"oycot van Oostenrijksche koopwaren. 'Wh» PEST' 26 Nov- De .Boedapester Lloyd" itigev . ut oftieieelc bron, dat het schip „Arpad", o-ls den boycot verhinderd koopwaren te .„ hoepen te Tripolis, het eiland Malta aandeed Itaij, ,chtte de lading te doen vervoeren door de dujitii SChc Maatschappij. In verband met de bev_.Q^"§ óók geboycot te worden, zag deze er "fcch 'let vervoer °P zlcn te nemen. De üostenw, "e Maarschappij drong langs telegraflschen Schen3an op de tusschenkomst van den Hongaarop rj "linister van handel cii stelde de afzenders D- e hoogte van de „force majeure". Katholieke Bosniërs bij keizer Frans Jozef. Hiw-EN'EN- 26 Nov- Bi' de 01ltvan8st der -ei.jp ke deputatie uit Bosnië en Herzegowina SM-H-de keizer> dat hei zijn wil is, dat de lie|(e lenstige en materieele belangen der katho- W n ook voortaan met zorg zullen worden -Ulle 6d> ei-in de toekomst op denzelfden voet -tw«n worden beschermd als die der be- Z. godsdienstige gezindten. De katholieke g. olkmg Zal daardoor ook deel hebben aan hetV^terieelen vopruitgang van het vaderland; ..tegfi VOrderen daarvan zal voor de regeering w een daad van zeer vee' belang zi)n. maar \v.u ~zenhjke waarborg voor de algeheele ont- Vgn
De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- 27-11-1908
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- Datum
- 27-11-1908
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Gebr. Verhoeven
- Plaats van uitgave
- 's-Hertogenbosch
- PPN
- 832688045
- Verschijningsperiode
- 1845-1959
- Periode gedigitaliseerd
- 1845 t/m 1959
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- KB C 236
- Nummer
- 18620
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
TELEGRAMMEN.
Ongeluk op zee.
heef* NNIA' 26 Nov- In den afgeloopen nacht •ftya een visscherschuit schipbreuk geleden. aa' man zijn omgekomen. o»- eventueel later ontvangen Telegrammen s^ Laatste Berichten.)
Amsterdam, 27 Nov. UIT CURAÇAO. Curaçao, 23 Oct. 1908. Nog meer zand in de oogen.
-ch en^e weken geleden hield de „Curacaoï "e Maatschappij tot bevordering van Landj, lllv, Veeteelt, Zoutwinning en Visscherij" bf.|e najaarsvergadering. Aanwezig waren, -j-^alve de Gouverneur met adjudant, 13 leden v ?r°nder begrepen het bestuur, dat niet eens . italijg tegenwoordig was. Over die vergailßS een woordje. 0 u- voorzitter, de heer H. H. R. Chapman, jjPende de vergadering met eene rede, waarin lan °'a' wees °P **e vermeerdering van be- Q^Sstelling in den landbouw in de Kolonie HlJ|Ja.ao. Vroeger was die belangstelling er gp.' nu wel, beweerde de heer Chapman. Ijl deze woorden keek menig tegenwoordig j- de zaal rond, die schitterend verlicht was st n Waar'n ne* klem ge*al werkelijk belang-2.e'»ende leden als verloren ging, en vroeg J 2 at: waar is die, belangstelling? Ook s. ~ beweren, dat er vroeger geen belanghg ng was in den landbouw, beging de (j*ert Chapman eene historische fout, die , aaiin bestaat, dat men het wil doen voorden, alsof vroeger nooit iets beproefd Ve Kooi' 'ets gedaan is> om den landbouw te j beteren. Dat is een kapitale fout. Er zijn .n 6 vóór dat Gouverneur De Jong van Beek fl:) Donk hier voet aan wal zette, lang vóór a.j de Curacaosche Maatschappij bestond, g er'ei proeven genomen. Wat heeft indertijd . °uverneur Raders niet gedaan op dat gein Onze tegenwoordige Gouverneur zal b 2 veel moeten doen, eer hij baron Van a,ders in ondernemingsgeest en vindingrijk-ch! evenaart- Er is nochtans een groot ver-22** tusschen toen en thans. Toen werden g. Proeven, soms vrij kostbare, genomen op _i*en k°steri, nu op kosten van de belastingbei ers' *n een zekeren zin, ja, is er meer in den landbouw gekomen. Het . e-tuur namelijk is zeer vrijgevig in het ver- S-hea van credieten en het geven van voor•jhotten ten behoeve van den landbouw. dje> het zijn die credieten en voorschotten, -uu de belangstelling wekken. Maar de rej «haten ? Dr Van Hall, de inspecteur van den ."hubouw in West-Indië, heeft het klaar en üidelijk in den Kolonialen Raad gezegd: het fste en voornaamste resultaat van de sisal{ oef0ef is, dat Curacao er niet voor deugt. jj,?Cr» de heer Chapman heeft andere, nieuwe te n °P zijn boog. Volgens hem, (wij eij eren uit de „Cur. Courant" van 23 Oct. j.1.) j. Curagao op economisch landbouwgebied «ancieel betrekkelijk zeer vooruitgegaan in \}?atste jaren", rj f». zal dit door eenige voorbeelden ver"'delijken. „In het tweede en derde district li» e* ei'and wordt nu uit vroeger braak J-gende gronden, jaarlijks, zelfs in een echt jaar, i 36.000 aan mais en mais-stioo Ijjh-okken". Die mededeeling deed ons ver- ?a-d staan; doch wijl zij op geen bereke_ng steunt en door den heer Chapman nder eenig bewijs wordt medegedeeld, zijn -J zoo vrij, die bewering als onbewezen en 5 nul en geener waarde op zij te zetten. a ~°ch de heer Chapman heeft nog een di-j.l bewijs. „Er zijn, volgens mij door den (j-^rictmeester Baujon versfrekte opgaven, op 2 e (vroeger braak liggende) gronden in het M en 3e district thans 130 moestuintjes. (j_enit men nu aan, dat zoon grondje f 0.75 irt h S oPkfengt> dan is dat voor alle grondjes h "et 2e en 3e district eene kleine f 100 {aags, en pc-r jaar f 36.500." Hier hebben wij {.n minste eene berekening. Doch welk eene lsJfjening! Ik durf gerust beweren, dat alle rtZ hofjes tesamen, d.w.z. het gedeelte ervan, -n als moestuin geëxploiteerd wordt, niet de -^Pervlakte hebben van een middelmatigen een vin in het Weslland. Wat zou Curacao tun gezegend land zijn, als die eene g °estuin f 36.500 's jaars kon opbren{£?• Waarlijk, het ijke Westland zou dan b-^..spreekwoordelijk dorre Curacao moeten ber iden' Daaruit alleen reeds DliJkt' dat de vte«ening van den heei C. mank gaat. daemt men aan, dat zulk een hofje f 0.75 u^fgs opbrengt, ja, dan kan men gemakke_u. tot zijne conclusie komen; maart is juist «*» Wat wij niet aannemen. Hadde de heer v°or zijne berekening genomen 7% et. per dag, — wij gelooven, dat hij dan dichter bij de waarheid geweest zou zijn dan nu met zijne 75 et. Ware de berekening van den heer Chapman correct, dan moest er in die beide districten betrekkelijk welvaart heerschen, want die f 36.500 circuleeren en worcen omgezet. Maar iedereen, die niet ziende blind is (om eene uitdrukking van den heer C. te gebruiken) moet erkennen, dat daar de ellende al even groot is als elders. Een locaal blad heeft getracht zulks onder cijfers te brengen door een lijstje aan te halen, dat voorkomt in hetzelfde nummer der „Cur. Courant", die de redevoering van den heer C. bevat, het lijsje n.l. van de Koloniale Spaarbank over de maand Augustus j.l. (Dat van September is nog niet verschenen). Uit dat lijstje blijkt, dat in het 2e district in Augustus werd ingebracht f 13 (dertien gulden) en teruggenomen f 732.54 (zevenhonderd twec-en-dertig gulden vier-en-vijftig rent), en in het derde district werd ingebracht f 4.50 en teruggenomen f 15.25. Hoe rijmt men dat met de welvaart, die daar heerschen moet ? Wel maakt elke week het officieele gedeelte van de ,Cur. Courant" met veel omhaal melding van alles, wat in de laatste week ter markt uit die hofjes wordt aangevoerd,* maar als ik u zeg, dat onder dat aangevoerde zelfs vermeld worden „pakjes koolbladeren, — zeven rammenassen, —. 29 boseen knollen", — en dergelijke, dan staat men minder verwonderd, dat die lijst zoo lang is, maar des te meer, dat zulk een hofje dagelijks f 0.75 kan opbrengen. Als men nu uit dit alles de conclusie zou trekken, dat schrijver dezes tegen de uiigifte dier kleine grondjes is, of tegen bebouwing door den minderen man, dan zou men zich deerlijk vergissen. Gave God, dat de tuinbouw het tienvoudige, ja, het honderdvoudige kon opbrengen van hetgeen de heer C. Hein toedient. Maar waar wij tegen opkomen is, dat men de zaken zóó voorstelt, alsof dit alles te danken zou zijn aan de bemoeiingen van het tegenwoordig bestuur en aan de door den Gouv, de Jong v. B. e. D. gestichte maatschappij. Vooreerst is de uitgifte dezer grondjes reeds begonnen onder Gouv. Barge, die telken jare bij de opening van den Kolonialen Raad er op, wees, dat het getal uitgegeven grondjes in aantal was toegenomen. Ook nieuwe voortbrengselen vallen niet aan te wijzen. Wat dertig jaren geleden de moestuinen der plantage-houders voortbrachten, brengen ook nu nog de hofjes van den minderen man yooit. Alleen dit voordeel is behaald, dat de kleine tuinbouw in meerdere handen is gekomen en dus ook de voordcelen meer verdeeld zijn. Vroeger had elke plantage-houder zijn moestuin voor eigen gebruik en voor den verkoop in de stad. Dat voordeel is nu door de uitgifte van kleine grondjes voor den plantagehouder verloren gegaan. Dit moge nu een verlies zijn voor den planter, voor de bevoltung is het een niet te rfniskennen voordeel. Men hebbe echter van die hofjes een niet te groot idee. Enkele bedjes rondom een put, elk bedje metend 3 M. op 1 M; groot kan de door de bedjes ingenomen oppervlakte niet zijn; want dan zou zij met geen mogelijkheid te beschermen zijn tegen kippen en geiten, die aan elk groen blaadje of scheutje een onverzoenlijken oorlog verklaard hebben en waartegen bijna geen afsluiting baat.
Op één gebied echter maakt de Maatschappij zich hoogst verdienstelijk en is zij verre boven onzen lof verheven, n.l. op het gebied der hoedenvlechterij. Gelukkig, dat zij te goeder ure deze huisindustrie in haar program heeft opgenomen; daardoor heeft zij zich de sympathie en den steun verworven van al wie de ware belangen der Curacaosche bevolking begrijpt. Vond de Maatschappij alleen in bevordering van den landbouw hare reden van bestaan, —wij gelooven, dat zij al lang opgehouden zou hebben te bestaan. Te meer, daar behalve, het toekennen eener subsidie, het bestuur er zich weinig aan gelegen laat leggen. Men zou zeggen, dat, nu Curacao eene Maatschappij van Landbouw heeft, die in het bezit is van een eigen proeftuin, het Bestuur nu toch de te nemen proeven veilig door de Maatschappij zou kunnen laten nemen, zij het dan onder toezicht van den Gouvernements-landbouwkundige. Maar neen, dat zou te goedkoop, te kleinscheeps zijn. Het Bestuur heeft nu op zeer korten afstand van den proeftuin der Maatschappij ook een proeftuin met molens, putten, dammen, woning voor den landbouwkundige enz.
Dit gai zelfs aan den heer C. in zijne openingsrede de ietwat ondeugende vraag in, of er hier misschien niet een beetje misplaatste jaloezie in het spel was, en of bij al die bemoeiingen van het Bestuur de Maatschappij nog wel reden van bestaan had ?
Doch genoeg over de landbouwquaeslie. In eene correspondentie uit Curacao verlangen de lezers tegenwoordig oorlogsberichten. 't Spijt mij hen te moeten teleurstellen; want zulke berichten zijn er niet. Wel vernamen wij, dat Castro uit Duitschland zware kanonnen ontvangen heeft en uit Amerika eene groote hoeveelheid ammunitie; maar daar blijft het bij. Particuliere brieven uit Venezuela, die ons bereikten niettegenstaande de censuur en de strenge controle, melden, dat men in de kuststeden doodsbenauwd is tegen 1 Nov. omdat men dan het begin eener blokkade tegemoet ziet. Overigens houden Regeering en Bestuur ons in volslagen onwetendheid aangaande de dingen, die komen zullen. Wij weten zelfs officieel niets aangaande den termijn van 1 Nov. Hier doet onder de bevolking de ui de ronde, dat Castro aan de Nederlandsche Regeering als antwoord op de tweede Nota, zou gevraagd hebben, welke 1 November d. i. van welk jaar en ln welke eeuw, bedoeld wordt, daar er in de Nota van Nederland bij 1 Nov. geen jaartal genoemd is ? — Wij weten hier dus niets. En wat ons zeer verwondert: de anders zoo loslippige „El Constitucional" van Caracas heeft niets medegedeeld van den inhoud der Nota van Nederland. Er broeit iets; maar wat? Zullen wij het na 1 Nov. weten? Wij hopen het, want die onzekerheid maakt op de bevolking een zeer slechten indruk. Wij zijn toch ook belanghebbenden. Waarom dan die geheimzinnigheid?
Nog iets. Er dreigt conflict tusschen den Kolonialen Raad en den Minister van Koloniën. Deze laatste heeft op de begrooting posten teruggebracht, die doot den Raad unaniem waren afgestemd o. a. f 2400 voor een eersten Opzichter bij Openbare Werken. De Minister acht dien post noodzakelijk. Nu zou het den Raad nog zoozeer niet ontstemmen, dat de Minister tegen het gevoelen van den geheelen Raad ingaat, zoo Z.Exc. daarvoor niet eene reden had aangehaald, die hem blijkbaar van hier uit geïnspireerd is n.1., dat Z.Exc. niet wil vooruitloopen op de beslissing eener bezuinigings-commissie, die door den Gouverneur is ingesteld. Deze reden nu ontstemt den Raad, naar wij vernamen, ten zeerste. De bezuinigings-commissie toch bestaat uit zeven leden, waarvan de meerderheid ambtenaren; terwijl de Raad bestaat uit dertien onafhankelijke leden, van wie men toch moet aannemen, dat zij op de hoogte der zaken zijn. Nu wordt het advies van dertien leden van den Raad ondergeschikt gemaakt aan het gevoelen van zeven, waarvan de meerderheid afhankelijk is van het Bestuur. Het wil ons voorkomen, dar de gevoeligheid van den Raad hier niet zonder grond is.
Ook dreigt er conflict ten opzichle der invoering van het nieuwe belastingstelsel. Op het oogenblik is de toestand op Curacao zoo, dat iedereen begrijpt, dat een zoo ingrijpende verandering bijzondere voorzorgen vereischt.
Nu heett de Kamer van Koophandel en Nijverheid zich reeds per adres tot het Bestuur gewend, om uitstel der invoering te verkrijgen met het oog op den droevigen toestand der Kolonie; doch inmiddels is er uit Den Haag bericht gekomen, dat de Minister de invoering tegen 1 Jan. 1909 heeft aangekondigd. Ook daarover zal de Raad zich tot het Bestuur wenden. Met welken uitslag? Ik kan U dit eerst later melden. Maar aangezien de Raad al zoo dikwijls ondervonden heeft, dat men weinig rekening houdt met zijne adviezen, vrees ik, dat ook hier weer nul op het request zal komen. In dat geval mag de regeering zich toch wel eens herinneren, hoeveel moeite haar de belasting-invoering op Sumatra's Westkust gekost heeft.
BUITENLAND. GEMENGDE BERICHTEN. De moordzaak-Steinheil.
Wat wij gisteren als een vermoeden uitspraken, is een feit geworden: de justitie te Parijs heeft mevrouw de weduwe Steinheil in de gevangenis Saint Lazare opgeborgen achter slot en grendel, als verdacht van medeplichtigheid met voorbedachten rade aan den moord op haren echtgenoot en haar eigene moeder. D«aientegen is Wolff, de zoon dér keukenmeid, die door mevrouw Steinheil als de moordenaar was aangewezen, doch in wiens kamer zonder eenig resultaat een onderzoek is ingesteld, weer op vrije voeten gelaten. »Het publiek,« aldus wordt aan de >N. R. Ct.» uit Parijs gemeld, heeft nooit geloofd aan het fantastisch verhaal van mevrouw St-ir.beil over de rossige vrouw en drie geheimzinnige mannen, en aan de politie steeds verweten, dat deze veinsde het te gelooven. Steeds was de algemeene indruk hier, dat er een kolossaal schandaal achter zat. Het losse leven van mevrouw Steinheil was bekend, en ook dat hooge personen van de republiek in dit losse leven een rol gespeeld hebben. Tevens werden haar ook minnaars van laag gehalte toegeschreven en de openbare meening was, dat ben dezer de moordenaar was, mogelijk met medeweten van mevrouw Steinheil. Deze bekende gisteren tegenover den rechter van instructie een harer paarlen in de portefeuille van den kassiersknecht Couillard te hebben gestoken en ern diamant ergens op den grond te nebben verstopt, ten einde de justitie op een dwaalspoor te leiden. Onmiddellijk daarop beval de rechter van instructie tot invrijheidstelling van Couillard. Ook Wolff ontkent ten sterkste alle medeplichtigheid aan de misdaad. Bij de confrontatie met hem toonde mevrouw Steinheil zich zwak en verklaarde zich misschien te hebben vergist in den persoon, omdat de misdadiger, die haar in den nacht van den moord vastbond, met Wolff een treffende gelijkenis had ! Zóó zijn dus de beide beschuldigden op vrije voeten en zit de aanklaagster in de gevangenis. Heel de Parijsche pers is vol van het gruwelijk schandaal en men vraagt zich af wie de misdadiger is die — vermoedelijk in overleg met mevrouw Steinheil — haar vastbond en deze vrouw door ten dubbelen moord verloste van de voor haar lastige aanwezigheid van haren echtgenoot en hare moeder.
BINNENLAND. Amsterdam, 27 Nov. NEDERLAND OP DE TENTOONSTELLING IN HET VATICAAN.
De „Osservatore Romano" bevat een zeer uitvoerige beschrijving van de tentoonstelling van kerksieraden in het Vaticaan. Daar aan al de inzendingen een bespreking wordt gewijd, kan deze voor elk der landen afzonderlijk uit den aard der zaak slechts kort zijn. Omtrent Nederland lezen wij het volgende: „En zoo komen wij dan aan de inzending van Nederland, welke een groot gedeelte van de geheele tentoonstelling in beslag neemt; de Nederlandsche Katholieken, ofschoon in hun vaderland slechts een klein gedeelte der bevolking vormende, hebben in een edelen wedijver van liefde een groote menigte kerkelijke sieraden en voorwerpen gezonden. Vooral vallen te vermelden de draagbare altaren voor missionarissen — meer dan een dozijn. Het is niet mogelijk op te sommen de koorhemden, kasuifels, koorkappen en andere paramenten evenals de heilige vaten, gezonden door de vereenigingen van Rotterdam, Amsterdam, 's Gravenhage, Leiden, Haarlem, Hart (? Red.) Utrecht, Tilburg, Nijmegen, Helmond, Breda en Roermond. Vermeld dienen te worden de geschenken der uit haar vaderland verdreven Fransche Zusters, die thans gevestigd zijn te Poacloo (?Red.), geschenken bestaande in rijke alben en altaardwalen. Ook de verafgelegen Hollandsche koloniën, zooals het Apostolisch Vicariaat van Batavia, de Zusters Ursulinen van Malang en het Apostolisch Vicariaat van Suriname, zonden tal van rijke geschenken in paramenten. De Zusters Ursulinen van Eysdeii gaven een groot* menigte kandelaars van allerlei afmeting en tal van kelken en pyxides van verzilverd of verguld metaal. Zeer schoon zijn verder een vijftigtal ostensoria en een menigte kelken en missalen, gezonden door de verschillende Hollandsche diocesen."
Zooals men ziet, maakt het katholieke Nederland op deze tentoonstelling van liefdegaven aan den jubileerenden Paus, ten bate van arme kerken en van de missionarissen, een alleszins waardig figuur.
Advertentie
H. W. VAN DELDEN, Damrak 28-30. Makelaar. Commissiehandel in Schilderijen en Kunstvoorwerpen.
NEDERLAND EN VENEZUELA.
Het Parijsche .Journal" wijdt een allerminst hartelijk artikel aan de komst van Castro in Frankrijk. Het blad geeft een zeer scherpe karakterschets van zijn persoon en zijn optreden, noemt hem verder ecu niet alleen weinig sympathieken gast, maar een man, die zich buiten het internationaal recht gesteld heeft. De „Journal" vindt, dat de regeering geen notitie van hem nemen moet en om zoo te zeggen zijn incognito maar eerbiedigen moet. 's Lands gastvrijheid zonder meer staat voor hem open. Wil hij dit beloonen door een fatsoenlijke houding aan te nemen, dan is het altijd nog vroeg genoeg om hem te zien komen. („N. R. Ct,") De .Temps" neemt de komst van den Venezolaanschen dictator te "baat om aan te dringen, dat Castro bij zijn bezoek aan Parijs, degelijke waarborgen zal geven voor de betaling der Fransche diplomatieke schuld, welker rente sinds ettelijke maanden achterstallig is, en de gelegenheid zal gebruiken om aart Frankrijks eischen een rechtmatige voldoening te geven .tot voorbereiding van het herstel van de diplomatieke betrekkingen, die door zijn zonderlinge practijken verbroken zijn."
PSYCHIATRIE EN NEUROLOGIE.
De najaarsvergadering te Utrecht van de Nederi. Vereeniging voor Psychiatrie en Neurologie werd gis.eren voortgezet. Van hetgeen en behandeld werd was alleen voor vakmannen van belang. Dr D. Schermers bracht evenwel ook de vraag in discussie : «ls de kans van genezing in een krankzinnigengesticht thans grooter dan vroe ger?»
Algemeen neemt men aan, aldus spreker, dat de liehandeling Jn een gesticht gunstigen invloed uiioefcna op het verloop van psychosen. Oen laatsten tijd wordt deze opvatting echter bestreden en beweerd, dat krankzinnigen ten minste evengoed buiten het gesticht kunnen genezen. Daar het zeer moeilijk is, dit met bewijzen te staven, word. de vraag hier een gszins anders gesteld • is de kans van genezing in een krankzinnigengesticht thans grooter dan vroeger ?
Uit de officieele verslagen blijkt, dat in de tweede helft der vorige eeuw het aanial patiënten, die als hersteld uit de gestichten ontstegen werden, in ahsoluten zin genomen sterk is vermeerderd ; de verhouding ten opzichte van de opgenomenen is echter duidelijk kleiner geworden, zoodat de kans van gen-zing niet grooter, eer kleiner is geworden dan vroeger. In den leeftijd der opgenomenen vindt men hiervoor geene verklaring; de duur der krankzinnigheid vóór de opneming is niet merkbaar veranderd en ook in den vorm der psychosen is geene wijziging gekomen. Evenmin blijkt, dat men thans een anderen maatstaf voor herstel pleegt aan te leggen of dat er eene psychose is die ongunstiger verloopt; alleen worden er den laatsten ti_d meer patiënten binnen het jaar als hersteld ontslagen. De enorme verbeteringen in de gastichlsverpleging hebben dus nog geen merkbaren invloed ten goede uitgeoefend op het verloop der psychosen. Het is noodig, dat voor dit doel de medische hulp jn de gestichten wordt ver- Sterkt, waardoor betere individueele behandeling mogetijk wordt. Ook mag worden verwacht, dat de beide psychiatrische klinieken, die eerlang te Amsterdam en Utrecht geopend worden. er toe bij zullen dragen om onze therapj-utische kennis te vergrooten.
WEST-INDIË. Paramaribo, 7 Nov.
De gouverneur heeft ingediend een ontwerpverordening tot aanvulling van art. 5 der verordening van 5 September 1902 houdende maatregelen tot voorkoming en beteugeling van eenige besmettelijke ziekten. Volgens ȟnze West* is een ontwerp-verordening in voorbereiding, bepalende dit voortaan bij de berekening van invoerrechten voor vruchten op brandewijn, de vruchten, niet mogen worden med-gerekend in de berekening van de hoeveelheid drank. Daarmede wordt tegemoet gekomen aan een lang bestaande, voiKomen juiste grief tegen de huidige berekening van rechten. Vermoedelijk zal na invoering der verordening over zeker tijdperk nog restitutie worden veneend voor teveel betaalde reenten, zegt het blad.
Hoewel het blad »De Surinamer* dit bericht tegenspreekt, houdt »0. W.« het vol.
»Onze West* schrijft dato 3 November : Het aantal zaken dit jaar voor den kantonrechter van Paramaribo gebracht, is bijna het dubbele van vorige jaren. Tot October bedroeg het reeds ruim 360, tegen 200 het vorig jaar. Daarbij komen dan nog tal van zaken, die door de politie in der minne geschikt worden. Eendergelijk toenemen van de misdadigheid is schrikbarend en doet d..iken aan bepaalde oorzaken. De politie heeft dezer dagen weder een aantal Barbadiaansche vrouwen, die van prostitutie haar bestaan maakten, opgepakt om 'erug te zenden naar haar land.
Gedurende de maand October heeft de gezondheidstoestand te Paramaribo veel te wenschen gelaten. Er overleden niet minder dan 140 personen, tegenover 86 geboorten, waarvan 52 buiten echt.
Van Januari tot eind October is het sterftecijfer van Paramaribo 1051, tegenover 880 geboorten, waarvan 763 buiten echt. Er werden in dien tijd 236 huwelijken gesloten en bij 92 daarvan 182 kinderen erkend. Aan het voornemen om naar aanleiding van de klachten van repatrieerende Javaansche immigranten, een onderzoek te doen instellen in Suriname, is eindelijk gevolg gegeven. Per »Prins Frederik Hendrik* is met dit cocl hier aangekomen de heer H. L. C. B. van Vleuten, assistent-resident op Java.
HAARLEM, 27 Nov. De commissie tot leniging der gevolgen van fe werkloosheid zal het volgend jaar ontbinden en de overgehouden fondsen besteden voor premiebetaling in het gemeentelijk fonds voor werkloozen, die, naar het oordeel der subcomités uit vakvereenigingen, voor steun in aanmerking komen en niet lid van een fonds waren. Die werkloozen krijgen dan dadelijk fondsuitkeering.
UTRECHT, 26 Ntov. De senaius veteranorum van het U. S. C. is als volgt verkozen: O. R. van Voorst tot Voorst, rector; W. A. P. van Lier, abt-aciis; G. C. J. von Winningh B. van den Brandeler, J. Baert de la Faille. Tot fiscus der sociëteit P. H. R. M. is gekozen de heer F. A. Nelemans.
AMERSFOORT, 26 Nov. Door wijlen den heer C. Th. van Beek is gelegateerd aan de kerk van O. L. Vr. Hemelvaart aldaar f 7500 en zijn gesticht twee fondatiën elk van f 1000 in dezelfde kerk, bovendien een fondatie van /' 1000 in de nieuwe kerk van den H. Henricus, aldaar.
STADSNIEUWS. Melkverordening.
Door Gedeputeerde Staten is aan B. en W. een schrijven gericht, waarin deze worden uit-; genoodigd te bevorderen, dat de Raad zich in beg.nsel zou uitspreken over de vraag, of hij, bereid is, maatregelen te nemen, die beoogen' het in den hande. brengen en gebruiken v«n . voor de gezondheid schadelijke melk, zooveel mogelijk te weren. Naar aanleiding dezer circulaire g-ven B. en W. een overzicht van hetgeen hier te Amsterdam van overheidswege wordt gedaan om zooveel mogelijk melkvervalsching en verkoop van besmette me.k tegen te gaan. Het heeft, zeggen B. en W., in deze gemeente, aan maatregelen om den verkoop van ondeugdelijke meik tegen te gaan, niet ontbroken, hoewel daar toch geen voldoend resultaat mee kan worden bereikt. Vaak komt typhus voor,'-waarvan kan worden aangetoond, dat besmette i melk de oorzaak is. Deze besmetting ontstond; meestal niet in Amsterdam, doch in omliggende gemeenten. En nu zeggen B. en W. : «Zoo lang dan ook de provincie die zaak niet ter hand neemt en met door een energieke handhaving van de door haar vastgestelde voorschriften zorgt, dat de winning én het vervoer der melk op het platte land aan aüe hygiënische eischen voldoet, meenen wij, dat een gemeentelijke melkverordening niet het result-at kan hebben, hetwelk Gedeputeerde Staten er blijkbaar van verwachten en dus vrijwel nutteloos zal zijn. Gaat echter de provincie op de bedoelde wijze voor, dan zou er zeker geen bezwaar tegan bestaan, dat de gemeente als aanvulling der provinciale voorschriften, de noodige bepalingen op de melklevering vaststelde, althans voor zoover de maatregelen, welke zij thans reeds heeft genomen, daartoe niet voldoende mochten blijken. Daarbij zou' n.l. wel moeten worden overwogen, of het mogelijk zou zijn in een groote gemeente als de onze, waar geheel andere toestanden heerschen dan elders, te zorgen, dat de vele voorschriften, welke een melkverordening zou bevatten, ook werkelijk worden nagekomen.
Meer afdoende zou het daarom wellicht zijn, indien de provincie het vraagstuk in zijn vollen omvang zou regelen en althans aan de grootste gemeenten een deel der handhaving van haar voorschriften zou overlaten, waart»] het dan we.licht noodig zou zijn, aan deze laatste tevens de regeling van enkele zaken van localen aard door een gemeenteverordening op te dragen. Het spreekt vanzelf, dat wij in dit geval gaarne onze medewerking zouden verleenen, zoowel tot de uitvaardiging der bedoel-; de voorschriften als tot een zoo krachtig mogelijke handhaving van de provinciale verordemng>.
B. en W. stellen nu voor de missive van Ged. Staten in dezen geest te beantwoorden.
Jubilee.
Heden herdenkt de heer G. W. Huntelaar den dag, waarop hij nu 25 jaar geleden als jongste bediende in dienst trad bij de firma Wm. H. Muller & Co. alhier, waar hij successi.v-lijk is opgeklommen tot chef de bureau. ln het voor dezen dag feestelijk versierd kantoor werd de jubilaris toegesproken door den heer P. A. C. Keeman en werden hem namens de directies te Amsterdam, Rotterdam en Den Haag eenige blijken van waardeering ter hand gesteld. Collega's en vrienden lieten dezen dag evenmin ongemerkt voorbijgaan. Talrijk waren de bewijzen van hulde en belang-: stelling, die de heer Huntelaar uit handelskringen en van beursvrienden mocht ontvangen.
Voordrachten over Indië.
Iv het vorige winterseizoen heeft het Kon- Ned. Aardrijkskundig Genootschap een reeks voordrachten doen houden, met het doel de kennis van onze OosUndische bezittingen in breeden kring te vermeerderen. Dit plan is, naar men weet, in alle opzichten geslaagd.-De groote zaal van het Gebouw voor den Werkenden Stand was bij elke voordracht met ongeveer 600 hoorders bezet en bij de stijgende oelangstelling moesten bij de laatste voordracbten zelfs velen worden geweigerd. Volgens het aangekondigde voornemen zal de eerste reeks, die meer bepaald Java betrof, nu in de volgende m?__nden worden voortgezet met eene serie voordrachten over de buitenbezittingen.
Prof. dr J. F. v. Bemtnelen, uit Groningen, zal op 9 December, ter inleiding een rondreis beschrijven door den Indischen Archipel, gelijk zulks mogelijk is met de booten van de' Kon. Paketvaart-Maatschappij. Hierdoor zal men in kennis worden ges.eld met de onder-, linge ligging der eilanden, de verschillende volken en hun zeden en gewoonten. De gepens. luit.-kolonel van het Indische le-, ger G. B. Hooijer zal vervolgens op. 23 Dec. een voordracht houden over Sumatra, waarna de heer Th. F. A. Delprat, oud hoofdingenieur, der Staatsspoorwegen in Indië, op 12 • Januari meer in het bijzonder zal spreken over de mdjnindustrie op Sumatra, den spoorwegaanleg en de kolen-, petroleum en goudwinning op dat groote, na Java het belangrijkste eiland. De reeks zal dan worden besloten roet ecu voordracht op 9 Februari, weder door Prof. van Bemmelen, over de Molukken, de eilandgroepen die reeds dadelijk na onze eerste reizen naar Indië van grooie beteekenis zijn gemeest voor den Nederlandschen handel. Al deze voordrachten door sprekers, die door studie en eigen aanschouwing met de te behandelen onderwerpen fe-ij . uitstek vertrouwd zün, worden weder door lichtbeelden verduidelijkt. Evenals het vorige jaar zijn kaarten voor de vier voordrachten, van 1 December af, verkrijgbaar bij de firma J. H. de Bussy en aan de kiosken. De prijzen zijn weder zeer laag geste'd. Een abonnementslcaart voor de vier voordrachten, geldig voor hoogstens drie personen uit hetzelfde gezin, kost slecbts één gul den,
Een dito voor één persoon slechts 50 cent, igsprijs voor een enkele voorwacht per hoofd een kwartje kost. Bij elke kaart krijgt men als programma een rard-g boekje met plaatjes en een duidelijk overêëïchtskaartje.