VLISSINGEN, 13 April. Maandag 12 April 1.1., den 2den Paaschdag, werd in de parochiekerk van den H. JacoDus, den Meerderen, een plechtige H. Mis opgedragen door Rev, Father Matthaeus, O. M. C, Missionaris te Dalwal (Engelsch Indie), district Punjab, in de wereld genaamd Hendrik Blonde. Z.Ew. werd daarbij geassisteerd door de beide kapelaans der parochie, de WelEerw. heeren H. Pieterse en J. J. M. Boele. Het was voor zijne geachte familie en vrienden een treffende gebeurtenis, daar hij voor ongeveer tien jaar door Monseigneur Godfried Pelckmans in de kathedraal te Dalhousie, bisdom Lahore, priester gewijd, thans voor de eerste maal in zijne geboortestad een plechtig H. Misoffer kon opdragen. Als werkkring is Z.Ew. door zijn geestelijke overheid opgedragen het bestuur der Mission High School, waaraan ongeveer 260 leerlingen onderwijs genieten.
De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- 14-04-1909
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- Datum
- 14-04-1909
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Gebr. Verhoeven
- Plaats van uitgave
- 's-Hertogenbosch
- PPN
- 832688045
- Verschijningsperiode
- 1845-1959
- Periode gedigitaliseerd
- 1845 t/m 1959
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- KB C 236
- Nummer
- 18732
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
KERKNIEUWS.
Advertentie
rWW^H 1 W_~.ll het meest populaire IIA/rl F* HOLLANDSCHE rijwiel • •V^A-l-'-U_U_U_L- f VRAAGT PRIJSCOURANT. „ , | pMWT-aEam-a Gazelle Rijwielfabriek. —DIEREN.
INDISCHE AMBTENAREN MET VERLOF.
Opgave van in Europa met verlol aangekomen koloniale officieren, loopende tot 10 April 1909. Oost-lndië: H. ChristoKel, kapitein der marechaussee; J. A. F. Mörzer Bruyns, le luit. der ca vallede; H. A. Hovenkamp, officier van gezondheid 2e kl.; F. C. H. Hirscbmann, kapt. der mi.; J. F. Baerveldt, majoor der artillerie.
Opgave van in Europa met verlof aangekomen koloniale ambtenaren, loopende tot 10 April 1909. Oost-lndië : W. W. O. A. Elenbaas, controleur B. B.; F. R. Monteiro, idem; W. F. C. van Bosse, houtvester; H. Varkevissei-, ingenieur W. v. B. O. W. West-Indië : E. van Emmen, agent van politie in Suriname.
Opgave van aan koloniale ambtenaren met verlof verleende verlofsverleniing, loopende tot 10 April 1909. Oost-lndië : C. Abbo, loods bij het loodswezen; O. A. Uhlenbeck, gouvernementssecretaris, en C. H. Plasschaert, houtvester, aüen 6 maanden.
West-Indië: J. M. van Schalk, directeur der gevangenis in Suriname; O. Praamstra agent van politie in Suriname; M. C. van Ommeren, onderwijzeres in Suriname; J. L. Leurs, hoofdagent van politie in Suriname; J. B. Gravenhorst, controleur der belastingen op Curacao; allen 6 maanden. Opgave van koleniaie officieren met verlof aan wie vergund is naar de koloniën terug te keeren, loopende tot 10 April 1909. Oost-lndië:- M. W. Siebelhoif, kapitein, der inf., 24 April 1909 -Tabanans A. R. T. Bo_mau, kapitein der art., idem. Opgave van koloniale ambtenaren met verlof, aan wie vergund is naar de koloniën terug te keeren, loopende tot 10 April 1909. Oost-lndië: J. Ohlenroth, commies St. Sp.; H. E. van Aarem, boekhouder accijnzen; A. Coomans, controleur B. B.; F. L. van Olden, kantoorchef P. en T.; allen 12 Juni '09 »Grotius«; mej. W. L. Leefers, onderwijzeres 15 Mei '09 -Kcn'ng Willem 1I<; F. P. Grivel, opzichter stoomtramweg Atjeh, 29 Mei '09 -Koning'n Wi.helmina»; B. Loggies, opzichter marine-etablissement, 22 Mei '09 »Rindjani«; H. A. Qerx, onderwijzer, 5 Juni '09 »Goentoer«.
West-Indië: K. Straaijer en A. Lammers. agenten van politie in Suriname.
's GRAVENHAGE, 14 April. Gisteravond hield het R. K. Ziekenfonds, onderaideeling van denN. R. K. V., zijn jaarvergadering, door de doktoren van het fonds bijgewoond. Nadat de voorzitter, de heer M. van Kol, de bijeenkomst met gebed had geopend en de aanwezigen had welkom geheeten, brachten secietaris en administrateur hun jaarverslagen uit, waaruit bleek, dat het Ziekenfonds ook dit jaar weder in bloei is toegenomen. Het aantal leden, dat vorig jaar 1563 bedroeg, is met 29 vermeerderd. De reserve, ontstaan door batige sloten van vorige jaren, bedroeg verleden jaar f 6168.91 %. Tegenover een ontvangst van f 12.267.75% was er een uitgave van f 10.970.03, zoodat dit jaar een batig saldo van f 1297.72% ontstond. Hierdoor is de reserve gestegen tot een som van 17466.63%. Bovendien kan het Fonds nog beschikken over f 4000, door een milden gever als renteloos voorschot verstrekt.
De voorzitter bracht hierop, na een aansporing om leden te werven voor dit op zoo hechten grondslag steunend fonds, een woord van eerbiedige hulde aan de nagedachtenis van Minister Bevers, rechtskundig adviseur van de Haagsche afdeeling, aan wien ook het Ziekenfonds veel te danken heeft.
Hierna werd besloten met algemeene stemmen op 1 na (twee Manco's) om het Ziekenfonds af te scheiden' van het Ondersteuningsfonds en een commissie te benoemen om een gedeeltelijke reglementswijziging te ontwerpen. Dr. Behrends, geneeskundig adviseur, een vergelijking met andere ziekenfondsen makende, toonde vervolgens aan, dat het R. K. ziekenfonds in alle opzichten de kroon spant, weshalve hij den raad gaf niet te veel aan het reglement te veranderen en het bestuur in zijn tegenwoordige samenstelling te behouden.
De voorzitter sloot de welgeslaagde bijeenkomst met gebed.
— Door den hoofdcommissaris van politie Is eervol vermeld de inspecteur-titulair H. C. J. van der Swan, ter zake van de aanhouding hier ter stede en te Amsterdam van een valschen rannter.
HAARLEM, 13 April. De feestelijke reclametentoonstelling van den Ned. R. K. Volksbond is in de Paaschdagen vooral druk bezocht. Ziehier de bekroningen. De zilveren medaille van H. M. de Koningin aan de Singer-maatschappij, de zilv. mcd. van Z. K. H. den Prins aan de firma Bern. J. Kerkhoff; de zilv. medaille van H. M. de Koningin- Moeder aan de firma A. Weil, (pelterijen); de verg. zilv. medaille van Z. D. H. Mgr. Callfer, bisschop van Haarlem, aan de firma A. v. d. Möhlen; de verg. zilv. medaille van den Burgemeester van Haarlem aan de firma J. W. Lippits; de verg. zilv. medaille van Mgr. A. J. Brouwer, (vlc.-gen.) firma H. M. F. Seveke (Perry-magazljn); de zilv. medaille van den Commissaris der Koningin, aan de R. K. Propagandaclub „PiusX"; de verg. zilv. medaille van de gemeente Haarlem, aan de firma Gez. Schoos (Brinkman), Anegang; de verg. zilv. medaille van het Centr. Bestuur van den R. K. Volksbond, aan de firma C. J. Henning (confiseur); de zilv. medaille van de gemeente Haarlem aan .Het Gezondheidshuis"; de zilv. medaille van de gemeente Haarlem aan de firma J. H. W. Gründemann; zilv. plaque van „Vreemdelingenverkeer" aan de firma F. A. Beelen Gz.; de zilv. medaille van Mr. J. N. J. E. Thijssen aan de firma J. B. Lohman; de zilv. medaille van „De N. Haart. Courant" aan de firma A. T. Schaars.
Eervolle vermeldingen zijn toegekend aan de firma's: .The Leofohne Company", H. v. d. Eist, A. Leusen, .Pottery Rembrandt", G. H. van Looij, C. H. van Ellinckhuijzen, „De Sierkan", H. C. van Meeuwen, M. Stavinga, Joh. M. Schmidt en B. Hus. De afzonderlijke medaille voor de beste hygiënische ondergoederen, geschonken door Dr. v. d. Berg, werd toegekend aan de fabrikanten Vatton en zonen, te Amsterdam.
STADSNIEUWS. R.K. Kiesvereeniging V.
Vrijdagavond B}^ uur vergadering in het R. K> Jongens-patronaat, v. Ostadestraat 399. Aan de orde is o. m. een voorloopige bespreking der a.s. verkiezingen voor de Tweede Kamer.
BUITENLAND. ALGEMEEN OVERZICHT.
Op een spotprent in een Fransch blad wordt Castro afgebeeld, liggende in het schuitje van een zwevenden luchtballon, met als onderschrift der woorden: „Zal men mij ook dit gebied ontzeggen?" De scherts is echter niet volkomen juist: 't is geenszins de bedoeling der groote mogendheden, dat Castro nergens meer rustig het hoofd zal mogen neerleggen; zij willen enkel maar; dat Castro van het grondgebied verwijderd blijve in den omtrek van Venezuela, wijl zij — en terecht — vreezen, dat hij daar nieuwe politieke machinaties tegen de Venezolaansche regeering op touw zal gaan zetten. Het is inderdaad te verwachten, dat men hem in Frankrijk volkomen vrijheid zal laten, daar hij in dit land onschadelijk is. Men voelt dan ook al te zeer Castro's zucht om den wartelaar te spelen, als hij in interviews aan journalisten verklaart, dat hij zich als de gevangene van Frankrijk beschouwt en niet beter weet, of hij zal, na aankomst te St. Nazaire, van het schip naar de gevangenis gesleept worden. En men erkent de oude grootspraak van den aartsavonturier in het slot van 't geschreven protest, dat hij vóór zijn uitzetting op Martinique aan den politiecommissaris overhandigde: „Laat het Fransche volk zich herinneren, dat in het land van keizerin Josefine, die groote bevrijdster (?), de afstammelingen der Fransche natie, die in stroomen haar bloed voor de vrijheid vergoten heeft, de menschelijkheid en de vrijheid in mij verraden hebben."
Te Point-a-Pitre had een medewerker van de „New-York Herald" een onderhoud met den ex-president, die natuurlijk over Frankrijk slecht te spreken was. Hij wilde voor de gansche wereld verklaren, — zeide hij met een verontwaardiging als door Reynaert de Vos Werd gehuicheld toen hem recht was geschied —- dat het een eeuwige schande zou blijven, een stervend man, die nooit iets misdreven had, aldus te behandelen. Hij had geweigerd een passagebiljet te koppen voor de reis met de „Versailles", en de Fransche autoriteiten betaalden zijn overtocht, want hij had in Venezuela enkel zijn landerijen en zijn fortuin voor het gerecht willen opeischen, maar Frankrijk, Engeland en Amerika hadden zich op onwaardige wijze ertoe geleend, de instrumenten zijner vijanden te zijn. Hij was thans geruïneerd — klaagde hij — en bezat nauwelijks nog drieduizend pesetas, in plaats van driehonderd millioen, gelijk men lasterlijk van hem had uitgestrooid. Zou hij bij aankomst in Frankrijk niet in de gevangenis worden gezet, verklaarde hij ten slotte, dan was zijn plan, dadelijk naar Spanje tn reizen en zich naar Teneriffe (Kanarische eilanden) in te schepen. Of de Spaansche regeering op haar beurt hem dit echter niet beletten zal, is een andere vraag 1
Inmiddels is zijn broer op Trinidad achtergebleven, ten einde de voor hem bestemde correspondentie uit Venezuela af te wachten. Castro's geheele familie is klaarblijkelijk doende om met de vrienden te Carracas samen te spannen, ten einde den ex-president in zijn verloren waardigheid te herstellen. De „Guadeloup", aan boo:d waarvan zich Castro's vrouw bevond, heeft — vermoedelijk op aandringen van Gomez — de havenkom van La Guaira (de haven van Caracas) niet mogen binnenloopen, zoodat het stoomschip zijne reis naar de dicht bij Venezuela gelegen Columbiaansche haven moest vervolgen. Er gaan nu geruchten, dat ook mevrouw Castro uit de buurt van Venezuela zou verbannen worden, daar zij als de zaakwaarneemster van haar man optreedt en geheime boodschappen mededraagt. Dat er in Venezuela, in verband met Castro's verwachtte komst, iets aan 't gisten was, kan niet ontkend worden. Ten bewijze daarvoor mag o.a. strekken, dat de rechter, die de aanklacht tegen Castro zou behandelen, zonder eenigen grond in hechtenis is genomen en dat een groot aantal bladen, die daartegen opkwamen, werden geschorst. President Gomez en de andere machthebbers in Venezuela hebben, in een vergadering van de rechtsgeleerde vereeniging, over deze ongehoorde daad harde woorden moeten hooren van een lid, dat zich vooraf vrijheid van spreken had bedongen; maar de onschuldig in den kerker opgesloten rechter heeft zijn vrijheid daarmee niet herkregen. Zelfs werd het onafhankelijkste en populairste blad van Venezuela, „El Pregonero", omdat het zich dorst verstouten, te protesteeren tegen de onrechtmatige inhechtenisneming, niet alleen verboden, maar zelfs werden de eigenaars voor eenige dagen achter slot en grendel gezet. Castro of Gomez — zou het lood zijn om oud ijzer ? Een medewerker van het „Journal" heeft met een Zuid-Amerikaansch diplomaat en specialist in Venezolaansche zaken gesproken. Deze diplomaat meende, dat de mogendheden niet te vroeg victorie moesten roepen. Castro is niet doodziek, maar een groot komediant en een uiterst handig man. In Venezuela zou het volk reeds weer voor Castro gewonnen zijn, en binnenkort zou hij weten te bewijzen, dat hij nog niet afgedaan heeft.
Men kan nog geen juiste hoogte krijgen van hetgeen de laatste dagen in Stamboel is omgegaan, daar de telegrafische berichten elkander tegenspreken. Het oproer, in den •Vroegen ochtend van gisteren uitgebroken, schijnt begonnen te zijn met een doodgewone muiterij van enkele soldaten in het garnizoen, een muiterij, die spoedig uitbreiding verkreeg als een vlam in een hooimijt. De moord op Hassan Fechmi, den hoofdredacteur van de „Serbesti", had eenige dagen geleden te Konstantinopel groote opgewondenheid veroorzaakt. Men stelde het Jong-Turksche comité voor dien moord verantwoordelijk, daar Hassan Fechmi het comité hevig had bestreden. Bij de betoogingen, die daarna gehouden zijn, kwamen de verschillen tusschen de Jong-Turksche partij en de zoogenaamde liberalen sterk naar voren. Personenkwesties daargelalen, hadden die verschillen hun oorzaak in afwijkende opvattingen over de hervorming van den staat. Het Jong-Turksche comité ijverde voor de eenheid van het Turksche rijk, terwijl de liberalen meer ijveren voor een zekere mate van zelfstandigheid der verschillende deelen. Zoodoende vonden de liberalen niet alleen steun bij de Grieken en de Armeniërs, maar ook bij de Mohammedaansche volken van niet-Turkschen stam, met name de Arabieren. In het parlement bleven de Jong-Turken de baas, maar in de pers woedde de strijd fel voort. Andere tegenstanders van het Comité waren de Mohammedaansche Oud-Turken, die van een opzijschuiven der sjeriat, het geestelijke recht, den ondergang van het Ottomaansche rijk duchtten. Aan het hoofd van die beweging stond het Islamsche comité. Bij al deze malcontenten sloten zich verder duizenden anderen aan, die persoonlijke belangen nastreefden, met name het slecht betaalde Turksche ambtenaarsproletaiiaat.
Een jonge, constitutioneele staat was moeielijk te vormen uit zoovele heterogene bestanddeelen. Vandaar de crisis, die ook nu weer het rijk teistert.
Reeds weken lang hadden hooge officieren in de provincie Uskub aan de troepen verboden, bij de algemeene militaire avondgebeden den naam van den Sultan te noemen. Te Dilra in Zuid-Albanië, sloegen in de Paaschdagen de troepen aan 't muiten, en eergisteren brak de opstand in Constantinopel uit. Aangestookt door de liberale Unie en het Islamsche comité, sloegen de opstandelingen aan 't rebelleeien in de kazernen, waar zij de officieren overvielen en gevangen zetten. Alleen de officieren, die hun wilden aanvoeren om het parlementsgebouw te bezetten, werden geduld.
Daarna maakten zich de muiters meester van den zetel der regeering. Van gisteren voormiddag af werden tot het gebouw der Porte uitsluitend de afgevaardigden toegelaten. De te wapen geloopen bevolking sloot zich bij de garnizoenstroepen aan.
De berichten over hetgeen verder geschiedde, zijn zeer verward. De minister van Oorlog scheen niet meer dan eenige bataljons of batterijen te zijner beschikking te hebben, en de Sjeik-ul-Islam onderhandelde noodgedwongen met de opstandelingen, die gedeeltelijke hervorming van het ministerie eischten. De muiters doodden den Minister van Justitie, Nazim Bei, en wondden den Minister van Marine, die beide zeer gehaat waren. Ook hebben zij den door generaal Moekhtar gezonden adjudant, die de muiters kwam uitnoodigen naar de kazernen terug te gaan, gedood. Op de Galatabrug schoten zij een Grieksch officier neer, en de Arabische afgevaardigde Emir Mohammad Arslan, voorzitter der commissie voor de buitenlandsche aangelegenheden, werd neergeslagen, daar zij hem aanzagen voor den afgevaardigde Hoesein Djahib, die behoort tot de fel bestreden „Vereeniging voor eenheid en vooruitgang.". De voorzitter der Kamer werd gedwongen af te treden, evenals het Kabinet. Kiamil Pasja is onmiddellijk met de vorming van een nieuw Kabinet belast, en werd benoemd tot groot-vizier, Nazin Pasja tot minister van oorlog en Said Pasja tot ministervan buitenlandsche zaken,
Er hebben groote troepenbewegingen plaats, doordat er troepen naar Stamboel gaan of die plaats verlaten. Eenige korpsen zijn zonder officieren en slennen den opstand. Andere worden wel door officieren geleid, maar hun houding is niet bekend. Merkwaardig is het, dat evenals bij de eerste revolutie, die trouwens van buitengewoon vreedzamen aard was, ook thans weder militairen de hoofdrol schijnen te spelen. Dit is een veeg teeken, want daaruit blijkt, dat de discipline in het Turksche leger vrijwat te wenschen overlaat, iets wat de autoriteiten zeer goed inzagen, want zij hadden reeds maatregelen genomen om die discipline te versterken, voornamelijk door aan militairen alle bemoeienis met politieke aangelegenheden te verbieden. Die maatregel heeft echter blijkbaar nog geen effect gehad, want al wordt uit Parijs bericht, dat de ambasade aldaar niets heeft vernomen omtrent troebelen te Konstantinopel, het bericht, dat het ministerie-Hilmi ontslag heeft genomen en dus voor den aandrang van buiten is geweken, mag op zichzelf welsprekend genoeg heeten. En zoo het bericht waar blijkt, dat de stokoude, maar sluwe en handige Kiamil Pasja opnieuw de teugels van het bewind in handen zal nemen, dan is daarmede tevens uitgemaakt, dat de reactie, zij het dan ook een vrij gematigde, weder de overhand heeft gekregen.
Volgens de Londensche "Times" zou de Mohammedaansche Bond, gesteund door de soldaten van het geheele eerste legerkorps en een groot deel van de Mohammedaansche bevolking, den toestand meester zijn, en de „Daily Mail" verneemt, dat de oorzaak van den opstand was het bevel aan de troepen, om den officieren onder alle, omstandigheden te gehoorzamen, zelfs als deze bevelen te schieten op de geloofsgenooten.
In een volksbetooging van gistermiddag was het Islamitische element overwegend. Eenige afgevaardigden begaven zich met groepen manifestanten naar de kazernes en verzochten den soldaten, zich bij hen aan te sluiten. De betooging had tot dusver geen anti-christelijk karakter en was evenmin tegen de constitutie gericht. De onderhandelingen met de rebellen hebben nog niet tct een resultaat geleid en gisteravond was de houding der opstandelingen — sommige bladen willen weten, dal zij slechts door een onderofficier worden aangevoerd — tamelijk kalm, ofschoon zij voortdurend werden versterkt door afzonderlijke soldaten, door kleine afdeelingen, en door gewapende burgers, waarbij zich zelfs grijsaards en kinderen bevinden.
De telegraaflijnen zijn doorgesneden in de stad en de opstandelingen poogden in den ochtend de troepen aan te vallen, die zich voor het departement van oorlog bevonden, maar de cavalerie belette dat ten koste van zes dooden.
Een later Dericht meldde: Er zijn tot nog toe 17 personen gedood, 30 gewond. De opstandelingen bouwden barricades in de straten, die naar het parlementsgebouw leiden. De eerste secretaris van den Sultan las in het Parlement een Iradé voor, waarin de Sultan mededeelde, dat hij het ontslag van het kabinet aannam en een nieuw zon samenstellen; dat maatregelen zouden worden genomen om de rust en de welvaart van het land te verzekeren en dat de soldaten, die deel genomen hebben aan de beweging van heden, zullen worden begenadigd. In de toekomst zullen de rechten van het Cheriaat worden geëerbiedigd. Deze Iradé werd ontvangen met een stroom van heilkreten van den Sultan. Men verwacht, dat nu de rust spoedig zal hersteld zijn. (Men zie verder onder Telegrammen.)
Evenals in ons land hebben tijdens de Paaschdagen in de meeste overige landen van Europa socialistischeCon gr essen plaats gehad. En de Paaschvrede verkeerde op die congressen meestal in ruzie. Zoo vergaderden Fransche socialisten te St. Etienne om te beraadslagen overhetgevalofHerve.de bekende anti-militarist, uit de partij geworpen zou worden, ja dan neen. De gedachtenwisseling over dit punt was zeer heftig. De fractie van Jules Guesde had een motie ingediend, waarbij Hervé's uittreden uit de partij wenschelijk werd genoemd. Hervé verdedigde zich daartegen en loochende, dat hij tweedracht zaaide in de partij: hij werd echter geducht uitgejouwd door de Guesdisten, die sterk in de meerderheid waren. Zeker zou ook de motie over Hervé's uittreden aangenomen zijn, als Jean Jaurès hem niet ter hulp was gekomen met een motie, welke de quaeslie Hervé verwees naar de zoogenaamde „commissie der conflicten". Jaurès hield een lange redevoering om zijn voorstel te verdedigen en betoogde, dat men Hervé's onvaderlandslievende leerstellingen niet al te ernstig moest opnemen.
Deze toespraak sloeg in en, hoewel er nog een langdurig debat volgde, werdltoch ten slotte zijn voorstel aangenomen. Zoo blijft de vaderlandshater Hervé voorloopig in de partij! Het congres van de Britsche Onafhankelijke Arbeiderspartij — 0f deze partij bij ons te lande S. D. A. P. zou heeten, dan wel haar naam afgekort in drie hoofdletters zou schrijven, vermogen wij niet uit te maken t — werd reeds Zaterdag te Edinburgh geopend. Vermelding verdient, dat ook op dit congres gevochten is, en wel tegen burger Grayson, die nog onafhankelijker neigingen heeft dan de onafhankelijke partij. Hij is niet uit de partij gezet, maar het cöegres besloot voortaan uit de partijkas geen salarissen meer te betalen aan afgevaardigden, die het partij-program niet onderschrijven. Dit besluit zal in werking treden zoodra het tegenwoordige parlement heeft opgehouden te bestaan. Burger Grayson verklaarde al bij voorbaat, dat hij zich niet zal onderwerpen, al draait de partij de financieele duimschroeven nog zoo stijf aan. Maar nog heviger twisten hadden op dit congres plaats, tot er een formeele scheuring ontstond. Ramsay Macdonald, die voorzat, deelde mede, dat hij benevens Keir Hardie, Snowden en Glaisier, besloten hadden hun mandaat als bestuursleden neer te leggen, omdat het hun gebleken was, dat zij niet langer het v.rtrouwen der partij bezaten. Vele leden van het congres poogden de af, tredenden over te halen op hun ontslagneming terug te komen, terwijl het congres mede een motie van vertrouwen te hunnen opzichte aannam. Ofschoon Keir Hardie aanvankelijk verklaarde, dat de vier aftredende bestuursleden hun besluit tot ontslag nader in overweging zouden nemen, met het oog op de houding van het congres en de aanneming der motie van vertrouwen, kwam Macdonald echter naderhand mededeelen, dat de ontslauneming onherroepelijk vast stond. De onverzoenlijke houding der partij in het afgeloopen jaar had de positie van het bestuur onmogelijk gemaakt, weshalve aftreden geboden was. De aftredenden zouden echter voortgaan de onafhankelijke arbeiderspartij als gewone leden der partij te steunen. Inmiddels vergaderde te Bristol eene andere socialistische fractie, die ongeveer tegenover de „onafhankelijke" staat als bij ons de Marxisten tegenover de revisionisten. Zij verwierp met 125 stemmen tegen twee een voorstel om zich bij de „Onafhankelijke Arbeidspartij" aan te sluiten.
FEUILLETON. OLGA. Naar het Engelsch van Mrs FLORENCE NORTON.
17) , ___- »Hoe mooi is hei hier rn Engeland/ sprak Stella 0p zekereru morgen, ierwjji zij de zilveren wolkjes nastaarde, die over het schocne landschap langs den lichtblauwen hemel heendreven. Ik zou je bijna ook om je vaderland benijden;, Olga.. »Cok om mijn vaderland?« l.chle het ionae meisje; -wat is er dan meer dat je ijverzuch 'iq maakt?«
«O, niet je bezittingen en ook niel de toekomst, die je wacht, maar de liefde en dezorfien van uw vader. Indien ik het geluk had, *uik een vader te bezitten, ik zou alles, alles. Wat het leven kostbaars biedt, ervoor over hebben..
»Maar, Stella, ik benijd jou niet om de lief. j*e en de zorgen van uw moeder; ik verlang tastere voordeden. Liefde is een heel mooi ding ?» een gezellige papa is zeer aangenaam, maar * Reef je met plezier de helft van die liefde.» , »Ais lord Clancey ni.jn vader ware, zou ik «m, aanbidden.-.. «*oe maar, heethoofdje; ik beloof je niet ijverzuchtig te zullen worden, zelfs indien de
vereering wederzijdsch ware.» Op vertrouwelijke) wijze spraken de beide meisjes verder over Nteversleigh en over allen, met wie zij hadden kennis gemaakt. Slechts Erich Chilvers bleef van deze gesprekken uitgesloten ; van hem spraken zij met ge .n enkel w0ord.
Ten laatste echter vroeg Stella toch eens of hij een familielid van lord Qancey was? «Hij is voor mij het ideaal van een Lngclsch-11,3 .« ging zij openhartig voort, «het type van een Angelsakser; hij stamt zeker uit Saksischen bloede. «
»£n laat er zich ook wel iets op voorstaan. Als het echter een goede eigenschap is, welke ge daar opnoem., bezit h.j die zeker.« «Zijn open, edel gelaat, zijn blonde haardos en zijn slanke, krachtige gestalte hebben mij zijn afkomst op het eerste gezicht verraden.« sHij zou zich ongetwijfe.d gevleid gevoelen, als hij wist hoeveel belangstelling jij voor hem aan oen dag legt. Maar de mannen zijn over het a'gemeen ondankbaar, _ voegde zij er spottend bij. * ' Er lag in den toon dezer woorden iets, dat Stella bevreemdde. Zij kwam op dit onderwerp n.et meer terug, hoe dikwijls Olga ook trachtte haar daartoe te brengen. VIJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK Er waren op Neversjeigh voor de ontvangst der dames grootsche toebereidse.et- gemaakt. Toch duurde het nog eenige < agei, cci de ionge meisjes zich in de vreemde oirgeving thuis gevoelden.
Lord Clancey aarzelde niet de markiezin te verzoeken het kasteel als haar tehuis te beschouwen en nadat dit punt tot beider voldoening opgelost was, riep hi]- zi:ne dochter bij zich. Hij had neg niet dikwijls met Olga onder vier ooger. gesproken. Zonder dat hij het voor zich zelf wjde bekennen, gevoeicie hijizich in hare nabijheid niet geheel 0p zijn gemak; zij geleek op een diamant, zoo glanzend, koud en hard. • Kent ge de waarde Van het treld, Olga?. begon h'j glimlachend. >Ik ken de behoefte eraan, papa,- luidde het vri-moedige antwoord. «Maar weet ge ongeveer hoe men het't beste besteedt en wat men voor 200- en zooveel koopen kan?<. »üp dat punt heb-k nog weinig ondervinding, doch ik zal het wel spoedig aanieeren.« «Ik ben voornemens je een zekere _m te geven als speldege;d.-»Aangenaam.» »Koop daarvan wat ge gaarne hebt. Ik wil te gaarne schadeloos stellen voor de jaren, welke ik je in den vreemde liet doorbrengen.» »En hier zon ik toch gelukki'/ geweest zijn/ merkte Oiga peinzend op. »jk ïiad" er e.genlijk recht oP gehad, hier te zijn __- weet ge dat wel, papa?. »Waart gij- bij mevrouw de St. Ange dan niet gelukkig? « »Nu ja, op 'n heel bescheiden manier; ik klaag niet over mevrouw de St. Ange.. ir_.ar toch had zij mij de waarheid moeten zeggen.» -Waarom? Zou je zorgelooze jeugd dan niet gestoord zijn geworden door ijdele wenschen verlangens ?»
«Dit wenschen en verlangen is mij toch niet bespaard gebleven. Maar laten we daarover zwijgen, papa ; u spraakt van mijn .peldegeld.- Olga's hoogmoedige onverschilligheid was het vooral, die lord Clancey uit het veld sloeg; instinctmatig schrok hij van de sa*vre et: de geringschatting, die uit haar wezen spraken. »Ik zal een som vaststellen, voor je persoonlijke behoeften. Maar raadpleeg bij je inkoopen steeds mevrouw de St. Ange.« »Haar smaak is verouderd. Twintig jaar geleden kon zij misschien van de behoeften van een jong meisje van mijn stand iets liebbeii argewetenf thans zou zij mij tot een carncatuur "Ify^d keek verwonderd op. ffV***» meeriine op zeer besliste wijze uit, m n kind.» .Vindt lï papa? Dat is zoo mijn gewoonte; ik hó"d ervan duidelijk (e spreken. Wat bent u van plan met Stella te doen?» Tord Clancey was geheel overbluft; hij wilde Olm als een kind behande en en zag zich 'etter lijk dóór haar uit de hoogte bejegend, geheel afhankelijk van haar wenschen en neigjigen. «Stella blijft met haar moeder voorloopig bij ons.«
»Dat doet mij genoegen; ik heb mij zoo aan haar gewend, dat ik haar ongaarne zou missen.»
Deze reden was niet bijzonder hartelijk doch in elk geval zeer karakteristiek.
Lord Gancey wierp» op zijn doch.er een eigenaardigen onder_oekenden blik; Olga bladerde achteloos in een teekenboek. Welk een groot verschil tusschen haar en haar zachte lieve moeder' Zij had zoo volstrekt niets hetwelk geleek op die etherische schoonheid, welke eenmaal Herbert Ruthven's jeugdig hart geboeid had! Een spruit uit adellijk geslacht was zij' echter zeer zeker; op haar trotschen schedel.: scheert de adelskroon te glanzen van voorbiige. o-ane geslachten. ° ,Is dat alles wat u mij wildet mededeelen, papa?« vroeg Olga, het 'teekenboek wegwerpende.
»ja, mijn kind. Zeg mij echter nog één dinggevoelt ge u Hier gelukkig, of kan ik nog ieis doen om u het verblijf alhier nog aangenamer ie maken.«
.Voor het oogenblik heb ik aan nietsbeh.ef te; maar mocht zich zulk een geval voordoen dan zal ik mij tot u wenden.« Zij stond op. «Moogl gij Erich Chilvers gaarne lijden?» Blozend wendde zij zich af. «Jawel,» klonk het aarzelend antwoord ; «hij is zeer aangenaam — zoolang hij niet oaaaugenaam wordt.»
Mylord glimlachte. Olga legde de handop de kruk van de deur.
«Adieu, papa.» De lord was door de koude onverschilligheid zijner dochter onaangenaam aangedaan.
Worui vervolgd.
BINNENLAND. Amsterdam, 14 April. K.S.A.
In aansluiting bij ons bericht, dat het Centraal- Bureau van de K. S. A. van een onbekenden gever f 100.— had ontvangen, vernemen wij nader, dat de postwissel dit bijschrift droeg: .Uit Oudenbosch. Gezien Het Tweede Jaarboek van de K S. A. blz. 27 en voorafgaande, 100 Gld. ler navolging." De bedoelde passage van het Tweede Jaarboek luidt aldus:
.Toch zal voor de toekomst, wil het Centraal- Bureau zijn grootsche en nuttige taak naarbehooren kunnen vervullen, naar een vrij aanzienlijke versterking der inkomsten moeten gestreefd worden. ,Js er niemand, die eens met een flinke gift het tekort der vorige jaren wil helpen dempen?" Mogen wij hopen, dat dit voorbeeld werkelijk navolging zal vinden?
POLITIE EN STROOPERS.
In „De Marechaussee" komt een met tal van voorbeelden gestaafde klacht voor over het feit, dat de politie niet de minste bevoegdheid heeft tegen den gewapenden strooper. Zijn schot of bedreiging om te schieten moet afgewacht worden, dan kan wettige zelfverdediging volgen. Kunnen de rollen niet omgekeerd worden en het gevaar verplaatst naar de zijde van hem, die het opzettelijk verwekt? Allen zijn wij voorzien van karabijnen, die juist treffen en ver dragen. Een strooper is voor een geoefend schutter nog een vrij zeker doel. Zijn geweer is lang zoo gevaarlijk niet. Welnu, men geve ons de bevoegdheid den op heeterdaad betrapten, met geweer gewapenden stroop.r te bevelen, halt te maken, zijn geweer af te leggen en bij ons te komen, steeds de karabijn op den strooper gericht, indien dit noodzakelijk blijkt.
Dan is hij ontwapend en de man van de wet kan zonder gevaar — althans het is tot een minimum teruggebracht — zijn plicht volbrengen. Vlucht de strooper, ondanks het bevel halt te maken, een langs hem fluitende kogel zal hem spoedig doen staan. Mocht een enkele maal in den beginne bij een dergelijke toekenning van bevoegdheid al eens een strooper worden aangeschoten of gedood, de lust om zonder akte te jagen zal bij anderen gauw verdwijnen, want .... dan wagen zij hun eigen dierbaar lichaam en nu dat van iemand, hun volmaakt onverschillig. Zóó alleen kan de veiligheid der beambten worden gewaarborgd en zouden er niet zooveel heete tranen worden geschreid op ontijdig gedolven graven.
DE UNIE „EEN SCHOOL MET DEN BIJBEL".
(Vervolg.)
In de morgenvergadering te Utrecht werd de vraag of het wenschelijk is, dat de Unie zich In verbinding stelt met het Centraal-bureau van Weldadigheid, bevestigend beantwoord. In de pauze had de bestuursverkiezlng plaats. In de vacature W. Hovy werd gekozen Dr H. Franssen uit Zwolle. In de vacature L. de Vries werd gekozen Ds. J. L. Pierson, te Groningen. De heer R. Derksen werd herkozen. Aan de orde kwam vervolgens een voorstel van het locaal-Comité te Medemblik, dat het Bestuur der Unie er bij de Regeering op aandringe, dat er meerdere gelijkstelling kome tusschen het Bijzonder en het Openbaar Onderwijs door subsidie te verkenen bij het bouwen van nieuwe scholen en de rente van het bouwkapitaal te verhoogen voor reeds bestaande scholen. Voorts woiden in behandeling genomen verschillende voorstellen, ten einde bij de Regeering aan te dringen op vervroegde uitkeering der subsidie. Na breedvoerige discussie werd een motie aangenomen om de bespreking over deze punten te laten rusten en een afwachtende houding aan te nemen. Ten slotte leidde de heer Bolt van Appingedam de vraag in, of van de Christel, scholen mag verlangd worden, dat ze haar leerlingen den Heidelbcrgschen Catechismus van buiten doen kennen.