PARUS (AFP) - De Angoguerrillaorganisatie Cnita heeft de Sovjetunie ervan beschuldigd onlangs te hebben deelgenomen aan gevechtshandelingen in Angola tegen eenheden van de Unita.
De beschuldiging werd gisteren uitgesproken door de vertegenwoordiger van de guerrilleros in Parijs, Gato. Volgens hem is een bataljon infanteristen ingezet en zou luchtsteun gegeven zijn. Ook werd volgens Gato gebruik gemaakt van artilleriegeschut. De Unita-zegsman bracht de «rotere militaire inspanningen in verband met de bijeenkomst van de organisatie van niet-gebonden landen, begin september, in de Angolese hoofdstad Luanda. Gedurende die periode wil de regering niet te maken hebben met militaire activiteiten van de Unita, aldus Gato.
"'Sovjetunie zet militairen in tegen Unita'". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/08/27 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569679:mpeg21:p001
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/08/27 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569679:mpeg21:p001
NEW DELHI (RTR) - De politie in de Indische stad Chandigarh heeft een extremistische Sikh-leider gearresteerd •op beschuldiging van betrokkenheid bij de moord op de gematigde Sikh-leider
Longowal. De arrestant is Ranjit Singh Brahmpura, een van de leiders van de groep in de Akali Dal-partij die zich keert tegen het akkoord dat Longowal en premier Ghandi kort geleden sloten.
Volgens een woordvoerder van de politie in Chandigarh worden in verband met de moord op Longowal nog drie andere Sikhs ondervraagd. De zegsman verklaarde voorts dat er aanzienlijke lacunes in de veiligheidsmaatregelen ten aanzien van Longowal zijn geconstateerd.
De Sikh-leider, die vorige week op een verkiezingsbijeenkomst werd doodgeschoten, werd bewaakt door 12 commando-specialisten en ongeveer 200 gewapende agenten. Nadat een eerste schot op Longowal was gevuurd heeft het volgens de politiewoordvoerder wel een minuut geduurd voordat de commando's 'in de buurt van de Sikh-leider waren. „Ze hebben staan te slapen", aldus de zegsman. Een tweede schutter raakte Longowal met een schot.
"Arrestatie in moordzaak Longowal". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/08/27 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569679:mpeg21:p001
2 Kerk, religie en onderwijs Alle studenten krijgen basisbeurs 3 Binnenland ; Volgend kabinet moet van VVD 18-20 miljard bezuinigen P. Jongeling: vóór alles christenjournalist S Buitenland Grote mogendheden leefden verdragen tegen Kernwapens niet na 7 Opinie Spionageschandaal in de Bondsrepubliek 8 en buitenland Vluchtelingen beginnen opnieuw in Nederland 9 Economie Winsten kunnen met altijd maar stijgen
"Vandaag". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/08/27 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569679:mpeg21:p001
Perioden met zon. Later op «e dag van het westen uit toekende bewolking, maar njwel overal droog. Middagden U7ratuur ongeveer 20 gran. wind draaiend naar zuidwest kracht 4. £*^ooi-uitzichten voor woens*s tot en met zaterdag: da^8 en zonniI weer- Midzor emperatuur oplopend tot »epv"e waarden- Tegen het deinde mogelijk een bui. «onon^ WAb maanop 20.30 onder 20.36 maan onder 03.41 AMSTERDAM (ANP) - De narcoticabrigade van de Amsterdamse politie heeft 45 kilo heroïne in beslag genomen met een totale waarde van acht miljoen gulden, ofwel zestien miljoen gulden in het buitenland waar de heroïne voor bestemd was. Dit is de grootste hoeveelheid heroïne ooit in Amsterdam in een keer in beslag genomen.
"Het weer De Bilt meldt: opklaringen". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/08/27 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569679:mpeg21:p001
De drie opvarendenvan het zeilschip 'Ouvea', naar wie de politie van Nieuw-Zeeland op zoek was, hebben zich gisteren bij de politie in Parijs gemeld. Deze heeft hen naar huis gestuurd en de autoriteiten in Wellington laten weten dat ze niet uitgeleverd zullen worden. (Frankrijk levert geen onderdanen uit). Het zijn drie militairen die voor de geheime dienst iDGSE) werkten, zo is uit officiële bron in de Franse hoofdstad vernomen.
Ze zijn alle drie al jaren in dienst van de directie voor de buitenlandse veiligheid (DGSE). Zij hebben een duikersopleiding gevolgd op een kamp in het Corsicaanse Aspretto. In zijn rapport schrijft Tricot dat „er aanwijzingen zijn dat zij de aanslag hebben gepleegd, maar dat er ook aanwijzingen zijn voor de veronderstelling dat ze onschuldig zijn".
Volgens het rapport-Tricot moesten zij zich aan boord van de 'Ouvea' „bekwamen in het navigeren" in de Stille Oceaan, moesten zij „inlichtingen inwinnen over de vloot van Greenpeace" en „de mogelijkheid bestuderen om met een schip aan de komende campagne mee te doen".
Tegen Tricot heeft minister Charles Hernu van defensie, onder wie de DGSE valt, gezegd dat Franse agenten alleen opdracht hadden inlichtingen te verzamelen over de 'vredesvloot' van Greenpeace die van plan was naar het proefgebied voor kernwapens rond het atol Mururoa te varen. Volgens admiraal Pierre Lacoste, het hoofd van de DGSE, mochten de agenten in de milieu-organisatie infiltreren en bekijken of zij de activiteiten van Greenpeace konden dwarsbomen, maar hadden zij geen toestemming voor het uitvoeren van acties.
Naar Tricot verklaarde heeft hij minister Hernu, naar aanleiding van een opmerking in een document van diens ministerie dat men moest „anticiperen" op de plannen van Greenpeace gevraagd of dit betekende dat de agenten mochten verhinderen dat schepen van de milieu-organisatie de haven zouden verlaten. Maar dit had de minister tegengesproken.
Een medewerker van Greenpeace-Nederland in Amsterdam heeft verklaard, dat de organisatie het 29 pagina's tellende rapport eerst wil bestuderen. Woensdag of donderdag zal ze een persconferentie geven in Londen of Parijs.
Als eerste reactie verklaarde de woordvoerder, die op het moment van de aanslag op 10 juli aan boord van de Rainbow Warrior was, het erg ongeloofwaardig te vinden dat er geen direct verband gelegd wordt tussen de actie tegen de Rainbow Warrior en leden van de Franse geheime dienst. Er heeft immers een groep DGSE-agenten in Auckland verbleven in de periode waarin de aanslag heeft plaatsgehad.
"Politie". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/08/27 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569679:mpeg21:p001
(van één onzer redacteuren) AMERSFOORT - Op 76-jarige leeftijd is gistermorgen in een ziekenhuis in Amersfoort overleden de heer P. Jongeling, die van 1948 tot 1974 hoofdredacteur is geweest van deze krant. Grote bekendheid verwierf hij verder als parlementariër en schrijver van kinderboeken.
Pieter Jongeling werd 31 maart 1909 geboren in Broek onder Akkerwoude (Noord-Friesland). Hij groeide op in Winschoten, volgde een onderwijzersopleiding en stond vervolgens enkele jaren voor de klas. In 1937 echter werd hij als redacteur buitenland verbonden aan het christelijke dagblad de Nieuwe Provinciale Groninger Courant. Die functie oefende hij uit tot 1942, toen hij op beschuldiging van verzet tegen de Duitse bezetter werd gearresteerd en op transport gesteld naar het concentratiekamp Sachsenhausen-Oranienburg.
Op 19 mei 1945 keerde hij terug naar ons land, waar hij zich voegde bij de inmiddels vrijgemaakte Gereformeerde Kerk te Groningen. In datzelfde jaar kreeg hij de functie van hoofdredacteur van de Nieuwe Provinciale Groninger Courant aangeboden. Jongeling aanvaardde de benoeming, maar oefende zijn nieuwe functie slechts drie jaar uit. In 1948 kwam hij namelijk op principiële gronden in conflict met de directeur van het blad. Deze had zonder Jongelings voorkennis een hoofdartikel van zijn hand gewijzigd. Jongeling nam ontslag en werd vervolgens hoofdredacteur van het weekblad De Vrije Kerk, dat later uitgroeide tot het Gereformeerd Gezinsblad en nog later tot het Nederlands Dagblad. Hij bezette de hoofdredactiezetel tot april 1974, waarna zijn schoonzoon drs. J.P de Vries hem opvolgde. Inmiddels was Jongeling in 1963 gekozen tot lid van de Tweede Kamer voor het Gereformeerd Politiek Verbond. Veertien jaar was .hij Kamerlid. Bij zijn afscheid in 1977 bood Kamervoorzitter A. Vondeling hem het boek Veertien jaar in de Tweede Kamer, een selectie uit Jongelings Kamertoespraken, aan. Behalve talloze artikelen schreef de heer Jongeling de volgende boeken: Terwille van het Koninkrijk (1956), Woord en wandel (1958), Christus en de volken (1959), Beproeft de geesten (1963) en Het vlammend Schrift (1971). In 1979 werkte hij mee aan Het vuur blijft branden, in het vorig jaar verschenen boek Het nieuws opnieuw bekeken, uitgegeven ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van het Nederlands Dagblad schreef hij een hoofdstuk over „Veertig jaar hoofdartikelen", terwijl vorig jaar ook nog de bundel Toets uw tijd van zijn hand verscheen. Deze bevatte een selectie uit de rubriek Kanttekeningen, die hij van 1974 tot 1984 in de wekelijkse bijlage Variant van deze krant schreef. Onder de naam Piet Prins schreef de heer Jongeling verder nog meer dan zestig jeugdboeken, waarvan vooral de Snuf de hond-serie grote bekendheid verwierf.
De heer en mevrouw Jongeling woonden in Amersfoort. De laatste jaren had de heer Jongeling te kampen met een slechter wordende gezondheidstoestand. Enkele dagen voor zijn overlijden was hij voor een operatie opgenomen in een Amersfoorts ziekenhuis. Hoewel de ingreep aanvankelijk geslaagd leek te zijn, overleed hij gistermorgen ten gevolge van een plotseling optredende complicatie.
De begrafenis zal aanstaande vrijdag in Amersfoort plaatsvinden.
"Oud-hoofdredacteur P. Jongeling overleden". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/08/27 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569679:mpeg21:p001
PARIJS /WELLINGTON (AFP-RTR-UPI) - De Franse regering heeft geen opdracht gegeven tot de aanslag op de Rainbow Warrior. Dit is de conclusie van Bernard Tricot, die in opdracht van president Mitterrand heeft onderzocht of de Franse geheime dienst betrokken was bij het tot zinken brengen van het vlaggeschip van de milieubeschermingsorganisatie Greenpeace. De Rainbow Warrior zonk op 10 juli in de haven van het Nieuwzeelandse Auckland. Hierbij kwam een Nederlandse fotograaf om het leven.
„Wat ik gehoord en gezien heb geeft mij de zekerheid dat er op regeringsniveau geen enkele beslissing genomen is om de Rainbow Warrior te beschadigen" zo staat in het rapport van Tricot, een niet-partijgebonden Fransman die indertijd naaste medewerker was van wijlen generaal De Gaulle. Maar volgens Nieuw-Zeeland is Frankrijk wel degelijk militair betrokken bij de aanslag op de Rainbow Warrior, die vanuit Auckland een protestvloot zou leiden naar het atol Mururoa in de Stille Oceaan, waar Frankrijk al jaren ondergrondse kernproeven houdt.
Premier David Lange heeft gisteren op een persconferentie in Wellington gezegd dat het resultaat van onderzoek door de Nieuwzeelandse politie eind vorige week via de ambassade in Parijs is doorgegeven aan Tiicot. Volgens de Nieuwzeelandse eerste minister „heeft dit materiaal een direct effect op de geloofwaardigheid van het onderzoek van Tricot".
Toen het rapport van de onderzoekscommissie gisteren in Parijs gepubliceerd was, verklaarde premier Lange dat hij een dag later zou reageren, als hij de volledige tekst ervan had gelezen.
Bondskanselier Kohl in gesprek met het presidium van zijn partij, de CDU. Op de agenda stond ongetwijfeld ook het spionageschandaal dat Duitsland vorige week shockeerde. Vandaag buigt de Bondsdag zich over deze kwestie. Verder kon Kohl verslag uitbrengen van zijn halfjaarlijkse ontmoeting met de Franse president Mitterand, die er toe leidde dat er een directe telefoonlijn komt tussen Bonn en het Elyssee in Parijs.
"Nieuw-Zeeland houdt beschuldigingen staande Frans rapport ontkent regeringsopdracht aanslag". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/08/27 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569679:mpeg21:p001
In zijn rapport geeft Tricot toe dat een Franse man en een vrouw, die in het bezit waren van vervalste Zwitserse paspoorten en zich uitgaven voor 'het echtpaar Turenge' en die nu in een Nieuwzeelandse cel zitten in afwachting van een proces wegens moord, en vier mannen van wie men aanneemt dat zij bij de voorbereiding ervan betrokken waren, lid waren van de DGSE. Maar hij zegt niet dat de agenten de aanslag hebben gepleegd, en wijst er op dat zon aanslag „precies het tegendeel" was van het beleid van de regering.
Verder beveelt Tricot de regering aan, meer controle uit te oefenen op het functioneren van agenten van de geheime dienst. Naar hij schrijft heeft premier Fabius al positief gereageerd op zijn suggestie, dat degenen die bij de aanslag betrokken waren zich voor hun daad verantwoorden. „Ik hoef haast niet te zeggen dat er een eind moet komen aan de clandestiene toestand van Franse militaire officieren op het grondgebied van hun eigen land", aldus Tricot.
De politie van Nieuw-Zeeland is nog op zoek naar twee personen. Het gaat om een man, van wie men aanneemt dat hij de acties van de DGSEagenten in de Franse overzeese provincie Nieuw-Caledonië heeft gecoördineerd (hier was het zeilschip 'Ouvea' gehuurd) en een vrouwelijke officier van de geheime dienst die afgelopen voorjaar in Greenpeace infiltreerde. Men neemt aan dat deze vrouw, die officieel aangeduid is als Frederique maar nu geïdentificeerd is als Christine Cabon, de DGSE-agenten op logistiek gebied heeft geholpen.
Maar Greenpeace meent dat 'Frederique' helemaal niet in de milieu-organisatie geïnfiltreerd is. Zij heeft gedurende een maand meegeholpen, een brok over de geografische structuur van Mururoa uit het Engels in het Frans te vertalen, aldus de woordvoerder in Amsterdam. Van logistiek werk door 'Frederique' is de bemanning van de Rainbow Warrior volgens hem niet gebleken.
"Cel". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/08/27 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569679:mpeg21:p001
DEN HAAG (ANP) - De regering van Nieuw-Zeeland heeft aangekondigd overleg met de Verenigde Staten te willen voeren over de invoering van een nieuwe wet die antinucleaire politiek van de regering-Lange gestalte moet geven. Daartoe is vice-premier Geoffrey Palmer op pad gestuurd. Palmer zal in september overleg voeren in Washington en daar de Nieuwzeelandse standpunten proberen uiteen te zetten.
Palmer bezoekt ook Australië, de derde partner in het militaire Anzus-pact. 'Anzus' is in februari van dit jaar op een laag pitje komen te staan toen Nieuw-Zeeland besloot het Amerikaanse oorlogsschip Buchanan geen toestemming te geven een Nieuwzeelandse haven aan te doen. Wellington had van Washington de verzekering gevraagd dat de Buchanan geen atoomwapens vervoert of door kernenergie wordt aangedreven. De Verenigde Staten plegen op dergelijke vragen, ook al zijn ze afkomstig van militaire bondgenoten, geen antwoord te geven. En aangezien Nieuw-Zeeland voet bij stuk hield, koos de Buchanan ligplaats buiten Nieuw-Zeeland, schrapten de Verenigde Staten enkele Anzus-oefeningen en bekoelden de betrekkingen tussen beide landen.
In feite is het Anzus-verdrag veranderd van een pact tussen drie landen (de VS, Australië en Nieuw-Zeeland) in een tweetal bilaterale overeenkomsten, een tussen Australië en de VS en een tusen Australië en Nieuw-Zeeland. De Amerikaanse onderminister van buitenlandse zaken Michael Armacost heeft dat vorige maand met zoveel woorden erkend: „Het raamwerk voor een driezijdig bondgenootschap blijft intact maar de bilaterale samenwerking tussen ons en de Nieuwzeelanders is tijdelijk opgeschort ", zei hij.
KOPENHAGEN (AP) - Deense onderzoekers hebben melding gemaakt van een doorbraak in de produktie van groeihormonen. Zij zijn erin geslaagd door genensplitsing een groeihormoon te ontwikkelen, dat identiek is aan het menselijke hormoon en dat volgend jaar op de markt gebracht kan worden als middel tegen dwerggroei.
"Wellington en Washington voeren 'zenuwenoorlog'". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/08/27 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569679:mpeg21:p001
DIJ het overlijden van P. Jongeling vermenigvuldigen zich de gevoelens, bij hen die hem van zeer nabij gekend hebben, en in een veel bredere kring van al diegenen die zich jarenlang door hem hebben laten onderwijzen via zijn hoofdartikelen en zijn boeken, of zich door hem vertegenwoordigd wisten In het parlement. Een rijk en vruchtbaar leven werd afgesloten. Een mens is ons ontvallen. Maar zijn arbeidsresultaten zijn nog onder ons. Wat hij naliet in boek en geschrift, mag in dankbaarheid benut worden door een generatie die hem niet meer persoonlijk gekend heeft.
Wat ons treft bij het overzien van dit leven, is hoe God zijn leven heeft bestuurd. Hij had een grote taak weggelegd voor deze man, namelijk om het volk van Nederland in een tijdperk van toenemende secularisatie terug te roepen tot de dienst aan de HERE. Maar daarvoor moest hij zelf eerst worden klaargemaakt. Hij leerde voor onderwijzer, maar in de crisisjaren dertig bleek het onderwijzerschap niet voor hem weggelegd. Daar lag zijn roeping niet. Hij moest zijn gaven ontplooien in de journalistiek, zoals mannen als Groen van Prinsterer, Kuyper en Zijlstra dat vóór hem hadden gedaan.
Maar toen die wens in vervulling was gegaan en hij redacteur buitenland was geworden van een regionaal christelijk dagblad, kwamen nieuwe beproevingen. De strijd tegen de Duitse bezetter eiste trouw om ons volk weerbaar te maken. Daarop volgden gevangenneming en drie jaar concentratiekamp, met achterlating van een jong gezin. Wie zal schetsen wat die periode voor iemands geestelijke toerusting heeft betekend? Wij kunnen alleen vaststellen dat Gods hand hem bewaarde, dat zijn belangstelling voor de zaken van kerk en politiek niet verflauwde en dat hij geestelijk ongebroken met de zijnen mocht worden herenigd. Hij overleefde de beproeving, omdat de HERE nog een taak voor hem had, nog veertig jaar lang.
ZL.IJN besliste positiekeuze in kerkelijke en daarmee in verband staande politieke zaken maakte na enkele jaren de voortzetting van het hoofdredacteurschap van de Nieuwe Prov. Groninger Courant onmogelijk. Maar de keuze van de toenmalige directie tégen een reformatorische koers werd een middel in Gods hand om een bekwaam en ervaren journalist te leiden naar een gereformeerde krant, die in kerkelijke, politieke en maatschappelijke aangelegenheden de normen van de belijdenis aanlegde.
De invloed van die journalistieke arbeid op de ontwikkeling van de Gereformeerde Kerken die zich in 1944 door Gods genade mochten vrijmaken, is moeilijk te overschatten. Gereformeerd onderwijs, gereformeerde politiek en zoveel meer zijn moeilijk denkbaar zonder de funderende arbeid van Jongeling in het Gereformeerd Gezinsblad van de jaren vijftig en zestig. Evenzo koos hij met stelligheid positie tegenover stromingen die de betekenis van de belijdenis wilden relativeren. „Trouw aan de ene eed", in heel het menselijk leven, was zijn boodschap.
Zelf heeft hij altijd de krant als zijn levenswerk gezien. Maar de HERE had meer met hem voor. Zo werd hij ook geroepen — zonder het ooit gezocht te hebben — tot het ambt van volksvertegenwoordiger. De nationaalgereformeerde politiek, waarvoor hijzelf zoveel bouwstenen had aangedragen, mocht hij ook als eerste vertolken en concretiseren in de Tweede Kamer. De brede kennis die hij daarbij als journalist had opgebouwd, en de gave van het woord waarover hij beschikte, kwamen hem daarbij uitstekend te stade. Hij verwierf gezag bij vriend en vijand en waardering voor zijn standpunten tot ver buiten eigen kring, zoals bleek uit de groei van het sterncijfer voor het GPV. Glunderend nam hij, die acht jaar lang alleen in net parlement gezeten had, in 1971 voor het eerst in de groene bankjes plaats mèt een fractiegenoot. Daarin ondervond hij de zegen van de HERE.
I OT zijn 65ste verjaardag is hij de verantwoordelijkheid voor de krant blijven combineren met zijn werk als parlementariër, waarbij tot het laatst het merendeel van de hoofdartikelen van zijn hand kwam. Met vreugde zag hij, ook na zijn pensionering, hoe zijn klein begonnen krant zich steeds meer tot volwaardig dagblad ontwikkelde. Zelf bleef hij in wekelijkse Kanttekeningen zijn bijdrage leveren aan de principiële toerusting van de lezers.
Vorig jaar oktober achtte hij de tijd gekomen om met die wekelijkse rubriek te stoppen. Wel wilde hij af en toe nog eens van zich laten horen, en de lezers hebben nadien kunnen merken dat hij de pen maar moeilijk kon laten rusten.
Nu rust die pen voorgoed. Zijn werk is in Gods ogen af. Hij heeft in de veertig jaar tussen zijn bevrijding uit het kamp en het ingaan in de eeuwige rust zeer velen mogen vormen en toerusten. De vruchten daarvan zijn aanwijsbaar in vele vormen van gereformeerde arbeid, die vandaag voor ons zo gewoon zijn, maar veertig jaar geleden nog volstrekt ongedacht.
Opnieuw is een werker van de eerste generatie na de Vrijmaking ons ontvallen. Maar de opdracht voor de werkers van de tweede generatie blijft dezelfde: medearbeiders zijn van Christus in de bouw van zijn Kerk. Wat Jongeling ons naliet in zijn geschriften, blijft bij dat werk belangrijk bouwmateriaal, omdat het rustte op het ene fundament: Jezus Christus (I Kor. 3:11). Wij kunnen zijn nagedachtenis niet beter eren dan door op dat fundament verder te bouwen. JPdV
"In memoriam P. Jongeling". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/08/27 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569679:mpeg21:p001
JAKARTA (AFP-RTR) - De Vietnamese minister van buitenlandse zaken, Nguyen co Thach, sluit niet uit dat ondanks de beloofde terugtrekking van de Vietnamese troepen uit Kampuchea in 1990, er militaire adviseurs zullen blijven in verband met mogelijke verzetshaarden. Hij zei dit gisteren in Jakarta op een persconferentie ter afsluiting van een bezoek aan Indonesië.
Volgens Thach zal de aanwezigheid van verzetshaarden niets afdoen aan de beloofde onvoorwaardelijke terugtrekking van de Vietnamese troepenmacht. Vietnam gaat ervan uit dat het Kampucheaanse regeringsleger in 1990 zelf in staat zal zijn het land te verdedigen, ook als de Rode Khmer dan nog actief is. De communistische Rode Khmer is de sterkste van de drie Kampucheaanse verzetsbewegingen.
Thach zei verder dat de Asean (het verbond van Zuidoostaziatische landen) Vietnam halverwege tegemoet moet komen als voorwaarde voor een politieke of andere regeling van de Kampucheaanse kwestie. Hij bedoelde daarmee de liquidatie van de Rode Khmer. De Asean, waarvan Indonesië, Malaysia, de Filipijnen, Thailand, Singapore en Brunië lid zijn, heeft Vietnam voorgesteld indirecte onderhandelingen te beginnen met een regeringscoalitie van het Kampucheaanse verzet, waarvan de Rode Khmer deel uitmaakt. Leider van de coalitie, die door de VN wordt erkend als de wettige regering van Kampuchea, is het voormalige Kampucheaanse staatshoofd prins Norodom Sihanouk.
"Vietnam wil adviseurs in Kampuchea houden". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/08/27 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569679:mpeg21:p001