het eerst aller aandacht. De vijard behoudt daar toch nog steeds een dreigend aanzien, en heeft reeds blijk gegeven, dat de verwachting niet ongegrond was, die hernieuwde aanvallen van hem deed voorzien, na den aftooht der generaals mat de hoofdmacht der expeditiun- Daire afdeeling. Den 27 April had een aanval plants op de met ons berrieude kampougs nabij Meraksa, «n was de hulp van het oorlogsvaartuig Borneo noodig. om de aanvallers te verdiijven. Den daarop volgenden dag werd de Borneo uit eene straudversterking beschoten, echtar zonder schade te beloopen; het vjjandelyk. vuur Werd tot zwijgen gebracht. Een en ander bewy'st genoegzaam dat de tegen ons nog in de wapens zynda Atsjineezen niet de aiivtchteude houding denken aan te nemen, Van welke de generaal van Swieten zooveel heil verwacht. Op de westkust is intusschen door eenige staten de Nederlandsche souvereiniteit erkend, en per telegram is het bericht ontvangen, dat te Aualaboe, Soesoe, Tempat Toewan en Tatoemon thans de Nederlandsche vlag waait. Dit zijn alle staten die huu ontstaan te danken hebben aan Maleische nederzettingen, en, schjon tot het Atsjineesch grondgebied behooTende, nooit eigenlijk deel van het At'jineesche rijk hebben uitgemaakt, en aan den oorlog ook Weiuig of geen deel hebben genomen. De staten op de Koord- eu Oostkust blyven vijandig.
Een gerucht, dat generaal Verspyck, na onder het bevel van generaal Tan Swieten te Atsjin zoo uitnemend zyn plicht te hebben gedaan en het bewys zyner onverschrokkenheid en goeden tact in de aanvoering te hebben geleverd, op zyn vóór den veldtocht geuit plan om den dienst te verlaten, zou zt_n terug gekomen en ihans wei keiijk tjjn verzoek om ontslag heeft ingediend, is bevestigd.
Een ander gerucht, dat, dt kapitein van Daalen zich hoogst oneerbiedig tegen Z. Exc. den Gouverneur-Generaal Kou hebben gedragen en deswege voor een Raad van onderzoek, ter fine van ontslag uit den dienst, zal comparee*en, blijkt volkomen waarheid te zy'n. De Hr. van Daalen 'chy'nt door een overigens zeer prijselyke vereering van zijn gewezen Chef, den over'edeu Legerkommandant Kroesen, dien de Gouv. Generaal nog altyd hard beoordeelt, op een dwaalspoor te zyn gebracht.
Het Koninklijk besluit, per telegram door den Minister Van Koloniën aan de regeering bekend gemaakt, tot insteili g eener Atsjin-medaille, te gieten uit het veroverd ge*ohut, en uit te reiken aan allen die aan den strijd tegen Atsjin hebben deelgenomen, alsmede de aan de troepen in personen der generaals van Swieten en Verspyck te beurt gevallen Koninklyke goedkeuring, door benoeming beide opper-officieren respectievelijk tot grootkruis en Commandeur der M. W 0., hebben hier etn goeden indruk gemaakt, en den geest van het ltger weder veel opgewekt.
Van Poeloe Bras is door den commandant der rnariimie Itiddekn. in de wateren van Atsjin gerapporteerd, dat de Werkzaamheden aldaar, aan de vestiging van een koleu-4ep6t, goed vorderen, nat er echier veel zieken zyn en de Plaatsing van een geneesheer, wanneer het oorlogsvaartuig Koopman vertrekt, noodzakelijk is.
De cholera, die jWy' meenden dat het Noorderstrand **n Java verlaten had, is daar met de van Atsjin terug Stkeeide troepen geretourneerd, en maakt nu uier zoovel als te Batavia weder hare slachtoffers. Hevig woedt e epidemie niet, maar toch dient alle vojrzichtigtieid tegenover baar te worden in acht genomen, omdat, waar zy *ich vertoont, haar karakter zóó gevaarlyk blijkt, dat de **ngetasteu binnen weinig uren ly'ken zy'n.
Een van de gewichtigste beneemingen werd l.ier gister bekend. De Regeering gaf de Directie aan het Dej-artefcent van Onderwijs, Eeredienst en Myverheid van den Hr. tegenwoordig ïesident van Kedirie. Het is voor bet Departement van liunenlandsch B stuur een verlies, en 4e Hr. Bosscher heeft tM. heden hetgeen thans hoofdzaak v°cr hem moet zyn nog slechts als by'zaak kunnen beschouwen, maar hy is een man vaa algemeene kennis, wien voirts een zeldzaam gezond verstand en een hooge mate van scherpzinnigheid ten dienste staan, en het is een man van karakter. Hij vergenoegt zich als ambtenaar niet met hervorming te willen, maar hjj verlangt het goede te doen. Het is een krachtige figuur; hij zyn optreden moet de onderwij *ers die alleen aan gunstbetoon het behoud van hun ambt te danken hebben de schrik om 't hart slaan.
Van Banjermassing is bericht, dat ook daar de cholera zich heef- vertoond, vn van bestuurswege maatregelen
ter bestrijding zijn genomen. Do ..ndere Jjuitenziltiugen deden niets van zich hooren.
"De Indische mail.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1874/05/16 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297915:mpeg21:p001
"De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1874/05/16 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297915:mpeg21:p001
Mijnheer de Redacteur!
Gevolg gevende aan het verzoek van den Heer Krajexbrisk, heb ik het genoegen u te kunnen mededeelen, dat. ik aan acht cholera-ly'ders het door htm voorgeschreven middel (16 druppels ammonia liquida en 4 druppels pepermuutolie) heb toegediend, met gevolg dat allen genezen zyn. Dat ik hier met ware cholera te doen had, bleek daaruit, dat de huid der lyders bare elasticiteit verloren had, hetwelk volgens opgave van deskundigen een bepaald kenmerk van deze ziekte is.
De humaniteit legt mij den plicht op u te verzoeken dpze regelen te willen plaatsen.
H. JOH. SMID., Administrateur van Dfalikalangan.
"Ingezonden stukken. Middel tegen cholera.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1874/05/16 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297915:mpeg21:p001
(voorkomende in de Locomotief van Mei no. 104.
Een.ge jaren geleden meen ik reeds bjj een dergelijk g. val als deze gewezen te hebbeu op de volgeude bewezene mtetkundige waarheden:
a. De inhoud van eenen cirkel en dus ook zyn omtrek, is groo.ter dan de inhoud of omtrek van den intn kleiner dan de inhoud of omtrek van deu o«_-geschreven regelmatigen veelhoek.
b. Wanneer men in eu om eenen cirkel achtereenvolgens een regelmatigen 4,- 8,- 16,- 32,- 64,- 128,- 256--enz. hoek beschrijft dan verkrijgt men, —den straal des cirkels gelijk één stellende — voor de inhouden der in en omgeschrevene veelhoeken de uitkomsten welke in de volgende tafel voorkomen. Getal der zijden Ingeschreven veelhoeken Omgeschreven veelhoeken. 4 2, 4, 8 2,8284271 enz. 3,3187085 enz. 16 3,0614674 enz. 3,1825979 enz. 32 3,1214451 enz. 3,1517249 enz. 64 3,1365485 en?. 3,1441184 enz. 128 3,1403311 enz. 3.1422286 enz. 256 3,1412772 enz. 3,1417504 enz. 512 3,1415138 enz. . 8,1416321 enz. 1024 3,1415729 enz. 3,1416025 enz 2048 3,1415877 enz. 3,1415951 enz. 4096 8,14i59i4 enz. 3,1415933 enz. 8192 3,1416923 enz. 3,1415928 enz. 16384 3,1415925 enz. 3,1415927 enz. 32768 3,1415926 enz. 3,1415926 enz. enz. Hoe bovenstaande inhouden berekend worden zal iederen beoefenaar van meetkunde wel bekend zyn.
Omdat nu de inhouden dezer veelhoeken van vierkautswortels uit wortellooze getallen afhangen, zyn zy' met betrekking tot de inhouden der in- en om geschrevene vierhoeken onmeetbaar. — Uit deze berekende tafel blijkt nu: le dat de inhouden van 2 veelhoeken van hetzelfde aantal zijden in en om eenen cirkel beschreven minder van elkander verschillen naarmate het getal der zjjden grooter wordt; 2e dat de inhouden van den veelhoek van 3 2768 zijden iv en om den cirkel beschreven tot in het 7de cyfer van de decimale breuk met elkander overenstemmen, zoodat wanneer men voor den inhoud van den cirkel 3,1415927 stel de, men eenen inhoud zou stellen grooter dan die van den 32768 hoek om den cirkel beschreven en bijgevolg grooteT dan de inhoud welkende cirkel by' mogelykneid hebben kan; en dat wanneer men voor dien inhoud des cirkels 3,1415925 sttlde, men eenen inh. stellen zou kleiner dan de 32768 hoek in den cirkel beschreven, en by'gevolg kleiner dan de inhoud des cirkels- Men is dau zeker dat, wanneer de straal des citkels gelyk aan de eenheid genomen wordt, zijn inhoud meer dan 3,1415926 en minder dan 3,1415927 maal het vierkant van den straal zal inhouden en dat iv inhoud gevolgelyk op minder dan één-titn-millioeDste gedeelte van het vierkant van den straal na, bekend is. Wanneer men nu dezen inhoud door de helft van den straal, d. i. door 0 5 deelt, dan zal men voor dtn omtrek nagenoog vindt n 6.2831852 en zooveel maal zal natuurlijk ook de stiaal in don omtrek begrepen zijn; de halve omtrek zal alzoo zijn 3,1415926 enz., — de kwart omtrek 1,5707963 _ één achtste gedeelte vanden omtrek = 0,78539815.
Quadratuur des cirkels beteekent: de verandering door constructie van het cirkelvlak in een vierkant van gelijke grootte, dat is: de straal des cirkels =pi stellende in de vergeiy'king x 2 = V 2 omtr. X pi ■•- (A) de zyde van het vierkant, dus x, te construeeren. Uit 't voorgaande kunnen wy slechts die vergelijking oplossen en blijkt het dat, de straal = 1 stellende, het tweede lid der vergelijking (A) = 3.1415926 wordt waaruit de waarde van x kan gevonden wordtn, welks waarde echter geen juiste maar eene benaderde voorstelt. — Kan men nu door constructie een lyn bepalen die gelijk is aan den heelen of halven omtrek dan wel aan een kwart of een achtste deel daarvan, en die in de toepassing de vergelijking (A) voortbrengt, dan zou het vraagstuk volkomen zi.n opgelost. De geachte inzender van het stuk Cirkelquadratuur" vera-e^at de oplossing van dat probleem te hebben gevonden; laten wij nu in verband tot 't bovenstaande nagaan of dat zoo is.
Eiguur en betoog volgende komen wy' tot de i zin: „Men „luibbe nu maar te antwcorden op deze vra.g: kan na „ '/8 omwenteling het punt O in het punt b' komen? Zoo „neen, waarom niet?" (Antw.; kunnen zeer goed, maar of 't gebeurt moet nog bewezen worden.) Hierop volgt onmiddely'k deze zin: „Dat staat reeds vast dat i al voo*bij b' moet komen, „wat zen. nu de reden kunnen zyn, dat o een haarbreed „•oor b' bleef zitten?" Antw. Zooals boven gezegd is zou o zeer goed op b kunnen vallen maar even zoo goed een haar breed daar boven of daar beneden, om de eenvoudige reden dat hel; zeer wel mogtlijk is dat c' k = b' o niet gelyk is aan boog b' b. Het geopperde, iv het bewijs voorkomende boven de door mij aangehaalde zinntn is waar, mits onderstsllende dat b' o = boog b' b is. Die onderstelling van gelijkheid moet bewezen worden; de bewering dat 't zoo is zinder bewy., zou te apodictisch zyn om in de meetkunde eenige waarde te hebben.
Maar al is 't niet bewezen, daarom bestaat de mogelijkheid toch wel dat b' o = boog b' b is; laten wy' ook dit nagaan. Volgens de berekening van den geachten inzender van het stuk in kwestie is, — de straal des cirkels = 1 stel lende, de grootte van de geconstrueerde lyn = l/2 (3— J/ 2) 3= y9 van den omtrek des cirkels, waaruit halve omtrek = 3,171573 natuurlijk ook gelyk aan den inhoud des cirkels. Uit de tabel hierboven blijkt, dat wanneer in en om eene cirkel een 32 hoek beschreven wordt, de inh. van den 32 hoek om den cirkel beschreven (de straal _____ 1 stellende) gelijk is aan 8,1517249 enz. en daar de inhoud van den cirkel kleiner is dan de inh. van den omgesclireven veelh. kan hy niet gelyk zyn am 3,171573.
Wij zien dus hieruit dat de lyn b' o niet gelyk is aan J/8 van den omtrek, en bijgevolg zal het punt o by de omwenteling niet in het punt b' vallen, maar daarbeneden, wat trouwens dadelijk in 't oog valt, wanneer men door 't punt b" een lijn evenwijdig aan ab' trekt.
Ho.ze.r 't ons spyt dat de quadratuur des cirkels nu nog tot de onmogelijkheden behoort, zoo moeten wij hulde brengen aan hen die gepoogd hebben de zaak op te lossen en hunne moeite daaraan hebben gewy'd. — Moge 't gegeven voorbeeld navolging vinden ! Magelang, 7 Mei 1874. F. O E. Boüsqdet.
"Replick op „Cirkel-quadratuur,”". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1874/05/16 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297915:mpeg21:p001
Natuurkundig Tijdschrift voor N.—lndie, afl. 2, 1873, pag. 514. „Het lid Oudemans deelt mede, dat onderhands van het Bestuur van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen zyn ontvangen eenige brieven van den gepensioneerden kapitein Hubeek, houdende mededeeling zyner oplossing van het vraagstuk van de quadratuur van den cirkel. Afgescheiden daarvan, dat de schrifturen van den hoer Hubeek getuigen van weinig kennis en groote verwarring van denkbeelden, geeft hy in overweging op het voorbeeld van. verschillende Europeesche genootschappen, het bedoelde vraagstuk buiten behandeling te laten en hiervan onderhands »an het Bestuur van het Bataviaasch Genootschap kennis te geven."— s. De redactie der Locomoiief gelieve het bovenstaande te willen plaatsen.
"Ter Gedachtenis!". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1874/05/16 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297915:mpeg21:p001
Wy hebben hiervoren de maatregelen opgesomd die in het algemeen genomen werden in het belang der gezond^ heid van de bevolking ter Hoofdplaats Japara, en vraagt men nu, heeft dit eenig resultaat opgeleverd dan kunnen wy kort zjjn en wijzen op de navolgende feiten, dis ons
van goed ingelichte zijde werden medegedeeld. Ofschoon de zich in 186% geopenbaard hebbende koorts.
epidemie te Japara, reeds in 1871 belangrijk aan het af. nemen was, telde de zoogenaamde kotta Japara ia 1871 en 1872 nog elk jaar verscheidene duizenden koortslijders maar bedroeg dat getal in 1873 maar eenige honderden, waarvan ongeveer slechts l/4 % overleden, Wil men met juiste cyfers dat énorm verschil hebben toegelicht, men winne slechts informatiën in by' de zendelingen Jansz en Schuübmans, die btiden met den eiriol ge. neeskundigen dienst te Japara belast zyn. De vorenstaande mededeeling spreekt luider dan de krachtigste betoogen. Moet het voor hen die niets deden om toestanden door welke de epidemie werd gevoed, of, zonder eigen ondertoek, maatregelen die tot verbetering strekken konden, tegenwerkten, niet dikwerf stof tot nadenken geven als zij aan de plotselinge verandering van den gezondheidstoestand te Japara denken ! Wij laten de beantwoording dier vraag liefst aan hun eigen geweten over. De zorg van ons Hoofd van plaatselijk bestuur roor de gezondheid der bevolking bepaalde zich niet alleen tot do hoofdplaats, maar strekte zich ook uit tot die der districten. Wij zy'n in de gelegenheid geweest van de verschillende wedono's te vernemen, hoe herhaaldelijk bevelen, die van den Assistent-Resident waren uitgegaan, in de districten waren ontvangen om toch vooral te zorgen dat de dessa's behoorlijk afwatering hadden en het vuil dagelijks verzameld en verbrand moest worden. Toen in de maand September van het afgeloopen jaar het eerst de tijding werd ontvangen van het uitbrektn der cholera te Batavia, werd die last met. aandrang herhaald en kwam, naar men zegt, op last van den Assistent-Resident, de regent zich persoonlijk overtuigen of aan het bevel behoorlijk gevolg gegeven werd. Inlanders zyn dikwerf even als kinderen. Men moet hen voortdurend onder toezicht houden en hei bleek dan ook by de door den Regent gehouden inspectie, dat in de eenigszins van de hoofdplaats verwijderde districten de bevelen omtrent zindelijkheid en reinheid niet zeer streng vt artn opgenomen. Aan de wedono's werd op hunne verantwoordelijkheid gelast, voor de stipte opvolging der ten deze gegeven bevelen te zorgen, en weldra zag men ook een ieder a in het schoonmaken van zijn erf beginnen.
Dikwerf volgt uit eenen goeden maatregel vaa zelf een andere en was dit ook hier het geval.
Toen eenmaal de Inlander zyn erf van onkruid had gezuiverd en al het vuil was opgeruimd en verbrand, wilde hy de eenmaal genomen moeite benuttigen, en werden de erven, op de meeste waarvan vroeger slechts eenige vruchtboomen s'onden, met casava, djagoong en andere polowidjo beplant. Volgens het algemeen gevoelen der Inlandsche hoofden, mjat dan ook in deze Afdeeling in de laatste zes maanden meer dau het dubbele aan polowidjo zyn aangeplant dan in dezelfde maanden van het voorgaande jaar.
Maar waardoor vooral denaam van onzen tegenwoordigen Assistent-Resident by de bevolking in dankbare heriunering zal blijven, is de krachtige wijze waarmede hy de hand aan de politie hield.
Aan den ergerlijken toestand te Welahan maakte onze Assistent-Resident spoedig een einde. Op zekeren nacht, omstreeks medio April van het afgeloopen jaar, verscheen hij onverwachts des nachts te 2 ure, met den Regent te paard te Welahan. Hy had zyn weg door de suikerriettuinen genomen, om tegelykertyd na te gaan hoe deze des nachts bewaakt werden, en onverwacht te Welahan te komen. Hij kon zicb toen overtuigen van de waarheid, van hetgeen hem omtrent het openlijk dobbelen door Inlanders op den passer onder bescherming van bet toenmalige Chineesche hoofd gezegd was.
Een paar weken daarna kwamen wy' te Pattie, en hoorden daar in sommige kringen, dat de Besident tegen onzen Assistent-Resident zeer gebelgd was.
Bij gelegenheid dat de Assistent-Resident, boo wy ons goed herinneren in het begin der maand Mei 1878, te Pattie gekomen was om eene receptie by den Resident by' te wonen, had de Assistent-Resident dezen zyn bevinding te Welahan medegedeeld, en hem te kennen gegeven dat hij den toenmaligen Luitenant der Chineezen aldaar, Tan Piktji.n, voor ontslag uit 's Lands dienst zou voordragen, daar hy jaren achtereen len eigen behoeve dagelyks aan Chineezen vergunning had verleend, openlijk op den passer dobbelspelen te houden en daar inlandsche vagebonden van heinde en verre toe te laten.
De Besident had, zoo vertelde men ons, daarin van de zijde van den Assistent-Resident eene poging gezien om een blaam te werpen op het bestuur van zyn voorganger en hem dan ook cathegorisch aangezegd dat bij zyne bewering door deugdelijke bewyzen zou hebben te staven. De commentairen door den Resident gemaakt waren voor onzen Assistent-Resident, zoo zy ons juist zyn overgebracht, alles behalve vleiend l Die handeling van den Resident bevreemdde ons omdat het feit van zoo algemeene bekendheid was, dat men het vaa eiken inlander in het district Maioag kon vernemen en de toenmalige veelvuldige diefstallen in dat district, alleen daaraan werden toegeschreven. Uit ie omstandigheid dat de Luitenant Tan Piktjian spoedig daarop in de uitoefening zijner fuDC'ie werd geschorst en daarna definitief daaruit ontslagen, moet men afieiden dat het den Assistent-Resident al weinig moeite heeft gekost di met zooveel ophef gevraagde deugdelijke bewijzen te leveren. Hoe die stand van zaken in het district Maiong op de veiligheid had gewerkt, blijkt uit het feit dat in dat district, alwaar buffeldiefstallen aan de orde van den dag waran, eu . emiddtld een tiental buffels 's maands werd ontvreemd, sedert Juli 1873 geen enkelen buffel meer gestolen werd.— Dit zjju feiten. — Een ieder, buiten den Retident, is er den A«sist'nt-Resident dankbaar voor! Hij kan er met trots op neerzien eu gerust zeggen „dat is myn werk" en dat in weerwil van alle tegenwerkiug die hij ondervond, daa- waar hy medewerking had mogen en moeten verwachten. (Wordt vervolgd.)
"Japara voorheen en thans.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1874/05/16 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297915:mpeg21:p001