In de jongste aflevering der Mededeelingen van het Proefstation alhier is een artikel over Burma-tabak opgenomen, van de hand van den heer P. A. van Meeteren Brouwer.
Dwars door Bunna-aldus de heer v. M. Inloopt als een breed lint de Yrawaddi-rivier, welke de slagader vormt van alle leven en verkeer, want behalve de plaatsen gelegen langs de twee hoofdspoorlijnen, kan men gerust zeggen, dat alle dorpen zich langs de oevers der Yrawaddi gevestigd hebben. Een zeer goede bootdienst der Yrawaddi Flótilla Co. met vele launches, raderbooten en vracht dit's brengt de verbinding tusschen de diverse doopen en plaatsen tot stand en ongeloof lijk d ruk is 't verkeer met deze booten. Op onderscheidene plaatsen langs deze rivier vindt men de tabakslanden, klein e n groot, schots en scheef, al naar gelang conservatisme, luiheid, onderloopen va n den grond en regenval het voorschrijven.
ln 't algemeen is de regenval zeer slecht in dit land, en daar sedert eind November vun het laatste jaar geen druppel regen is avallen, is het te begrijpen, . dat boom en peant er uit zien als door de hand des doods alangeraakt. De lucht is droog en vol stof en de reiziger vindt in de vele bungalows (pasangrahans) slechts matige rust, na het wandelen of reizen in deze drukkende atmosfeer.
Door mij werden de 4 hoofdcomplexen van het cultuurgebied der Burma-tabak langs de Yrawaddi afgereisd. Zij zijn : a. Kama. Na met den zeer goeden nachttrein van Rangoon naar Pronie te zgn gereisd en van hier den volgenden dag met al onze bagage en levensmiddelen (men kan .n 't binnenland niets krjjgen, dus moet alles meenemen) per launch naar Kama, kwamen we aldaar tegen 10 uur 's morgens aan, om vervolgens per ponny door jungle en zandvlakten naar de ruim een uur verder-afgelegen tabaksvelden te rijden. Reeds in de verte zag men de tamelijk uitgebreide aanplantingen, welke echter slechts zeer kleine planten voortbrengen met 5 of 6 bladen, lang en zeer smal, dik en als xaU ijjtn besmeerd. De Burmees wil voor eigen geb. nik liefst zoo dik en vet mogelijke tabak gebruiken, zoodat de bloem zeer laag wordt uitgebroken, met gevolg, dat er, daar ook de toenassen afgeno-
men worden, een 4- of 5-bladige plant onstaat tnet buitengewone lange en smalle bladen. Deze worden, na geplukt te zijn, in kleine droogschuurtjes neergeworpen, alwaar men door de dikke hoofdnerf een gespleten bamboetje vlecht, de uiteinden van deze bamboe vastknoopt, zoodat er een ring van ± 6 inch middelijn ontstaat, waaraan gelijk sleutels aan een sleutelring een 50-tal bladen zitten. Dit heele gevalletje wordt als een ruiter te paard op een bamboe-droogslok gehangeu, waarop mannetje aan mannetje een 30 of 40 van dez. ringen geplaatst zijn. De droogschuur, zonder wanden en gedekt met atap, gemaakt van droog gras, is _fc 36 bjj 20 voet in oppervlakte en wellicht 15 voet hoog int midden. De tabak is een echte boerentabak. Zoo blijft dezo tabak maanden hangen, tot de regens er volgens de bevolking de geur aan komen geven; alsdan wordt de bamboering in stukken gesneden, zoodat er _fc 5 bladen aan een stuk zitten. Deze stukken worden op elkaar gelegd, in ecu bamboe-mat gerold, en men is voor 't transport gereed.
Evenals op andere plaatsen plant men in November, na reeds eind September met de bibit te zijn aangevangen, welke op een klein stukje grond wordt uitgeplant en van hier naar de zeer slecht bewerkte velden wordt overgebracht. Daar wordt aan de lieve natuur de verdere zorg voor 't geheel opgedragen en gaat de Burmees met 'n reusachtige sigaar van ± 1 voet lengte en 1 inch dikte van uit zijn huis 't geval ligg6n bekijken, tot dat hij in begin Maart gaat toppen en nu, begin Mei, begint ie oogsten.
Eon en ander gaat absoluut geheel gedurende den .trogen tijd en 't is mij nog een wonder, hoe de tabak hier nog kan groeien, zij het dan ook, dat men steeds op de ondergeloopen uiterwaarden der Yrawaddi plant en aanvangt, zoodra deze landen nagenoeg droog zijn. Oaderstaand is een tabel vau regenval in inches over 1912 en 1913 van de door mij afgereisde streken. 1912 1913 Januari — — Februari — — Maart — — April — — Mei lo71 4" Juni 44- 673 Juli ll5- il41 Augustus 1295 ll-1 September 896 ll95 October 316 516 November 2" 679 December — — Totaal 5438 58** Van Kama trok ik naar Yelaiggoon, Saindaine en Htaindaw, de andere 3 middelpunten der tabak, welke ik tezamen kan bespraken, aangezien de hoofdzaken overeenkomen. Bibitaanleg, uitplanten en de tijd van plukken is weder gelijk aan de tabak te Kama. Men plant hier echter 2\licotiana havanensis, waarvan het zaal eenige jaren geleden door het Engelsche gouvernement den inlanders werd verstrekt. Toch komen er zeer vele vormen van N. brasiliensis voor, en hoewel deze kleiner is dan onze tabak, vindt men 'n enkele, zeer op SumWanneer men niet zoo diep heeft getopt (meestal na 8 bladen), hetzij door niet genoegzaam beschikbare krachten of uit luiheid, is het blad werkelijk niet onaardig (slechte regenval meegerekend) en tamelijk dun en soepel. Toch is het meerendeel groot, zwaar, bobbelig blad, dat weder zoo vet mog.lijk gemaakt wordt door laag toppen en uitbreken dor toenassen.
Oroogschuren kent men hier niet. De behandeling is er schrikbarend voor onzeSumatraplanters. Wanneer de bladeren zwaar overrijp zijn, plukt men op êén dag den geheelen boom af, verzamelt de bladen in manden, welke naar een open plek worden gebracht, waar zich een afdakje bevindt. Onder dit afdakje zitten vader, moeder en de geheele, familie, allen met reusachtige sigaren gewapend, de tabak blad voor blad door een mangel te halen.
Schots en scheef, gebogen en gevouwen gaat alles door den mangel. Ge kunt U dus wel voorstellen, li >_ zoo een tot moes vermalen blad er na deze bewerking uitziet. Daarna worden de bladen iv bamboe-vlechtwerk gezet en in de volle zon op den grond te drogen gelegd. Tegen den avond worden de vlechtwerken (circa 4 of 5 voet iv 't vierkant) opgenomen met tabak en al, op elkaar gestapeld, om den volgenden dag en nog 2 dagen weder uitgelegd te worden. Daarna fermenteerfc men! 'n Stapel van pl.m. 6X6' en evenhoog bljjft circa een maand staan (dit hangt van de komst der koo pers at), waarna wordt opgemaakt en do natuurlijk zwart verbrande substantie* op ossenkarren geladen (ge___eteu is een beter woord ervoor) en naar huis wordt gereden. Hier heeft dan nog 't verpakken plaats, wat, evenals te Kama, bestaat in 't inrollen in matten.
Alleen in één streek, Saindane, werd gebundeld vóór 't fermenteeren. Overal elders worden de stapels van losse bladeren gemaakt en na 't fermenteeren gebundeld. De wijze van stapelen komt wel met de bjj ons gebruikelijke overeen.
Aangezien de Burmanees zeer conservatief en gruwelijk lui is, geloof ik niet, dat er ooit eenige verbetering in zijn methode is aan te brengen. Alle pogingen, welke het Engelsche Gouvernement heeft gedaan tot veredeling van 't ras eu verbetering der werkwijze, zgn gestuit op zyn eeuwig conservatisme.
Ik bezocht deze streken als adviseur voor een der grootste handels- en rijst-firma's van Rangoon en mij werd verzocht, het mogelijke te willen beproeven om door betere droging, fermentatie en sortatie te trachten van deze tabak wat beters te maken. De voorbereidende werkzaamheden zijn door mjj dan ook reeds gemaakt te Kyangin, waar ik een 10-tal kleine droogschuren en een bescheiden fermenteerschuur aan 't bouwen ben. De moeilijkheden zijn zeer vele en ik geloof, dat ik algemeen door de inwoners als een volslagen krankzinnige wordt beschouwd, die dwars tegen alle regels van eeuwen her in ga, wat tabaksbehandeling betreft. Bibitziekte zag ik niet, wellicht komt het er toch ook wel voor.
Maatregelen tegen deze plagen bestaan er niet.
"Een en ander over Burma-Tabak.". "De Sumatra post". Medan, 1914/11/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324753:mpeg21:p001
"De Sumatra post". Medan, 1914/11/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324753:mpeg21:p001
Den Haag, 15 Oct.
Rotterdam heeft zijn aangezicht gekeerd naar de Nieuwe Maas, de bron van haar bedrijf. Achter zijn rug ligt Overschie, het landelijke, waar voor den Rotterdammer de wereld ophoudt. In die richting heeft de stad zich nog maar aarzelend uitgebreid, 't Lijkt, of of men bang is, te ver weg te raken van het water en de schepen. Maar terreinen aan de groote rivier zijn te kostbaar voor huizenbouw. Moer waarde hebben ze voor de Zaak, de Wereldtransitozaak, die de Rotterdamsche Haven is. Daarom moet Rotterdam wel het weiland in.
Dezer dagen is een groot uitbreidingsplan voor het Noordwestelijk eu Noordelijk deel der stad verschenen, dat weer treft door grootschen opzet. Het houdt verband met andere, tevoren reeds ingediende plannen, om orde en regelmaat te scheppen in het complex van half-steedsche, half-dorpsche buurtjes in dat gedeelte van de stad en de verbindingen van het hart deigemeente met dit stuk Grooter Rotterdam te verbeteren.
Bekijkt men den plattegrond van Rotterdam, dan ziet men twee blauwe slingerlijnen, de één uit 't Noorden, de ander uit 't Noordwesten, aanloopen op het centrum der stad. 't Zijn oude riviertjes, waaraan menig loos visscherken en menig schilder van rustieke hoekjes zich verlustigd hebbeu: de Schie en de Rotte. Men wil nu deze beide wateren gaan verbinden met een kanaal van West naar Oost, dat niet ver van de Noordelijke stadsgrens — tusschen Rotterdam en Hilligersberg — zal loopen, evenwijdig dus niet het meest Oostelijke gedeelte van de z. g. Ceintuurbaan, die een boog zal vormen om het Noordwestelijk en Noordelijk deel der stad. Er ontstaat dus een groote driehoek, met de basis in 't Noorden en den toplioek in 't Zuiden. Evenwijdig nu aan die basis zijn nog eenige breede banen ontworpen, parallel-wegen dus weer van den grooten ceintuurweg. Naar 't Westen loopen die wegen nog door aan de overzijde van de Schie in Blijdorp, het ander deel van het uitbreidingsgebied, hetwelk weer aansluit bij het uitbreidingsplan betreffende de teneinen langs den Beukelsdijk.
Behalve de wegen, waarvan de hoofdrichting West-Oost is, komen er andere groote verkeersaderen, uitgaande van het centrum naar het Noorden, o. a. een weg langs de Schie, welke bestemd is om de hoofdverbinding te worden van Rotterdam met Overschie en Delft, met een zijtak, welke te beschouwen is als een voortzetting van den mooien Walenburgerweg, die naar Haagsch model schijnt ontworpen. Het Gemeentebestuur wil aan de voornaamste verbindingswegen een breedte geven van 27 meter, waarbij öatuuriyk gedacht wordt aan toekomstdagen van nog steeds toenemend verkeer. Het worden dns al_. 't ware langgerekte pleinen, wijde luchtkanalen, die zuurstof zuigen in de slad.
De plannen bepalen zich niet. tot liet ontwerpen van een wegennet. Midden in het Blijdorpsche is een wandelpark van l2Vs hectare gedacht, en in de onmiddellijke nabijheid daarvan, echter er niet mee verbonden, een sportveld van ruim 3Va liectar.:. Ib>. G-<>~ m _■< .itebesüuir is van oordeel dat het publiek meer heett aan een flink wandelpark dan aan een zeker aantal kleine plantsoenen, waardoor tevens versnippering van terreinen wordt voorkomen. De aanleg van een nieuw uitgebreid sportterrein van gemeentewege
— hoort ge 't, Dcli Sport-Vereeniging en.... Gemeentebestuur van Medan ? —
bewijst, dal B. en W. van l .otterdam de beteekenis van de sport als waardevollen en onmisbaren factor voor de samenleving ten volle beseffen.
Ziedaar dan in breede trekken de plannen voor de Noordelijke uitbreiding. B. en W. vragen den Raad nog niet, ze in alle bizonderheden vast te stellen; alleen, ze voorloopig in hoofdlijnen aan te nemen, opdat alle belanghebbenden nader hun bezwaren kunnen indienen. Een verstandige en gezonde wijze van doen.
Hoe het Rotterdamsche Gemeentebestuur op vooruitziende wijze aan de behoeften van een groeiende stad tracht tegemoet te komen, bewijst nog ecu ander voorstel : tot den aanleg van drie nieuwe lijnen van de „R. E. T. M." üe eerste dezer nieuwe electrische lijnen zal dwars door de terreinen loopen, waarvan ik het uitbreidingsplan hiervoren heb aangegeven, namelijk van het Liscfxplein in 't uiterste Noorden der stad, tot de Malthenesserlaan in het Westen ; de tweede wordt een groote verbinding tusschen Oost- en West-Rotterdam ; ze zal loopen van de Jericho-laan — welke immers direct het begrip „Oosten" suggereert —en het Middellandt-plein. Ze stelt de West-Rotterdammers in de gelegenheid om, nu het om redenen van verkeer is noodig geworden het oostelijk deel van lijn 5 te verleggen, toch op gemakkelijke wijze de Kralingsche Plas — en later 't nieuwe groote bosch —te bereiken. De lijn zal door het drukste gedeelte van de binnenstad gaan, over Beursplein en Blaak. De derde lijn heett ten doel, de bewoners van Zuid- West-Rotterdam, die van den Boschpolder en Reserveboezem, eveneens in staat te stellen tot het beloofde land aan de Kralingsche Bias voor luttel penningen in te gaan.
Ten Stadhuize zit men niet stil. Er is nu al wéér een nieuw expansie-plan ontworpen, en dit betreft dan weer eens de haven. Terecht oordcelen B. en W. dat, wanneer het vaststaat dal Rotterdam als haven zal blijven groeien, het noodig is bij voorbaat op uitbreiding bedacht te zijn en dat één lor., h plan voor ecu lange toekomstperiode dan de voorkeur verdient boven een opeenvolging van meer beperkte plannen. De linker — zuidelijke — Maasoever is nu daartoe aangewezen, en in de lijn van den aanleg Rijn-, Maas- en Waalhaven, ligt verdere aanleg op het gebied van Pernis. Reeds een jaar geleden is een nieuw havenplan ontworpen, dat de gemeente Pernis omvatte. Dit heeft echter tal van veranderingen ondergaan naar aanleiding van allerlei adviezen van deskundigen en besprekingen met de betrokken belanghebbenden — verandering en uitbreiding, en nu komen B. en W. kort en goed alvast voorstellen stappen te doen tot annexatie van Pernis met de noodige grenswijzigingen alles ten behoeve van nieuwen haven-aanleg. Blijkbaar heeft het Rotterdamsche Gemeentebestuur het al vooruit met de Regeering geklaard, zoodat de Gemeenteraad er op ingaande, vrijwel zeker kan zijn dat ziju besluit doel zal treffen.
Om verschillende redenen hebbende plannen ook bepaalde actualiteit. In het kort zijn ze deze: ten eer- re is er voor de naaste toekomst g- rek aan opslagterrein voor petroleui, in dergelijke artikelen, terwijl m- « „og op den aard dier Stoffen afgezonderde terreinen wenschelijk zijn ; ten tweede openbaart zich de behoefte aan de noodige aanleggelegen heid,onmiddellijk langs de rivier, voor de moderne reuzeschepen van grooten diepgang, waarbij vooral gedacht wordt aan de lijnen, die geëxploiteerd worden voor goederentransport eu die de haven alleen aandoen voor bijladen en lossen; ten derde wordt veilige ligplaats verlangd voor het in opkomst zijnde stadslichterbedrijt; ten vierde doet zich steeds meer behoefte gevoelen aan een gemakkelijke verbinding, later wellicht ook wachtgelegenbeid, voor de Itijuschepen, zonder dat deze de rivier behoeven over te gaan; ten vijfde, en ten slotte, is er plaats noodig voor ecu nieuwe, grootere quarantaine-inrichting.
Het ligt in de bedoeling de plaatselijke bebouwing van Ber nis in stand te houden als een. centrum tusschen twee groote havens, in den trant van Maasen Waalhaven. Het haven-complex zal uit drie deelen bestaan; een oostelijk havenbassin--de Merwede-haven—,voor houthaven bestemd: een midden-bassin, voor wachtende Rijnschepen, en een Westelijk bassin, petroleumhaven. Het deel van de Heyplaat langs de rivier is dan bestemd voor de héél groote booten. Dit is, ontdaan van omschrijvinnon welke alleen vau plaatselijk belang zijn, het. nieuwste Rotterdamsche havenplan. Zoo is er uitzetting aan beide zijden van de Nieuwe Maas. A.L.
"Grooter Rotterdam.". "De Sumatra post". Medan, 1914/11/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324753:mpeg21:p001
De heer L. A, W, Noorduyn te Gorinchem, schreef aan De Lev. Natuur:
Aan den overkant van de Haven, vlak over mijn woonhuis, woont een viertal duiven (gewone, blauwe tamme duiven) op den smallen nchel van een groot uitstekend raam, in een paar kleine kistjes,elk met een opening als v lieggat.
Enkele maauden geleden was bij een vechtpartij een duif in het water gevallen en deze werd met eenige moeite, door menschen met een emmer gered. Thans -/-yn de duiven met Let water meer vertrouwd geraakt en zoo zag ik er gisteren twee op bet water ronddrijven als meeuwen. Waarschijnlijk door in het water liggende stukjes brood aangelokt, hebben zjj de drijfkunst geleerd. Toen zij genoeg van hun bad hadden, vlogen zij rustig en gemakkelijk uit het water op, eu gingen op een ducdalf zitten dutten.
Het waren heel zeker duiven, mjjn overburen, ik ken ze om zoo te zeggen bij naam.
Ook mijn vrouw en dochters zagen het: we zaten met zn vieren voor het open raam, en het geheel was niet verder dan twaalf meter van ons af. Op de ducdalf vlak voor de duivenhokjes, midden in de smalle haven gebouwd als steunpunt voor de brug, zitten de duiven dikwijls te rusten.
U behoeft niet bang te zijn, dat ik geen meeuw van een duif kan onderscheiden. Dat kan ik wel met het bloote oog op 50 meter, als de vogel stil zit en op 200 als hij vliegt. Maar ik kan me begrijpen, dat u moeite hebt mij te gelooven. Ik zelf, groot vogelliefbebber en op mijn manier ook bestudeerder van vogels in de natuur, kon mjjn oogen eerst bjj na niet gelooven.
De redacteur Thysse teekent hierbjj aan: Vooral door dien ducdalf dacht ik aan een vergissing en ik schreef daarom den heer Noorduyn, dat zijn drijvendo vogels toch misschien meeuwen waren geweest, daarbij nog al Vosmaer citeerend. Het antwoord daarop ziet ge hierboven, 't Geval Iflkt mjj heel merkwaardig. In de literatuur vindt men hier en daar gewag gemaakt van zangvogels, die op 't water rusten, o.a. bg Giitke.
"Zwemmende duiven.". "De Sumatra post". Medan, 1914/11/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324753:mpeg21:p001
Kerste Blad: 1. Grooter Rotterdam. 2. Uit het Buitenland: Koning Carol van Roemenië t> 11. 3. Mongelwork : Van de doode (en dóódende) weermiddelen, 11. Tweede Blad: 1. Door Noord-Vlaanderen. -De Duitache verliezen. 2. Volerlei: ludiscke Reflexionen. 3. Agenda. 4. Gemengd Nieuwe. Der d o Blad: J. Financiën en Handel. — Culture» en Nijverheid. Uet rubbercongre». Ü. Uit den Archipel. — Oo» Dag._jjki.e_ Ni. dw«, De oorlog. ~ Laatste Ni .uw». t Moöde.lftöd! Ue Am-
"Inhoud van dit nummer.". "De Sumatra post". Medan, 1914/11/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324753:mpeg21:p001