Vrijdag 5 Febr. arriveerde, naar het Nwsbld. voor Atjeh meldt, in de haven van Sabang het eerste koopvaardijstoomschip onder Amerikaansche vlag. Het schip neemt lading over van enkele Duitsehe stoomschepen voor Shanghai. De Amerikaansche vlag was tot heden een onbekende verschijning in de Sabang-haven.
De Sumatra post
- 16-02-1915
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 16-02-1915
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 39
- Jaargang
- 17
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Een koopvaardijschip onder Amerikaansche vlag.
De officiersvereeniging.
Te Padang hielden, zoo lezen wij in het Padangsch Handelsblad, de officieren van het garnizoen eene vergadering in de sociëteit „de •eendracht" tot bespreking van de door het comité te Malang uitgegeven circulaire. Aanwezig waren in 't geheel 23 officieren, wat ongeveer gelyk staat met de geheele sterkte van het garnizoen, wel een bewys van belangstelling.
Een der aanwezige heeren achtte den tijd thans niet geschikt om tot het vormen van eene vereeniging over te gaan, omdat daardoor de moeilijkheden waarmede de regeering nu reeds te kampen heeft nog zouden verergerd worden. De overige heeren waren echter juist van meening, dat de/.e tijd zeer geschikt was voor voorbereidende maatregelen die met de oprichting samengaan. Ten slotte werd met 22 stemmen vóór en 1 tegen, besloten aan het comité te Malang instemming te betuigen met het plan, doch met de uitdrukkelijke voorwaarde, dat, zoolang de vrede niet is geteekend, geen voorstellen of verzoeken zullen worden gedaan, die de tegenwoordige moeilijkheden van de regeering kunnen vergrooten.
Passagiers
Aangekomen 14 Febr. per s.s. van Goens" van Singapore, de heeren H. C. Bluutschli, ike Eosa, F. R. Wolsely, Bela Martine, Matjes Martin, Zagos Martine, Mauritske Saunor, Elsa Buske, James Erkatz, mevr. Kate Scheetor, mevr. Franz Karompo, de heeren Dreifess, M. Mayol, Antoine, de Chineezen Ng Po en Ng Djoon Lien, ben. dekpass.. '5 » I per s.s. „Loudon" van Java, do heeren C. van Rooyon, Lammerding, de Fries, Matauschik, mej. J. de Man, mevr. C. van Goor met 2 kinderen, de heeren Kari Meister, Kaldi Keiff, Felix Helmund met echtgen., ?iej. Bonno, Dr. Gehrmann, de heer fctrauss, mejuffr. B. Wolff, de heeren Carl »choefer, M. Pricker en de Inl. vr. PonNim, oenovons dekpassagiers. Vertrokken Wittenrood, Jacobson, Post Uiterweer, O van Vloten en J. Carlier, ben. dekpass.. 14 » per s.s. , .Indragiri" naar Penang. de hoeren W. D. Hawkes, John en Mc. Arthur, boneyens dekpassagiers. 14 > per s.s. „Kalmoa" naar Penang, de heeren E de Vries en de Jap. S. Yamada, benevens dekpassagiers.
Roode-Kruis-honden.
De Norddeutsche Allgemeine Zeitung deelt nog eenige bijzonderheden mee over de Roode- Kruis-honden. De practyk heeft bewezen, dat in een door deze honden afgezocht gebied geen enkele gewonde blyft liggen. Ér is geen byzonder ras voor noodig, doch elleen politie-honden zyn bruikbaar, waarvoor men vier rassen gebruikt: de Dobermann, de Duitsehe herdershond, de Airedaie-teniers en de Rottweiler. Slechts een politiebond die tot volkomen gehoorzaamheid is afgericht en dooi stelselmatige, zorgvuldige oefening voorbereid, kan gebruikt worden bij het reddingswerk op het slagveld. Als het dier zes maanden oud is, begint de oefening, die vcorioopig geen ander doel heeft dan den hond te leeren zyn meester onvoorwaardelijk te gehoorzamen ; is hy een jaar oud, dan begint de eigenlijke dressuur. Het geheim daarvan heet: Heide 'm geduld. Belangwekkende bijzonderheden daarover vindt men in de handleiding van directeur Gersbach te Berly'n. De hond moet bet gebied waarin hy gebracht wordt, in zeer scherphoekige, zigzag-be wegingen afzoeken. Hun meesters die met de Roode Kruiscompagnie uitrukken, zoo mogelijk vier in getal, brengen de honden aan een korte lyn op de bepaalde plaats en laten ze dan met een zachte aansporing los. Slechts waar het gevaarlijk is door de onmiddellijke nabijheid vau den vyand en waar dus het gebied dat afgezocht moet worden zeer klein is, wordt de hond vaak aan een lange lyn gehouden. De meester van den hond loopt dan recht uit, daarbij de zigzaglynen van den hond kruisend. Als de hond een gewonde vindt, mag hy niet blaffen, zooals hij by een misdadiger zou doen, doch hij keert zoo snel mogelyk naar zyn meester terug, die zich dan aan de lange Sijn naar den gewonde laat brengen. Dat de politiehonden voor het werk onbruikbaar zyn als zij niet tevoren langdurig zyn geoefend en afgericht, blijkt uit het volgende :
Ergens in Nederland beproefde men politiehonden in Roode-Kruis-honden te veranderen. Men noodigde eenige huzaren uit, tegen vergoeding van een paar kwartjes, voor gewonde te spelen, als ze avondverlof hadden. Ze werden daartoe op het verondersteld gevechtsterrein uitgestrooid, met de opdracht den politiecandidaat voor het Roode-Kruis-hond ambt, door middel van een trap aan het blaffen te brengen, opdat zijn meester kon hooren waar de „gewonde" lag.
Het gevolg was dat de honden, met volslagen gebrek aan miütaiie opmerkingsgave de huzaren met avond-verlof voor schoppende misdadigers hielden en wel blaften, doch, in volslagen strijd met het spreekwoord, ook beten. Dit laatste wa» niet bepaald in de overeenkomst met de huzaren en om die reden moet de proef met de politie-honden zyn opgegeven. De Franschen in den Eizas. Te Thann* in den Elzas is de eerste Fransche rechtbank geïnstalleerd. In het „Bulletin des armées" deelt iemand daaromtrent o.m. het volgende mede:
Voor het gebouw, waarin, sedert l*a»née terrible, de Kreisdirector getroond had, was een rumoerige, biy'de menigte te hoop geloopen. Op de nauwe trap en in al de vertrek-
ken naast de zittingzaal was het stampvol. De zaal zelf leverde een indrukwekkenden aanblik op. Al de ouden van Thann waren er bijeen; jonge meisjes zaten er vooraan, en langs de muren stonden, onbeweeglijk als standbeelden, prachtige dragonders, die het eere-piket vormden.
Plotseling werd het dcod iü in et -/aa Een kapitein, gevolgd door drie of vier personen, verscheen achter de tafel. Hij bieef staan en met een ernstige stem, die dvi weerklonk te midden der aandachtig luisterende menigte, sprak bij deze woorden:
—Au nom du peubie francais.... Een kort commando klonk: — Portez armes! Met een kort geklikklak van staal verschenen de blanke sabels tegen de donkere soldatenpassen. Een snik werd in de plechtige stilte gehoord: een brave Elzasser kon zijn ontroering niet bedwingen en in veler oogen stonden tranen. De kapitein ging voort: ...... en ingevolge opdracht van den generaal commandant van het eerste leger, verklaren wjj den heer X., officier van de administratie, geïnstalleerd in de functie van rechter te Thann.'
Met dezelfde formule werd de reehterpkrttsvervanger, de griffier, de regeerings-ommissaris met zjjn ambt bekleed. Daarop werd de plechtige zitting opgeheven. En de ontroering van de jonge menschen ontspande v-ich tot groote geestdrift, de oud-ren bleven nog lang op hun plaats, stil vergenoegd. Ik begon toen te spreken met den man, die even te voren zijn tranen niet had kunnen bedwingen. Zyn geschiedenis was die van veien. In '70 bad bjj mee gevochten; hij was na een lange gevangenschap in Duitschland naar zijn geboortestadje teruggekeerd, maar zijn buis was verwoest. Hy had geleden onder de Duitsehe overheersching en was reeds begonnen te denkeD, dat hij zou sterven, „zonder dat gezien te hebben." „Dat" was wat hy iang gehoopt bad, de terugkoer van zyn geboortegrond tot Frankryk. „Dit oogenblik, zeide de oude Elzasser nog, is het schoonste van mijn leven. Nu kan ik sterven en ik ga gerust heen!"
Reuter-dienst.
De Amerikaansche nota aau Duitschland heeft de Duitsehe reaearing in groote ongelegenheid gebracht. Men zegt, dat de Duitsehe Rijkskanselier naar Oost-Pruisen is vertrokken om overleg te plegen met den Keizer. In Duitschland neemt de toorn van het volk tegen Amerika toe, en deze stemming wordt door de pers aangewakkerd. Men denkt, dat Duitschland op de nota een te gemoetkomend antwoord zal geven, maar dat daarbjj toch geen garantie zal worden gegeven voor de veiligheid der Amerikaansche schepen, ter.zy zij onder Amerikaansche vlag varen.
,j,-Do raid der Britoche vliegers op de Vlaamsebe kust is een aanval in de lucht geweest, zooals tot nu toe in den oorlog nog niet is voorgekomen. Men gelooft, dat groote schade is toegebracht aan de toebereidselen der Duitschers voor de z.g. blokkade van Engeland. De vliegers verbruikten meer ammunitie dan een aantal Zeppelins tezamen zouden kunnen doen.
In liet Lagerhuis deelde minister Asquith mede, dat het totale aantal Britsche verliezea tot op 4 Februari j.l. 104000 man van alle rangen bedroeg.
Een Parjjsch communiqué meldt, dat hoofdzakelijk artilleriegevechten geleverd werden, behoudens een heftigen aanval der Duitsehe infanterie op Bagatelle. Volgens de laatste berichten behielden de geallieerden dair hunne positiën.
In het Britsche Lagerhuis werd de legerbegrooting ingediend. Bij het debat werd hoofdzakelijk gesproken over de toekomstige sterkte van het Britsche leger; er werd evenwel nadrukkelijk verklaard, dat de toeloop van recruten bevredigend is.
Uit Caïro wordt gemeld, dat de Turken Oostwaarts in vollen aftocht zijn.
Volgens een nader Parjjsch communiqué bombardeerden de Duitschers opnieuw Yperen. De Belgische artillerie vernielde eenige Duitsehe versterkingen. Bij Béthune veroverden de geallieerden een molen langs den weg naar La Bassée, waarin de Duitschers zich genesteld hadden. Soissons werd door de Duitsehe artillerie met brandverwekkende projectielen beschoten.
De strjjd bjj Bagatelle werd voortgezet in een der dichtste gedeelten van het bosch en droeg dientengevolge een verward ka\akter. In 't algemeen bewaarden de op 't geheele front in gevechten gewikkelde troepen der geallieerden hunne positiën. Uit Parijs wordt officieel gemeld, dat Fiausche hydroplanes van Duinkerken uit een aanval deden op Zeebrugge eu Ostende en vaar een aantal bommen uitwierpen op militaire gebouwen en Duitsehe troepenafdeelingtu,
Venten bij nacht.
Herhaaldelijk is men reeds bjj ons komen klagen over het luidkeels venten in het hjlle van den nacht met bami en dergelyke versnaperingen in de omgeving van de Chineesche kamp. Ook heden kwam weder een bewoner van die buurt bij ons zich van zijn verontwaardiging ontlasten over het feit, dat hjj meermalen 's nachts om 2 uur, half 3 uit een welverdienden slaap werd gerukt door de rauwe kreten van eer. bami-Chïnees, begeleid door het klepperen van zijn houten ratel. De politie-autoriteit, ter zake te hulp geroepen, moet hem teu antwoord gegeven hebben : Niets aan te doen ; er bestaat geen verbod op straat gerucht, wel op burengerucht. De politieschy nt onder nachtelijk burengerucht dus uitsluitend te verstaan: gerucht, desnacbts binnenskamers ten ongerieve der buren verwekt. Wjj zullen ons in deze juridische interpretatie niet mengen, doch willen er wel op wijzen, dat een gemeentelijke keur op het venten langs den weg wenschelyk schynt. In Nederland is nergens het venten desnachts toegelaten, en in vele groote steden mag niet „luidkeels" worden gevent. Voorts zegt men ons, dat te Singapore het luidkeels venten na zonsondergang verboden is. Wy moeten den yverigen Chinees niet in zj}n bedrijf belemmeren, en waar de leefwijze der Chineezen in ludië, zoowel op Java als bier te Medar;, zich onderscheidt door een merkwaardig nachtelijk vertier, daar zouden wy niet zoover willen gaan, hier het venten des nachts absoluut te verbieden. Eene desbetreffende keur zou echter wel het luidkeels venten na, zeg, 10 uur 's avonds kunnen beperken tot zekere wijken en straten. Het nachtleven onzer Cnineesche bevolking is interessant en levert een Oostersch stadstafreel, waarvan men in 't Westen geen begrip heeft. Doch deze eigenaardigheid mag niet tot last worden van den Europeeschen ingezetene. Eu dW. „er moet iets aan gedaan worde;;.
Uit Sabang.
Dozo haven word bezocht van 23 Jan. 19 15 tot 12 Februari 1915 door: 9 Nederlandsche, 27 Ned.- Ind., 3 Engelsche, 2 Noorsche schepen, 1 Amerikaansch schip.
Aan kolen namen zg tezamen 5607Vj tons,
Lijkverbranding.
Naar meu weet kwam hy de behandeling in den Gemeenteraad *an de begrooting voor 1915, in verband met eene binnenkort noodzakelyke uitbreiding van do bestaande Europeesche begraafplaats ot wel aanleg van een nieuwe, de vraag ter, sprake, of lijkverbranding voor Europeanen al dan niet verboden is. De voorzitter van den Gemeenteraad heeft nu aan de regeering naar haar meening in deze zaak gevraagd en ten antwoord ontvangen een afscuritt van een schryven, d.d. 8 Juli 1913 gezon- IZ f\
Raadscommissiën.
V??rattel- van den Gemeentraad heeft le V g6enng do volgende vragen gesteld: • «-an een Raadscommissie door den Gemeenteraad uitgebreid worden met personen, die geen lid van den Gemeenteraad zyn ?
2e. Kan de Gemeenteraad eene raadscommissie de bevoegdheid geven, buiten den Raad staande personen te assumeeren ?
Eenerzyds, luidt de toelichting, is men van oordeel dat artikel 47 lid 2 der Locale Radenordonnantie zich niet verzet tegen de uitlegging, dat raadscommissies, uitgezonderd de commissie voor de financiën, bedoeld in artikel 61 L. R. 0., met niet-raadsleden uitgebreid kunnen wor den, mits het voorzitterschap berust bij een Gemeenteraadslid.
Anderzijds wordt gemeend, dat de L. R. O. een dergelyke indirecte uitï>reiding van den Raad niet toelaat. Dit zou o.m. kunnen blijken uit de bepalingen omtrent da samenstelling van den Raad, verder uit art. 34, alwaar gelegenheid gegeven wordt, de voorlichtii g in te roepen van personen buiten den Raad staande. Het van de Regeering ontvangen antwoord verwijst naar een circulaire dd. 11 Nov. 1909, inhoudende dat de Raad niet in de commissiën van voorbereiding, bedoeld in art. 47 lid 1 der L. R. 0., maar wèl in de commissiën van dagelijksch bestuur, bedoeld in lid 2 van dat artikel, niet-Raadsleden tot lid kan benoemen.
De meelaanvoer te Penang.
Naar de Straitsbiaden meldau zyn, de bakkers te Penang, tengevolge van den belemmerden aanvoer van meel uit Australië, waar de uitvoer van dat artikel eenige maanden geledeti verboden is, reeds genoodzaakt geweest, den prijs van het brood met een cent per pond te verhoogen. Het is niet waarschijnlijk dat het uitvoerverbod spoedig zal opgeheven worden, en bij desnel verminderende voorraden blgven de meelprijzen stijgen, waardoor eene verdere prijsverhooging van het brood in de naaste toekomst hoogst waarschijnlijk wordt. Vóór den oorlog werd het Australische meel te Penang ingevoerd tegen 9 pd.st. 5 sh. per ton, wat per zak uitmaakte 1.98 Va dollar. Voor dezelfde kwaliteit meel wordt nu 4,40 doll. per zak gevraagd en men verwacht eene sty'ging tot 4,50 doll. binnen enkele dagen. De klacht van de bakkers, dat zy, loonen, gist, suiker etc. in aanmerking genomen, geen kans zien nog iets te verdienen, schynt dus, lezen wij, zeer gegrond.
Zooals de zaken nu staan, lijkt het meer dan waarschijnlijk dd,t Peuang, of feitelijk Maiaya in het algemeen, daar de Suigaporesche kooplieden hebben te kennen gegeven dat zij in dezelfde moeiljjkheden verkeeren, binnenkort voor zijn broodvoorraad het meel van andere landen dan Australië zal moeten betrekken.
Amerikaansch meel is in ruime hoeveelheden te krygeu, maar er wordt over geklaagd dat dit donker van kieur is en dat er geen goed brood van te bakken is. Het wordt veel gebruikt voor het maken van koek en banket, maar de bakkers in de Straits beweren dat het voor het bakken van brood niet deugt. Maar waarschijnlijk ligt dit hieraan dat tot nog toe uit Amerika eene inferieure kwaliteit meel geïmporteerd wordt — het wordt tegenwoordig tegen 2.20 per zak genoteerd —, daar toch immers het grootste gedeelte van den invoer van graan in Engeland uit Canada en de Vereenigde. Staten komt. Wat bruikbaar is in Engeland, moet toch zeker ook goed genoeg zyn voor Maiaya.
Niet onwaarschijnlijk zullen ook de Medansche bakkers met hetzelfde bezwaar te kampen hebben.
De oorlog.
Onze scheepvaart. Wy geven hieronder een overzicht van de nota, door Amerika bij de regeering van Duitschland ingediend in zakede belemmering van de neutrale scheepvaart in het Engelsch Kanaal. Morgen geven wjj ' denota door Amerika tot Engeland gericht. De nota aan Engeland is vriendschappelijk doch in een toon van beslistheid gesteld 'en maakt o. a. aanmerking op het hyschen van de Amerikaansche vlag door Britsche schepen, die zich in de „militaire zone" begeven; die aan Duitschland klinkt scherper en eischt voor de schepen onder Amerikaansche vlag absolute veiligheid op, tenzij by de ontmoeting op zee luce clarius blijkt dat de Amerikaansche vlag wordt misbruikt en later dan ook onomstootelyk bljjkt dat zulks inderdaad het geval is geweest.
Wy brengen deze nota's natuurljjk in verband met de telegrammen van gisteren en heden. üe Amerikaansche nota keel'te de Duitsehe regeering in ongelegenheid gebracht / van Bathmann Hollweg reisde naar het hoofdkwartier in Oost-Pruisen om mondeling overleg te plegen met keizer Wilhelm. Maar intusschen werd ons uit 's Graven hage geseind, dat de Duitsehe regeering van Nederland verlangt dat de Holiandsche schepen geene Engelsche havens meer zullen aandoen en zelfs in 't geheel niet meer door het Engelsch Kanaal zuilen varen. -Daar de route rond de Shetlandsche eilanden d°or Engeland voor „gevaarlijk" is verklaard, feitelijk door Engeland is gesloten, zoo zou feitelijk de geheele Nederlandsche scheepvaart stop worden gezet.
Zoo, op 't eerste geluid, klinkt dat al heel bar I Doch geen soep wordt zoo warm gegeten als zjj wordt opgediend. Wjj vertrouwen dat ook deze storm er een in een glas water zil blyken te zijn. Wij hebben, zooals men weet, by Duitschland tegen deze nieuwe belemmering van de Nederlandsche scheepvaart geprotesteerd, envenals wij bjj Engeland protesleeraen tegen de afsluiting van de Noord- Zee in 't Noorden. En wij bevinden ons in beide gevallen in gezelschap van den machtigsten der neutrale Staten: Amerika. Reeds heeft Duitschland aan Amerika geantwoord, dat dg Amerikaansche vlag zou worden geëerbiedigd eu zelfs dat Amerikaansche schepen, die goederen voor de burger-bevolking vau Gioot-Brittanje aanvoerden, niet zouden worden lastig gevallen. Wat Duitschland den eenen neutrale toestaat kan het den anderen niet weigeren. Wy kunnen derhalve eenvoudig aan Duitschland vragen, tegenover ons dezelfde verklaring af te leggen als tegenover Amerika. Een oorlogsgevaar behoeft ook deze nieuwe quaestie dan niet voor ors te worden. En wjj hebben den indruk dat de quaestie ook inderdaad in den hier aangegeven zin zal worden opgelost.
Voor de eer en wcardigheid van ons land mag men echter vragen: Hoe staat 't met onze protesten ? Wij hebben éénmaal (evenals de Scandinavische landen en Amerika) aan Engeland onze grieven kenbaar gemaakt betreffende de afsluiting van de Noord-Zee en het r.oodeloos lastig vallen van onze schepen. Met Amerika opende Engeland een schriftelijke gedacbtenwisseling dienaangaande. Ook met de Nöderlandsche regeering? Daarvan hebben wij niets vernomen, al moeten wij erkennen dat er verbetering is gekomen in de bejegening van onze schepen op zee. Voorts hebben wij twee protesten bij Duitschland ingediend. Het eene betrof de schending van de neutraliteit van het Nederlandsche luchtgebied. Voorzooveel wij weten is op dat protest nimmer eenig antwoord ontvangen. Maar eergisteren dreven opnieuw drie vreemde bestuurbare ballons boven Kampen ! Men moet aannemen dat dit weder Duitsehe luchtschepen zijn geweest. Wij vertrouwen dat naar aanleiding van dit nieuwe feit onze regeering op een antwoord op onze vroegere vraag zal aandringen. Wij behoeven niet roekeloos te dreigen, doch wij moeten ons ook niet ïn een hoek laten duwen. Eu ook ons tweede protest, beti effende het Engelsch Kanaal moet krachtig woroen doorgezet tot wy, en zoo spoedig mogelyk, in dezelfde positie worden geplaatst als Amerika. Het stopzetten van onze scheepvaart beteekent het verbreken van de gemeenschap tusschen Nederland en zijne koloniën. En dit mag natuurlijk niet gebeuren. Daar echter, gelijk gezegd, Amerika ten dezen precies dezelfde beiangen heeft als wy, en voor die belangen krachtig in de bres springt, zal, meenen wij, de zaak wel losloopen, onder handhaving der eer en waardigheid van ons land.
Een leeiijk incident is nog geweest het hijsehen van de Nederlandsche vlag door een Britsch stoomschip, van Java herkomstig, waarop desondanks een Duitsehe onderzeeër het schip beschoot en er een torpedo op afzond. De zaak wordt door de Nederlandsche regeering onderzocht. Het schijnt dat de Britsche stoomer Holiandsche matrozen aan boord had en zich dus gerechtigd achtte onze vlag te hijschen om die „neutrale" matrozen te beschermen. Deze bijkomstige omstandigheid leidt van zelf reeds tot lastige complicaties en moeielijk op te lossen vraagstukken. Kan een schip eener oorlogvoerende partij zich het recht verschaffen tot het voeren van de neutrale Nederlandsche viag door eenvoudig één Hollandsch matroos aan boord te nemen ? Dit zou de zaak voor Jan- en Alleman a! heel gemakkelijk maken! Ziedaar een nieuwe oorlogspuzzle.
De Amerikaansche nota aan Duitschland.
In de nota aan Duitschland verklaart Amerika, dat de Amerikaansche schepen, vrijelijk in voile zee moeten kunnen passeeren en dat de vernieling van een Amerikaansch schip leiden zou tot eene verandering in de tot nu toe vriendschappelijk gebleven relatiën tusschen Amerika en Duitschland. Een recht om, zoo zegt de nota, alle schepen die een aangewezen zone in volle zee bevaren, aan te vallen en te vernietigen, zonder dat eerst met volie zekerheid is vastgesteld dat men met schepen eener oorlogvoerende party te doen heeft, was tot dusver in den zee-oorlog totaal onbekend en ook iets zóó ondenkbaars dat Amerika zicb met kan voorstellen dat Duitschland iets dergelijks van plan zou zijn. Wanneer een Duitsch oorlogsschip, alleen ep 't vermoeden dat de vlug der Vereenigde Staten wordt misbruikt, een Amerikaansch schip in den grond boort, zal Amerika dat beschouwen als een schending van de rechten der neutralen; Amerika zou dan hebben over te gaan tot maatregelen ter bescherming van personen rn Amerikaansch eigendom. Daarentegen wordt in de i-ota medegedeeld wat Amerika Engeland onder 't oog bracht aangaande het ongeoorloofde gebruik van de Amerikaansche vlag ter bescherming van Britsche schepen. Amerika schreet namelyk aau Engeland dat het het hijschen van de Amerikaansche vlag op Britsche schepen die de door Duitschland aangewezen zone passeeren, zou beschouwen met zeer ernstige bezorgdheid. Soedan.
De Umes bevat een belangwekkend artikel over de maatregelen, die Sir Reginald Wingate, de goeverneur-generaal van Egyptisch Soedan en opperbevelhebber van het Egytische leger, heeft genomen om de bevolking en de Inlandsche troepen aan Engeland trouw te houden en den goeden uitslag, waarmede die maatregelen zyn bekroond. Wicgate liet al voor den oorlog met Turkije notabele inwoners van Chartoem by zich komen en legde hun duidelyk uit, waarom Engeland met Duitschland in oorlog is. Vervolgens reisde hy de voornaamste steden in de provincie af om hetzelfde te doen. Vertrouwelijk gaf hij ook een uiteenzetting van de onverstandige politiek van de Turksche regeering en waarschuwde hij dat Turkije misschien door Duitschland in den ooi log gedreven zou kunnen worden- In dien geest sprak de sirdar (opperbevelhebber) ook tot de hoofdofficieren van het Egyptische leger, dat grootendeels in Soedan ligt. Toen de oorlog met Turkije was uitgebroken sprak Wingate nogmaals de hoofdofficieren toe, en vervolgens, in het Arabisch, de geestelijke en wereldlyke grootheden van de ingezetenen ; die toespraak werd in duizende exemplaren door heel het land aangeplakt. In groote steden werd zy voorgelezen.
De Egyptische officieren verklaarden, Engelands zaak warm te zijn toegedaan, omdat zy er voor Egypte en Soedan het belang van inzagen, dat alie pogingen om de oude Turksche onderdrukking weer in te voeren werden verijdeld. De godsdienstige leiders dachten er evenzoo over. Een Heiligen Oorlog achtten zy onbestaanbaar. Hoe kon het een godsdienstige oorlog zyn, vroegen zy, nu de Christenen elkander bestryden? Turkije, zeiden zij, vecht niei voor een godsdienstige zaak, maar om de macht van Duitschland hoog te houden. De provinciale hoofden betuigden eveneens hun trouw. Zy boden geld en andere hulp aan. In twee dagen tijds had heel Soedan zyn gevoelens kenbaar gemaakt, en er was geen wauklank gehoord. De hoop van de Duitschers op een opstand in Soedan was vervlogen. Een nieuwe misrekening van hen! zegt de Times.
In een hoofdartikel verklaart de Times deze trouw van een land, dat nog zoo kort geleden een broeinest van oproer en oorlog was en door de Engelschen met het zwaard is bedwongen, uit drie factoren.
De eerste en verreweg de belangrijkste factor is dat Engeland in Soedan de belasiingen laag heeft gehouden. In landen als Egypte en Soedan moet lege belasting de hoeksteen van het politieke gebouw zyn. In Oostersche landen, onder Engelsch bewind, is er tusschen regeerders en geregeerden geen enkele andere band dan het stoffelijke belang. Alle andere banden, als gemeenschappelijke godsdienst, ras, taal, maatschappelijke gewoonten, onderlinge huwelijken, zyn voor de Engelschen afgesneden. Waar wij dus in het Oosten regeeren, zegt de Times, moet ons eerste doel Zyn, de belastingen laag te houden, want Oosterlingen hechten daar oneindig meer aan dan aan onze idealen van „vooruitgang", die ze niet waardeeren, noch begrijpen. De tweede factor is de Engelsche politiek aangaande de slavernij. Toen generaal Gordon te Chartoem in een ; reclamatie de slaverny toestond, was er een uitbarsting van verontwaardiging in Engeland, aangezien men uiet begreep met welke bezwaren Gordon te kampen had. Toen de Engelschen het bewind over Soedan aanvaardden schaften zy de slavernij af, en bij die politiek zijn zij gebleven, maar zy werd „met zooveel voorzichtigheid en oordeel toegepast" dat er geen echte ontevredenheid werd veroorzaakt.
De derde factor is een verstandige erkenning van het Mohamedanisme als het gevestigde geloof van sommige streken en de beperking van de zending tot een uitgestrekt gebied in de zuidelijke deelen van Soedan, waar de stammen zuiver heidenen zijn. Grootendeels daaraan is het te danken, dat er nu geen geschillen zjj met de machtige godsdienstige leiders.
Aan die drie factoren en aan drie mannen schrijft de Times toe, dat het Engelsche bewind in Soedan zoo verrasende gevolgen heeft gehad: Lord Cromer, die in stilte jaren Jang de herovering van Soedan voorbereidde, de beginselen van het bestuur van het land aangaf en eerst zyn taak neerlei, toen de zaak op pooten stond; — Lord Kitchener, die den mahdi versloeg, Soedan voor de beschaving herwon en het nieuwe tijdperk van voorspoed inwijdde; Sir Reginald Wingate, die de Soedaneczen door en door kent, ze met beleid en toegenegenheid bestuurt en het groote nieuwe land heeft geleid door de grootste crisis die het sedert de herovering heeft doorgemaakt.
Laatste Nieuws. TELEGRAMMEN. 16 Februari Nieuws uit 't Buitenland. Haagsche Dienst.
Een officieel Duitsch communiqué meldt, dat de Duitschers zich meester mankten van Norcy, ien Noord-Oosteu yan Pont-a-Mousson, waarby zij 2 officieren en 150 man gevangen namen. In de Vogezen werden bij een aanval op Hilsen en Obeisennheim 135 gevangenen gemaakt. Op en over de Oost-Pruisische grens hebben de operatiën het verwachte verloop. Io Polen vorderden de Duitschers op den rechteroever van de Weichsel in de richting van Raciony; op den linkeroever viel niets bizonders voor.