(M John Bull):"»Te Vfclten helpt niet, ja liegen geeft je niest *je het nu niet met den laster eeus probaeren,?-! Zat dia twee tegen elkaar 1 verdeel en heersch." {Amsterdammer» Weekblad,)
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 26-03-1900
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 26-03-1900
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 70
- Jaargang
- 71
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Engeland's pogingen om den Vrijstaat en de Transvaal te scheiden.
Uit nummer bestaat uit drie biaden o. inhoudend:
liet tweede Blad Bet derde Blad
Het eerfits Bind
men in het Moe lerland denkt en *j>t, door Frans Netseher; "orlogs brieven ; })lt Semarang; JJlt de Indische bladen, enz *'er telegraaf en telephoon; *d»ertentiën.
$tropeescti Mai 1-0 verzicht; |lenws nit Nederland; {Je brandaan boord ven de „Semeroe r *«aUJeton;
Oom Paul te Berlijn; . !_*• President van den Oranje-Vry- door cc-» Vrijstater; ?«n stem uit Engeland ; JJit Colorado; Jat de Zuid-Afrika anscke oorlog *t; (ge blad».) •Uübericiiten; lekkertjes; (4e bladx.) * «lieden tien.
Wat men in het Moederland denkt en doet, door Frans Netscher. (Geschreven voor De Locomotief.)
(9. ' ditmaal behoeven wij voor onze cor - 'Pondentia niet naar een onderwerp [toeken. Dit ligt zóó voor de band, _*We hét maar voor het grijpen heb*• het wijst zich zelf aan, het dringt ]} aan ons op, J* dat onderwerp is een politiek S«JifeBt, dat als een knuppel in he? Jitieke hoenderhok is komen vallen, EWat alle politieke hanen ca bonnetjes JJ kakelend uit elkander zijn gesto- F- En nójr, ofschoon er reeds veertien Jton overheen zijn gegaan, staan de ffanten vol met het gekraai der JJsteltenis van de heel en balf coc« palieve journalisten; het is een leg als een oordeel, en het gekakel en B^aai overstemt voor het oogenblik Ej andere geluiden in ons staalkundig Jhderhok; men is nog niet bekoel van den schrik van den gevallen t^st manifest in zake kiesrecht van •Liberale Unie" is dan eindelijk ver- Dit manifest is het, hetwelk al dat lawaai heeft veroorzaakt.
Maar tot recht begrip van de zaak moeten we aan een exposéa van het geval een zeer korte historische herinnering laten voorafgaan.
Ziehier dan de zaak zeer in bet kort. Gelijk bekend ia, heeft de «Liberale TJoie"— de vereeniging der geavanceerd liberale kies vereenigingen in den lande, de agglomoratie der aanhangers van de politiek van Kerdijk, Veegens, Goeman Borgesius enz. — zich nooit kunnen neerleggen bij de tegenwoordige kieswet, gelijk die opgetrokken is op den grondslag der Grondwetsherziening van bet Ministerie-Heemskerk in 1887. De kieswet-Van Houten, die na de ver* werping van het ontwerp der kieswet Tak Van Poortvliet, het kiesrecht hoofdzakelijk vastkoppelde aan de belasting, beeft al sinds jaren tot mikpunt van de aanvallen der Liberale Unie-mannen ge» diend. In het programma der L. U, staat dan cok bovenaan de eisch van ef n meer uitgebreid kiesrecht los van eiken band met den census.
Toch, om redenen van praktische politiek, heeft de L. U. bij de eerste verkiezingen, die onder de kieswftt«Van Houten plaats haddon, in 1897 dien eisen niet doen gelden. De kiesrechtqu esüe heelt men toen laten rusten.On, r de punten op het program van ac* lic, dat de L. U. toenmaals uit baar algemeen programma had gedistilleerd, en onder welks vaan de Tweede Kamerver kiezicgen door haar in 1897 geleid zijj, kwam de kieerecbtquaesüe niat voor. Het zoogenaamd sociaal programma werd naar voren geschoven, omdat mwo meende dat het op dat oogenblik voor het land urgenter was om in het bezit van goe 'e sociale wetten te koraeo, terwijl men tocbook wel wist dat men, na den toenroaligeü strijd, die bij de kieswetten Tak en Vau Houten gestreden was, het land toen niet weer, dus voorde derde maal, warm zou kunnen krijgen voor een nieuwe kiesrech'quaeslie. Het vraagstuk van de uitbreiding van het kiesrecht werd aUoo in 1897 op* geboigen aan de zijde der L. U. M*ar toen uit da verkiezingen van dat jaar net Mioislerie-Pierson-Goeraan Borge* sins was voortgekomen, was een der eerste verklark-geo, welke dit Kabinet aan de Tweede Kamer bij zijn optreden allegdi, deze: dat men ook aan de Regeeringf-tafel in bet vierjarig wetgevend ij ivak dat voor de deur stond, de kiesrech'quaes'ia Wilde laten rusten, en dat men nr zich toe bepalen zou om eenige technische wijzigingen en verbeteringen Oer wel-Van Houten voor te stelten, welke evenwel de begiosalen dier wet onaangetast zouden laten. En bij dio verklaring legde zich de L. U. fractie in de Tweede Kamer ook neer / men beloofde ia de eerste vier jaar er bet Ministerie niet meer meé lastig te zullen vallen, .teneinde het gelagenheid te geven zich meer uitsluitend aan de sociale wetgeving te kunnen gaan zetten, en zich daaraan gehéél en met 4'le krachten te kunnen geven. Dat beeft dan ook plaats gehad ; het Ministerie heeft sinds 1897 vele wel tan tot verbetering der sociale en econo scbe toestanden en verhoudingen ahangig gemat!kt; ca met uitzonden van een poging van soc;aal democratische zijde (de motie»Troelstra) heeft men bet Kabinet al dien tijd over de kifsrechtquaestie niet meer lastig gevallen.
Maar de vierjarige wapenstilstand bc* gint nu langzamerhand op zijn einde te te loopen. In Juni van het volgend jaar moet door de verkiezing n de geheele Tweede Kamer vernieuwd worden; de beloften over en weer verliezen dan haar bindend karakter en men staat dao wederom gebeel vrij tegenover el* katider. Wit men dus tegen Juni 19lK behoorlijk voorbereid voorden grooten jiolitieken strijd zijn, dant dient men nu al te bepalen welke punten men op zijn verkiezingsprogram zal zetten en moeide L. U. ook uitmaken welke houding zij tegenover het kiesrecht-vraagstuk zal innemen, want de kies vereen igingen welke bij baar ziju aaogeslo en, behoor en toch ook bijtijds te weten in welken geest zij de kiezers h*t volgend jaar zuilen adviseeren en leiden.
Op de algemeene vergadering der L. U in het befein vau het vorUejiar met ie afgevaardigden der toogetreden kiesverenigingen te Amsterdam gehouden deel de voorzitter, Professor Molengraaf! uit Utrecht, de toezegging dat bet hoofdbestuur over de kiesrechtquaestie een rapport of advies zou uitbrengen, betwelk de vereenigingen dan konden overwegen, om later op een nieuwe al. gemeene vergadering bij meerderheid van stemmen een definitief besluit te nemen.
Olscboon reeds in het voorjaar afgelegd, liet dit rapport den gebeelen zomer op zich wachten. En het uitblijven van dit advies was ook de reden, dat de Uniekiesvereenigingen in November van het vorig jiar niet konden daelnemen aan een groote Algemeen«Kiesrechtmeetiog door de sociaal-democraten te Arasterdam belegd, waar opgericht werd een «Comité voor Algemeen-Kiesrecht". Al» vorens zich bij die Algemeen-Kiesrechtbeweging aan te sluiten, wilde men van dien kant afwachten wat het hoofdbestuur zou adviseeren. Maar dit bad ook tengevolge, dat het «Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond", de talrijkste arbeiders-organisatie, zich voor» loopig eveneens van deelneming onthield, omdat de leiders van dat verbond (Heldt, De Klerk e. a.) ook wilden afwachten ofdeL. U. zich zou uitspreken voor algemeen kiesrecht (ergo voor Grondwetsherziening) dan wel zich zou tevreden stellen met een eenvoudige uitbreiding van het kiesrecht op den grondslag der tegenwoordige beginselen. Aangezien dus duizenden kiezers in den lande, georganiseerd in de L. U. en in het A. N. W. V., op dit rapport wachtten, eu aangezien het zoolang uitbleef, begon men zich al ongerust te maken, ja, het won bijna met den dag aan belangrijkhoid, omdat het mogelijk over het lot der verkiezingen in menig kiesdistrict in 1901 zou kunnen beslissen.
Ia de geavanceerd democratische kringen was men dan ook in het geheel niet op zijn gemak, en men was er zelfs toe genegen het lange talmen van bet hoofdbestuur der L. U. toe te schrijven aan een schroom om met het rapport voor den dag te komen, vreezende dat de meerderheid zijner leden gehoor had gegeven aan da stem der meer behoud' zuchtige en angstvallige elementen uit zrn midden, zoodat het erop uitgedraaid was dat men aan de kiesvereenigingen bad te adviseeren om zich tegen een algemeen kiesrecht plus Grondwe'.sher" zieuing ta verklaren en zich te beperken tot een uitbreiding van het kiesrecht
binnen de grenzen van het tegenwoordige artikel 80 der Grondwet, waardoor een bereiking vau algemeen kiesrecht wederom voor vele, lange jaren zou ziju verschoven.
En nu, ten lange leste, is het rapport van het hoofdbestuur der L. U. dan toch verschenen. En dat het veler verwachtingen, ZfUs dia van optimisten heeft overtroffen, valt gemakkelijk af ta
leiden uit bet spektakel, dat hat in de pers heeft verwekt en waarvan wij in den aanvang melding maakien. Wat dut rapport dan wel behelst? We zullen het zoo dadelijk zeggen. Maar eerst moeten we even terugtreden naar dat zooveel besproken artikel 80 der Grondwet. Dit artikel tocb bepaalt, dat de leden der Tweede Kamer rechtstreeks gekozen zullen worden door de mannelijke ingezetenen, die door de kieswet te bepalen kenteekenen van geschiktheid en maatschappen.ken welstand bezitten en den door die wet te bepalen leeftijd, wel* ke niet beneden 23 jaren mag zijn, hebben bereikt. L Kiesrecht voor vrouwen is dus met tegenwoordige Grondwet niel te be» reiken, terwijl de kieswet (wet-Van Houten) de leeftijdsgrens niet op het in de Grondwet aangegeven minimum van 23 jaar maar op 25 jaar heeft bepaald, en de •kenteekenen van geschiktheid eo maat» schappelijken welstand hoofdzakelijk zijn vastgekoppeld aan den belastingce-isus. Eu dit nu voorop gezet zijnde, zullen wij In het kort aangeven wat het hoofdbestuur der L, U. thuns als eisenen voor eennieuw kiesiecöt stelt; a. de leeftijdsgrens tot het minimum, du- van 25 tot 23 jaar terug te brengen ; 6. de eisch der »kenteeUrnen van ge'C uktbeid eo maalscbappelijken welsiand" uit de Grondwet te doen verval^n; c de bepaling dat alleen de manne /pctogezeteiea kiesrecht zullen bezitten «-.veneens te schrappen. Kortom bat vei langt t^n aanzien der mannen a/gemeen kiesrecht der meerde jaii,se (23 j«nge) uigeietmeu (uitge zondei d alleen zij aan wie » ij rech er ijku uitspraak het kiesrecht is ontzegd, zij die in gevangenschap of hechtenis zijn, zij die nis verpleegden in een krankzinnigengesticht zijn opgenomen, zij die bij rechterlijke uitspraak de beschikking ot het bebeer over bun goederen hebben verloren, terwijl wat de bedeelden betreft, bedeeliug in welken vorm of onder weika omstandigheden, nog niel uitsluiting van de uitoeleniog van het kiesrecht behoeft meé te brengen).
Eo ten aanzien van de vrouwen verlangt het nog nut dadelijk vrouwenkiesrecht, maar wil het de belemmering daarvoor toch uit de Giond^et zien gelicht, opdat, wanneer de gewoae wetgever het ter eeniger tijd zou wenschen toe te kennen, en weer niet eerst Grondwetsherziening noodig zou zijn. Maar daar eenige dier eischen niet ingewilligd kunnen worden alvorens artikel 80 der Grondwet is gewijzigd, zoo wordt met dit preadvies door de L. ü. tegen 1901 Grondwetsherziening op den voorgrond geplaatst. Hiermee bekent bet hoofdbestuur nu gelukkig eindelijk kleur, het speelt een hooge, de hoogst mogelijke, maar een eerlijke kaart uit; een verdeeldheid in de liberale partij, die feitelijk al eenige jaren bestond, wordt thans door het hoofdbestuur ook openlijk beleden; wat niet bij elkander hoort, wordt nu ook gescheiden, en als dit preadvies door de toegetreden kiesvereenigingen wordt bekrachtigd, dan loopt men geen kans maar, dat in 1901 onder de leus van «liberalisme" menschen tesamen ter stembus zullen optrekken, die met elkander eigenlijk niets anders dan een naam gemeen hebben, Maakt de Libes rale Unie dit advies tot het hare, dan zal zij zoo duidelijk dat niemand, die niet doof is, er zich meer in kan vergissen, uitspreken dat zij dan democratischen weg op wil en dat het volgende j »ar een bondgenootschap met de con» nervatieven, gelijk dat in 1897 heeft plaats gehad, niet meer verlangd, ja z«lfs onmogelijk is geworden. Laat ons evenwel eerst eens zien in welk verband dit preadvies staat of staan kan tot de geavanceerd liberale of Kerdijk Kamerclub, of het is uitgebracht in onderling overleg met de par - lij gelijk die in de Kamer is georganiseerd, dan wel of het geheel zelfstandig, los van elke gemeenschappelijke raadpleging is opgesteld, zoodat de Kardijkgroep en de L. U. geheel afzonderlijk tegenover het rapport staan en tegen-, over elkander bun vrijheid van hande len kunnen hebben oebouden. In de eerste plaats moet men dan voorop zetten, dat mea magaanneuea dat de leden van het hoofdbestuur, die hun naam ondar het preadvies hebben gezet, ook ten volle mat den inhoud instemmen. Te meer is er aanleiding dit te veronderstellen omdat alleen de naam van Dr. Ruysch als lil van h tuurlijk zal hij in 1901 wel waér kandidaat wordan gesteld. Eo nu is toch zeker niet aan te nemen, dat deze drie personen als leden van bet hoofdbestuur der L. U- zouden gaau medewerken aan een politieke actie dis hen in conflict of in tegenspraak zou kunnen btengen met hun collega's in de Kamer; dat zou met de eene hand opbouwen zijn wat men met de andere wedr afbrak. Zij moeten dus de zekerheid hebben gehad dat de geavanceerd-liberale Kamerclub ook vóór Grondwetsherziening tot bereiking van algemeen kiesrecht was en dat haar leden bereid zouden ziju deze leus te onderschrijven en ze in 1901 in den verkiezingstijd en ook later in de Kamer te verdedigen. Men mag daarom veilig veronderstellen dat er overleg met de fractie - Kerdijk heeft plaats gehad en dat dit preadvies niet de wereld is ingezonden en niet door de Heeren Smidt, Van Raalte en De Klerk is raede-ondertee- kend voordat zij wisten, dat het buiten het bestuur der L Ü. steun in de partij zou vinden. Het is dus niet gebleven de geheel individuöelo uiting van een meer of minder machtige vereeniging, maar het pre ad vias zit met zijn wortel en vezels in het lichaam der partij zélf vast. En nu de persl De drie groote organen, die aan een liberalisme in verschillende kleuren doen, hebben er sich onmiddellijk, zonder zich een oogenblik te badenken, tegen verklaard. De eenmaal liberaal geweast zijnde Nieuwe Botterdarmche Courant, die hoe langer zoo meer in het conservatisme verstard is, kon 't eerst van den schrik bijna niet op adem komen. Het noemde bet preadvies «onbegrijpelijk", ofschoon het toch erkent, dat als men algemeen kiesrecht verlangt, bet tegenwoordige artikel 80 der Grondwet dat onmogelijk geven kan, maar dat Grondwetsherziening dan warkehjk ook noodig is; bet vreest verder brj de stembus van 1901 voor verdeeldheid der liberale partij (netot die er toch al niet au fonds was!) en het wil van dit stuk re/olutionair werk natuurlijk dan ook niets weton. Zou dit blad echter bij dit standpunt blijven volharden ? Hoogstwaarschijnlijk wél, maar als het 't eens niet deed, dan zou men er zich toet) ook niet over moeten verwonderen, want zij die de politieke loopbaan van zij o hoofdredacteur gevolgd hebben, zagen hem wel eens meer vreemde saltemortalissen I eigen aangifte loon- of buur- of examenkie?ar zouden kunnen worden, maar nalatig blijven dia eigen aangifte te doen; bij de lieden, die onder de wet* Van Hout n kiezer zouden kunnen worden, vind het blad al zoo weinig belangstelling ia het politieke leven, dat er geen redei; is om het kiezerscorps nóg meer uit te breiden! En dan —maar nu wordt het blad bijna droog komiek — meent het, d it als men zich ergert aan de te groote vastkoppeling vao het kiesrecht aan dei belastingeensus, men dan eenvoudig onder de voorwaarden der kiesbevoegdheid den belastingeensus niet't eerst maar... het laatst kan noemen: net alsof die vastkoppaling daardoor minder zou worden l Overigens meent dit Amsterdamsche orgaan dat artikel 80 da- Grondwet (dat indertijd zoo juist en karakteristiek als een «caoutchouc" artikel gekwalificeerd werd) een «bijna onbeperkt" kiesrecht toelaat. Matr meer verwondering baart de houding van het ministeriêale VatUr* land. Ook dit residentieeorgaan heeft zich on ter de tegenstanders van het pread vies geschaard. Het meent, dat Grondwetsherziening toch vooreerst nog niet te bereiken is, en zelfs al ware die te bereiken, dan nóg zou bet een strijd er om op dit oogenblik niet wenscheljjk achten, aangezien de voortzetting der hervormingspolitiek dan gestuit zou wor- den en wetten als die op de rusttijden en op de verbetering der woningtoe* standen, welke zoo hoog uoodig en nuttig zijn, onafgedaan zouden bljjven liggen. Daarom roept het uit; weg met de Grondwetsherziening. Bovendien beeft heteou doodelij ken angst, dat de eisch van algemeen kiesrecht en Grondwetsherziening de partij der L. U. er b' 4 de de verkiezingen, en vooral bij de her» stemmingen, toe zal brengen om met de sociaal-democraten meé te gaan, die er dan mogelijk van profiteeren zouden. En uu is dit blad, blijkens een uitlating van den laatsten tijd, voor niets zoo bang als juist voor het veldwinnend socialisme, ja, nog banger dan voor het clericalisme. Ongelukkig ziet dit orgaan over het hoofd, dat niets zoon slechte raadgever is als juist de angst. Waar zoo de groote organen vóór* gaan, behoeft het geen verwondering te b:ren, dat de kleinere liberale pers in vreesachtig en kakelend nadribbelen achter de voornamere collega's is komen aansukkelen. Het is een gegil en een te-wapen-geroep in de provinciale bladen alsof de Kozakken voor de poor* ten stonden. In zijn verbeelding ziet men in 1901 al 60 van de 100 zetels in de Tweede Kamer door de socialisten bezet, en schijnt men te vreezen, dat in 1902 al tot de onteigening der maken. kapitalen en de verdeeling der gronden En het Handelsblad ? Dit is gewoon zal worden overgegaan, of heeft men achterover geslagen van verbazing en mogelijk reeds een ander mal scbrikontsteltenis. Het wil van geen algemeen beeld van bet socialisme voor oogen. of zeer uitgebreid stemrecbt weteo, om- Werkeljjk het beeld van den knuppel dat ...er nu nog zooveel personen zijo, die in het hoenderhok is ten opzichte va» geeü belastiogkiezers suude, toch nog op 1 dit deel van de pers het eenig juiste. Toch zgn er gelukkig nog organen, die het hoofd koel eo het hart voor de sociale belangen op de goede plaats hebben gehouden; maar zij zijn helaas gering in aantal. Zoo is het preadvies sympathiek ontvangen door de Arnhemsche Courant, waarvan hei Kamerlid Van Gils* hoofdredacteur is; ook de Mid» delburgsche Courant heelt neb aan de zijde van de L U. geschaard, terwijl Belang en Becht, bet orgaan der vereeniging tot verbetering van den maatsehappelijken en rechtstoestand van de vrouw in Nederland, met het oog op de bonding die het preadvies »en opzichte vau het kiesrecht voor vrouwen aanneemt ook Uoie-gezind is. Dat de socialisische pers, eenigszins big verba isd, bet rapport niet bestrijdt, ligt vo_r ue hand en blijkt o. a. uit de artikelen, die er over in de Sociaal-democraat en iv De Kroniek verschenen zijn. De Heer Tak heeft in laatstgenoemd blad bet preadvies vrij eigenaardig de wroode" circulaire gedoopt, en deze betiteling heeft al met succes de ronde door de pers gedaan. In de geschiedenis der Liberale unie zal dit rapport dan ook zeker wel altijd als het wroodé" aangewezen blijven Maar nu moeten we toch ook nog op een zeer bizondere colacidentie wijzen. Oi zou het geen toeval maar opzet wezen ? Die coïncidentie is namelijk het vol-» gende. Nauwelijks was de «rooóV'circu» laire van de L, U. gepubliceerd of er verscheen in verschillende bladen een mededeeling, behelzende dat de technU sche herziening der kieswet, die de Heer Goeman Borgesius al eenige jaren geleden in het uitzicht had gesteld, maar waarvan wij in den aanvang al zeiden dat men in lang niets gehoord bad, bg den Raad van State toevallig al in onder» zoek was en binnen kort de Tweede Kamer zou bereiken. Die technische herziening zal bet kiezercorps met 60 a 70.000 man (dus technische kiezers I) kunnen vermeerderen. ' Wat beteekent dat? Heeft de Minister daarmee op Indirecte en vrij slimme wijze zijdelings te kennen willen , geven, dat ook bij het aan de orde l stellen van algemeen kiesrecht en Grond- I wetsherzieoing bij de stembus van - 1901 niet wenschelijk acht; dat men J zich met een uitbreiding vau het kie- ■ zerscorps met een 60000 man voor 100- J pig maar tevreden moet stellen, ten _ einde het Kabinet in de gelegenheid tee laten ook na de aanstaande verkiezingen I z zrjn dan nog allesbehalve voltooide taak I ° der sociale wetgeving te continueeren en de dan nog aanhangige socide wetten te verdedigen? Is dus van de zijde van den Heer Goeman Borges>ius het parool ook: éérst de sociale wetgeving en dai pas de kiesrechtkwestie ? Het valt moeilijk te zeggen. Men zal daarom goed doen om eerst maar eens af te wachten hoe het Ministerie het er afbrengt bij de Ongevallenwet in de Eerste en bij den Leerplicht in de Tweede Kamer. o?er beide wetten kan het vallen en dan wordt de opinie van den Heer Goeman Borgesius in zake Kiesrecht tegen bet volgend jaar natuurlijk ook van minder belang en van minder invloed. Dit is in allen geval zeker, dat indien op de algemeene vergadering der algevaardigden van de toege:reden kiesvereenigingen het preadvies van het hootdbestuur der L. U. wordt aangenomen, er ernstige dingen voor de deur staan. Er zal dan wéér gebeuren wat ook in 1897 al plaats bad. Verscheiden kiesvereeiigingen, die sich toenmaals niet met haar program van actie als leiddraad bij het stellen vin kandidaten konden vereenigen, zijn toeo uit de Unie getreden en langzamerhand in handen der conservatieven le* recht gekomen ; de meer geavanceerde elementen bleven toen in de Unie over. Dat was een eerste zuivering. Maareen tweede zuivering kon ook nu niet lang meer uitblijven. Want is de »roode" circulaire eenmaal gesanctioneerd, dan zal den kiesvereenigingen, die in de minderheid big ven en zich bij het besluit der meerderheid niet kunnen ot willen neerleggen, niets anders overblijven dan evenals in 1897 haar matjes op te rollen. Wat dan niet meer in de Unie boort, zal er uitgian. En waarom zou de «Liberale Uaie" ook bijeen trachten te houden wat op den duur toch niet te vereenigen is ? Komt die nieuwe en tweede exodus, dan wordt haar politieke atmosfeer ten bate van haar eigen gezondheid gezuiverd van de conservatieve bacillen, die nu nog eenigermate haar gestel ondermijnen. Zij komt dan te staan aan den uitersten linkervleugel, schouder aan schouder met de socialisten en met het restantje van de radicalen: Algemeen Kiesrecht en Grondwetsherziening zal dan de koppelstang vormen, die deze drie partijen tot het volgend station in een zelfde richting meetrekt. En daar behoort zij ook te staan. Dj eerlijke uitvoering van haar program, mitsgaders het staatkundig verleden en de geavanceerde overtuigingen van eenige barer leiders, wijzen haar die plaats als vanzelf aan. 20 Februari 1900.
Hoe minder je 'r van zegt, hoe beter.
Jonteheer Campbett Bannerman: Meneer, ik weet*wie het Jgedaan'heeft t "9"\ Meester Buil (streng): Hit komt er niet op aan, wie Jt deed. Allo gauw, maak het samen weör schoon I ff» (Punch,)