§) Benoemd is tot directeur-generaal van de a. s. tentoonstelling te Semarang de hee A, Mollinger, te Den Haag, oud-hoofdambter naar van den Ned. Indischen Spoorweg. Het tentoonstellingscomité zal een gedenkboek, uit twee deelen bestaande, uitgeven.
De Sumatra post
- 06-01-1914
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 06-01-1914
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 4
- Jaargang
- 16
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Uit den Archipel. PER TELEGRAAF. 6 Januari. De tentoonstelling te Semarang.
Ruzie onder handelsbedienden.
§) In den Bond van Handelsemployés te Semarang is groote ruzie ontstaan door de teleurstelling over den verdachten afloop van de fancy-fair en door het slordig beheer er van. Er werd een protestvergadering tegen het bestuur van den Bond gehouden, waar leden en niet-leden het woord voerden en ook iietnietlid Sneevliet meesprak. Er wordt aang.; verkt
op een scheuring,
De waterleiding te Semarang.
§) De officieele opening van de Oengaranwaterleiding te Semarang wordt eind Februari met een groot volksfeest gevierd.
Een eenige liquidatie.
De toko der Sarekat Islam. D^,die Roekoen, in kampong Grogol Kaoeman, is op de fleseh gegaan. Het wTas een lawaai van je welstc, toen de president Dermoredjo aan de aandeelhouders voorstelde, dat het restant goederen op vendutie zou worden verkocht. Daarvan kon dan ook niets komen, en — een dergelijke liquidatie is wel eenig in haar soort — toen laadde deze aandeelhouder een pikol bras op zijn nek, een andere pakte een hanglamp, een derde sjouwde een groot pak lucifers weg, een tiental teleurgestelden bestormden de geldla, zonder er echter iets in te vinden ; het was een lawaai, dat hooren en zien verging, vertelt het Soer. Nwsbd".
Een kwartier later was de toko leeg, de liquidatie was vlotter afgeloopen dan stellig tot nog toe door eenige vennootschap mogelijk werd geacht.
Ongewenschte elementen.
De Pr. Bode hééft het over de toename van het aantal menschelijke parasieten hier in lndië. „Het is niet te ontkennen — zegt het blad — dat onze samenleving gevoelig is voor bluf. Het bewijs ligt reeds in de daadzaak, dat zeker soort menschlijke roofdieren alle steden van lndië achtereenvolgens kan afstropen en hier zelfs jarenlang buit kan vinden. Van de beschaafde oplichters, of liever van de oplichters, die in gegoede kringen hun arbeidsveld zoeken, is de voornaamste handigheid: opvallen, anders zijn dan een ander, met zorgvuldig verborgen brutaliteit; „waarde" suggereeren mét leege koffers en leege beurs. Men vindt in lndië den zwaar-artistiek doenden oplichter, den gokker-dagdief, den man die van zijn goeden familie-naam leeft, den sjieke-schooier, den beschaafden indringer en nog andere variëteiten. Dan heeft men de typen van minder allooi, den zwendelaar, den woekeraar, tot den onbeschaamden straatroover toe, die in kampongstegen en speelhuisbuarten koning der apachen is. In den laatsten tijd is er een aanwas van die schadelijke elementen waar te nemen. De maatschappij zelve levert die parasieten open naarmate de strijd om het bestaan moeilijker wordt en de ontwikkeling van handel, industrie en landbouw hooger eis-hen stelt aan de werkkrachten, zal hun aantal toenemen. Maar er is ook verhoogde import van tuchthuismateriaal. Sedert in Nederland de zedelijkheidspolitie de inquisitie geopend heeft tegen de onzede, zien de souteneurs en andere van ontucht levende schurken meer heil in een reisje naar lndië als stoker op een boot danin drie-jarige opzending naar Hoorn.
Zoo zijn er thans onder de „zeelieden", die op lndië varen, tal van „Lewietjes" die nooit iets anders hebben gedaan dan in de achterbuurten van groote steden den brani uithangen, met spuuglok en bonte das, levend van de verdiensten van hun „meid", roovend en.stelend uit oogpunt van sport.
En omdat lndië niet de wijkplaats behoeft te worden voor dat laagste vuil. mag de immigratiedienst wel goed het oog gevestigd houden op wat hier binnenkomt of tracht achter te blijven."
Ons Dagelijksch Nieuws. MEDAN, 6 Januari. Inhoud van dit nummer.
Eersto Blad: 1. Amstordamsohe. Brio ven door Omega. 2. Uit Buitenland: Lloyd George's landpolitiek. 3. Mengelwerk : Uit de Lichtstad. Tweede Blad: 1. Verslag der vergadering Bank en Handelsver Naudin ten Cate en Co. 2. Velerlei: Dansend Parijs.— Ka honderd jaren. 3. Agenda. Postsluitingen. 4. Gemengd Nieuws. Derde Blad: 1. Financien en Handel. -- Cultures en Nijverheid: Het verflensen van de thee. — Mutaties. 2. Uit den Archipel. — Ons Dagelijksch Nieuws — f.aatste Nieuws. 3. Uit 't Moederland: De eerste uitkeering, I.
De Java-mail
is hedenochtend te 10 u. 51 te Medan aangekomen.
Bank- en Handelsvereeniging Naudin ten Cate & Co.
(Vervolg Tweede Blad), De heer Schneider voerde aan dat hierdoor toch geen liquide middelen aan de bank werden onttrokken. Ze heeft ze er juist door gekregen.
Dat was tenminste de bedoeling, merkte de heer Mag n é e op; intusschen schiep de bank zich toch ook verplichtingen door die transactie.
Op een vraag of er in Penang veel verloren wordt, verklaarde de heer Magn é e, dat aan de wijze waarop daar leeningen gesecureerd werden, zooveel mankeerde, dat de gelden thans niet zonder procedeeren zijn binnen te krijgen. Spr. stelde de afschrijving op Penang wel op 2Vi ton. Er werd daar o. a. een hypotheek opgemaakt, doch niet ingeschreven, met 't gevolg dat de bank meende hypotheek te hebben op een land, waarop intusschen anderen reeds weer aanspraken deden gelden. Ook zijn er allerlei chicanes doordat de bank er niet is „incorporated". 't Gevolg was dat de agent er als „trustee" moest optreden en de wijze, waarop deze dat deed, liet al weer te wenschen. De agent in Penang kreeg eerst 11/2 ton ter beschikking, later op verzoek 21/2 ton —en thans ligt er, na alle remises, 67° ton in Penang. De bank zit er in allerlei zaken, waaruit 't moeilijk valt, geld los te maken. Ze sloot er o.a. een consignatie-contract met een rubbermaatschappij in Ipoh, welke zich niet meer kon bedruipen, toen de rubber onder de 2 shillings kwam. Ook werkte ze met andere ondernemingen, welke alle tot één groep behoorden, en leende aldus 80.000 dollars uit zonder behoorlijke zekerheid. Die zijn alweer niet te krijgen zonder proces. Spr. heeft dan ook de tijden dat hij in Penang was, meer op advocaten-kantoren dan op 't bankkantoor vertoefd.
Op een vraag van den heer De Knokke v. d. Meul e n, of het gewoonte is, zulke groote bedragen ter beschikking van agenten te stellen, verklaarde de heer Magnée, dat het den agent zelfs strict verboden was boven bepaalde credieten te gaan ; geen cheque mocht ten slotte zelfs zonder paraaf der directie worden gehonoreerd. Maar tegen formeele instructies in, zette de agent gelden uit, welke nu niet zijn terug te krijgen.
De heer Post sprak er zyn verwondering over uit, dat de agent niet werd ontslagen, toen éénmaal zooiets was gebeurd, waarop de Pres. er aan herinnerde, dat de agent tweemaal ter verantwoording is geroepen. Hij beloofde toen ook beterschap, 't Is trouwens niet zoo gemakkelijk om opeens een geschikten opvolger uit den grond te stampen. Toen 't te gek liep, kreeg hij echter zijn ontslag en toen ging de heer Magnée zelf naar Penang, wat echter ook moeilijkheden gaf, daar de J3traits-manier van zaken doen anders is dan hier. De heer Gouver 11 e wees er op, dat er dus 272 ton beschikbaar wras voor den agent en er nu 67a ton vast zat. Dat verschil is toch te groot. De Pres. merkte hiertegen op, dat bij de run zwaar gefourneerd is. Eerst later is op zoo groote schaal geremitteerd. De heer Magnée: Penang had aan giro's en deposito's f 562.000, daarvan had minstens de helft in kas moeten blijven: maar de middelen bleken niet liquide. De heer Post: Maar uit de geregelde verslagen en kasstaten van den agent moest toch blijken, aan welke 'zaken de agent de gelden uitgaf. De heer Magnée merkte op, dat heel veel dingen niet door de directie te ontdekken waren. De heer Heybroek: Maar de agent kon toch geen valsche boekingen doen ! De heer Magnée merkte nader op, dat in 't laatst van 1912 de PenSng-boeken niet waren nagekeken door gebrek aan personeel als gevolg van ziekte : zoodat geen behoorlijke controle mogelijk was. De heer Heybroek voerde hiertegen aan dat de gelden toch niet ineens waren uitgegeven.
De heer Magnée: Hij gaf ineens 140.000 dollar uit.
De heer De Kno k k e v. d. Meuleii geloofde, dat men met nadere vragen om uitlegging toch niet verder zou komen. Beter was 't, aan de orde te stellen of er nog een oplossing was te vinden om te komen tot geleidelijke liquidatie.
De heer Schneider vernam van 't bestuur dat er nog 7 ton beschikbaar zou komen voor aandeelhouders bij geleidelijke afwikkeling. Kwam daar nu nog bij een millioen aan onuitgegeven aandeelen, dan had men ruim IV2 millioen aan uitstaande gelden. Kon er dan nog een selectie worden gemaakt onder debiteuren, welke in aanmerking kwamen om te betalen .... De Pres. deelde mee dat wat er op dit gebied mogelijk was, allang'was gebeurd. Verder deelde spr. mede, dat volgens de boeken de activa bedragen f 1.993.018.10 „ passiva , „ 1.293.626.72, zoodat er een batig saldo zou zijn volgens de boeken van f 699.391.38. Kwam dit er uit, dan zou er dus nog bijna 7 ton voor aandeelhouders zijn. zonder dat crediteuren iets te kort komen. De heer Gouver n e veronderstelde dat hier dan ook wel voor de volle waarde was opgebracht hetgeen niet terecht zou komen.
Pc heer Magnée merkte op, dat als men een obligatie-leening zou kunnen sluiten, natuurlijk wel geliquideerd kon worden. Maar zonder geld gaat 't niet. Er is ook nog overwogen om aan een bankinstelling, welke hier een kantoor zou willen openen, te vragen met de liquidatie te helpen, opdat ze in de relaties van de bank kan komen. Doch daarover kan niet hier te Medan onderhandeld worden en de directeur heeft inde gegeven omstandigheden de plaats niet willen verlaten.
De heer Westenberg vroeg voor hoelang surséance van betaling zou worden aangevraagd.
De heer Magu é e: dat kan voor hoogstens IVj jaftr. De heer Westenberg: Is dit voldoende om de zaak in 't reine te brengen? De heer Magnée: O. i. ja. De heer Schneider vroeg of er geen voorstel door 't bestuur werd gedaan om zich aandeelhouders te assumeeren ten einde het te helpen in het beheer. De Pres.: Als surséance wordt verleend, komen niet de belangen van aandeelhouders in aanmerking, maar die van crediteuren. De heer Schneider wilde in elk geval zooveel mogelijk openbaarheid, opdat te allen tijde de gang van zaken kon worden nagegaan. De Pres.: Bij surséance is elke publicatie gewaarborgd en wordt alles gedeponeerd. De heer Schneider vroeg verder of men zich al vergewist had van de medewerking van de groote crediteuren. De Pres.: Nog niet, maar die zal hoogstwaarschijnlijk wel worden verleend. Men hoopte de vorderingen van groote en kleine crediteuren te consolideeren. In dat geval is 't niet onmogelijk, dat er een liquidateur wordt gevonden, bereid om te helpen. Als hij maar niet aansprakelijk wordt gesteld. De ,aanviaag van surséance zou dan kunnen worden ingetrokken. Op een vraag van den heer De Knokk e v. d. Meul e n, of de bank, vóór de verleening van surséance aan haar verplichtingen kon voldoen, legde de Pres. uit, dat althans intusschen geen faillissement kon worden uitgesproken. De surséance is overigens ween voorstel van 't bestuur ; hiertoe is machtiging van aandeelhouders niet noodig. Het hestuur vraagt surséance aan, nu er geen andere uitweg meer is. De heer Magnée voegde hieraan toe dat 't voorstel tot liquidatie op 't laatste oogenblik moest komen te vervallen, zoodat deze vergadering feitelijk overbodig was, maar nu ze eenmaal werd bijeengeroepen, wilde men meteen openlegging van zaken geven. De heer Schneider opperde nog de mogelijkheid, dat de groote aandeelhouders persoonlijk als crediteuren optreden door een obligatieleening onder elkaar te nemen. Op een vraag van den heer De K n o k k e van der Meuien deelde de heer Magnée mede dat de assurantiezaken gewoon door gaan, daar immers bij een accident niet de agent, maar de maatschappij uitbetaalt.
De Pres. deelde nog mede, dat men met Silau Doenia speciale arrangementen hoopt te treffen. Overigens zal al wat belangrijks mocht gebeuren voor aandeelhouders, ten spoedigste in een nieuwe vergadering worden meegedeeld. Door den' heer S a 1 m gevraagd naar den vermoedelijken loop van zaken, zeide de Pre s„ dat nu vooreerst surséance zal worden aangevraagd, waardoor alvast tijd is gewonnen. De heer Den Boesterd is intusschen in Europa al bezig te trachten consignatie-contracten te sluiten voor de ondernemingen, waarbij de hank betrokken is. Er is geen enkele poging verzuimd om den toestand te redden.
Niets meer aan de orde zijnde, werd de vergadering gesloten.
Booze geesten.
Lieden van, Pasariböe Dolok der kampongs Hoeta Tombak, Si Mata ni Ari, Penjeboengan, Bonan Dolok Hoetan Tolang en Si Antar (Onderafdeêling Baroes, Tapanoeli), die eenige maanden geleden op last van het bestuur naar eene vlakte aan de zeezijde van het gebergte trokken om daar sawahs aan te leggen, zijn voor een gedeelte naar hunne verlaten woonplaatsen teruggekeerd, wegens ziekte, die zij toeschrijven aan de vertoornde geesten hunner vooroudere. Maatregelen zijn genomen om hen weder naar beneden te brengen.
Aldus vertelt, nuchter, de schrijver van het omcieele October-verslag der naburige residentie Tapanoeli.
Rooversbenden.
Sinds "ïi dag of wat zijn Inlandsche erf Chineesche rechercheurs, vergezeld van patrouilles uitgezochte politie-dienaren, er op uitgetrokken om zoo mogelijk de leden te arresteeren van de bende die in het einde der vorige maand Pangkalan Soesoe binnenviel, daar dé politiepost verrompelde, twee karabijnen buit maakte en overvolgens een aanval op de speelpachtdeed, waar ze ruim twee duizend gulden aan p.i-pier en zilvergeld wist buitte maken.
Twee patrouilles zijn daartoe naar Pangkalan Soesoe gegaan ter doorzoeking van het geheele terrein rond Birah-Birah enn Tandjong Kramat, waar 't moet wemelen van geboefte, 'n Derde patrouille is echter de richting van het havenplaatsje Rantau Pandjang en het Beneden Serdangsche uitgegaan, omdat van uit dat kustplaatsje door spionnen gemeld werd, dat er 'n prauw zou zijn geland jnet 'n paar forsche Chineezen er in, die blijkhaar niet veel goeds in den zin hadden. Opmerkelijk was 't bovendien dat in diezelfde sampan de riem van een karabijn werd aangetroffen.
Zonder dralen heeft de recherche deze drie mannetjes dan ook laten arresteeren. waarna ze naar Tandjong Poera werden opgezonden, waar ze middels tolken verklaarden, afkomstig te zijn uit het Peraksche en door storm op zee in hun tongkang te zijn overvallen waardoor ze na stranding zich gedwongen zagen per sampan naar 't naaste kustplaatsje te trekken.
Intusschen is evenwel reeds weer 'n nader bericht gekomen, dat nog meer van dergelijke lugubere zwervers in de omgeving van het nietige Rantau Pandjang zijn gezien, zoodat 't zeer waarschijnlijk is, dat ook de drie gearresteerde kwanten tot die groep behooren en deel uitmaken van de bende van dertig a veertig man, die in dien bewusten nacht Pangkalan Soesoe dan overvielen en zoodra ze merkten dat de recherche hen op de hielen zat, snel 'n ander terrein voor hun rooverspraktijken zochten.
Voorbarig.
In dit nummer is opgenomen een uitvoerig verslag van de buitengewone algemeene vergadering der Bank- en Handelsvereeniging Naudin ten Cate & C 0.,, welke tegen gisteravond was bijeengeroepen om over het bekende bestuursvoorstel tot liquidatie te beraden. Daarin zal den lezer treffen de mededeeling van het bestuur, dat de onderneming thans niet in staat is aan hare verplichtingen te voldoen, niettegenstaande de directie op 29 December j.l. aan de redactie van dit blad uitdrukkelijk bleek te hebben verklaard, dat er geen sprake van was dat de vennootschap ook maar in 't minst in haar verplichtingen zou tekort schieten. Ook ons trof natuurlijk de gisteravond uitsproken bestuursverklaring, welke alleen werd toegelicht met de mededeeling „dat de financieele steun, waarop voor de liquidatie was gerekend, niet zal worden verleend". Van een dergelijken financieelen steun was ons ook in ons onderhoud met de directie op 29 December j.l. gesproken als van een waarborg dat alles terecht kwam. Wij hebben daarom onderzocht, in hoeverre de directie op 29 December gerechtigd was, ons, met den verwachten financieelen steun als basis, haar geruststellende verzekering te geven en kunnen nu het volgende mededeelen: Financieele steun tot geleidelijke afwikkiug van de liquidatie was toegezegd door een financieel krachtige persoonlijkheid onder uitdrukkelijke voorwaarde dat een onderzoek van de boeken onvoorwaardelijk zou aantoonen, dat crediteuren en liquidatie-kosten ruimschoots gedekt waren. De zekerheid kon echter niet worden gegeven, aangezien omtrent Penang geen voldoende gegevens aanwezig waren om een juiste beoordeel ing van den stand van zaken te kunnen geven • Hieruit blijkt dus dat de directie op 29 December aan de Sumatra Post een mededeeling omtrent den stand der onderneming heeft verstrekt, waarvoor het minst-onaangename woord voorbarig is.
De rubbercrisis en de koelieloonen.
Naar aanleiding van de waarschuwing van het Haagsche Vaderland, tot Indische rubberplanters gericht, om toch niet het voorbeeld van de Malakka-planters te volgen, die in de huidige crisis op de rabbermarkt aanleiding vinden om te tornen aan de koelie-loonen, hadden wij een onderhoud met den secretaris der Algemeene Vereeniging van Rubberplanters ter Oostkust van Sumatra en zijn nu gemachtigd tot de mededeeling, dat het bestuur van dit lichaam, wanneer onverhoopt uit den boezem der vereeniging een voorstel zou komen om te tornen aan de loonen der koelies —*
voorzoover dit dan nog mogelijk zij in dit gewest, waar onder contracten met gestipuleerde minimum loonen wordt gewerkt —, zich tegen sulke maatregelen met alle kracht zou verzetten, van meen ing als het is. dat zeker niet in die richting een oplossing van de moeilijkheden te vinden ware— integendeel, dat zulk een loonsdrukking juist de moeilijkheden zou vermeerderen.
Het verheugt ons, deze verklaring hier te kunnen weergeven. Hopen wij, dat het bestuur ten dezen alle leden achter zich heeft.
Telegraaf en sneeuw.
Het Telegraafkantoor bericht ons, dat de gemeenschap met Hamburg en Nederland aan belaugrijke vertraging onderhevig is wegens sneeuwstormen in Duitsehland.
Draadlooze telegrafie.
Naar het Telegraafkantoor ons bericht, zal het radiotelegrafische station te Weltevreien heden en morgen gesloten zijn wegens herstelling aan het luchtnet.
Gevaarlijk buurman.
Een Chinees uit de Bankastraat kwam er zich gisteren bij de politie over beklagen, dat zijn buurman, een Indo-Europeaan, werkzaam bij het Belawansche filiaal van een der Medansche handelskantoren, bij herhaling hem had lastig gevallen omdat hij als broer van buurman's Chineesche concubine dat meisje er toe overgehaald had niet langer bij dien ruwen toewan te blijven. Op 't laatst zou volgens dien Chinees de bewuste Indo hem zelfs met een revolver bedreigd hebben. "tSlot van de geschiedenis is, dat de commissaris van politie eens persoonlijk'n „onderzoek ter plaatse" ging instellen bij welke gelegenheid hij twee revolvers — en 28 patronen — in 't bezit van den boomklerk aantrof, voor welke wapens hem hier ter plaatse geen vergunningen waren uitgereikt. Voor dit laatste zal het bewuste jongmensch dan in elk geval wel spoedig ter verantwoording worden geroepen.
Raad van justitie.
Kneveiaïyc Voor den Baad van Justitie had zich hiep heden ter zake knevelarjj te verantwoorden da voormalige opzichter bij de gestraften te Laboean R. J. H., thans als werkbaas, te Tandjong Poera, werkzaam bij den dienst der Lokale Werken. Bekl. had, volgens de ten laste legging, een Javaansch politioneel gestrafte uit Pangkalan Brandan, die te Laboean aan den daar in aanleg zijnden weg naar Belawan te werk was gesteld, „met misbruik van zijn ambtelijn gezag", als huisjongen in dienst genomek zonder hem loon uit te betalen. Gedurende elf dagen heeft die Javaan nog bij bekl. gewerkt. Ter rechtszitting verklaart bekl., dat hij bij zijn komst in Laboean niet beter wist of hetgeen hij gedaan had, mocht, wijl alle opzichters —in totaal negen — die daar in Laboean weikten, krakalisten als huis-jongens in dienst hadden genomen. Dat gebeurde, volgens bekl., met medeweten van den Inlandschen cipier. Zekere Heyligers, 'n medeopzichter daar in Laboean, had hem trouwens ook „ingelicht* dat er niets tegen was. Enkele dagen na zijn komst in Laboean kreeg hij toen door tusschenkomst van Heyligers reeds 'n krakalist als boy in dienst. Na anderhalf uur was die echter weggeglipt, het momentje van vrijheid handig benuttend. Met 'n tweede lukte 't wat beter, doch ook die was „over 'n week" reeds gedrost. De derde, de bewuste Djojo, bleef wat langer, ja zelfs tot zijn straftijd om was. Loon kreeg hij niet, maar wel den kost en zoo af en toe 'n fooitje. Waar die boy zich 's avonds ophield, was bekl. niet bekend. Naar hij vermoedt, koempoelde hij dan met de andere boy-krakalisten der drie opzichters, met wie bekl. in één huisje samenwoonde. Bekl. wist wel dat dit boy-systeem op Java niet mocht, doch meende dat hier de civielgezaghebber er de goedkeuring toe gegeven had, omdat hij zelf gevangenen in zijn tuin liet werken. Later eerst heeft de civiel-gezaghebber alle opzichters bij zich op kantoor laten roepen en hun toen gezegd, „dat 't nu maar uit moest zijn met die huisbedienden-geschiedenis." Gedurende het verdere verhoor werd bekl, nog gevraagd, of hij reeds vroeger veroordeeld was. Ja, antwoordde bekl. weifelend, maar voor welk feit, dat wist hij zich niet meer precies te herinneren. Hij meende dat 't „terzake provisiën" was. Dietstal van provisiën bedoelt u zeker ? merkte de president op. Neen, ik heb ze niet gestolen, ik had ze gekocht Ja, dat doet uu allemaal niets ter zake. De Raad van Justitie heeft U in elk geval schuldig verklaard aan de U ten laste gelegde feiten. Eu tot welke straf is U toen veroordeeld ? Tot zes of zeven maanden, geloof ik. Nu, dat zult U zich toch nog wel kunnen herinneren ? Even peinsde bekl.,- ja hij was dan tot 9 maanden gevangenisstraf veroordeeld met aftrek van enkele^ maanden preventief. Verder verklaarde bekl. ook nog, dat de bewuste Djojo hem er attent op had gemaakt, dat „hij al zeven dagen verstreken was vau zijn dienst-expiratie," — zooals bekl. dit uitdrukte. De heer J. Franke, civiel-gezaghebber te Laboean Dcii, die hierna als getuige gehoord werd, bestreed dat hij gevangenen op zijn erf liet werken. Wat hij wel deed was, zoogeuoemde kwartierzieken, die niet in staat bleken aan den weg te werken, op het tusschen zijn woning en de gevangenis gelegen terrein aan 't werk te zetten. In dit verband merkte get. nog op, zolf drie eigen kebons in dienst te hebben om zijn erf in orde te houden. Vervolgens deelt get. mede, eerst door dit geval van Djojo er achter te zijn gekomen, dat die opzichters geregeld krakalisten als boys bij zich in dienst plachten te nemen. De directie der Bataafsche had er namelijk over geklaagd dat die Djojo, die als contractant bij die maatschappij in dienst was. te lang in gevangenschap was gehouden. Bij navraag bleek get. toen eerst, dat bekl. den man maar gemoedereerd in dienst had genomen. Naar get. vermoedt, wisten de opzichters deze gewoonte zoolang verborgen te houden, door voor te wenden, dat de betreffende Javanen gedrost waren. Kort voor 't verstrijken van hun straftijd werden ze dan zoogenaam I weer gevat. Naarde cipier ge':, verklaarde, moet ook die van al die praktijkjes niet op de hoogte zijn geweest. 'n Verklaring, welke de later als get. gehoorde Inlandsche cipier, bevestigde. Bekl. van zijn kant hield evenwel vol, dat 't wel met medeweten van den cipier gebeurde. doch toen er in dit verband 'n getuige werd binnengeroepen om dit zoo mogelijk te bevestigen, zeide deze Inlandsche sleuteldrager, er nimmer bij tegenwoordig te zijn gefeest wanneer zoogezegd met medeweten van den cipier uit de krakalisten weer 'n nieuwe boy gerecruteerd werd. Het 0. M. — waargenomen door Mr. Dekema — achtte het bekl. ten laste gelegde feit bewezen en requireerde derhalve onder 't aannemen van verzachtende omstandigheden tegen bekl. wegens het zich schuldig maken aan 't misdrijf van knevelarij zes maanden gevangenis plus betaling der kosten van 't geding. Bekl.'s toegevoegde verdediger Mr. J. J. de Heer, zeide verrast te staan over de hooge straf, welke het 0. M. voor dit in den grond zoo geringe vergrijp dorst eischen, te meer, daar er toch van geen boos opzet sprake was en 't zelfs hedentendage vooral in uithoel.jes van 'c gewest nog veelvuldig gebeurt, dat gevar.yv. - i evenals vroeger in Medan voor allerhand akkevietjes gebruikt worden.
Spreker pleitte dan ook voor vrijspraak subsidiair oplegging eener geldboete, De uitspraak werd bepaald op Dinsdag a. st. # *
M o edw illigel verwonding.l Door den Raad van Justitie werd hedenl uitspraak gedaan in 't geding tegen P. Ch. v.l St., assistent op Kwala Pessilam, ter zake het j
moedwillig toebrengen van verwondingen aan een Javaansch koelie van genoemde estate. en bekl. veroordeeld tot acht dagen gevangenisstraf.
De eisch luidde: veertien dagen