Vrijdag werd ons g.: eind, dat in financ.'ëele kringen verwacht; werd dat op de oorlogsleening voor het dubbele van hei: vastgestel le bedrag zou worden ingeschreven. Gisteren echter kwam plotseling het bericht dat slechts voor 85 van de 275 millioen was ingeschreven, zoodat waarschijnlijk voor de resteerende 190 millioen een gedwongen leening zal moeten worden ingesteld. De telegrafische blunder van Vrijdag j.l. bewijst dat men aanvankelijk groote verwachtingen koesterde, die dan echter op een bittere teleurstelling zgn uitgeloopen. De mislukking der vrije inschrijving mag echter niet uitsluitend op rekening van laksheid of gebrek aan patriottisme worden geschreven. Voor zooveel de verwachte inschrijvingen uit bet buitenland betreft, heeft men zich misrekend. Het buitenlandsche kapitaal heeft zich onbetuigd gelaten. Doch dit is zeer begrijpelijk. In Frankrijk, Duitschland en Engeland heeft men het geld hard noodig voor zijne eigene nationale ieaningen en oorlogsfondsen. Het feit dat ia Eugeland dooide staatsbank onder goedkeuring der regeering een inschrijving is geopend op 6en bedrag van 250 millioen francs aan Fransche 5 procents-schatkistbiljetten wijst erop dat men in Frankrijk zelfs reeds op buitealandsch geld is aangewezen, het althans gaarne ziet toevloeien. Van het buitenland was alzoo voor de Nederlandsche leening, ondanks de hooge rente — in het buitenland is zjj echter even hoog — weinig te verwachten. Wat nu het Nederlandsche kapitaal betreft, zoo moet men niet uit 't oog verliezen dat er politiek in 't spel is. Tegen de oorlogsleening van Treub — gedwongen of vrij — werd een wijdverbreide en levendige oppositie gevoerd, en — curieus genoeg, van de zijde der politieke vrienden van het ministerie. Liberalen, Vrijzinnig-democraten en Sociaaldemocraten verklaarden zich tégen een oorlogsl e e n ï n g (ter delging waarvan 15 jaren lang het geheele volk hooge belastingen zou moeten opbrengen) en vóór een oorïogs'o elast i n g, waartoe vooral de bezittende k'asse zou worden aangesproken. Wanneer men bedenkt, dat een oud-liberaal als D. W. Stork, een der vertegenwoordigers van het Nederlandsche groot-kapitaal, zich met hand en tand tegen de 1 e e n i n g verzette en een hefling-in-eens, uitsluitend van de grootere vermogens, voorsloeg, dan wordt het duidelijk, dat deze mislukking der oorlogsleening niet zoozeer is een financieel échec, te wijten aan gebrek aan patriottisme, als wel een politieke nederlaag van minister Treub. Het groot-kapitaal — dat zeer goed weet dat het tot de leening zou kunnen worden gedwongen en dat het dan tevreden zou moeten zün met een rente van 4in plaats van 5 pCt.— heeft deze oorlogsleening willen doen mislukken, teneinde er een oorlogsbelasting voor in. de plaats te krjjgen. Het ging om Dr. Bos contra minister Treub. Bos heeft gezegepraald, Treub ligt onder.
De vele kleine kapitalisten, die op de leening inschreven, hebben zich waarschijnlijk alleen laten leiden door financieele overwegingen; hen trok de rente van 5 procent aan. En dat de „Koninklijke" en de „Bataafsche" voor 25 millioen opkwamen was, ook „politiek", doch van een anderen aard; de „Koninklijke" heeft waarschijnlijk daardoor haar, weleens aangetast, „nationaal karakter" willen bewijzen. 't Is thans de vraag, wat er nu in Nederland verder zal gebeuren. Eén van tweeën: öf Treub en de regeering zetten de zaak door en maken van de ontbrekende 190 millioen een, zeer impopulaire, gedwongen leening; öf
.. .. Treub treedt af. Dit laatste is niet onwaarschijnlijk, gezien den omvang van het door hem geleden politieke échec. In dat geval treedt dan allicht dr. Bos op en komt er — ten spijt van dr. Kuypers dreigementen met de Eerste Kamer —in de plaats der oorlogs-1 e e n i n g een oorlogs belasting.
De verdere afwikkeling dezer politieke quaestie in Nederland is van groot belang voor Indie. Immers, minister Pleyte antwoordde op een desbetreffende vraag van den gouverneurgeneraal, dat 't hem ongeraden voorkwam, ook het Indisch kapitaal tot inschrijving op de Nederlandsche oorlogsleening aan te moedigen, daar de 'minister voornemens was, in Indië zelf een gedwongen leening uit te schrijven, waarvan de opbrengst zou moeten dienen om ■de vlottende schuld van Indië aan det moederland af te lossen. Dit sein" de minister Pleyte in de dagen dat minister Treub nog uitsluitend aan een gedwongen leening dacht, waarvoor hij later een vrij e in de plaats stelde. Welnu, gaat thans in Nederland de gedwongen leening dóór, zoo zal daarvan het gevolg kunnen worden verwacht, dat ook de minister van Koloniën vasthoudt aan een gedwongen leening in Indië ter aflossing van de Indische schuld.
Wij hebben reeds vroeger aangetoond, om welke redenen eene zoodanige regeling hoogst onbillijk zou zijn tegenover de Indische ingezetenen. Immers, de in Indië gemaakte bedrijfswinsten vloeien voor het overgroote deel naar Nederland af. En 't zjjn in de eerste plaats die winsten, die voor de gedwongen leening zouden zijn aan te spreken. Wij zouden dezen toestand krijgen, dat de hoogere en lagere employés in Indië gedwongen zouden worden de Indische schuld af te lossen, terwijl de in Nederland wonende aandeelhouders, commissarissen en directeuren der Indische ondernemingen buiten schot zouden blgven.
Dit achten wg—gelijk gezegd—hoogst-onbillat
Treedt echter in Nederland een oorlogsbelasting in de plaats van een gedwongen oorlogsleening, dan ligt 't in de rede dat ook minister Pleyte het denkbeeld eener gedwongen leening in Indië zal laten varen. En dan wordt ook hier de weg geopend voor billijker handelwijze. Immers, zelfs in i/eval men dan ook hier een extra belasting hief, zouden volgens de inrichting van het Indische belastingstelsel in alle geval ook de bedrijfswinsten der ondernemingen en vennootschappen wordeu aangesproken.
Dooh men zou zeer wel, voor zooveel Indië
betreft, met een vrije leening kunnen beginnen en daarbij ook in Nederland de gelegenheid tot inschrijving kunnen openen. Tegen ecu Indische leening bestaan in Nederland bij de oppositie geene politieke bezwaren en die zou dus, aangenomen dat een behoorlijke rente wordt toegezegd, ongetwijfeld het Nederlandsche kapitaal aanlokken. En dan ware voor Indië de zaak gezond. In 't belang van Indië moeten wij dus thans hopen dat in Nederland de oorlogsleening vervalle en er een oorlogsbelasting voor in de plaats kome-
N. B. Hedenmiddag kort vóór het afdrukken dezer pagina, ontvingen wij het, nu verbluffende, bericht, dat op de Nederlandsche oorlogsleening voor 300 millioen galden is ingeschreven. Kr ia aan de telegrammen betreffende die leening geen touw ineor vast ie . i /> ; en I
"De oorlogsleening in Nederland.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
"De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
Reeds meer dan eenmaal leidden de omstandigheden ertoe, te herinneren aan de geruchten van enkele jaren geleden, volgens welke in een geheim Engel.ch-Japansch verdrag zou zijn overeengekomen, dat in geval van een wereldoorlog Japan tijdelijk Nederiaadsch-Indië zou beletten om het te bewaren voor Grroot-Bnttanje. Die geruchten werden nimmer bevestigd en daarom ten slotte naar r-t phantastisch gebied der legende verwezen. Dat zij desniettemin thans, nu er werkelijk ecu wereldoorlog is uitgebroken, opnieuw opduiken, is verklaarbaar.
De Indische Gids vestigt de aandacht op een correspondentie uit Rome aao de Münchner Neueste Nachrichten dd. 27 October j.1., waarin het volgende voorkomt. „Eenige dagen geleden heeft de pers van het Drievoudig Verbond, ten minste iv neutrale landen als Italië, het bericht verspreid, dat een optreden tegen Nederland in den vorm van een ultimatum vai* Engeland, niec uitgesloten zou zgn. Terwijl dit bericht officieel ermede gemotiveerd werd, dat Nederland het Duitsche Rijk door een aanhoudende 'approviandeering eu toezending van goederen met inbreuk op de eigen formeele neutraliteit begunstigt, en dat Engeland vreest, dat het Duitschland mei toestemming van Nederland mogelijk zal zgn, ook het neutrale gebied der monding der Schelde, van Antwerpen uit, voor zgn oogmerken te gebruiken, heeft men in de Italiaansche en overige pers als den waren grond van deze Engelsche bedreiging van Holland den wensch beschouwd, het kleine, aan België grenzende land, zoo mogelijk door zulke bedreigingen „in het gebied van de politiek van het Drievoudig Verbond" te trekken.
„Wij gelooven nu in staat te zyn, te wijzen op een geheimen samenhang, die tot dusver, voor z.oover wij weten, in Duitschland zoo goed als onopgemerkt is gebleven en de oogmerken van Engeland tegenover Holland op een verbluffende wgze zou verklaren.
„In het jaar 1907/08 bereisde een bekend Duitsch geleerde met een wetenschappelijk doel Japan, waar hg op grond van zijn goede aanbevelingen met den toemaligen en huidigen minister-president, graaf Okoema, in relatie trad, zoodat Okoema hem op zgn verdere reizen in het binnenland als tolk en begeleider een bekenden off'icieusen Japanschen journalist ter beschikking stelde. In den loop van deze reis heeft de Japansche journalist den geleerde een scherp afgebakend program voor de toekomstige buitenlandsche politiek van Japan ontworpen, dat als volgt luidde: Iv de eerste plaats zal Japan zich meester maken van Korea en Mandsjoerije, om zijn invloedssfeer op het Aziatische vasteland af te ronden; vervolgens zal Japan onder voorloopige verdaging van de oplossing, die de behandeling der Japanners in de Vereenigde Staten noodig scheen te maken, zich tegen .het Duitsche Rijk keeren, om bij gelegenheid van den eersten Duitsch-Eugelschen oorlog zich meester te maken van de Duitsche kolonie Kiautsjou. Als prijs voor deze ongemotiveerde deelneming van Japan aan een Europeeschen oorlog, zal het van Engeland op grond van duidelgke verzekeringen ook de Nederlandsche koloniën in den Indischeu Oceaan krijgen, waarvan het met name Java en Sumatra voor zijn handel noodig heeft, terwijl Engeland het prefereert, tegenover zijn Indisch rijk den vertrouwden Japanschen bondgenoot in plaats van de onder zekeren Duitschen invloed staande Nederlanders te hebben. Als deze punten van het programma uitgevoerd zullen zgn, dan zal Japan zich tegen de Vereenigde Staten keeren, uit welker bezittingen in de Zuidzee de Japanners de Philippgnen en de Hawaï-eilanden wenschen te verwerven. „Al behoeft men aan dergelijke programs in het algemeen ook geen overdreven beteekenis toe te. kennen, men moet in dit geval toch erkennen, dat eenige punten tot dusver al met opmerkenswaardige juistheid ten uitvoer zgn gelegd. Japan heeft zich meestergemaakt van Korea en Mandsjoerije, het heeft tegen alle verwachtingen in de krenkende behandeling van de gele rassen in de Vereenigde Staten geslikt en het niet tot een conflict met Noord-Amerika laten komen, het heeft nu geheel ongemotiveerd in den Europeeschen oorlog ingegrepen, om zich meester te maken van de Duitsche kolonie in Oost-Azië. Tegenover deze feiten schijnt het niet onmogelijk, dat ook de volgende punten, waarvan het eerste de toestopping van de Nederlandsche koloniën in den Indischen Oceaan door Groot- Britannië aan Japan zou zijn, een zekere waarschijnlijkheid krijgen. En d- rhalve mag men ook aannemen, dat het geraden is, de geruchten van de pers van het Drievoudig Verbond van aanstaandeEngelscheberdreigingen aan het adres van Nederland, niet zonder meer van de hand te wijzen. Het zou best daarop kunnen neerkomen, dat onder een voorwendsel het conflict in het leven werd geroepen, waarbij Engeland het ook tegen Duitschland toegepaste recept getrouw, den oorlog zonder meer naar de ver afgelegen koloniale rijken zou kunnen overbrengen." In verband met het bovenstaande maakt de Indische Gids melding van een bericht in het Hamburger Fremdenblati dd. 9 November, waarin onder meer het volgende wordt medegedeeld.
„In de maand Maart 1914 verscheen te Makassar een Japansch oorlogsschip. Een Japansch zee-officier van hoogen rang, die zich aan boord bevond, bezocht o.a. de Chineesche school aldaar. In dea loop van een politiek gesprek met den leider dier school greep de zee-officier een potlood en trok daarmede een kring op een in de Kamer hangende groote landkaart, die Noordelijk van de Philippijnen begon, zich Zuidelijk langs de Westkust van Borneo voortzette, door Straat Soenda om Java heen voerde om met inbegrip van Nieuw Guinea weder naar de Philippijnen terug te voeren. „Ik ga met u elke weddenschap aan" — zoo zeide de Japanner daarbij — „dat binnen vijf jaar dit geheele complex aan Japan behoort".
„Het was daarbg interessant te zien hoe de teekenaar eerst Sumatra ook in den kring wilde opnemen, maar dit onmiddellijk herstelde en Sumatra vermeed. Nu moet men weten, dat in Sumatra enorme Engelsche kapitalen belegd zija, om dit op zichzelf onbeteekenende voorval goed te begrijpen. Daar Engeland groote belangen op Sumatra heeft, zou het natuurlijk in geval van een conflict met Nederland op dit bezit van groote waarde onmiddellijk beslag leggen en niet toestaan, dat Japan de hand daarop legde. „Uit dit en uit vele andere feiten (b. v. is het feit vermeldenswaard, dat ter gelegenheid van de Koloniale Tentoonstelling te Semarang Japansche staf-officieren de tentoonstelling van het Japansche paviljoen geleid hebben) trekt men in "ingewijde kringen in Nederlandsch-lndië de gevolgtrekking, dut tusschen Engeland en Japan een overeenkomst begaat, hoe de twee Staten voor het geval Nederland in den oorlog tegen Engeland wordt betrokken, denken op te treden. In elk geval hebben dan de Vereenigde Staten daarbg ook nog een woordje mede te spreken."
Naar aanleiding van een en ander merkt de redacteur der Indische Gids op, dat de houding van Engeland gedurende dezen oorlog de aldus weder opgerakelde oude geruchten allerminst bevestigt. Engeland had zeer gemakkelijk een conflict met Nederland kunnen uitlokken. Niet alleen echter dat het dit niet gedaan heeft — het legt voortdurend den ernst'gen wil aan den dag om de iv deze dagen voorkomende quaestiën in der minne te schikken. En bij het ingrijpen van Japan schreef Engeland duidelijk voor, tot hoever Japan mocht gaan: niet ten Zuiden der Philippijnen. „Voorloopig" — zegt de Indische Gids — „is de Nederlandsche regeering zoo gerust omtrent de bedoelingen van Japan, dat juist op grond daarvan de verdere oorlogstoebereidselen in Indië zgn gestaakt.
„Er zijn zeker eenige punten van het program uitgekomen, maar... reeds vóór 20 October, den dag waarop de brief aan de Münchner Neuste Nachrichten geschreven werd".
De uitlatingen van den Japanschen journalist in Japan, die aan den Duitschen geleerde als tolk werd toegevoegd, hebben natuurlijk geen waarde; vooral niet als men bedenkt, dat de praatjes omtrent het geheime Engelsch-Japausche verdrag indertijd ook in Japan zelf ruchtbaar zullen zgn geworden. Het is dan begrijpelijk ,dat de phautasie van den Japanschen journalist zich tot die geruchten aangetrokken gevoelde.
Van me.r belang is echter de vraag, of het verhaal betreffende den Japanschen zee-officier te Makassar al dan niet op waarheid berust. In het bericht komt een kleine vergissing voor, daar niet in Maart 1914 doch in Maart 1913 een Japansch oorlogsschip Makassar bezocht. Was de „leider der Chineesche school* een Chinees en de manipulatie van den Japanner op de landkaart van Nederl.-Indië een (onvoorzichtige) grap tusschen Oosterlingen onderling, misschien later in sociëteitspraatjes slecht overgebracht? Of was 't een Hollandsch-Chineesche school met een Hollandschen onderwijzer? In 't laatste geval zou ook nu nog gemakkelijk volledige zekerheid zijn te verkrijgen. Het voorgevallene is pas twee jaren geleden gebeurd en 't zou inderdaad aanbeveling verdienen, door een onderzoek ter plaatse vast te stellen, wat die Japansche zee-officier al dan niet werkelijk heeft gezegd, al ware 't alleen om eventueel tot de conclusie te kunnen komen, dat ook dit détail der fameuze legende inderdaad van geenerlei beteekenis was. Er wordt te veel over die geheime Engelsch- Japansche overeenkomst in verband met de toekomst van Ned.-lndië gesproken, dan dat men niet zou mogen wenschen, dat eindelijk eens de volle waarheid omtrent al die geruchten aan 't licht werd gebracht.
"Japan en Nederl. Indiê.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
He meerderheid van de officieren der garnizoenen te Buitenzorg en Semarang besloot tot oprichting van een afdeelingscomitée.
"Uit den Archipel. PER TELEGRAAF. 12 Januari. De Malangsche circulaire.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
Te Semarang is een nieuwe Kartinischool ■eopend.
"Een Kartinischool.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
Het Bat.-Nbl. verneemt dat Zaterdagavond tusschen Idjo en Gombong een baanverzakking plaats had. De laatste trein van Maos naderde in de duisternis onder een stortregen, en de machinist zag de op onveilig staande signalen niet. De locomotief passeerde het stremmingspunt, doch toen zakte de baan geheel in, waardoor het overige deel van den trein ontsppoide. Twee wagens liepen op elkaar, negen zgn omgeslagen. De materiësle schade is aanzienlijk. Er kwamen geen persoonlijke ongelukken voor.
"Een baanverzakking.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
De Chinees Tjoa Hok Kiang te Buitenzorg kreeg eergisteravond een kogel in den rug. De dader is onbekend. De toestand van den Chinees is ernstig.
"Een kogel in den rug.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
Zondagmiddag werd weer ingebroken in het blok huizen Kali-Besar — Kerkstraat — Nieuwpoortstraat — Java en Bankstraat. Het werd tijdig ontdekt en het blok geheel afgezet met 50 politieagenten. De dief werd nog op de daken gezien, maar hij is ontsnapt. Niets wordt vermist. Het geval wekte groote consternatie en veroorzaakte een toeloop van Inlanders, terwijl er verder den heelen dag over gesproken werd.
"Inbraak.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
De Insulinde wordt weer in de vaart gebracht. Dertig Inlanders vertrokken per Tabanan naar Holland ter compleceering van de bemanning der Insulinde.
"De „Insulinde.”". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
De Gemeenteraad van Batavia heeft ingesteld een Europeesch bevolkingsregister volgen het kaartsysteem.
"Een bevolkingsregister.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
Men seint ons uit Batavia: Verleend, twee maanden verlof naar Fort de Koek en Buitenzorg aau den as..-resident van Nias, den heer Rappard. Benoemd is tot assistent resident-secretaris van Tapanoeli de ambtenaar op nonactiviteifc Petri, laatstelijk in Indragiri. Benoemd is tot tijdelijk exploitatiechef der Atjeh tram, de heer Lammers Lisnet. Geplaatst, met intrekking zijner plaatsing in Palembang, in Benkoelen de controleur Kok, thans in Djambi.
"Ons Dagelijksch Nieuws. Medan, 12 Januari. Mutaties.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
Het Postkantoor deelt ons mede, dat te beginnen met morgen geregeld elke week (waarschijnlijk meest des Woensdags) posten zullen worden gesloten via Laboean Bilik voor Bagau Api Api, Bengkalis, Pakan Baroe, Siak en Selop Pandjang. Eens om de 4 weken zullen die posten direct van Bengkalis worden verzonden, als de gelegenheid daartoe bestaat. De tijdstippen van postsluiting zullen telkens nader bekend worden gemaakt.
"Communicatie langs de kust.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
In de kampong Petjerein (landschap Lingga) is mond- en klauwzeer geconstateerd. Eveneens in de kampong Soerbakti (landschap Lingga) en kamp. Gerot Boesoek (landschap Sarinembah).
"Mond- en klauwzeer.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
In het buitenlandsch verkeer via „Eastern"-kabels zijn gewone en uitgestelde telegrammen bevattende slechts één (verstaanbaar) tekstwoord wederom toegelaten.
Brieven uit Turkije verzonden moeten in open omslag worden gepost en geschreven zgn in de Turksche, Arabische, Fransche, Duitsche, Engelsche, Italiaansche, Israëiietische, Armenische of Grieksche taal.
In verband met terugzending uit Nederland van een gedeelte der correspondentie van Indië voor België moet gewaarschuwd worden dat 't onzeker is, of' correspondentie voor België haar bestemming bereikt.
"Post- en Telegraafverkeer.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
Zaterdagavond trad te Pankalan Brandan met zeer veel succes de prestidigitateur Bowman, een Amerikaan, op. Hij verricht verwonderlijke goocheltoeren en gat buitendien een Punch-and-Judyshow, die voor kinderen alleraardigst was. Men was te Brandan zeer tevreden over de voorstelling. Zaterdagavond a. s. geeft de heer Bowman een voorstelling in het Medan-hotel.
"Pankalan Brandan.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
Zaterdag vertrokken per Cheng Tv weder ongeveer 1000 koelies naar China. Hieronder bevonden zich 900 contractanten wier arbeidsovereenkomst was geëxpireerd en KH), die zonder middel van bestaan waren.
"Repatrieerende koelies.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
Den laatsten tgd liet ac watervoorziening te Belawan nogal te wenschen over. De artesische putten, die vroeger ruim water leverden, waren in den loop van den tgd min ot meer dichtgespoeld, zoo dat er niet meer dan een dun waterstraaltje omhoog spoot en het ettelijke minuten duurde, vóór mcD bv. een blik vol kreeg. Deze toestand werd voor de bevolking, die vaak in lange rijen haar beurt stond af te wachten voor de bron en daarvoor veel tgd meest offereu, onhoudbaar. Dezer dagen nu is men begonnen met een der putten zooals men dat noemt schoon te spoelen, met het gevolg dat er thans al weer zooveel water omhoog gestuwd wordt, dat er 2 blikken per halve minuut kunnen worden gevuld. Een ideaaltoestand is dit wel niet, maar tegenover vroeger toch al een groote verbetering.
"De watervoorziening te Belawan". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
Naar wij vernemen is een aanvang gemaakt met het omkappen van bosch en hefc dichtgooien van moeras rond om de kampong Belawan over een breedte van 300 a 400 Meter. Zoodoende hoopt men de muskieten, die voor Belawan een groote kwelling zijn en in deze zöue genesteld zijn. te verdrijven. Het werk wordt uitgevoerd door dwangarbeiders.
"De muskietenplaag te Belawan.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
Heden werd gearresteerd een 5 maanden geleden vau de onderneming Soengei Priok gedroste koelie, die in het bezit werd gevonden van 2 gestolen zilveren horloges en een aantal kleedingstukken. Voorts 3 Javanen, van wie 2, kortgeleden uit de gevangenis ontslagen dwangarbeiders, zich geschuldig hebben gemaakt aan diefstal van een fiets ten nadeele van een fietsenhandelaar aan de Kesawan en de derde de vermoedelijke kippendief is van den Kauonnenweg.
"Dieven geknipt.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008
Van den heer Magnée ontvingen *l het volgende schrijven: Naar aanleiding van het ingezonden van den heer André Vetter veroorloof' U de volgende opmerkingen te doen toeb 1) Indien de heer Vetter zoo positi weert, dat de Wees- en Boedelkamers genegen zullen zijn de leening over te» moet ik dat aannemen en is daarmede lat vraagstuk opgelost. Mg is echter in ■* gezegd, dat de W. en 8.-kamers ge* ningen meer zouden overnemen, waar» stukken niet beleenbaar waren. Door » recteur van een der groote Indische » te Amsterdam is mij in 1912 verklatf door de drie groote Indische banken * gesproken, geen obligaties van Gemefl» beleenen, welke hun emissies hielden de bankwereld om. Reden waarom de obligaties 4]/o pi dan onbeleenbaar waren. 2) Indien het loopend contract met de triciteits-Mij. Medan" (dat duurt tot nuari 1917 en niet 4 Oct. 1917) werd v« als voorgesteld door den heer Schadee i leg met de Electriciteits-commissie, zol tariefsverlaging voor particulieren aa nl zijn ingetreden. Die betaalden dan ni| f 14000 minder per jaar, hetgeen met 1,4 maal de geheele opcentenb» van Medan. 3) De Regeering zal niet dulden,! overname van het electrisch bedrijf' stand van het hoogspanningsnet n< re jaren bestendigd wordt; in dezen m in der tijd ook de heer Van der Leyï 4) De uitgaven vcor personeel m<| wie so stijgen; ook de „Electriciteits-I» dan" kan daar niet langer aan ontkom 5) De heer Vetter rekent voor 19151 bruto ontvangst van f 160.000. Is | wat erg veel ? O. Mag) Van den heer Van Altena ontving nog het hier volgend schrijven : De beleefdheid gebiedt, dat ik d* Magnée in zijn antwoord aan mij nog kort even volg. De aanmerking dat ik de meerde' den heer Magnée becijferde uitgaven a' voor 4 ton, terwijl de heer M. zegt, ' slechts 3 ton aanneemt, is niet verdiel lees duidelijk, dat de aankoop oude I per 1 Januari bedraagt f 600 000.— ' kostprijs van de gemoderniseerde f 9 Men kan nu net zoo lang goochelen nie' als men wil, maar f 985.000.— e» f 600.000.— af is bij mij f 385.000.-1 De heer M. wil dan ook schijnt»»*! inzien, dat er voor de gemeente (de gf teraad behartigt toch de belangen va», meente ?) veel aan gelegen moet «ï eindelijk verlost te worden van die le*l hoogstgevaarlijke palen, en bovengfj lijnen, die oorzaak zgn tevens, dat stormpje de bewoners van Polonia b.* geld enkele uren in het donker zitt** zou ook de exploitatie-rekening niet <> veel goedkooper worden ? Wij mos geensdeels zeggen dat de 150.000.-- . ondergrondsche leiding voor de gei/"11'1' rente zou afwerpen. Een groot verschil is echter in het van den heer Magnée in vergelijking van 4 dezer op te merken, d.l. datbö dat de voordcelen die uit de uitbreid, verbetering voortspruiten in de ko* terugvloeien en verder, dat de electie" trale in de toekomst wel een flinke 1 zal gaan afwerpen. De heer Magnée besluit ecbter tffl te zeggen, dat hij er geen kans toe * de rente van het kapitaal ad. f IOOÖi te brengen en blgft bij zijne bewtfj wanneer de verouderde centrale met f " kapitaal, in 1913 (waarom nam de he* née niet de cijfers van 1900 ?) f 71.<|j opbrengen (ik schatte f 90,000 voor W geheel gemoderniseerde centrale niet in f zgn, dezelfde winsten af te werpen. Mfl' er is kans^om boven de 5 fet. van f lA of f 50,0)1, nog f 40,000 te vefl Of anders ! Op het oogenblik word', verkregen uit een fabriek, werken* 700 P.K., er zou bij de uitbreiding D
"De Electriciteits-quaestie.". "De Sumatra post". Medan, 1915/01/12 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324186:mpeg21:p008