ADVERTENTIEN. £ \\_; *. <-*> 'S», mmkimi. % jt£ ra 9 Telegrammen „Via Eastern" m Edw. Stillgebauer's Nieuwste Roman Het verloren Paradijs Ingen. 2 dm. f 5.50.— Geb. 5.90.— ë. Hallermann. 58 Medan. Tebing Tinggi.
De Sumatra post
- 04-11-1914
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 04-11-1914
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 258
- Jaargang
- 16
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Advertentie
miiiw min ui in iiiiwwwiiiii ii mi imi ui min nam) umi anima —i iiwiini mi BEMZ-AUTO'S TE II voorradig 2de hands auto's tegen billijken prijs. FIAT, SPYKER EN LORELEY 2-ZITTER. Handelsvereeniging J. A. LIND. I ITeL 246. Hedan. TeL 31 T. Tinggi. I 7284 PHARMAC£UTKSCH£IN HANDELSVERE£NIGIIO v/h A. d'Ailly & Zonen en Mastenbroek & Qallenkamp AMSTERDAM. Fabriek van Pharm.-Chem. Producten en Verbandstoffen.! OUDSTE EN GROOTSTE NEDERLANDSCHE FABRIEK OP SIS GEBIED. Leveranciers van de: EERSTE MIJNBOUW-, CULTUUR- en SPOORWEGONDERNEMINGEN IN NEDERLANDSCH-INDIË. VOOR GENEESMIDDELEN, CHEMICALIËN EN VERBANDSTOFFEN. PRIJZEN VER BENEDEN INDISCHE NOTEE RINGEN.! ALLEENVERKOOP voor Sumatra's Oostkust: N. V. APOTHEEKVEREENfBINB „UKITIS" TEBING TINGGI APOTHEEK LANGKAT APOTHEEK Tebing Tinggi Tel. 99. Bindjey Tel. 36. Aanvragen en bestellingen, te richten aan de Apotheeken van „Unitas", of aan de Hoofdvertegenwoordiger der Koninklijke Pharmaceuti&,ch9 Handelsvereeniging het Administratiekantoor Kamertingh Oanes. 51 08 ' ■■ ■ ——al LANDBOUWGEREEDSCHAPPEN j van 1a qualiteit I Changcols Sodoks Parangs Soroks Arits Harken L Bijlen Schoppen enz. enz. Handel-Maatsohapdij Güntzel & Schumacher. 1 mm-Jmmmmj-mmMMmMÊßOmm^mmm
Advertentie
■ g' HE. OVïNQJrs ïf f * IJZER II STAALHANDEL ML ¥. « 1 q. ~ SOERABAIA. = § * = Grootste voorraad in Ned.-Ind. \\. He» van rw . ZS* S PROFIEL- STAAF- EN PLAAT IJZER. «jg £? ££ J2 DAK- EN PLAFONDIJZER, GEGALV. VLA1-KE PLATEN CD «-*■ 03 = MOERBOUTEN EN KLLNKNAGELS Jg" qj GO -5 GEREEDSCHAP- EN STEENBOORSTAAL. 7568 7* O
Uit 't Moederland. Tijden van mobilisatie. 22 Sept.
Wat Holland te eten heeft.
Het is wel een hard gelag — schrijft de „Telegraaf"—voor een land zijn heele economische politiek te baseeren op de mogelijkheid van ooit in oorlog te geraken, maar het is de vraag, of het niet een noodzakelijkheid is. Jarenlang hebben we op het Pruisische jonkerdom gefoeterd, welks agrarische politiek met zijn hooge invoerrechten op de eerste levensmiddelen er op uit was, eigen zakken te spekken ten koste van de bevolking —en toch blijkt, van uit Duitsch-nationaal standpunt beschouwd, die onbarmhartige politiek achteraf niet een zeer wijze te zijn geweest ? Wat zouden de voor het leger uitgegeven milliarden baten, indien niet met deze direct-militaire uitgaven waren gepaard gegaan de nietdirect militaire uitgaven, welke ten doel hadden door het heffen van hooge invoerrechten het mogelijk te maken, dat Duitschland met betrekking tot zijn bodemvoortbrengselen onafhankelijk werd van den vreemde ? Zou dan niet reeds nu blijken, dat het tengevolge van Engeland's knap bedachte uithongeringspolitiek op den duur den strijd moet verliezen, n'en déplaise een mogelijk succes der wapenen ? Nimmer is het helderder gebleken dan thans, dat oorlogvoeren voor een land, dat niet in staat is een voedselvoorziening af te dwingen, of zelf alle noodige voedsel te produceeren, eere onmogelijkheid is.
Wjj-zêlf, niettegenstaande onze neutraliteit, genieten op dit moment het twijfelachtige voorrecht aan eigen lijve iets van deze waarheid te ondervinden. Het inpikken van de voedingsvoorraden door de Franschen van de „Nieuw-Amsterdam" en de „Tambora" brengt ineens de etenskwestie, ook voor Nederland, in een acuut stadium. Nu zelfs het voor de Nederlandsche Bank bestemde zilver in bezit werd genomen — zij het dan ook later weer vrijgelaten — zou het eene absurditeit zijn. te durven hopen, dat nog eenige, voor particuliere Nederlandsche rekening verscheepte hoeveelheid levens- of genotmiddelen, tenzij bij toeval, onze zeegaten zal binnenkomen. En niemand zal ons van te veel verbeeldingskracht beschuldigen, als wij 'het besluit, om ten deele de Indische verschepingen stop te zetten, opvatten als een bewijs, hoe deze waarheid ook in ouze leidende kringen ten volle beseft wordt. Het is klaar als de dag, trots onze neutraliteit slaat de oorlog van anderen ook ODzeri handel lam, voorzoover die handel artikelen betreft, welke ook sommigen oorlogvoerenden landen vau nut kon zjjn, eu we mogen al dankbaar wezen, indien althans de regeering er in slaagt, het voor ons land hoogst noodzakelijke ten onzent aangevoerd te krjjgen.
Deze zekerheid is het, die baast vanzelf doet vragen : hoe staat het m*t Nederlands voedselvoorziening ? Wat voor voedsel produceeren we zelf, hoeveel verbruiken we ervan, en, is het ook mogelijk het tekort aan het een door het surplus van het ander aan te vullen ?
Laten we de verschillende voedingsbenoodigheden de revue passeeren-, dan valt al dadeliik op, hoe buitengewoon eenzijdig die voorziening is. Sommige producten hebben we veel te veel, andere veel te weinig.
Veel te veel hebben we vaironze zuivelproducten en onze groenten ; veel te weinig vau onze granen. Wij zijn een veeteeltdrijveud volk, maar geen akkerbouwend volk. Het gevolg : het eene artikel moeten we in groote hoeveelheden invoeren, en het andere uitvoeren. In beide gevallen echter zijn we voor ons noodzakelijke levensonderhoud ten zeerste atbankeijk var» het buitenland.
Cijfers 7.\\n hier wel het welsprekendst materiaal. Van onzen rundveestapel, groot ca. 2.100.000 stuks, zgn er 1.068.000 melkkoeien, die jaarlijks 3 200.000.00 U hier melk produceeren. Duifcche statistieken geven voor melk verbruik per hoofd en per dag daar te lande cij fers, schommelend tusschen 0,3 en 0,5 L. Nemen we dit laatste cijfer aan als voor ons land geldenJe — vermoedelijk is het cijfer wat te hoog — dan vei bruiken we per jaar ca. 1100,000,00 L. Er moet dus meer dan 200t',<>0 ,<> ( L. op eenige wijze verwerkt worden, tot boter of > of vervoederd aan iokvee. Een zeer klein gedeelte wordt uitgevoerd in den vorm van gecondenseerde ot gesteriliseerde iijtlk. Verreweg het grootste e^deelte wordt verwerkt tot boter en kaas. Boter maakten we in 1912 ruim G 7.000.000 Kg. en kaas 95,000,000. Verbruiken konden we die hoeveelheden bij lange na niet; zoo voerden we van boter de beide laatste jaren gemiddeld 38.000,000 Kg. uit en van kaas 62,000,000 Kg.
Br is dus ten overproductie van boter, kaas en melk ; begrijpelijkerwijs gaat ook hiermee gepaaid een overmaat van deze artikelen produceerend materiaal. Zelf verbruiken we ca. 1.0c,ö und- i u ki Ifsvleesxh per jaar en voeren daarnevens nog uit 16,000,000. Kg., •• Ossen en koeien, en iO,UOO kalvere;;, voor slacuivee bestemd, en 19,000 stuks fok vee. Een en anüer tot dezelfde waaiden oi d, ;;u-.g i..n veilig cuncludeeren, dat we ruim éér; derde van onze eigen consumptie aan ruud- en kalfsvleesch uitvoeren.
Varkensvleesch hebber» we eveneens te kust en te keur. Wei is waar, is het aantal varkens niet ver boven de 1,350.000, terwijl er inden loop van een jaar meer dan 1,000.000 geslacht worden, maar gelukkig zijn varkens een bijster productief volkje, zoodat met al de slaculeiij het aantal levende dieren toch nog vooruitgaande is. De jaarlijksche productie aan varkens vleesch bedraagt ca. 100.000.000 Kg. Eu daar we bitter slechte eters van varkensvlee-ch zijn —we verorbeien per jaar en per hoofd 11.50 Kg. tegen Engeland 16.70 Kg. Duitschland 32 80 Kg. en Amerika 3830 Kg. —kunnen we de laatste jaren gemiddeld ean 0.000 Kg. varkensvleesch voor export beschikbaar stellen. Ook van dit artikel exporteeren we dus tot een quantum van een derde onzer eigen consumptie.
Eenzelfden overvloed bezitten we aan enkele bodemvoortbrengselen : aardappelen, groente en suiker. In 1913 oogstten we 38,500.000 H.L. aardappelen en daar per jaar en per hoofd, blijkens opgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek, ca. 3.50 H.L. verbruikt wordt, houden we ca- 17,500.000 H.L. over. Van die hoeveelheid wordt een 6,700.000 a 7,000.000 H.L. uitgevoerd; 10,000.00' a dl 1,000.000 H.L. woren tot aardappelmeel verwerkt. Het aardappelmeel zelf kunnen we ook bij lange na niet op en in 1912 exporteerden we van dit artikel dan ook niet minder dan 71,500.000 Kg. en in 1913 zelfs 79,000.000 Kg.
Hoe rijk we aan groente zijn, valt zelfs bij benadering niet aan te geven. We weten alleen , dat op een 22.500 H.A. vau onze ruim 170.C00 H.A. gecultiveerde gronden groenten voor den handel geteeld worden, terwijl er nog een 20,000 andere H.A. zijn voor de teelt van eigen groenten. Het resultaat van een en ander is, dat we ruim 220.000.000 Kg. groentein 1913 voor .het buitenland ter beschikking hadden. Deze hoeveelheid vertegenwoordigt een waarde van ca. 9,000.000 gulden, en daar, volgens eene berekening van de directie van den landbouw, de totale opbrengst aan groenten voor den handel en voor eigen gebruik ongeveer 33.000.000 gulden beloopt, zou men. kunnen aannemen, dat we een 800.000.000 Kg groente produceeren. Een 25 % onzer groente wordt dus geëxporteerd.
Van suiker voeren we zelfs aanmerkelijk meer uit dan we zelf verbruiken. Ons saldouitvoer aan suiker — uitvoer minus invoer — bedroeg n.l. de beide laatste jaren gemiddeld ruim 150.000.000 Kg., terwijl we zelf nog geen 100.000.000 Kg. consumeeren.
Dit al in aanmerking nemend, mogen we dus concludeeren, dat we in zeker opzicht een rijk land zijn en er ten aanzien van melk, boter, kaas, vleesch, suiker, groente en aardappelen allerminst gevaar bestaat, dat we van deze artikeleu een tekort zouden hebben.
Eilacy —de medaille heeft ook hare keerzijde. Er zijn andere, minstens even onontbeerlijke produkten, waaraan we van huis uit schromelijk gebrek hebben. Op den voorgrond staan hier de granen.
Per hoofd der bevolking is per dag ongeveer 0.25 Kg. tarwemeel benoodigd. Voor onze bevolking van 61/* millioen zielen geeft dat per jaar een hoeveelheid van bjjna 570.000.000 Kg. Onze statistische cijfers kloppen daar buitengewoon mooi mede. De laatste jp.ren toch, is er 400.000.000 Kg. tarwe mée'r ingevoerd dan uitgevoerd—op meel berekend, is dit 300.000.000 Kg.—, voorts werd 170.000.000 Kg. tarwemeel mée'r ingevoerd dan uitgevoerd, terwijl onze eigen oogst 140.000.000 Kg. tarwe of 105.000.000 Kg. meel opleverde, totaal dus in meel 575.000.000 Kg.
Aangezien onze eigen productie niet meer dan 105.000.000 Kg. bedraagt, kan de voorraad tarwe, die we zelf telen, voor niet langer dan ruim twee maanden in onze eigen consumptie voorzien. We moeten dus, hetzij als tarwe of als meel, vijf of zes maal zooveel invoeren als we zelt produceeren — een buitengewoon ongunstige verhouding dus.
Met onze rogge staan we er iets beter voor. Hiervan verbruikten we de beide laatste jaren ca. 690.000.000 Kg., waarvan we zelf 407.000. 000 Kg. teelden en de rest importeerden, nl. 262.000.000 Kg., in den vorm van rogge en het overige iv meel, uitgedrukt als rogge. Onze eigen productie kan dus voor ca. 7 maanden in onze consumptie voorzien.
Daarentegen is het weer heelemaal mis met een andere onmisbare graansoort; deze toch pioduceeren we heelmaal niet: de rijst. Toch is het verbruik er van hoog en wel naar berekening van het Centraal Bureau voor de Statistiek 11.87 Kg. per hoofd en per jaar, y.oodat daarvan ca. 75.000.000. Kg. moeten geïmporteerd worden.
Gerst verbouwen we in voor menscheljjke consumptie — in den vorm van gort — voldoende hoeveelheid ; we verbruiken nl. slechts 4.000.000 Kg., terwijl onze oogst over 1910 ruim 63.000.000 Kg. opleverde. Maar hier wil het ongeluk weer, dat de branderijen er veel van noodig hebben en liet artikel ook als veevoerder gebruik wordt, zoodat we bij slot van rekening boven hetgeen we uitvoerden in 1912 nog 150.000.000 Kg. en in 1913 zelfs 210.000.000 Kg.' moesten invoeren.
Het zijn juist deze twee factoren, die het vraagstuk der voedselvoorziening zooveel moeilijker maken. Immers, de branderijen kunr.en >ve niet stopzetten, omdat er dan — afgezien van de scha voor 's rijks schatkist — geen gist zou zijn, die we toch óók niet missen kunnen, terwijl aan den anderen kant weer gezegd kan worden, dat het veevoerder indirect ecu nienscuelijk voedsel is. Want: geen veevoerder wil zeggen; geen voldoende melk, kaas, boter en tenslotte geen voldoende vee. Al verorbert de mensch dus niet direct gerst, hij verorbert ze in den vorm van gist —en daartoe hebben do branderijen tusschen de 40,00^,000 en 50,ü00, 00 Kg. gerst noodig —of inden vorm van melk, boter, kaas en vleesch, en om htoover te te beschikken, behoeven we een 250,000,000 Kg., die voor driekwaart uit het buitentenland komt.
Maar zelfs zóo zijn we er nog niet. Want naast de gerst is maïs noodig, die we óók weer allemaal moeten importeeren —in 1912 625,000,000 Kg. en in 1913 700,000,000 Kg. —en naast de maïs lijnmeel en ljjnkoeken en andere veekoeken, waarvan we ook een 250,000,00!i Kg. per jaar importeeren boven hetgeen we uitvoeren of zelf produceeren. Feitelijk is de import nog een 200,000,000 Kg. grooter, want de grondstof voor de hier te maken ljjnkoeken: het lijnzaad, moet óók ai weer zoo goed als geheel hier ingevoerd worden, en over het laatste jaar was de saldoinvoer ervan—dus invoer na aftrek van uitvoer — circa 200,000,000 Kg.
En al maar daar groeit het lijstje der tekorten. Want wel is waar, teelden we in 1913 ruim 800,000,0000 Kg. haver, doch dit was juist ÏOO^O.OOO Kg. te weinig; ook hadden we uit eigen oogst een 37,000,000 Kg. boonen voor veevoer en een 13,0!:0,000 Kg. voor menecheljjk gebruik, benevens een 40,000,000 Kg. erwten, doch dit al verhinderde niet, dat we in 1912 — het laatste jaar, waarover gegevens bestaan — ongeveer 14,000,000 Kg. boonen en 93,000.000 K. ö. erwten uit het buitenland er bij verbruikten. Ook van de 25,000.0n 0 Kg. boekweit, die we behoeven, komt het grootste deel, n. 1. 15,000.000 Kg. uit het buitenland.
Hoe we de som ook tellen — een bitter tekort is immer de einduitkomst. Het zjj direct, hetzij indirect, hebben we uit het buitenland bij elkaar voor onze consumptie bijna vijf-en-twintig honderd millioen Kg. onmisbare voedingsstoffen noodig boven de nog geen duizend millioen Kg , die we zelf voortbrengen.
Daarbij komen dan nog genotmiddelen, als koffie en thee, die feitelijk onmisbaar zijn geworden —we verbruiken bijna 45,' OU,OüU Kg. koffie en 5,000.1 o . Kg. thee—en zout— 60,0 0.000 Kg., óók al artikelen, die als grondstof of als eindproduct uit het buitenland betrokken worden, gezwegen dan nog vau cacao en specerijen: eveneens uitheemsche producten.
S(lot van het redactioneete gedeelte.)
Dieet bij ingewandsziekten.
Sir Patrick Mansoii, de beroemde autoriteit op het gebied van tropenziekten, s hrijft over de behandeling van buikloop, dysenterie, darmcatarrhen en dergelijke aandoenigen het volgende: De voedselopname moet tot een minimum beperkt worden en alleen zulk voedsel mag worden genomen, dat niet alleen zeer hooge voedingswaarde bezit, maar tevens zoo volledig mogelijk in het organisme wordt opgenomen.
Aan deze eischen beantwoordt geheel het bekende voedingspreparaat Sanatogen. Het wordt, zooals door tal van onderzoekingen is bewezen, volkomen verteerd, zonder een spoor van faecaliën te vormen en heeft als volkomen zuiver phosphor-eiwit een zeer hooge voedingswaarde. Bovendien kan het ook door de zwakste spijsvertering verdragen worden, wekt het den eetlust op en bevordert het de vertering van ander voedsel.
Sanatogen is derhalve het aangewezen middel voor lijders aan de in de tropen zoo veelvuldig voorkomende ingewandsziekten,
Een klemmend bewijs voor de uitstekende werking van Sanatogen, zelfs bij zeer ernstige ziekten, levert een in de „Indian Lancet" gepubliceerd artikel van Dr. Cecil Clements. Aan niet minder dan 198 typhuslijders werd door den auteur, tijdens een epidemie, Sanatogen toegediend met dit gevolg, dat hij erin slaagde de patiënten op krachten te houden, zonder dat zich eenig nadeelig gevolg van die sterke voeding voordeed.
Dit resultaat wordt volkomen bevestigd dooide schriftelijke verklaringen van meer dan 19.000 professoren en artsen, die eenstemmig de uitstekende werking van Sanatogen roemen en wier bevoegd oordeel de beste waarborg is, dat men door een geregeld gebruik van Sanatogen bij ingewaiidsaandoerjingen van allerlei aard het gewenschte doel bereikt.
Sanatogen is in alle apotheken en groote toko's verkrijgbaar.