«• «jf6o >s Engeland nog altijd de ko- I toeKeBendnei(l hij uitnemendheid. Al wil "'dat cle w*,ze' waarop Engeland tooi h ;pPy over lager staande rassen h^en a e° nog steeds verder zoekt uit tald n;' 4 n t°ets eener gestrenge zedehet j,\" >n doorstaan, als het aankomt Shav e"ee»*e« van zijn koloniën, op het cl v n v»n mst en orde en het tezelfb«sCL C van materiëele welvaart ::jJBj»^'11*» mag de koloniale staatkunde fceelif aan alle andere natiën ten k, * worden. « ein celen de Brttten.zelf: zóó ook lo ScLe.^s' welke, te veel aan den uiter- Oit^ n hechtende, van gevoelen zijn, tH'de Dg van het Engelsche wereldrijk, Keh! ?toPieên v»n Rhodes, Chamberlain at!,jfcrele imperialistische of Jingopartij, fesc^j.-8. ten ,egen kan strekkea van He 'fnK en tevens van de geheel-bar«teej° e half-beschaafde rassen, welke ht 2;j's °nder Engelschen schepter ge I 6 'oek °f daaronder, op wat wyze ook, |t loont°lst zu,!en gebracht worden. , moeite, ter juiste beöordeeling •*' oud » CQeen,Dgen» een blik te werpeo Wte Vj e on nog altijd meest belangrijke Êticr^i. n, "et reusachtige koloniale gebied [ Ca la' 0P VÓOr-lDdie- rvk k ' d4ari in dat door de natuur de cesVKoorrecht deel der aarde, hetwelk ï,rid , 'edenis van vroegere eeuwen als k", h*n en kbelachtigen rijkdom leerde «Di'llj °Dgersnood. Millioenen en tientallen •t lett ®n menschen lijden daar in den Iteti „?r Jken zin van het woord honger; *et(jelets meer, wat voor voedsel ingeruild *érj j a en worden door den honger, niet «lotte *' maar v»n vele dagen en weken, noi)_. Reneel uitgeput, zoodat zy óf aan "Üke r 2e,f. of aan de Pest» de onver| gezellin van den honger, ten gronde '«t al| ,J«t(l en Wat omvang en duur, doch ook v 'lara'tter treft, is de hongersnood M« _. o««"» nooit an *k«n onmiddellijk gevolg vau het »er^o T*n voBdsel, het mislukken of >l*r ofetUn.K van den 00g8t» 'n een de ver|_^'e,ner gedeelte van de wereld. 'P, Hg. "etering der middelen van gemeen f ö*t tt D aan'eg van spoorwegen waar l6lde *.*o;t aan voedingsmiddelen op eeo '°er uu at 3 tinnen zeer korten tijd dor ,>or(] s,reken, wa;r overvloed heerscht, aa Wil enT 'D Filon> heeft «'«»• °iet L?6 Engelsche lü met het raadpleger, fc ir? ' n Sdisch?rin: Z»E kenn*s ™ ö'^«eïïÊJ_tB maakte het h?m M BtlB van de hi .Ssen to verzamelen, l\s*«*JZa vaThetUntWikkelden e° CfLVelenvan henlï" «'erheerschte 'oE^opa tot dusver „.Li0011 0p 1626I626 cr B|echts ieer weinig
acht geslagen. Wat Augustiu Filon omtrent de toestanden in Britsch-Indié verhaalt en door een reeks van getuigenissen, zoowel Engelsche als inlandsrhe, boven eiken redelijken twijfel zeker stelt, is eenvoudig verschrikkelijk. Be ellende, welke hij beschrijft, niet als een zeldzaam voorkomend verschijnsel, niet als uitzondering, doch als regel voor een bevolking van millioenen, is, ïooals hy zelf zegt, een ellflnde zonder naam en zonder gelijke, bij welke vergeleken de bitterste armoede onzer groote steden van het Westen bijna den naam van welstand en van comfort zou verdienen.
Een journalist te Bombay, de Heer Malabari, (den wysten en oprechtsten getuige, dien ik in mijn attikelen heb aan te halen", noemt hem Filon) berekent, dat in 1875 veertig millioen inlanders den hongerdood te gemoet gingen; thaos zijn het tachtig millioen. Als die rsenschen te eten hebben, is het niet meer dan ééns per dag: in den letterlijken zin te weinig om het leven te bewaren, te ccl om dadelijk te sterven. Niet zoodra echter breekt da pest of een andere ziekte uit, of hun uitgeputte lichamen bezwijken : zij sterven bij duizenden in hun stulpen en krotten, van welker armoede en vuilheid de Europeaan zich geen denkbeeld kan vormen.
Het gewone daggeld van den inlacder bedraagt, volgens den E gekchen statisticus Bose, nergens meer dan vier pence (20 cent): in sommige jaren en in sommige streken niet meer dan 6 cent.
De oorzakeo van deze ellende, welke steeds toenee,r.t en die hor in de eerste tientallen onzer eeuw in Britschludië onbekend w s, zijn, raluurlijk, veelvuldig, doch kunnen ten slotte ttt één enkele wordea teruggebracht: namelijk het egoïsme der Engelsche politiek, welke voortdurend op niets anders uit was dan op het behalen der grootst mogelijke financieele voordcelen voor het moederland, terwul aan de belangen van dea inlander niet gedacht werd.
Daaraan o. a. is toe te schryven, dat de eertijds in Vóór-Indiê zóó bloeiende nijverheid geheel gedood werd. Tegen de ongebreidelde concurrentie van het Engelsche kapi taal en van de groote Engelsche fabrieken, met de meest moderne en kostbare machinerieën toegerust, was de kleine huisindustrie van den inlander niet opgewassen. Terwijl een verstandige bescherming deze kleine industrie, welke dikwijls wonderen van kunst vaardigheid eu geduld voortbracht en voor den inlandar een groote bron was van welvaart, r. et weinig moeite in bet leven had kunnen houden, wer i zij aan de financieele belangen der Engelsche fabrikanten ten of fer gebracht.
De roekelooze munt-politiek, welke voor het moederland den gouden standaard aannam, het overheerschte ras veel te lang den zilveren liet bestaan, stichtte wellicht nog grooter onheil. Een volk, dat van een ander com merciëel geheel afhankelijk is, dat gedwongen wordt te bet len in goud en zelf voor zijn waren en zyn arbeid met betaling in zilver genoegen te nemen, meet op den duur, en zelfs na niet ze?r langen tyd, aan uitputting ten gronde worden gericht.
Voegt men hierbij net stelselmatig buiten sluite.. v n hitinlandsche elemeut van alle goedbetaalde Gouvernementsbetrekkingen, terwijl jaarlijks Indië nieuwe millioenen wordea afgetapt voor groote pensioenen, die zonder uitzondering in Europa verteerd worden, dan wordt ons het verschijnsel van chroni&chen hongersnood — den verschrikkelijksten, die denkbaar is — begrypelyk. {De Tyd.)
"Hongersnood in Engelsch Indië.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1900/02/01 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298134:mpeg21:p005
"De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1900/02/01 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298134:mpeg21:p005
Het onhoorbare gebed— Onder de Regeeling van Sultau Osman II brak een revolutie uit. De menigte probeerde, het pakis te bestormen. De Sultan wilde vluchten, maar een in den reuk van b-zondere heiligheid staande derwisch wierp zich voor zyn voetet. en sprak:
— Wees rustig, heer I Ik zal tot All b biddeu, dat hy ons beschermt. Allah heeft tot ' u toe altijd myn gebed vtrhoord. — Goed, antwoordde de Sultan, bid 1 Na een halfuur sloeg het gepeupel onder gejouw de poort in.
— Hond, zei de Sultan tot den derwisch. Nu zie je, wat je gebed geholpen heeft. De derwisch haalde de schouders op cv antwoordde:
— Vergeving, heer l Maar by al dat lawaai ïietsft Allah mij niet kunnen hooren.
* Een nieuwe soort cautchouc. — Sedert de electriciteit, het rijwiel en het automobilisme het gebruik van cautchouc in zoo hooge mate hebben doen toenemen, houdt men zich druk bezig met de vermeerdering van de productie ervan om haar prijs te doen dalen. Men heeft ook getracht, haar door overeenkomstige stof fen te vervangen. Nu komt uit Chicago het bericht van de vervaardiging van maiscautchouc, die op de Parysche Wereldtentoonstelling van dit jaar zal worden geëxposeerd. Het product, dat z-cornrubber gedoopt is, is een roodachtig bruine, zeer veel op caoutchouc gelijkende, maar slecht tegen warmte best.nd zijnde stof. Zyn voornaamste bestanddeel is maisoli", die niet gemakkelijk oxydeert, wat den cornrubber een vooitdurende taaiheid geeft. Reeds hebben vijf Amerikaansche glucose fabrieken een syndicaat gevoimd, om fabriekmatig maiscioutchouc te vervaardigen, dat het gewone caoutchouc moet kunnen vervangen in al haar aanwendingen van banden voor rijwielen of tot kleedigslukken toe. In het electrisch bedrijf kan zy i iet gebruikt worden. M
Hoe ver kan men hooren f—De grootste afsta üd, wanrop het geluid van de menschely'ke stem is waargenomen, bedraagt, hoe ongelooflijk het ook klinkt, 30 kilometer of 4 geografische mijlen I Dit gebeurde in de Grand Canon van Colorado (een diepe geul tusschen twee rotswanden), toen een naam Bob aan het eene einde luid riep en een ander dit duidelijk san bet andere einde verstond. Luitenant Foster, een der deelnemers aan de derde Noordpoo expeditie van P*-ry ontdekte,, dak bg met i - -luutue zijde van de haven Boven staande, dus op een afstand van 2 kilometer spreken kon.
Sir John Franklin verklaarde ook, dat hij zich eens met iemand l*-/_ kilometer van hem verwijderd, op duidelijke wyze onderhouden had.
By Gibraltar bevond Dr. IJoung, dat het geluid van de menschelyke stem 16 kilometer waarneembaar was.
Water schijnt het geluid goed voort te pla ten. Franklin beweerde, het over elkander schuren van twee steenen in het water 800 meter ver gehoord te hebben. Dicht boven de oppervlakte van het water of van ijs, wordt het geluid met nog grooter kracht en duidelijkheid voortgeleid. Dr. Hutton vertelde, dat hij op een stille pla its aan de Theems bij Chelsea een persoon op 42 meter afstand duidelijk had hooren voorlezen, terwijl dit op het land hoogstens op 23 meter afstand mo gelijk was.
In ijler luchtlagen gaat het voortplanten we r moeilyker en zoo bevond professor Tyodal op den Montblauc, dat een pistoolschot geen sterker geluid veroorzaakte, dan het sprir gen vau de kurk eener champagoeflesch
Personen in het schuitje van een ballon gezeten, kunnen het geluid van de aarde niet langer hooren, dan dat ze zich zelf voor de mansciien beneden verstaa ïbaar kunnen maken.
Men tdephoon-phonograaf.—Een interes^ santé uitvinding is gedaan door een Deensch ingenieur, den Heer Poulsen. Herhaaldelijk heeft men al getracht de telephoon te verbinden met een phonograaf, m Deze nieuwe phonograaf is ecu geheel zelfstandige inlichting, die eenvoudig doo- eeo krukbeweging aan de telephoon verbonden of daarvan afgescheiden wordt. Gaat men van huis, dan draait men even de kruk om ca verbindt daarmede de phonograaf aan de telephoon, zoodat iemand die den afwezige opschelt, een boodschap voor hem kan achterlaten in de telephoou-j honograaf. Wat dvi. delykheid betreft zijn de proeven nu reeds zear bevredigend uitgevallen; de telephoon^ phonograaf heeft wel nog niet geheel de dvi delykheid van de telephoon, maar is toch zeer goed verstaanbaar. Ook kan men eeo stalen b»nd met het gesprokene er op eeni-. gen tijd hew ren evenals een wasrol zonder dat het phonographisch vermogen verlorei gaat.
Hat merkwaardigste van deze phonograaf is wel de wijze waarop de staalb.nd vernieuwd wordt. Hij de Edisoti-phonograaf moeten, zjoals men weet, de wasrollen telkens afgeschaafd worden om ie voor een nieuwe gelegenheid te kunnen gebruiken. Maar met den staalband gaat het veel eenvoudiger. Men strijkt er met een rnagceet over heen en veegt aldus het gesprokene weg, zioals men een schoolbord met cc spons schoonveegt.
In vele landen is reeds octrooi gevraagd voor de;e vinding; verkregeu is het behalve in Denemarken, reeds in Duitschland.
"Glck wat Mils.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1900/02/01 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298134:mpeg21:p005
De Heer Van Kol, zoo lezen wy in het Alg. Itandelsbl. vau 18 December j. 1., wees onlangs, in de Kamerzitting van 23- November, op de belangrijke stijging der Indische militaire pensioenen: in 1870 bedroegen zij volgens zijn berekening (in ronde cijfers) 18. in 1880 32, in 1890 53, in 1900 ca. 73 tonnen gouds. Die cijfers gaven hem aanleiding tot de vermaning: er is «beperking noodig". Zooals de cijfers daar, zonder toelichting, gegeven worden kan de conclusie haast niet anders luiden. Miar wie de oorzaken van de verhooging navorsen.., komt, dunkt het blad, tot een andere gevolgtrakkiag. De redenen, waarom thans bjv. in totaal voor de officiers-pensioenen meer betaald wordt dan voorheen zijn niet van dien aard dat zy aanleiding geven tot maatregelen van de zyde der Regeering; voor het grootste gedeelte kan man er zich slechts over verblijden.
Van veel meer iQTloed op de stiiginB van het totaal der militaire pensioenen^ df ve" andenngdie gaandeweg gebracht is in de pensioensbepahngen van de militairen beneden den rang van officier. Vóór 1866 kregen de inlandsche soldaten geen pensioen; thans genieten zij dat wel De statstiek doet «ieo dat jaarlijks ongeveer' 500 inlandsche mihtairen gepensioneerd worden wat per jaar beteekent een bedrag van ongeveer f 50.000. Doch in financieel opzicht is van veel meer belaog de wijziging, die in 1876 gebracht werd in de pensioensbepalingen der Europeesche militairen. Werd vroeger een diensttijd van twintig jaar gevorderd om een pensioen - voor den ongegradueerden soldaat vau f 200 's j'ars — te verwerven, in 1876 werd die diensttijd op twaalf jair teruggebracht, en het peosioensbedrag bij largeren diensttijd (van twintig j-.ar) lo» f 320 's jaars verhoogd. Voor gegradueerden zijn natuurlyk beide bedragen naar evenredigheid hooger.
De financieele gevolgen van die regeling zyn belangrijk; niet alleen omdat de pensioenen nu óf langer genoten worden, óf hooger zijn, maar niet minder ook omdat het sterftecijfer zoo belangrijk is gedaald en dus veel meer individuen het peosieen kunnen genieten. Wij zien dat in de vijf jaren 1865 —69 gemiddeli per jaar werden gepensionneerd ruim 300 man, — tegenwoordig ruim 750. Kut.-pensioensbelrag is dus in de laatste 33 jaar uit dien hoofde reeds twee-en-een half maal grooter gewordea; door de verhooging van het aan den militair toegekend pensioen kan men stellet- dat het nog eens anderhalf mi 1 grooter geworden is, 't geheel wordt dan nu .3.75 maal zooveel pensioen uitbetaald als dertig jaar geleden. Dit feit—-waarop de grootere le>ersterk' te natuurlijk ook van invloed is geweest, verklaart voor ean belangrijk deel de sty ging der pensioenen, waarop de Heer V»n Kol de aandacht vestigde. En daar hetzelfde pensioen thans in vrij wat korter tyd verdiend wordt eu de menschen gezonder in Holland terugkeeren dan voorheen, wordt het ook langer genoten. Om een denkbeeld te geven wat de pensionneering der mindere Europeesche militairen kost, geeft het Alg. Hbld. weder eenige cyfers. Wanneer het gemiddeld pensioen slechts f 300 's jaars bedraagt en de gepensioneerde het gemiddelde slechts 20 jaar geniet, dan kost een jaarlyksche pensioneering vin 750 man niet minder dan vier-eneenhalf millioen. Vóór 1876 kon man dan («elfs wanneer het pensioen even langen tijd getrokken werd) met 1,2 millioen volstian. Uit deze raming kan blyken, dat de hier besproken pensioenen vermoedelijk voor ca. 3t/2 millioen aandeel hebben in de stijging van het totaal. Voeg daarbij het bovengei lanod millioeu voor de pensionneering van islandsche nailitaieen, dn is voor ca. 41/2 millioen de stijging, door den Heer Van Kol in de verloopen 30 jaar op 5^2 millioen ge raamd, verklaard... . en ook volkomen gerechtvaardigd. _._... A Na het bovenstaand te hebbeo medegedeeld—zegt het Alg. Handel/blad ten slotte — Du de tegenwoordige regeliogen sinds 1876 en [voor deinlaoderaj sedert 1866 in werking zij", geen groote stijging meer te wachten is en eenige vermindering der legersterkte haar verder zal tegenhouden.
"Indische Militaire Pensioenen.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1900/02/01 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298134:mpeg21:p005
Uit Ons Land van 2 December;
Uit de ons deie week ter hand gekomene bladen van Natal schijnt het dat men daar allesbehalve in zijn schik is met de maatregelen door.de imperiale Regeering genomen ter beveiliging dier kolonie, en ia een inleioiagsartikel zegt de Natal Mercury (wekelyksche editie van 24 Nov.) het volgende onder het hoofd «Nuttelooie raad*'-
De kennisgeving gisteren door de Regeering aan de koloniale toeren gegeven ('stil op hun pi atseo te blijvei) had waarschijnlijk ten doel ooi een paniel. te voorkomen, zoowel als de gevolgen van een paniek, maar wij meenen te kuoi«ü twyfelen of de boerea zelf het nut van den aang -boden raad zullen inzien. Het legt op de bewoners der buitendistricten, in de ingevallene ten minste, een byna onmogelijke en zeker heldhaftige mate van vertrouwen en beheersching op, als de Boer moet thuis blijven hoe hij dan zyn kod k*n helpen beschermen ? Theoretisch is de kennisgeving zeker zeer mooi. M-ar kan men werkelijk zeggen: »dat de huizen van hen, die thuis gebleven zijn, niet gehinderd zya, en dat de b?wo eiser van aau geen persoonlijk» •nishar.de ing zyn onderworpen." Wy erkennen natuurlijk dat een paar gevallen bekend "ju waar de Engelsche Boeren rustig thuis z\jn gebleven, nadat de Poeren een inval hadden gedaan, maar dit is waarschyalijk veroorzaakt doordit de bewouers niet wisten dat We vyand zoo nabij was. Dit dd. hui*e« der Afrikaai'sche koloaisten niet gehin^derd werden, en dit ook niet zullen worden, mag aangenomen worden, maar zeker is bet toch niet ten hunnen behoeve dat de Regeeriog haar diepe spijt te kennen geeft. Integendeel het zyn juist die, wier loyaliteit het meest gebleken is en die ongetwijfeld tege n de republieken gekant zyn, die het grootste gevaar loopen van gehinderd of mishandeld te worden."
Het blad merkt in een a:.der artikel op ,lat,^Bchoon de loyalen in het Noorden der Kaapkolonie een eenigszins o aangenafnen •ijd hebben, zy bui engewoon vriendelijk door de invallendea aldaar behandeld zyn geworden.
Ia een verder artikel klaagt het genoemde bbd als volgt: •Wat ook de plannen van de militaire bevelhebbers mogen zyn in het voortzetten en tot een spoedig einde brengen vn den oor» log, het geduld van de Natalscne Boeren wordt geweldig op de proef gesteld. Dag i>a dag ca week op week gaat woorby, en de strooptochten der Boeren-commando's in Natal houden niet op ... Dit alles kan niet anders dan de positie en gevoelens van hen die onder den Boere'ninval lyden, verergeren. Het kan niet anders of er moet vrijelijk critiek uitgeoefend worden over de militaire autoriteiten, die volgens de lyders, onverschillig zyn geweest omtrent de vernielende tegenwoordigheid of nabijheid van den vyind." Correspondenten zwijgen ook lang niet in gemeld blad. Een hunner bespreekt de quaestie van compensatie, en vraagt of de mannen wier bezigheden, en de Boeren wier plaatsen vernield zijn, -onder dat dit noodzakelijk was, compensatie zullen krijgen? Een andere correspondent zegt dat bekwame kolonisten den raad hadden gegeven om de zwakke positie teDundee op te geven, en dat byden slag van Talana-heuvel, zoowel als by andere gelegenheden de militaire autoriteitea den raad van Nataleezen in den wind hadden geslagen, met treurige gevolgen, en dat Natal er nu onder lyden moet. En tot overmaat van smart schijnt de Mercury zelf niet precies te weten »waar de com» pensatie vandaan moet komen,* en zegt dat »die vraag in de toekomst moet beantwoord wo'den,» wat zeker geen troost is voor den Natalschen boer, die zooals gemeld blad erkent, tagen het eiode van den oorlog bankroet zal zyn. De boodschap van Generaal Buller, dat compensatie geëischt mag worden, geeft niets waar men op kan ga tn. Een andere reden van ontevredenheid is gelegen in het oproepen der vrijwilligers. Daaromtrent schrijft On» Land: Zooals meu weet, zyn de volunliers van Natal en de Kaapkolonie by\ proclamatie opgeroepen actief deel te nemen aan den oorlog, ja zelfs de schietvereeaigingen in N.H en die vaa de Oostelijke provincie in de Kaapkolonie zyn daartoe gecommandeerd. Naai aanleiding van die oproeping en nieuwen last op de Koloniale schatkist, zegt de Natal Witneu het volgende: Velen in deze Kolonie verkeerden onder den udruk, dat de imperiale Regeering de voluntiers v*n Natal bad opgeroepen en overgenomen als een deel van H. M. troepen. Dit is echter niet het geval. De voluntiers staan onder beheer van Kolonel Royston, commandint v n de voluntiers eu met uitzondering van voedsel en ammunitie, is de uitgaaf voor 'nua onderhoud in het veld op rekening van de kolonie,onder het hoofd: Voluntier-departement. Het getal der voluntiers io bet veld, trekkende betaling van het Gouvernement is bijna 2000. De maandelyksche uitgaf is £19,160 voor betaling, vervoer, uitrusting, enz. Onder de acte zijn de ma sch ppen na 60 dagen gerechtigd op verhoogde betaling, waardoor de schatkist nog 'n £ 10,000 per maand zal moeten opdokken. De uitgaaf voor de kolonie om de voluntiers in het
- dte houden kan dus binnenkort £ 30,000 per maand bereiken. Daarenboven was de t-erste uitgaaf voor vervoer £ 2000 Het is waarschijnlyk dat de imperiale Regeering deze uitgaat aan de kolonie «al vergoeden. Zoo staan de zaken in Natal. De kolonie moet het contant geven, en de imperiale Regeeriog mag ze vergoeden — dit is echter geenszins een vaste belofte. En hoe is het in d* Kaapkolonie, die vo'gens den premier neutraal zou worden gehouden ! Als wy aan het Langberg-opstandje-rekeniog denken, die eengroot deel van het surplus onzer vette jaren heeft verzwolgen, dan vreezen wij de rekening na deo oorlog, au de voluntiers en zekere schietverenigingen zija opgeroepen. Zullen de belastingbetalers van de Kaapkolonie ook no# moeten betalen voor het doodschieten van bua bloedverwanten eo geloofsgenoten, en dat in een onrechtvaardigen oorlog, w artegen de Afrikaan'er partij zich by de stembus en door haar vertegenwoordigers heeft verklaard'!
"De ontevredenheid in de koloniën.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1900/02/01 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298134:mpeg21:p005
Tegenover de beweringen der Engelsche bladen, dat de Vrystaters han oorlog moede zyn — welke bewering door de Britsche pers reeds een maand lang wordt volgehouden — nemen wij het volgende stukje over uit de Bloemtonteinscha Express, dat ongetwijfeld juister de stemming der burgers van de zusterrepubiiek weergeeft dan de onbetrouwbare Britsche correspondenten: »Dood of vry*' is ds leuz i waarm de de burgers van beide republieken ten strijde lyn getrokken. Da Heer J. H. Meiring, hoofd douane-beambte, die tegenwoordig was bij het in bezit nemen van 't grensdorpje Van R enen, zegt dat hy in drie weken welke hy op de Natalsche grens doorbracht, slechts een paar maat de zon zag doorbreken. Meestal was de lucht betrokken of regende het, dat het water over de aarde spoel ie, of lag de aarde in e.n dikken nevel gehuld. Toch bleve.> oze burgers vol moed en opgeruimd. Van Reenen werd ingenomen i len nacht, terwyl het stortregende en een koude wind io de bergen uit alle hoeken huilde, als wilde hy bezit van de positie met onze menschen betwisten. De Engelsche i ware. in allerijl gevlucht. In het hotel dat later den Generaal tot hoofdkwartier diende, stond bij de aankomst van onze menschen de thee op het vuur en lag een hoop waschgoed half afgewerkt 3 Burgers met wie de Heer Meiring sprak over deo oorlog, welke pas begonnen was, toonden zich volkomen bewust van den ernst iLr zjak, maar verklaarden liever dood te willen zyn.
»Eéa dood", zeiden zy, >zyn wij schuldig, en als wy dood moeten in den krijg, dan zy dit zoo; maar al komeo er slechts duizend man door, dan zyn die vry ; en al worden ook die duizend afgemaakt, dan iyo hun kinderen vrij." En zoo zijn ooie Noordelijke kot»n.anda*s Natal ingetrokken om te sterven voor Heoaafhanke'. ;kheid van hun land, opdat die onafhankelijkheid door God's genade behouden worde Wy twijfelen er voor geen oogej-Mik aan of dit is ook de geest welke al de andere leger-afdeeliogea bezielt. »Dood ot vr|" zy ca blijve tot het einde toe de leuze van ons allen in dezen worstelstrijd ons opgedrongen door gewetenlooze kapitalisten en bat trouwelooze, hebzuchtige Groot»»Britt».nje. Drie slagen hebben onze commando's in Natal reeds doorgemaakt — Modderspoli, ZwartbDoiskop en nuwe»r nabij Ladysmith. Ea in elk daarvan hebben zij zich gedragen als mannen van daden en niet alleen van woorden. Als helden hebben zij gevochten, an zelfs de vyand moet bun dapperheid erkennen. Te Modderspruit sloegen zy een overweldigende macht terug met zwaar varlias. Ta Zwartbooiskop namen zy een heel regiment van dea vyand krijgsgevangen. Van de Winburgers wordt nog verhaald dat zy to Modderspruit da ruiterij van dan vijand tot 300 treden lieten naderen an toen zoo geweldig vuurden dat er van den vijand sleets drie terugkeerden. Van aan tweede klomp keerde slechts één t rug. Toen stormde een heele troep, en zy schoten da voorstan neder totdat er een wal van paarden en ruiters lag waarover de achtersten niet been konden. In den derden slag dreven onze menschap den vijand andermaal terug in zijn vest'nf, hoewel de vijand In getallen en bawapaning veel sterker was dan zjj. En telkens ledan da onzen sle:hts onbeduidende verlieten, Wy roemen «iet in de zege onzer dapperen. Wij verheugen ons niet in da nederlagen welke de Eogelscbe troepen dusver geleden hebben. Veeleer bejammeren wy* hen, dat zij xulk een ongemotiveerde» oohailigen oorlog te voeren hebben tegen een klalna maar vastberaden natie, een natie die met vrouw en kind niet aens zooveel telt als ean enkele stad in Engeland. En wü yt»D voor de verantwoordelijkheid vai aan machtig Rijk, dat zyn legioenen opzwaept en Kaffars wapant om zulk een kleine, vaderlandslievende natia zonder redan te verpletteren. V.»n die gruwel» fatfl sal rekenschap moeten gegeven wor* den, zoo niet voor de rechtbank der bosch >afde wereld dan toch >oor den rechter* stoel van God. W >t ons betreft, wy danken ootmoedig den Regeerder van 't Heelal voor den zegen dusver aaa onza wapenen geschonken ca vertrouwen blijmoedig d't Hij zyn hand van ons niet zal aftrekken, maar met en voor ons zal stryden tot einde toe. Waar onze Transvaalsche broeders bijzonder dapper stryden, daar is het zoo vreemd niet; zij hebben het al meer gedaan. Dat echter onze eigen, meestal onervaren bnrgers sleh even kloek weten te gedragen reeds by het eerste treffen van belang, is eenvoudig — wat onze zaehtmoe* dige, Godvrezende Veehtgeoeraal het noemt — eea wonderwerk der Voor-Jeoigheld . •
"De stemming der Vrij staters.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1900/02/01 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298134:mpeg21:p005
Maandag jongstleden kwam onder onse tele* phoonberichten da mededeeling voor hoe da officier van gezondheid der le klasse L. J.Eilerts, De Haan in de Java* Bode betoogd had dat ia tiet hospitaal te Panteh Parak (Avjeh) te kleine, ratinns voeding aan de zieken verstrekt werdea. Thans willen wij een overzicht geven vaa het belangrijke artikel waarin de humane geneesheer opkomt voor de belangen der zieken, indirect ook de belangen van het Gouvernement dat genoeg verstrekt. Bij keuring van melk bleek het schrijver dat het hem aangeboden glas beter was dan de melk die aan de zieken verstrekt werd. Vervolgen! viel het schrijf er op dat da kippenfrikkadellen wo bijzonder klein waren. Dit eea svrtlgtal rtvu in h-t hospitaal bereid, frikkad.l.en^ bleekhem dat deie een gewicht hadden van 75 tol: 80gram. Iv dan etaat van extra voedingsmiddelen ls voorgeschreven, dat een hoenderfehakt moet bevatten 1 stuk» hesn, 0.03 KG. boter, '/. hoenteie. ca 0.01 KG. brood. Bj navraag omtrent de bereiding bleek, dat to»r ean frikktdel wordt gebruikt het vleesch van borsten ca 'pooten, terwijl de beenderea, «te. voor het m.ken van soep werden beaat. Schrijver verzocht den chef der Atjeh associatie, den Haar Jautze, met vermelding van da dow ham beoogde proefuMßiag, ham zea Uppaa U willen ov-rdoea, zooaU hij die volgens contract net hst Gjuveroement aan het hospitaal moet leveren. . Deze, met de meeite bereidwilligheid hem toegezonden se» kippen wogen bij aankon* ia zijn woning 4.575 KG- Daar 12 kippen 9 att. moeten wegen, it dit cijfer zeer naby het jaute, slechts 3 gram te hoog. Na plukken, schoonmaken, afhakken dar koppen, etc. bleef er overeen gewicht van i.5 KG. Het vleesch v n berst en pooten woog raim 850 gram. Hit vleesch werd reglementair toebereid met 60 gram brood, 3 eieren en 180 gram boter tot 6 ballen gehakt. Deze zas ballen gehakt wogen, goed bruin gebraden, 955 gram en in de «eer goede saus lagen nog kruimels. Terwijl dus in het hospitaal een kippecfrik* kadel 75 a 80 gram woog, bereikte een frikka* lel» geheel volgens de voortchriften uit deselfde soort kippen ten huize van schrijver klaargemaakt, 159 gram («onder kruimels en saus te rekenen). Hst gewicht der kippenfrikkadellen in het hospitaal iq sedirt toegenomen, schrijver meent tot 100 gram. Behoeft hy te «eggen dat de gewonnen erve» ring hem bedroefde, evenzeer als ze ijjn varonte vr.ardiging opwekte ? Is het biet verschrikkelijk dst?in een inrichting, waar zoovele officieren toezicht uitoefenen, de soldaat toch nog op dese wjjze benadeeld wordt, vraagt schrijver.
Ook «eet kippensoep deed Dr. Eilt» ts De Haan deselfde treurige ervaring op.
Niet lang geleden, deelt schrijver verder mede, wilde de chef van het hospitaal zich overtuigen hoeveel kippen waren aangewend tot den aanmaak van soep Deie poging lokte eea gedachtewisseling nit met de administratieve autorW teiten, die meenden dat de chef daartoe de bevoegdheid niet bezat.
De over dese quaestie gevoerde correspondentie is hem onbekend; als resultaat daarvan is echter bepaald dat de officieren van gezondheid te Kota-Radja thans alleen het recht hebben zich te overtuigen wan den smaak der in de keuken gereed gemaakte spijzen en wel alleen in dien «ien of se verstrekbaar xijn dan niet.
Bevalt de smaak hun niet, dan hebben sij dit te rapporteeren aan den chef der -iekeninricba» ting, die de «aak verder afdoet
Met de hoeveelheid der samengestelde spijzen, als kippensoep, kippenfrikkadel, vleeschfrikkadel, met de hoeveelheid brood, die daar bjjv. in zit, hebben zij sich niet te bemoeien, alleen eenvoudige gerechten als rookvieeech, vruchten op water, mogen sij ter weging op het bureau van den chef bezorgen.
Voordat aldns beslist was, had schrijver nog gelegenheid tot de volgende waarnemingen. Een portie Semarangsehe be.chuit, die 6 deca» grim moet wegen, woog 3.5 decagram. Dit werd eerst verklaard door de ontzettende hoeveelheid kruim, welke de blikken genoemde beschuit daar bevatten, maar had toch ten gevolge dat de porties graoter werden.
Een collega woog het rookvieeech en bevond dat dit in plaats van 4 decagram 19-81 gram per portie woog. De porties werden daarna grooter. Schrijver vond dat een vleeschfrikkadel op een dag 87 en op een anderen dag (daarna) 111 gram woog.
Volgens bet voorschrift moet zoon vleesebfrik* kadel bereid worden nit 250 gram vleesch, 0.03 KG. boUr,. stuks hoenderei en 0.01 KG. brood.
Volgen» den administrateur van het hospitaal dient van bet gewicht aan vleesch 1/3 voor been te worden afgetrokken, wat schrijver met het oog ap de cgfers van König's standaardwerk hoog voorkomt, maar wel za) verklaard kunnen worden uit de meerderheid van Europeesch vee boven bet hier te lande verkrijgbare. Het komt schrijver vcor dat de bovenvermelde voldoende lijn om aan te toom n dat voor gemopper over gierigheid van het Gouvernement in sake voedsel van den lieken soldaat geen reden bestaat.
Das ta meer echter is er reden: 10. tot de vraag: »Wordt er wel voldoende toelicht op de bereiding uitgeoefend ?" Bb. tot de vraag: .Moeten de docUren, die door hun kennis van physiologie en hygiëne als beoordeelaren seker niet achter behoeven te ■taan bg da officieren der administratie, zóó buiten de beöordeeling worden gehouden als thans geschiedt 1"
Een officier van gezondheid is, en terecht, verantwoordelijk voor de behandeling ignerpatténte», voor de goede orde, de landelijkheid op «rjn salen Hij wordt daarin en zeer te recht gecontroleerd door den chef van het hospitaal. Zijn dièetataten worden gecontroleerd door de administratie. Hij telf controleert de aflevering et» bereiding dêr medicijnen. Controle ia nooJig voor de besten onder de staatsdienaren, om de eenvoudige reden dat geen mensch zonder fon» ten werkt of kan werken.
Wie zich doer dergelgke controle beleedigd gevoelt, begrgpt het belar.g van het algemeen »iet.
De hoogste financieele specialiteiten worden gecontroleerd, de Gouverneur van Atjeh wordt gecontroleerd, de Gouvarrif ur «Generaal wordt gecontroleerd.
Maar de menschen, die de aprjzen in de keuken van een militair hospitaal bereiden, menschen die waarljjk geen hoogen maatschappelijken of wetenschappelijke» rang innemen, die geen hooge bezoldigingen genieten — mogen niet gecontroleerd worden door degenen in den Staat, *e er het meeste toe bevoegd .ijD, alihsr.s behooren te zyn.
De adminiitratfur van een hospitaal moet op ■oovelo zaken toezien, heeft zooveel sehrgfwerk dat hg lang niet altgd in de keuken kan zgn. Schrjjver dunkt, dat hulp in iij>. toezicht van da agde der doctoren hem niet anders dan aangenaam kan wezen, evenmin als zi,n hulp in het controleeren van het hospitaalpersoneel den doctoren onaangenaam is In de keuken van een hospitaal kan op zoovele wijze», op zoovele ara ttkelen en in zoo belangrijke hoeveelheden worden gestolen dst volkosaen goed toezicht baast •nmogelgk mag heeten. Maar waar het een zoo alles bebeerschende aangelegenheid ia hel leger betreft als de voeding van den soldaat, daar mag zijna inziens niet geaarzeld worden zooveel mogelijk naar een .goede controle te streven.
Het is boog tijd dat hierin verbetering komt Eo die verbetering is zeker te verwachten als ■en de officieren van gezondheid in de eerste eiata een behoorlijk inzicht doet krggen in de reiding der hospitaalspijzen en in de hoeveelheden waarop de soldaat recht heeft, en in de tweede plaats hun niet alleen de bevoegdheid ■zaar ook den strengen laat geeft zich te over» t-rigen van hoedanigheid en hoeveelheid, niet met gebruik uitsluitend van het amaakzintaig, maar •et alle zintuigen, waarover zij beschikken, en dan nog geholpen door de noodige instrumenten waaronder de weegschaal de eerste plaaUbehoort tn ta nemen.
"Persoverzicht. Hospitaalvloeding.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1900/02/01 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298134:mpeg21:p005