"Waarde Henk, wij zijn zeer tevreden met de portretten die je van mij en mijne vrouw gemaakt hebt. Je zult zeker wel gedacht hebben daarvoor een beloning te ontvangen. Doch het leven van een kunstenaar is vol teleurstellingen en om je daaraan vast te gewennen hebben wij besloten je niets ter vergoeding te geven. Je liefhebbende grootvader."
Daar sta je dan als zestienjarige met je goeie gedrag, 'n Fijne opa is dat, die je zo behandelt. Gelukkige maar dat vader opa weer te grazen neemt door de schilderijen te laten terughalen.
Die jeugdige teleurgestelde kunstenaar was Henk Krabbé, op zijn beurt weer de grootvader van de acteur Jeroen Krabbé, bekend als hoofdrolspeler in de tv-serie 'Willem van Oranje. Zowel Jeroen als zijn vader Maarten schilderen en tekenen ook, en het Singer-Museum te Laren (N.-H.) zag daarin aanleiding om in april jl. een tentoonstelling te organiseren onder de titel Drie generaties Krabbé. De bijbehorende catalogus bereikte deze krant helaas pas maanden na de tentoonstelling; vandaar nu pas een bespreking.
Behalve een lijst van tentoongestelde werken en een groot aantal reprodukties in kleur en zwart-wit zijn in deze catalogus drie begeleidende teksten opgenomen. De eerste is een interview van Bibeb met Jeroen Krabbé (geb. 1944). 't Geeft een openhartig beeld van de na-christelijke manier van leven. We komen ook te weten wat Jeroen zelf van Willem van Oranje vond: „een heel charmante diplomatieke adder. Niet zuiver op de graat (...) Ik vond het een fantastische rol. Had alleen moeite met zijn gelovige kant."
De beide andere teksten zijn biografisch. Franks Keijsper schrijft over Maarten Krabbé (geb. 1908) en diens vader Hendrik Maarten Krabbé (1868--1931). Beiden studeerden aan de Rijksacademie in Amsterdam. Hendrik werd portretschilder, journalist en schrijver. Maarten is bekend geworden als vakdidacticus tekenen. Het werk van grootvader Krabbé varieert in stijl van sociaal bewogen realisme tot romantisch impressionistisch. Een goed schilder. Maarten Krabbé maakt vrij werk en illustratie in allerlei stijlen: kubistisch, expressionistisch, romantische etsen, abstracte schilderijen. Voortdurend brengen deze werken thema's en composities van grote meesters in herinnering. Ook bij Jeroen Krabbé - vrijetijdsschilder - datzelfde: naïef, abstract, in de trant van Chagall of Cézanne, maar dan ineens weer een mooi eigentijds realisme. Dit boekje geeft een aardig beeld van drie schilderende generaties Krabbé en kleurt daarmee weer wat witte plekken in van de Nederlandse kunstgeschiedenis van deze eeuw. Jeroen over zichzelf: „Ik ben acteur, maar wie ik ben, zal moeten blijken uit mijn schilderijen. Als schilder kan ik me nergens achter verschuilen." Dat is duidelijke taal. En het antwoord blijkt uit de schilderijen: ook als schilder blijft Jeroen acteren.
N.a.v.: Bibeb en Frans Keijsper, Drie generaties Krabbé. Uitg. van Holkema _ warendorf/unieboek, Weesp. 1985; 111 blz.. 90 Hl., waarvan 34 in kleur, prijs f 29,50.
"'Willem de zwijger' als kunstschilder door J.M. de Jong". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/12/03 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569763:mpeg21:p008
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/12/03 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569763:mpeg21:p008
In welke gewetensconflicten een man kan komen, als hij het niet zo nauw neemt met het zevende gebod (Gij zult niet echtbreken), wordt heel knap beschreven in 'De sneeuwvrouw wacht', van de Nederlandse auteur Jean Schalekamp. Deze heeft naast literair werk ook zijn sporen verdiend als vertaler en schrijver van documentaires. Hij werd in 1926 geboren in Rotterdam, studeerde onder andere in Parijs, werkte in de Verenigde Staten en woont tegenwoordig op het Spaanse eiland Mallorca.
In 'De sneeuwvrouw wacht' heeft hij ongetwijfeld veel van zijn internationale ervaringen verwerkt. Hij beschrijft een reis door de Verenigde Staten, Mexico en Guatemala van een man, een vrouw en hun zoon. De man en de vrouw zijn gescheiden, maar nog niet geestelijk los van elkaar. Wel heeft de man inmiddels een jaar in Amerika gewerkt en woont hij samen met een nieuwe - jonge - vriendin: de sneeuwvrouw. Tijdens de al eerder afgesproken vakantietocht moet hij tot een definitieve keus komen tussen de vrouwen, die hem beide zeer aan het hart gaan.
Boeiend en indringend beschrijft Jean Schalekamp de reacties en diepere gedachten van de reizenden. Knap is met name de verwevenheid van de relaties ook in de tekst van de roman. Als zodanig is het een overtuigend verhaal, sterk geschreven met een goed evenwicht tussen de psychologische en fysieke werkelijkheid. Eigenlijk heb ik maar één bezwaar - maar dat is dan ook zwaarwegend - tegen het verhaal, en dat is de morele kant. Waar de weinig besluitvaardige man ook mee tobt, niet met het zevende gebod. De tekst wordt daarbij ontsierd door soms werkelijk grove vloeken.
N.a.v.: Jean Schalekamp, Desneeuwvrouw wacht. uitg. BZZTOH, Den Haag; paperback, 200 blz., prijs f 29,50.
"De sneeuwvrouw wacht". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/12/03 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569763:mpeg21:p008
Een mooi voorbeeld van' een genretafereel is de De kwakzalver van Gerard Dou. (Het hangt in Museum Boymans-Van Beuningen). Óp het eerste gezicht niets dan een alledaags tafereeltje buiten de poort van Leiden, roept het bij nadere beschouwing tal van vragen op. Bij voorbeeld: Waarom is de opvallende boom links dood? Waarom heeft de charlatan zn waren precies onder het raam van Dou's atelier uitgestald? (De schilder hangt uit het raam en kijkt ons aan). Het antwoord op zulke vragen is te vinden in allerlei details, die op deze afdruk in de krant wel niet te zien zullen zijn. Onder andere worden in 't publiek de billen van een kind afgeveegd. Dou sluit hier aan bij een traditie die via Jordaens teruggaat op Bruegel. Daarbij wordt vaak via het kind gewezen op de zwakheden van volwassenen. In dit schilderij laten de mensen zich dubbel beetnemen. Allereerst écht door de snoeshaan die het verstand bedriegt, vervolgens onschuldig door de schilder die de zinnen misleidt. Het hele tafereel is immers slechts in schijn echt. De wereld van het beeld is oogbedrieglijk wddr. Dou geeft dus commentaar op zijn beroep.
„Het tijdperk van Rembrandt en Vermeer", zo wordt vaak de kunst van onze 17e eeuw getypeerd. Eigenlijk merkwaardig, omdat Vermeer zich in hoofdzaak bezighield met onderwerpen die in de 17e eeuw niet bovenaan de ranglijst stonden. Een brieflezende vrouw, een muziekles, een kantwerkstertje, een heer die een dame een glas wijn aanbiedt, een keukenmeid. Zulke voorstellingen van alledaagse dingen noemt men genretaferelen. Toch is het niet zo vreemd Vermeer naast Rembrandt te zetten, want het genrestuk is voor de Gouden Eeuw heel typerend. Niet alleen was het wijdverbreid, het bevatte meestal ook een moraal. Het onderzoek van de laatste tijd heeft aan het licht gebracht, dat deze schijnaar zorgeloze 'wereldjes' met zorg zijn samengesteld. Ook allerlei 'toevallige' voorwerpen blijken betekenisdragers te zijn. Genretaferelen bieden niet alleen rake karakteristieken, maar ook vaak puntig commentaar. Schijnbaar uit het leven gegrepen beelden, bewijzen zich als zinnebeelden.
Men heeft ontdekt dat veel genreschilders in hun verbeelding aansluiten bij bekende spreekwoorden. Het publiek kende de gezegden en begreep de vele toespelingen. Deze traditie is al heel duidelijk te onderkennen bij Pieter Bruegel en gaat misschien wel terug op de middeleeuwse indeling van de zeven hoofdzonden en de zeven deugden. Gecombineerd met tal van volkswijsheden leveren zulke indelingen een rijk scala aan mogelijke menselijke gedragingen op, onder een min of meer belerend gezichtspunt. Abonnees van Openbaar Kunstbezit zijn al jarenlang bekend met deze betekenisontsluiting van de 17eeeuwse genrestukken. Velen van hen zullen ook het baanbrekende boek van E. de Jong in hun kast hebben staan: Zinne- en minnebeelden in de schilderkunst van de zeventiende eeuw (1967). Anderen bezochten wellicht de tentoonstelling 'tot Lering en Vermaak' in het Amsterdamse Rijksmuseum (1976), met de gelijknamige catalogus. Deze uitgaven moet je echter met een lantaarntje (en een flink gevulde beurs) zoeken. . Bovendien ging het onderzoek verder. Daarom is er zeker plaats voor het omvattende werk van Christopher Brown '...Niet ledighs of ydels..' , waarvan de titel is ontleend aan een emblematisch boek van Roemer Visscher, Sinnepoppen. Voor dichters en schilders van destijds bestond er inderdaad niets dat 'leeg' was of 'ijdel' (al wisten zij ook van de 'ijdelheid der ijdelheden'; ja, misschien juist daarom). Men nam het penseel niet ter hand met de gedachte: kom, een aardige wijndrinker is nooit weg. 'Zo maar' wat moois maken was eerder uitzondering dan regel.
Schilderen om het schilderachtige - dat is een 19e-eeuwse gedachte. Pas tóen ontstond 'kunst om de kunst', en tóen gebeurde het ook dat men de 'extra' betekenissen van vroegere kunst letterlijk uit het oog verloor. De 19e-eeuwse, 'impressionistische', kunstbeschouwing heeft ons van een dimensie beroofd, die pas in de 20e eeuw is hervonden: de gelaagdheid van betekenissen.
"Samenvattend boek over het 17e-eeuwse genrestuk: Al die boeiende taferelen betekenen iets door W.L.Meijer SOMS IS DE KRANT OM TE BEWAREN". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/12/03 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569763:mpeg21:p008
Nog een enkele kritische opmerking over de 'Ballade van het Avondmaal. Dat gedicht heeft mooie regels. Wat beleefd wordt door kerkganger en kind bij de avondmaalsviering wordt mooi weergegeven, wel soms wat erg plastisch m.i., en het woord 'ballade' vind ik in verband met het avondmaal niet erg gelukkig. Dat woord heeft voor mij een te romantische en droefgeestige lading. Uit eigen recensies bijkt dat Werkman (terecht) in poëzie bezwaar heeft tegen traditionele gezegden en afgesleten woorden. Maar je kunt daarin ook te ver gaan. 'Hij knakt het brood en rukt de stukken uit elkaar' is wel origineel voor het traditionele 'hij breekt het brood', maar brood kun je nu eenmaal niet 'knakken. Zo ook: 'Zijn toegetakeld lijf en onttakeld bloed' is wel een mooie woordspeling, maar 'onttakeld bloed' vind ik erg vreemd. En is: 'totdat dit samenstel van zondaars is gebracht' wel Nederlands voor blijkbaar: totdat dit stel van zondaars is samengebracht? Deze enkele kritiek neemt niet weg: Een mooi bundeltje. N.a.v. Hans Werkman - Duizend bunder nieuwe klei. uitg Kok. Kampen 35blz. f 9,90.
"Kritiek". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/12/03 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569763:mpeg21:p008
Het boek van Brown zal niet alleen kunstliefhebbers interesseren. Ook neerlandici zullen hun part ophalen. Wel wordt enige inspanning van de lezer-die-kijker-wil-zijn gevraagd. De zwart-wit afbeeldingen staan in de tekstafdelingen, maar de kleurenreprodukties werden in afzonderlijke katerns gebundeld. Dat vraagt nogal wat heen en weer bladeren. Ook laat de kwaliteit van de illustraties te wensen over. Typografisch gezien haalt dit boek het niet bij de paradepaardjes van E. de Jong en 'tot Lering en Vermaak. Niettemin, we hebben bij Brown te maken met een meeromvattend programma, een goede inleiding op de huidige stand van zaken en een indeling per onderwerp.
Wie van wat speurwerk houdt, ziet hier een wereld van betrekkingen en betekenissen opengaan, waarvan hij het bestaan waarschijnlijk niet had vermoed. Er is inderdaad niets zonder zin en alles heeft zn plaats, al was dat niet altijd die voorname plaats die we dachten. Niet elke verrassing is even aangenaam. Fantastische schildertechniek en verbazende kleurenpracht werden even vaak aangewend voor bordeelscènes als voor een loflied op het alledaagse leven.
Storend is - zoals bij vrijwel alle publikaties op dit gebied - dat de auteur geen enkele moeite doet ook maar iets van het calvinisme te begrijpen. Dat misstaat in een studie die inzicht wil geven in een tijd waarin men met de kennis van het reformatorisch erfgoed tenminste vertrouwd was. Al moet hier meteen aan toegevoegd worden, dat veel kunstwerken zelfs niet het vermoeden doen rijzen dat we met een protestants cultuurgebied van doen hebben. De wérkelijke glans van veel genrestukken uit de Gouden Eeuw gaat helaas niet boven die van koper uit. Daarom toch een belangrijk boek: om een al te simpele beeldvor-iming betreffende de 17e-eeuwse kunst bij te stellen.
MAK: Christopher Brown, ...Niet ledighs of ydels.... uitg. j.h. de Bussy, Amsterdam 1984; formaat 31 x 24cm, talrijke afb. in zwartwit en in kleuren, prijs f 99,50.
"Wereld gaat open". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/12/03 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569763:mpeg21:p008
Je kunt natuurlijk _ltii.. ouders en opvoeding de <1 geven wanneer je iets je leven. Ik wil dat hier •' dpen, maar een feit is daYÜ* buitenleven, de natuUr j* ren, bloemen en piante *«■ mijn leven een geringe mi * len. seroisj*.
Passages als „Altijd lim wat slijk op de vloer je ££.* het gevoel dat er overal hl* men zijn, je hoort altijd deT ning en het ruisen van de t ken en wordt omringd H een hemelse geur van bl sems" roepen bij mij ■«_" warme gevoelens wakk! vooral dat slijk op de vIL niet.
Onder eigen dak van BeVp ley Nichols, onlangs opnW verschenen bij Thieme in 7? phen, is als natuurboek di niet erg aan mij besteed G lukkig is het geschreven d^ iemand die zich ook een pW in de Engelse literatuur heeft verworven; daar kan ik u i«s meer over vertellen.
Beverley Nichols werd ir 1899 in Bristol geboren p toonde al in zijn Oxfordsestu dentenjaren over schrijvers talent te beschikken. Toen hi; op 26-jarige leeftijd zijn eerste autobiografie (simpelweg Vijfentwintig geheten) put*
ceerde had hij al drie
achter de rug. Pas echt in element was hij echter v
neer hij lichte, sentimenl humoristische verhalen
schrijven over tuinen en bui tenleven. Onder eigen dak ui' 1933 is een voorbeeld van de» laatste.
Mij heeft Nichols met m boek niet warm weten te krij-i gen voor de geneugten van het tuindersbestaan, ook niet bin-i nenshuis. Maar wie al tedere gevoelens heeft voor zaadjes en stukjes lindebast zal in Onder eigen dak een zeer verwante geest ontmoeten.
Dingeman van Wijnen
N.a.v.: Beverley Nichols, Onder eigen aak, Uitg. Thieme/Zutphen p» perback, 187 blz. Prijs: f 19,50.
"Nieuwe boeken Zaadjes en stukjes lindebast". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/12/03 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569763:mpeg21:p008
Toen ik nog een kleine j< gen was, kreeg ik op mijnv jaardag vaak een kleurbof Urenlang kon ik bezig zi met het kleuren. Meestal « ren de onderwerpen sproc jes. Wat was mijn voldoeni groot, als een dreigende wi in felle kleuren te voorschi was getoverd! Tegenwooni zijn er niet zoveel kleurlx ken meer. Onze kinderen zen liever een stripboek. D is jammer, want al kleurei valt er veel te leren. Tenmi ste, dat beweren psychologf Zij zijn van mening dat voi en kleur een uitstekend mi del voor informatieovi dracht zijn. Voor mij ligt een kleurboe dat op deze gedachte inhaal Een groot aantal zwart-wit guren nodigen uit tot het ha teren van viltstift of kleurpj lood. Jammer genoeg zijn h niet de oude bekenden vi vroeger, die moeten word1 ingekleurd. Waarschijn" hebben de psychologen w< voor een verklaring. "aSSI sprookjes niet meer in °' tijd? Ook voor fantasie is g* plaats: In de onderdelen « de kleurplaten staan I mers. Elk nummer corresj» deert met een nummer uit d kleurenschema voor in bock. Enkele onderweg zijn: Neutronentransmis5 CAT-scanning, thermograi ultrasonografie enz. Hieruit blijkt dat het g» boek voor kleine kinderei Met veel genoegen *»* ** aan het kleuren gezet Hex leuk werk, maar ik denK dat veel ouders bijna l** den zullen neertellen vooi tekeningen in een sp band. A. KamP4 N.a.v, R. Aero/H. «*£s Kleurboek van de nieuw nologle. uitg. W'n9"s' *" prijs f 24,50.
"Een kleurboek voor volwassenen?". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/12/03 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569763:mpeg21:p008
"Boeken kort door Dick Scheepstra". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/12/03 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569763:mpeg21:p008
Van Arthur Hailey, de auteur van bestsellers als 'Hotel' en 'Airport' is na zes jaar weer een - uiteraard lijvig - boek verschenen. Na een zware operatie te hebben ondergaan is hij geïnteresseerd geraakt in de farmaceutische industrie. In 'Macht als medicijn' beschrijft hij het leven van Celia Jordan, een ambitieuze vrouw, die de top weet te bereiken. Door haar gedrevenheid, integriteit en haar vrouw-zijn is het geen gemakkelijke weg die ze moet gaan.
Veel interessante gegevens zijn in het verhaal verweven. Als een rode draad door het verhaal heen loopt het risico dat verbonden is aan het ontwikkelen van nieuwe medicijnen. Hailey weet deze wereld op een boeiende manier met behulp van een gemakkelijke schrijfstijl tot leven te brengen. Het verhaal leest dan ook vlot weg. Moeite had ik met een andere rode draad: de mens (in dit geval de vrouw) die het allemaal zelf waarmaakt en zijn eigen humanistische normen bepaalt. Een slippertje met een collega past daarin. Het taalgebruik is vrij redelijk te noemen op een enkele krachtterm of bastaardvloek na.
Na v.: Arthur Hailey, Macht als medicijn. Uitg van Holkema & warendorf, weesp; gebonden. 514 blz., prijs f 39.50.
"Macht als medicijn". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/12/03 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569763:mpeg21:p008
Daphne du Maurier is een geliefd schrijver van romans voor een groot publiek. In 'Verschil in temperament en andere verhalen' is vroeger werk van haar gebundeld. Literair zijn ze niet altijd even feilloos, maar toch is het schrijftalent van de auteur al duidelijk aanwezig. Verrassende wendingen en spanning kenmerken de verhalen, die goed geschreven zijn met over het algemeen een redelijk taalgebruik.
N.a.v.: Daphne du Maurier, verschil in temperament en andere verhalen uitg. van Holkema _ warendorf, weesp; paperback, 171 blz., prijs f 24,50.
"Verschil in temperament". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/12/03 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569763:mpeg21:p008
Na het lezen van allerlei moderne hard-boiled thrillers met veel nevenintriges en vervuild taalgebruik, is het een verademing weer eens een eerlijk ongecompliceerd avonturenverhaal in handen te krijgen. 'Ramage, de avonturen van een luitenant ter zee' van de hand van Dudley Pope voldoet aan deze karakterisering. Ramage is een Engelse zee-officier ten tijde van Napoleon en Nelson. Hij speelt een rol in de schermutselingen/oorlog tussen Frankrijk en Engeland, o.a. door het bevrijden van een aantal belangrijke Italianen. Eén van hen, een beeldschone markiezin, maakt een betoverende indruk op de jonge luitenant. Dit is wederzijds en dus...
Zoals gezegd, een onvervalst avonturenboek, goed geschreven met veel spanning, wat romantiek en een happy ending. Het taalgebruik kan nauwelijk reden tot klagen geven.
N.a.v: Dudley Pope, Ramage. de avonturen van een luitenant ter zee Uitg van Holkema _ warendorf weesp. paperback. 252 blz prijs f 24,50
"Ramage, een luitenant ter zee". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/12/03 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569763:mpeg21:p008
De titel van de bundel Duizend bunder nieuwe klei maakt je nieuwsgierig naar de betekenis ervan. Die werd duidelijk uit het gedicht 'Groninger Hogeland', met de regels: „Geef ons op de nieuwe aarde duizend bunder nieuwe klei". Wie gelovig de nieuwe aarde verwacht ontkomt vaak niet aan een poging zich daarvan een voorstelling te maken, ook al weten we de waarheid van 'wat geen oog heeft gezien.
De liefde voor zijn geboortegrond zit bij de dichter blijkbaar zo diep, dat hij in dit gedicht zich de nieuwe aarde voorstelt als lijkend op het Groninger Hogeland, maar dan oneindig mooier. Vandaar die 'duizend bunder nieuwe klei.
Is dit dan een bundeltje godsdienstige poëzie? Dat niet. Werkman publiceert in dit dichterlijk debuut gedichten van allerlei aard naar inhoud en vorm. Wat de vorm betreft vinden we o.a. sonnetten, distichons (tweeregelige verzen), drie-regelige gedichten, waarvan telkens de laatste regel rijmt, rijmloze verzen.
Wat de inhoud betreft: er zijn gedichten met een godsdienstige inhoud, maar ook, soms gebonden aan plaatsen als Kampen en Amersfoort, impressies naar aanleiding van iets dat de dichter heeft beleefd, of ook naar aanleiding van een gegeven uit de natuur. Je zou dit bundeltje kunnen karakteriseren als: ervaringen verwoord in gedichten. Veel gedichten hebben een onverwachte en daardoor aansprekende conclusie. Soms een conclusie op geestelijk of godsdienstig niveau naar aanleiding van een materiële ervaring (b.v. 'Bethel'). Soms juist omgekeerd b.v. in 'Nu' een meer filosofische overpeinzing, naar aanleiding van de natuur, over het begrip 'tijd', waarbij de dichter aan het slot enigszins abrupt "tot de werkelijkheid terugkeert.
Naar vorm en inhoud staan deze gedichten op een goed literair peil. Het rijm dat gebruikt wordt is niet clichéachtig, een enkel onvolkomen rijm komt voor (b.v. kuis - vergruisde) en soms is de regellengte wat onregelmatig, zonder dat dit alles stoort. Men kan, zonder de strakke vorm van het traditionele gedichte in acht te nemen, toch wel een goed vers schrijven. Over de gevarieerde inhoud nog: in enkele gedichten geeft de dichter een tekening van wat hij heeft waargenomen in de natuur (b.v. 'Dood'; 'De Merel'), waarbij het functioneel gebruik van kleuren opvalt. Goed is ook het eerste sonnet, 'De Reigers', met zijn tegenstelling tussen de mensen die het vuurwerk bewonderen en de angst van dier en kind. Aangrijpend is 'Guido': de overpeinzing van een leraar over een vroeg gestorven leerling. Wat heb ik voor hem betekend? Een vraag die menig docent zichzelf stelt. We zien de dichter aan beide kanten van de examentaf el, waarbij het gedicht 'Protocol' goed getekend is, maar als gedicht m.i. wat vreemd is in deze bundel. Er zijn meer gedichten die sterk aanspreken: b.v. 'Amersfoort 4 mei' en Bandopname.
HANS WERKMAN
"Duizend bunder nieuwe kleiaansprekende gedichten door K. Nolles". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/12/03 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569763:mpeg21:p008
' Een voordeel van het boek 'Kies de juiste hond' is dat er een uitvoerig algemeen gedeelte is (104 blz.), waar dus élke hondebezitter wat aan heeft. Immers alle honderassen hebben veel eigenschappen gemeen. Het gemeenschappelijke vloeit voort uit hun afkomst. De schrijver gaat niet uit van de vrij algemene opvatting dat de hond alleen van de wolf afstamt, maar dat er meer voorouders zijn, o.a. dingo en jakhals. Het is toch wel van oorsprong een roofdier. Het is daarom opmerkelijk dat onze hond nu o.a. als taak heeft de beschermer te zijn van zijn vroegere prooi (het schaap). Verder is, als het goed is, de hond ook vriend, die innigheid t.o.v. zijn baas opvallend toont in huis, in de kamer. „Daar is hij in zijn hol", dat is dus helemaal thuis. Er wordt gewezen op het nut van tentoonstellingen. Daardoor werden de rassen zuiver bewaard, toen er geen echt wérk meer voor was. Niet iedereen deelt die mening. Is een rashond een natuurlijke hond?
De schrijver noemt tentoonstellingsschuwheid een probleem. Dat het karakter bij de keuring geen rol zou spelen bestrijdt hij. Over tentoonstellingen wordt uitvoerig geschreven. Daarbij komt couperen (als mishandeling) ook aan de orde. De raspunten bij de beoordeling worden nuchter kritisch bekeken.
Natuurlijk worden bouw, voeding en allerlei zaken die in geen enkel hondenboek ontbreken, besproken. Dat geldt ook voor 'De hond als huisgenoot': zindelijkheid, niet bedelen (geef de hond eten vóór wij zelf aan tafel gaan), komenbij de baas, enzovoort.
Belangrijk is steeds weer de keuze: Welke hond? Terecht heet het hoofdstuk dat hierover handelt: De keuze van een vriend. Toch niet menselijk! Hier ook weer de bekende vragen.
in een volgend hoofdstuk wordt over 'Nieuwe rassen, te veel rassen, helemaal geen ras' gesproken. Niet iedereen zal de mening van de schrijver delen. Zuivere rassen hebben ook bezwaren en zwakke punten. Daarover lezen we niets.
En over 'geen ras' wordt m.i. te negatief geoordeeld. Belangrijk is het hoofdstuk Vakantie met of zonder hond. „Eigenlijk zou onze hond altijd met ons mee op vakantie moeten kunnen gaan." Of is hij onzevriend'niet?
Na deze algemene problemen volgt 'Beschrijving van de rassen met foto's, 250 ras-
beschrijvingen. Er zijn hondeboeken. Het is ' nog veel nieuws ew schrijven. Wie wel een hond he« nog geen boek over » kan met dit werk g° uit. En de echte hon* ber kan niet met si^ # boek en de mening schrijver volstaan-
Nav.PMC ToepoeJ gmt^ hond Negende hert* *j Onze honden BeW^oerÖ*Lc* mtei-schiiperoort rjfo, ■ ir>~ bladzijden Uitg. t"'t/w prijs f 34,90.
"Kies de juiste hond door N. van Loo". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/12/03 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569763:mpeg21:p008