BERLIJN, 29 Mei. (Reuter.) Heden, ter gelegenheid van de voorjaarsparade, werden benoemd: de commandesrende generaal van het gardekorps, Von KesSel, tot opperbevelhebber in Marken en de generaal van het 10e legerkorps, Von Löwer.feld, tot commandant-generaal van het gardekorps.
De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- 29-05-1909
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- Datum
- 29-05-1909
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Gebr. Verhoeven
- Plaats van uitgave
- 's-Hertogenbosch
- PPN
- 832688045
- Verschijningsperiode
- 1845-1959
- Periode gedigitaliseerd
- 1845 t/m 1959
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- KB C 236
- Nummer
- 18770
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Benoemingen in het Duitsche leger.
TELEGRAMMEN. (Zie eventueel later ontvangen Telegrammen onder Laatste Berichten.) Belastingen in Duitschland.
BERLIJN, 28 Mei. (Reuter.) In rie namldtiagzitting nam de financieele commissie het wetsontwerp op de belasting van verliciiUngsartikelen aan en verder het vooistel der conservatieven omtrent de belasting op koffie en thee. Volgens dit voorstel zal de belasting voor ruwe koffie bedragen 60 Mk., voor gebrande en gemalen koffie 8Ü Mk. en wordt de belasting op thee van 25 op 100 Mk. gebracht. Als bijslag zal van koffie 20 Mk. en van thee 75 Mk. worden geheven. Verder nam de financieele commissie het voorstel der conservatieven aan tot het heffen van een belasting van IJ_ pfenning op 60 stuks lucifers en van 5 pfenning op 20 stuks kleine kaarsjes van stearine of was.
Uit de Fransche Kamer.
PARIJS, 28 Mei, (Reuter.) De afgevaardigde Coulant diende een voorstel in tot het verleenen van amnestie aan de ontslagen beambten van de posterijen en telegraphie. Minister Barthou verklaarde, dat de regeering zich verzet tegen de dringendverklaring en hij stelde de quaestie van vertrouwen. De urgentie werd daarop verworpen met 388 stemmen tegen 141.
Belastingen in Duitschland.
BERLIJN, 29 Mei. (Reuter.) De financieele commissie heelt, ondanks het verzet van de zijde der regeering, aangeuomea de uitvoerrechten op kolen en cokes.
(De verdere Renter-öerichten van lieden vindt men bewerkt in het „Buitenlandscli Overzicht".)
Minister Iswolski.
MUNCHEN, 28 Mei. (Reuter.) De Russische minister van Buitenlandsche Zaken is hedenavond naar Sint Petersburg vertrokken.
Amsterdam, 29 Mei. PINKSTEREN. Ik zal Mijnen Geest uitstorten over alle vleesch. (Joël II:28.)
Naarmate het drukker en woeliger w _%dt in de wereld, schijnt in den Christen onzer dagen de behoefte levendiger te worden zich nu en dan terug te trekken in de eenzaamheid, om die drukte en dat gewoel een oogenblik te ontvluchten. Naast de reusachtige fabrieken, waarin de menschelijke nijverheid jaagt en zwoegt en raast er. die straks krioelende massaas van veelal onrustige en oproerige menschen in den stroom van het volle leven uitstorten, verrijzen in onzen tijd monumentale Retraitehuizen vol hemelsche stilte en heiligen vrede. Nederland zal weldra drie monumenten hebben gewijd aan de eenzaamheid, welke, uit steden en dorpen verdreven, daar veilig en bestendig wonen zal als in drie heilige tempels, ongenaakbaar voor het wereldsche rumoer.
Die Retraitehuizen zijnde te-huizen van den H. Geest, Die in de woelende en lawaaiende wereld onzer dagen niet de noodige rust schijnt te vinden tot verrichting van Zijn stillen arbeid, welke slechts in de rustige eenzaamheid ten volle kart gedijen. Door menschenhanden gebouwd, schijnen die Retraitehuizen in den geest des menschen uitgedacht, maar in werkelijkheid is het de H. Geest, Die zich zelf en de zielen, welke Hij wil sterken en verblijden, deze drie lustoorden bereidt. De ziel in de eenzaamheid willende leiden, om daar tot haar ie spreken, is de H. Geest de Hoofdstichter van de kloosters, waar Hij Zijne uitverkoren lievelingen verzamelt en hen aan de invloeden van het mondaine leven onttrekt om door Zijne genade ongehinderd op hen te kunnen inwerken. Maar hoevèle zielen, die Hij lief heeft en waarin Hij heerschen wil, staan buiten alle aanraking met die middel- en brandpunten van het inwendige geestelijke leven 1 Hij bezoekt en spreekt tot haar, maar 'de noodige tijd en de noodige stilte ontbreken in die rusteloos strevende en jagende zielen vol wereldsch gedruisch en aardsche beslommeringen om de vrucht van Zijn bezoek en inspraken te doen beklijven. Aanhoudend wordt door den goddelijken Geest in die zielen het contact met de hoogere wereld en den Hemel hersteld, maar telkens en spoedig wordt dat contact weer verbroken. „DeKtacht uit den Hooge" schiet bijwijlen in die zielen, maar ze blijft er niet wonen, ze kan er zich niet vestigen, ze kan niet wortelen in de verborgen diepten van 's menschen binnenste, ze kan niet doordringen tot de innigste kern, niet bezielend inwerken op het cenlrale uitgangspunt van alle hoogere levensverrichtingen.
Zóó blijft het, wegens gemis aan eene bestendige en consequent doorgevoerde inwerking van „de Kracht uit den Hooge" op 's menschen geest en gemoed, een vluchtige aanraking aan de oppervlakte van het menschelijk leven, dat onder de ras vliedende bezieling des H. Geestes wel eens eene hoogere vlucht neemt, maar spoedig daarna weer inzinkt. Zoodra de voorbijgaande indrukken der prikkelende genade zich niet meer doen gevoelen, keert in de sleur van het alledaagsche leven de oude loomheid weer.
Zelfs bij vele rechtvaardigen is het geestelijk leven ondiep en oppervlakkig geworden, doordat de steeds moeilijker en zeldzamer geworden zelfingekeerdheid, waarbij het zich alleen rustig kan verdiepen en uitzetten, heeft plaats gemaakt voor eene onrustige uitstorting des geestes in de rumoerige verstrooiingen van een druk en gejaagd leven.
Tegenover „de Kracht uit den Hooge", welker werking zoozeer bemoeilijkt wordt, staat de macht uit de diepte, die de wereld en hare bekende drievoudige begeerlijkheid, in onze dagen krachtiger ontwikkeld dan ooit, tot bondgenoote heeft. Het moderne leven schittert, maar in vele gevallen is die schittering tevens eene1 versterking van de verleidingskracht, welke van haar uit inwerkt op de zielen. Door alle zintuigen, wijd open liggend voor de sterke invloeden van buiten, dringt de verleiding, dringt de wereldscheen ongodsdienstige geest tot in het onbeschutte binnenste van den mensch. De wufte en van God vervreemde tijdgeest beschikt over schier alvermogende hulpmiddelen om den Geest des Heeren op alle gebied uit het volksleven te verdringen.
Waar ter wereld vindt men, bij de snelle vermenigvuldiging der verkeersmiddelen en de algemeene verspreiding der persproducten, nog het isolement en de eenzaamheid, waar de deugd onzer brave dorpelingen en stille burgers voorheen beveiligd was tegen de indringing van den boozen wereldgeest ? Welke mensch, die leest en reist, blijft nog opgesloten in zich zelf en in den kleinen kring van zijn familieleden en dorp- of stadgenooien? Door de hoofden en de harten ook van de kleine luiden, die vroeger de door den horizon begrensde ruimte voor de wereld hielden, golft als een woelige, stormende zee het wereldleven, zooals dat zich afspiegelt in de boeken en de bladen, welke zij lezen, in de steden en dorpen, welke zij zoo gemakkelijk kunnen bezoeken. Noemden de Ouden den mensch een mikrokosmos, een kleine wereld, in onze dagen is dit veelal nog in een anderen zin waar — in ieders geest en gemoed weerspiegelt zich een heele wereld af, de wereld, waarmede hij door de lectuur of door de moderne verkeersmiddelen in gestadige aanraking komt.
Een dwaas, die het menschdoin naar den ouden tijd zou willen terugvoeren, maar ook een kortzichtige, die voorbijziet, dat de aarde niet zoo plotseling radicaal van aanschijn kon veranderen, zonder dat de geest en het gemoed der menschen daarvan den terugslag gevoelden. Van de eenzaamheid, de rust, de stilte, de ingekeerdheid des gemoeds, de ingetogenheid, welke ten allen tijde bij de ascetische schrijvers gegolden hebben als de stemmings-atmosfeer, waarinde diepe en innige devotie ontluikt en de H. Geest ongestoord tot de zielen kan spreken, schijnen de kloosters uitsluitend de veilige, ongenaakbare toevluchtsoorden te zijn geworden.
De kloosters en in den allerlaatsten tijd.... de Retraitehuizen! In de eerste tijden van het Christendom vluchtten de Christenen, vluchtten de leeken, om het bederf der heidensche wereld te ontvlieden, in de woestijnen, om dikwijls geheel hun verder leven niet meer terug te keeren in de maatschappij, welker pestlucht hun zieleleven dreigde te dooden. Het was een uittocht van duizenden en tienduizenden uit de menschelijke samenleving, welke met den geest van het jonge, vurige Christendom in onverzoenlijke tegenstelling verkeerde. Om goed Christen te blijven of volmaakt Christen te worden, werd men kluizenaar en woestijnbewoner. De wildernissen werden bevolkt met heiligen.
Wij, Katholieken, zijn kinderen der heiligen. Niet in alles kunnen wij hen, in vele dingen mogen wij hen niet navolgen, maar aan den geest, welke de heiligen bezielde, dienen wij toch niet geheel vreemd te zijn.
Er worden er gevonden, die in het oprichten der Retraitehuizen eene nieuwigheid zien en dit is voor sommigen genoeg om er niets voor te voelen.
Eene nieuwigheid! Niets voert ons dieper in den geest van het oude Christendom terug en niets is nauwer verwant aan den oud-christelijken ernst dan die tijdelijke afsluiting van het vvereldsche rumoer om eenzaam en alleen met God gemeenzaam te leven.
In de Catacomben en in de woestijnen geboren, in de duistere verborgenheid levenskrachtig geworden, schijnt de Kerk nog voortdurend, behalve aan het licht en de lucht der vrijheid om openlijk voor den dag te treden, bijwijlen behoefte te hebben aan eene eenzaamheid en eene stilte, welke zij in de volle en drukke wereld niet vindt. Het wordt Haar soms te woelig op het tooneel van de rustelooze menschelijke bedrijvigheid en vermaken, te midden waarvan zij wel moet leven, sinds Zij, uit de donkerte van haar bakermat te voorschijn getreden, heerscht in het volle zonnelicht en zich ontwikkelde tot een zichtbare en alom georganiseerde macht. Hare priesters en religieuzen, die het zuiverst haar geest moeten bewaren en aan anderen mededeelen, stuurt de Kerk op geregelde tijden de afzondering in, opdat zij zich zouden ontsmetten van het wereldstof en vernieuwen in den geest der eerste Christentijden. Van hen gaat de vernieuwing uit over anderen.
Maar dit schijnt in onzen tijd met zijne eigenaardige luidruchtigheid en alom opdringende:, wereldzin niet meer voldoende. De geloovigen zelf moeten, willen zij niet te zeer in de hen omringende wereld opgaan, nu en dan de Catacomben, de woestijn, de afzondering in, om in de stille eenzaamheid een louterings- en vernieuwingsproces van hun inwendig leven door te maken. Non in commotione Dominus, de Heer is niet in het gewoel en om Zijn Geest op zich te laten inwerken ongehinderd en met volle kracht, voelen juist die geloovigen, wier zieleleven het innigste en het diepste is, in zich een sterken drang om bijwijlen het hedendaagsche wereldrumoer te ontwijken.
Niets actueeler derhalve, niets wat zich beter aansluit aan de behoeften van onzen tijd dan de Retraitehuizen en tevens niets antieker dan deze plaatsen van geestelijke afzondering, wijl de geest der eerste Christentijden ze te voorschijn riep en binnen hare muren wordt gekweekt.
Met weemoed zien wij terug naar die lang vervlogen Christeneeuwen, welke door den nevel der tijden nog voor ons oog schitteren met den onverdoofbaren glans van het ideaal. Zal de jonge vurigheid, zal de frissche kracht, welke deze eeuwen kenmerkten, nog ooit herleven in de moderne, maar tevens geestelijk verouderende wereld, waarin de Kerk thans leeft? Wie zal het zeggen, nu zooveel tegenstrijdige facioren op de wereld, ten goede en ten kwade, inwerken?
Maar vvèl kunnen wij constateeren, dat twee in het oog vallende dingen wijzen op de sporadische herleving van den geest, die de levensgeest der eerste Christenlijden was: de veelvuldige Communie en de gezonde, vrome „Weltflucht" van tal van leeken, die in de Retraitehuizen de vernieuwing en verdieping van hun inwendig leven gaan zoeken, waarnaar zij haken en welke zij in onze drukke, •woelige wereld, vol boozen wereldgeest, niet konden vinden.
Middel- en brandpunten van geestelijke wedergeboorte, kunnende Retraitehuizen alleen worden, omdat zij te-huizen zijn van den H. Geest, van denzelfden Geest, die op den Pinksterdag de HH. Apostelen vervulde en oidus bekwaam maakte om „het aanschijn der aarde te vernieuwen!"
Door de stichters van de Retraitehuizen is — men vergunne ons de uitdrukking — de Pinkstergeest, die anders na een vluchtig bezoek weer van de aarde verdween, vastgelegd en verbonden aan bepaalde plaatsen, van waaruit Hij zich het heele jaar door geregeld uitstort in de zielen, welke zich gedurende eenige dagen geheel onder den invloed Zijner hemelsche genade stellen en aan Zijne bovennatuurlijke leiding overgeven.
„Ik zal Mijnen Geest uitstorten over alle vleesch" — treffend gaat Joel's profetie in vervulling in die retraiten voor eiken standen rang; in de Retraitehuizen verschenen Ministers, Kamerleden, geleerden, bekleeders van de meest verschillende ambten, maar ook gewone burgers, boeren en arbeiders. De leiders komen hier om leiding, de leeraars om leering, de rechters om zich zelf te oordcelen, de geneesheeren om zich te laten genezen, de eenvoudigste geloovigen om op hun beurt deel te krijgen aan de volheid des H. Geestes, die zonder aanzien des persoons Zijne zevenvoudige gaven over „alle vleesch" uitstort.
Het is niet te zeggen, welke geestelijke kracht op den duur van deze „Manresa's" in alle klassen der maatschappij zal doordringen, wanneer de deelneming aan de retraiten steeds meer algemeener wordt en er ten slotte geen stad en geen dorp meer is, waar geen Katholieken gevonden worden, die niet deze leerscholen des H. Geestes bezochten en op hun beurt school maken onder hunne stad- en dorpgenooten. Zoon kern van mannen en vrouwen, die in zich de bezieling des H. Geestes als een onbluschbaar Pinkstervuur voelen gloeien, zullen in hun kring het werk der Apostelen verrichten. Een retraitant, die trouw blijft aan den H. Geest, wordt door den drang der rusteloos naar nieuwe veroveringen strevende genade Gods een propagandist van het goddelijke in een zinnelijke en materialistische wereld. Wat hij met zijn zielsoogen gezien, in zijn binnenste door Gods stem gehoord en in de diepste diepte van zijn geestelijk wezen genoten heeft, wil en moet hij aan anderen mededeelen — zoo glansrijk, zoo verblijdend, zoo verrukkelijk is de nieuwe wereld, welke hij in de dagen van hemelsche overweging, bestraald door het licht des H. Geestes, ontdekt heeft. De hoiizon van zijn levenswereld is verruimd en verhelderd, zijn innerlijk leven kreeg een nieuwen inhoud, zijn levensdoel een nieuwe wijding, zijne werelden levensbeschouwing eene nieuwe oriënteering, zijn werken, zijn streven een andere richting. Alles werd vergeestelijkt en alles werd gezet en wordt gezien onder hemelsche belichting! Aarde en hemel, tijd en eeuwigheid, schepsel en Schepper zijn in de gedachtenwereld van den trouw gebleven retraltant voortaan niet meer te scheiden — de waarde van de eerste wordt getoetst aan hunne verhouding tot de laatste.
In den geestelijkenlevensinhoud van eiken rechtvaardige liggen de zeven Gaven des H. Geestes opgesloten, maar in zeer velen zijn het sluimerende, energielooze krachten. Betrekkelijk zeldzaam zijn degenen, bij wie het hoogere leven in voortdurende en innige verbinding staat met de werking des H. Geestes in de ziel, omdat van de zeven Pinkstergaven maar zelden daartoe de noodige bezieling en leiding uitgaan. Vraagt gij van waar het komt, dat zoovele Katholieken, die overigens geen slecht leven leiden, in eene geest en gemoed verstijvende loomheid bevangen liggen, zoodat van hen naar buiten schier geen invloed of werking ten goede uitgaat, dan is het antwoord, dat zij niet aangedaan zijn door die levende en bezielende „Kracht uit den Hooge", v/elke alleen in een dieper zieleleven, in een krachtig ontwikkeld stel van het zevenvoudige Gavental wortelen kan.
Over deze loome, dorre, pit- en krachtelooze Christenen moet, wil een sterk zieleleven in hen ontwaken en werkzaam naar buiten treden, de Pinkstergeest vaardig worden. Niet een vluchtig bezoek maar alleen een innerlijk doordrongen worden van den Geest des Heeren kan in den mensch een anderen levensgeest doen opkomen, die aan zijn denken en willen een nieuwe richting, aan zijn geheele leven een hoogeren inhoud geeft. Moge die H. Pinkslergeest, welke in deze dagen op het katholieke volk nederdaalt, spoedig zijne drie vaste te-huizen in Nederland bezitten, opdat in deze hemelsche lustoorden een eeuwig Pinkstervuur, als een bestendige bron van licht en warmte voor de God zoekende zielen, moge bewaard en gevoed worden.
BUITENLAND. GEMENGDE BERICHTEN. Mgr. Kopp.
In den toestand van kardinaal-aartsbisschop Kopp van Breslau valt een kleine vooruitgang te constateer.n.
De Kerkvervolging in Frankrijk.
De Fransche Minister van Justitie heeïtaan cle deurwaarders de lastgeving doen toekomen om beslag te leggen op de rentetitels en waarden der vroegere kerkbesturen. Volgens destijds door den H. Stoel gegeven instructies -moeien de pastoors en kapelaans in dit geval een passieve houding aannemen zonder op eenigerlei wijze tot den roof mede _ werken»
Eulenburg "lästiger Ausländer."
Naar de »Kuricr« van Hannover vern:emt, zou de Ocstenriiksche regeering voornemens zijn, prins Eulen.urg als "hinderlijk vreemdeling uit Oastein te verwijderen en over de grenzen te zetten. Ook is de vraag opgeworpen of Eulenburg door zijn reis naar Oastein cle 'borgstelling van 100.000 mk., die hij voor zijn invrijheidstelling heeit moeten betalen, in Bevaar heft gebracht. Men meent van niet, omdat h:i de noodige formaliteiten ten naaste bil vervuld heeft en men dus niet van een -.lucht kan spreken. Onttrekt hij zich ecnter aan de vervolging, dan zou met alleen de bcrgstelling aan den staat vervallen, maar ook zijn geheele vermogen in beslag genomen worden.
Turkije en Bulgarije.
Nog altijd die noodlottige quaestie der schadevergoeding voor de Oriënt spoorweglijn! De Bulgaarsche regeering begint het moede te worden, zij neemt althans den schijn ervan aan. r ..■«., Berichten uit Sofia melden, dat de Bulgaarsche regeering in hooge mate ontstemd is over het geringe resultaat, dat de onderhandelingen met de Porte tot dusverre hebben opgeleverd en dat zij van plan is een nota aan de Turksche regeering te zenden, waarin er op zal aangedrongen, dat de belangen van Bulgarije zullen worden behartigd en tevens mededeelt, dat zij de Turksche regeering aansprakelijk' stelt voor de vertraging inde regeling der financieele quaestie. In sommige politieke kringen teSoïia acht men het zelfs mogelijk, dat Bulgarije de Russisch-Turksche en Russisch-Bulgaarsche over eenkomsten niet meer zal erkennen, wanneer Turkije mocht blijven volharden bij zijn halsstarrige houding ten aanzien van de vaststelling van de schadeloosstelling aan de maatschappij van den Oriënt-Spoorweg. Er zal bij die berichten wel heel wat Bulgaarsche bluf zijn!
Uit Marseille.
De werkstaking , breidt zich gestadig, uit. Het getal stakers is thans reeds geklommen tot 2500.
Het syndicaat der zeelieden — der »inscrits maririmes* — te Toulon is Donderdag bijeengekomen en heelt daarna een manifest afgekondigd, waarin alle leden worden aangespoord om, zocdra het teeken wordt gegeven den arbeid neder te leggen.
Advertentie
Amsterd. Glazenwasscherij en Jaloezieënfabriek, W. H. SPIEGEL :—: Overtoom 41-43.
Een fideele gevangenis.
De directeur van de centrale gevangenis te Madrid, senor Galillas, heeft zijn ontslag gekregen, omdat hij een al te gemoedelijk vader voor zijn gevangen volkje geweest is. Onder het directeurschap van den goedaardigen senor moet het werkelijk een lust geweest zijn in de gevangenis te zitten en de opgeborgenen vereerden hem als vaderlijken vriend. Een model van een fideele nor was het daar in Madrid. Zoo verscheen er o.a. een weekblad, onder den naam »De Macht*, geredigeerd door een gevangene, met letterkundige talenten, die opgesloten was wegens het oplichten van vreemdelingen, welke Madrid bezochten. Zijn staf van redacteuren was samengesteld uit de meest ontwikkelde bewoners der inrichting en de cellen op de tweede verdieping waren ingericht als formeele redacüe-bureaux. De exemplaren van de gevangeniskrant werden zeer netjes met inkt geschreven en versierd met penteekeningen. Het abonnement bedroeg 1 peseta per exemplaar, terwijl er ook een luxe-uitgave bestond, met gekleurde teekeningén, die het dubbele kostte. De voornaamste bron van inkomsten voor -De Macht* en zijn uitgevers waren echter de advertentiên. On der het gemoedelijke bestuur van senor Galillas had zich in de gevangenis een aanzienlijke handel ontwikkeld in wijnen, likeuren, koffie, zeep en speelkaarten, en sommige cellen waren gewone winkels geworden, die gedreven werden door de stamgasten der inrichting. Hun klanlen hadden zij zoowel in als buiten de gevangenis en ook de bewakers en cipiers deden inkoopen bij de aan hun zorgvuldige bewaking toevertrouwden. Zoo kon men b.v. op de advertentiepagina van »De ,Macht« o.a. lezen: »De beste likeuren en het "fijnste maagbitter zijn slechts verkrijgbaar bij _epe, 2e galerij, cel No. 279.. Eén van de laatste nummers van h-t blad bevatte een schitterende lofrede op het be stuur van den braven directeur en de aankondiging van een picnic tegen 1 peseta per hoofd inleggeld, ter eere van den heiligen Isidórus, den patroon van de stad Madrid. Deze feestmaal tijd is echter niet doorgegaan. De minister van Binnenlandsche Zaken kreeg lucht van het goede leven in de ge vangenis ; senor Galillas werd ontslagen, »De Macht« verboden en de winkels moesten gesloten worden. -Telegraaf.-
Een vervroegde voorstelling.
Te Madrid waren Woensdagavond twee stieren uit Sevilla aangekomen, die dienst zouden moeten doen bij het stierengevecht van Zondig. Nauwelijks had men ze in de afgepaalde ruimte opgesloten, of de twee dieren renden met gebogen koppen op elkaar in. De stoot, dien zij elkaar toebrachten, was zco hevig, dat beide met verpletterden kop dood'neervielen.
Een gerechtelijke dwaling?
Het »Hbl. van Antwerpen* herinnert aan het feit, dat drie en een half jaar gekden teGilly een klein meisje, met den familienaam l.endrickx, vermoord werd. Talrijke aanhoudingen werden geUaan en een der meest verdach;en, zekere Belle, die voor een ander feit naar Frank-ik was gevlucht, werd aangehouden, uitgeleverd en, als plichtig aan den meisjesmoord, ter dood veroordeeld, ondanks al zijn verzet en zijne loocheningen-En, hij locchent nog. -Thans, in de gevangenis van Leuven opgesloten, is het hem gelukt, door tusschenkomst van een losgelaten medegevsngene ziine vrouw een brief te doen toekomen, in wel .en hij een nandelaar van Charleroi formeel als' den pleger van den moord aanduidt. Vrouw Belle naastte zich, den brief aan 't Parket van gezegde stad mee te deelen en dit zal nu de noodige stappen aanwenden om te ontdekken of de beschuldigingen van den veroordeelde gegrond zijn.«
Vlaamsche taal.
Naar 't schijnt zijn de Vlamingen meer dan ooit besloten den strijd voor hooier oneer-ijs ir. de Vlaamsehe taal voort te zetten. Wijde kri:;gen in België — zegt de „Köln. V'olksztg" — houden het Vlaamsch voor een minderwaardige gewesttaal, en zien In zijn in aanmerking komen bij het onderwijs een hinderpaal voor de zoo onderwezenen, terwijl ze, in het op Fransche leest geschoeide onderwijs, het hei! voor de jeugd meenen te vinden. Wat voor een minderwaardige en achterlijke natie, moet voor aldus denkenden dan het Hollandsche volk wel niet zijn! Leggen dan de vier eentalige Hollandsche Universiteiten, de technische hoogeschool van Delft, de wetenschappelijke instellingen van Zuid-Afrika en Nededandsch-Indië, geen getuigenis af, dat deze taal niet alleen voor dichters en dwepers, maar ook voor het bestuur en alle eersten van den tegenwoordigen tijd berekend Is? Zij is veel meer wereldtaal en door haar verwantschap niet het Duitsch veel beter geschikt voor wetenschappelijke doeleinden, dan de Scandinavische talen, d_n het Fransch, htt Hongaarsch, het Croatisch, Czechisch, het Servisch, het Rumccnsch, het Bulgaarsch, enz. Al deze volkeren, ondanks hun gedeeltelijk, zeer beperkt zielental en afgezonderde taailigging, bezitten universiteiten; waarom zouden de vier miliioen Vlamingen onbekwaam zijn voor zelfstandige wetenschappelijke ontwikkeling en arbeid?
BINNENLAND. Amsterdam, 29 Mei.
Wegens plaatsgebrek moesten verschillende stukken, o. a. ook de „Kijkjes op de Beurs", tot een volgend nummer blijven liggen.
EUCHARISTISCH CONGRES TE KEULEN.
De „Kölnische Volkszeitung" bevat in haar „Morgen-Ausgabe" van heden (Zaterdag) het zeer uitvoerig program van het op 4 Aug. a.s. te openen Eucharistisch Congres met inbegrip van de feestelijkheden bij aankomst van den pauselijken legaat, Kardinaal Vannutelli daags te voren.
De opgaaf der werkzaamheden en feestelijkheden van het Congres komt geheel overeen met de mededeelingen daaromtrent reeds vroeger in ons blad verstrekt. Daar ons nog meer dan twee maanden van den openingdag scheiden, meenen wij te handelen in het belang van lezers, welke het congres wenschen te bezoeken, door het uitvoerige program, hetwelk de juiste uren der zittingen, kerkelijke plechtigheden, enz., alsook den prijs van entree-kaarten, gemeenschappelijke maaltijden, congres-berichten en verdere bijzonderheden aangeeft, te bewaren, ten einde de vertaling eivan, bijv. haR-Jull, in onze kolommen op te nemen. De kans, dat veel nummers van ons blad, terwille dezer bijzonderheden, maanden lang zouden bewaard blijven, achten wij gering.