SOMS IS DE KRANT OM TE BEWAREN
Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]
- 14-04-1986
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]
- Datum
- 14-04-1986
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Stichting Nederlands Dagblad
- Plaats van uitgave
- Amersfoort
- PPN
- 810209039
- Verschijningsperiode
- 1967
- Periode gedigitaliseerd
- 1967-1994
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Nederlands Dagblad
- Nummer
- 10222
- Jaargang
- 42
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Advertentie
EMEGWIJSWIELWEGWIJSWIELWEGWIJSW
Advertentie
asdfsdf
Snurkersprobleem wordt eindelijk serieus genomen
„urken komt onder vollenen veel meer voor dan dusver vaak werd aangesp De universiteit van Isinki hield enige tijd geleen onderzoek, waaruit r voren kwam dat maar ft 70 procent van alle volenen snurkt. Een aantal hen loopt het risico dat i snorken leidt tot ademharsproblemen door zuurstof- en tot te hoge bloedk, Snurken komt drie keer raak voor bij dikke dan bij -re mensen en de problei nemen toe met het ouder ■den.
|(jeca. 4/2 miljoen tweener-huishoudens er-huishoudens in ons (807 c van het totale aanbuishoudingen) zijn 2,6 oen mensen die 's nachts ■ken: 1,8 miljoen mannen h en 800.000 vrouwen ,). Daarnaast zegt nog eens niet te weten of de partsnurkt. t blijkt uit een onderzoek iet onafhankelijke markt■noekbureau Marktresie in Amersfoort onlangs t uitgevoerd in opdracht Medicosma B.V. (ondervan de Roussel-groep) in irelaken. Het onderzoek tte zich uit over 814 tweener-gezinnen in ons land. adat bij dit onderzoek udergezinnen buiten beiiwing zijn gelaten is de (achting gerechtvaardigd, er in Nederland waarnlijk veel méér mensen de genoemde 2,6 miljoen .aan de snurk-kwaal. het onderzoek blijkt dat vrouwen (67%) dan raan-8%) last hebben van het k van hun partner. Boji blijken mannen toleidan vrouwen ten opvan de hinder die zij ia-_«__\van hun partner rvinden, te staan: één op s mannen wordt door de iv wakker gemaakt, terilechts één op de 20 vrouin geval van snurken laar mannelijke partner : gewekt.
mr Uefst 2.600.000 Nederlanders snurken, een probleem Jdiep W9mvt: duwen en schoppen, apart slapen en Ijs echtscheidingen njn het gevolg. v
moppen of aaien
merkelijk is ook, dat volhet onderzoek mannen doorgaans van 'softere' anaatregelen blijken te men dan vrouwen. Om iinde te maken aan haar urk duwen mannen hun
vrouwen vaak in een andere slaaphouding. Vrouwen daarentegen blijken óf ergens anders te gaan slapen (2%: ofwel minstens 36.000 vrouwen), als ze last hebben van het snurken van hun partner, of de neus van de man dicht te knijpen (2%), of hem te porren, te tikken, te schoppen of te aaien.
Werd het snurken tot nu toe vaak afgedaan als een 'wat vervelend symptoom', het Finse onderzoek onder 8000 volwassenen heeft er toe geleid dat er nu in de hele wereld, óók in Nederland ernstig gezocht wordt naar een serieus en verantwoord middel om snurkers (en hun omgeving) te helpen.
Uit het onderzoek is ook gebleken dat mannen vaker snurken dan vrouwen, in een verhouding van 3:1. Het snurken wordt in de hand gewerkt door ouderdom, roken, alcoholgebruik, te droge lucht in de slaapkamer en door een verkeerde slaaphouding. Dat snurken niet alleen een medisch maar vooral ook een maatschappelijk probleem is, blijkt uit het feit, dat zon 90 procent van alle partners van degenen die snurken, dit als hinderlijk tot zeer hinderlijk ervaren. Een kwart van deze partners gaat doorgaans elders slapen.
Hoewel 90 procent van de snurkers zelf niets merkt van de overlast die zij 's nachts veroorzaken, blijkt toch 36 procent van hen 's morgens na het ontwaken last te hebben van een pijnlijke of gevoelige en droge keel. Dat zou verklaard kunnen worden door het feit, dat iemand die aan deze kwaal leidt, per nacht gemiddeld 500-1300 snurkgeluiden maakt. Daarbij zijn incidenteel op anderhalve meter afstand geluidssterkten gemeten van 80dB. Dat is vergelijkbaar met het geluid van een laag overvliegende straaljager.
Veelzijdig
Het kringloopbedrijf in Arnhem is veelzijdig opgezet. Behalve schillen worden ook meubels, kleding en allerlei witgoed opgehaald. De schillen worden rechtstreeks doorverkocht aan een boer in de buurt. Meubels en kleding komen in de winkel terecht, tenzij het niet meer bruikbaar is, dan wordt het meteen doorverkocht aan sorteerbedrij-
ven. Allerlei apparaten worden zo mogelijk opgeknapt - vaak blijkt er helemaal niet zoveel aan te mankeren - en zijn daarna voor een prikje in de winkel te koop. Het kringloopbedrijf kan nog niet helemaal op eigen kracht draaien. Enige reserves van de kant van de gemeente zijn daarom misschien ook wel begrijpelijk. Stefan Triest: „Je moet de voordelen niet alleen in geld uitdrukken. Eigenlijk hebben we ook een sociale taak. Bij voorbeeld voormensen in de wijk. Ze gaan je kennen, en ze vertellen je soms hun problemen. Je bent dan een soort praatpaal voor ze. Maar ook zorgen we hier voor werkgelegenheid. We hebben nauwe contacten met de reclassering. Gevangenen die omdat ze binnen afzienbare tijd worden vrijgelaten, weer aan de maatschappij moeten wennen, worden hier nu en dan te werk gesteld. Dat gaat tot nu toe prima. Verder hebben we mensen uit de zogenaamde achterstandsgebieden. Die komen anders heel moeilijk aan een baan".
"ANWB helpt verkeersproblemen op te lossen" in de woonbuurten
°itte verkeersredactie)
ltv'Jken zouden het topète en"yerkeersveiligheid i,fiet IJn- Kinderen, bejaar- en andere kwets- Ihiei- teersdeelnemers zoette 1 We&tussen het tilijk\erkeer-Zij kunnen tent?n onlusten overal rakt."i!men botvieren. In *on« ??ankeert er in Cenpr*e» "«gal wat JaarfvvVa,sstatistiekenla[tandhrs:eenenkelmis-1 -1 enk pi estaan-Eris echter Niveii iv 00dzaak om in Miik lheid te berusten. C'^hten.dathet *mt nLe"sonSevallen er fovi^Wß heeft elö, di» brochure samenr enkano«>k, orden betaald (ƒ 6).
Waar moet men heen als men vindt dat de woonbuurt verkeersonveilig is? Welke oplossingen zijn er voor bepaalde problemen? Wat zijn de voordelen hiervan, maar ook, welke nadelen kunnen die oplossingen meebrengen? Dit zijn enkele onderwerpen die in de ANWB-brochure aan de orde komen. Hieruit blijkt al dat deze is bestemd voor mensen die daadwerkelijk iets aan de verkeersonveiligheid in hun buurt willen doen. De opzet van de brochure is zo gekozen, dat ook de 'leek' op verkeerstechnisch gebied zich de gevolgen van een bepaalde oplossing kan voorstellen. Volgens de ANWB zijn de opgenomen oplossingen bij de gemeente bekend, want ze zijr afgeleid van de oplossingen die in een verkeerstechnisch handboek (ASW 1986) staan. De ANWB hoopt met de brochure een brug te slaan tussen ambtenaar en burger, zodat er
geen spraakverwarring ontstaat.
Punten die aan de orde komen zijn onder meer: hoge snelheden afremmen, veilig oversteken, parkeerproblemen, sluip verkeer, het woonerf, verkeerslichten enzovoorts. De brochure leent zich overigens ook uitstekend als studiemateriaal voor mensen die in de verkeersproblematiek zijn geïnteresseerd zonder nochtans direct enige actie te willen ondernemen. Wat dat betreft is de geringe omvang (80 pag.) misleidend, want het gaat om forse bladzijden (formaat A 4). Bovendien is er een bijzonder klein lettertje gebruikt. De hoeveelheid informatie is dus groter dan uit het aantal pagina's blijkt. Als er iets duidelijk wordt uit de geschetste problematiek en de voorgestelde oplossingen, dan is het wel dat het er
vooral om gaat het ongebonden gedrag van de verkeersdeelnemers en omwonenden
aan banden te leggen. Gedisciplineerd gedrag van allen zou het aantal problemen en daarmee de verkeersonveiligheid aanzienlijk beperken. De ANWB kiest enerzijds voor het opleggen van beperkingen aan het (gemotoriseerd) verkeer en anderzijds voor het scheiden van verkeerssoorten Verkeerslichten, in feite een voortdurende overheidsbemoeienis, vindt de ANWB niet meer dan een noodzakelijk kwaad. Of de voorgestelde oplossingen universeel toepasbaar zijn, is de vraag. De ANWB pretendeert dat trouwens ook niet. Neem bij voorbeeld de zogeheten rammelstrook Een stukje bewust slecht geplaveid wegdek moet het snelverkeer bewegen langzamer te gaan rijden. Gezien de gevolgen is het duidelijk dat alleen op plaatsen waar zelden of
nooit een auto. komt een dergelijke rammelstrook bruikbaar is. De omwonenden zouden
anders uit hun huizen rammelen. Niet zelden verdwijnen rammelstroken sneller dan ze aangelegd zijn. Als ingrijpen echt nodig is, heeft frequente snelheidscontrole hetzelfde of een nog beter resultaat.
Nieuwe kansen voor de schillenboer
(van onze soc.-econ. red.)
„Beste mensen, Helaas stond er bij u geen schillenemmer voor de deur. Het kan zijn dat u nog nooit een emmer van ons hebt gekregen, of dat u vergeten bent de emmer buiten te zetten, ...jammer!" De Arnhemse schillenboer herinnert 'ontrouwe' bewoners aan de wekelijkse schillendag. De schillenboer, de voddenman, hij is er weer. En hij timmert behoorlijk aan de weg. Hij is niet meer precies dezelfde als vroeger. Ook zijn naam is veranderd. Tegenwoordig heet hij kringloopman, eigenlijk kringloopwerker, want ook vrouwen beoefenen dit vak. Hij ziet de toekomst tamelijk rooskleurig in. Wanneer hij alle medewerking krijgt van zowel bewoners als gemeentebesturen, schijnt in deze bedrijfstak een aardige boterham te verdienen te zijn.
„Een kringloopbedrijf is niet een zaak van zomaar een stelletje alternatievelingen", vertelt Stefan Triest van de Ékologische Kringloop Stichtingen (EKS) in Arnhem. „Enthousiasme is goed, is zelfs een onmisbare zaak, maar je moet ook zakelijk zijn. Wanneer je het niet goed opzet, wordt het niks". De EKS heeft momenteel vijftien mensen in loondienst. Daarnaast werken er nog tien vrijwilligers mee. Tot oktober 1986 worden veertien jongeren, die bij de EKS werken, betaald door het Europees Sociaal Fonds. Men hoopt dat het kringloopbedrijf dan zo goed loopt, dat de EKS die banen zelf kan gaan betalen. Of dat zal lukken, is nog de vraag. De EKS heeft er jarenlang voor moeten knokken om ook van de gemeente wat geld los te krijgen. Stefan Triest: „Wij vonden het redelijk dat de gemeente ons 56,5 gulden per ton ingezameld afval zou betalen. Dat is hetzelfde bedrag als de gemeente kwijt is om dit afval telaten verbranden". Inmiddels heeft de gemeente Arnhem zich daartoe bereid verklaard.
Stefan Triest (links) ziet wel brood in zn kringloopbedrijf.
Dagelijks gaan een paar 'schillenploegen' de wijk in
Kinderschoenen
De kringloopbedrijfstak in
ons land staat nog helemaal in de kinderschoenen. Wanneer ze eenmaal goed gaat draaien, verwachten de voorstanders ervan dat in deze bedrijfstak ruimte zal ontstaan voor meer dan 4500 banen. Dè grote pleitbezorgers van kringloopbedrijven zijn de milieu-organisaties. Zo is in Overijssel, vanuit de Natuur en Milieu Federatie, de landelijke Stichting Bedrijfsvoorlichting Kringloopbedrijven opgericht (BVK). De hoofdmoot van het werk dat deze stichting zich ten doel stelt, is branchebehartiging van de kringloopbedrijven in ons land en daarnaast het geven van adviezen aan gemeenten en andere belangstellenden die overwegen een kringloopbedrijf te beginnen. De stichting heeft bij het opzetten van een kringloopbedrijf altijd loonvorming op het oog. „Zit dat er niet in, dan beginnen we er niet eens aan", vertelt een medewerker. Ook vindt de BVK het heel belangrijk dat de bevolking goed wordt voorgelicht over het reilen en zeilen en over de voordelen van een kringloopbedrijf. „De medewerking van de bewoners is doorgaans goed, maar er bestaan nog wel wat misverstanden. Met behulp van folders en projecten kan daar een en ander aan gedaan worden". De BVK schat dat per tienduizend inwoners drie mensen een baan kunnen hebben aan het inzamelen en verkopen van afval. Het afval dat door een kringloopbedrijf wordt verwerkt, bedraagt maximaal 307 c van het totale afval. De gemeentereiniging houdt dus nog werk genoeg over. In totaal zijn er nu ongeveer honderdtwintig gemeenten waar een kringloopbedrijf werkzaam is.
Misverstanden
Er gaan wel eens stemmen op dat kringloopbedrijven concurrentievervalsend zijn voor de plaatselijke middenstand en voor verenigingen die oud papier inzamelen. De BVK stelt dat in de praktijk juist een positief effect optreedt voor de middenstand. Een kringloopbedrijf moet, om goed te kunnen draaien, aller lei investeringen doen. Voor het ophalen van schillen zijn emmers, karren en tractoren nodig. Voor het repareren van apparaten moet gereedschap worden gekocht. Verder blijken verenigingen en scholen met een goed inzamelingssysteem van een kringloopbedrijf geen nadeel te ondervinden. Een ander misverstand is, dat (de) kringloopbedrijven de mensen van de reinigingsdiensten het brood uit de mond zouden houden. Vandaar ook, dat sommige gemeentebesturen nu niet onmiddellijk staan te trappelen om bij het starten van een kringloopbedrijf subsidies te verstrekken. Al wordt er door de werkzaamheden van de kringloopman minder aan de reinigingsdienst aangeboden (max. 30%), het inzamelsysteem van die reinigingsdienst blijft precies hetzelfde. Levert het dan geen besparingen op? Toch wel, want de kosten voor de verwerking van het afval komen voor de gemeente lager te liggen. Samenwerking tussen een kringloopbedrijf en de gemeentereiniging zou (eventueel) mogelijk moeten zijn. Een gemeente zou ook zelf een kringloopbedrijf kunnen beginnen. Tot nu toe zijn dergelijke initiatieven echter nog niet genomen.
Nieuw probleem
Dat er door elke oplossing een nieuw probleem ontstaat, is ook duidelijk. Het scheiden van verkeerssoorten, hoe wenselijk ook, leidt onherroepelijk tot hogere (gemiddelde) snelheden op de 'roetsjbaan'. Het snelverkeer zal zich niet meer gehinderd voelen door het langzaam verkeer. Maar door die hogere snelheden
wordt het voor het langzamer verkeer lastiger (onveiliger) die weg te kruisen. Een woonerf dat ondoordacht is aangelegd, maakt het bij voorbeeld verhuizers en brandweer nagenoeg ondoenlijk hun doel te bereiken. Dit soort overwegingen zijn in de ANWB-brochure niet opgenomen. Er wordt uitgegaan van bepaalde normen en standaardsituaties. Daarmee kan iedereen desgewenst in zijn eigen omgeving aan het werk. Èn wat misschien wel zo belangrijk is, de weg die bewandeld moet worden om tot de gewenste verandering (een grotere verkeersveiligheid in de eigen buurt) te komen, staat precies uitgestippeld. De ANWB erkent overigens dat met deze brochure het laatste woord nog niet is gesproken. Op- en aanmerkingen op het boekwerk verneemt men gaarne, zodat daarmee rekening kan worden gehouden. Maar dan moet men eerst wel de brochure even bij de ANWB ophalen.
N.a.v. Een veiliger buurt - voorstellen om öe woonomge
ving verkeersveiliger te maken.
samengesteld en uitgegeven door de anwb, 80 pag, gratis verkrijgbaar bij deANWB-kantoren (toezending volgt na net overmaken van f 600 oostgironummer4BBot.n.v. de ANWB onder vermelding van Brochure Een veiliger buurt
Verschenen PARAPLU
Hierbij wat blaadjes van mijn parapluplant die allemaal aan de punt bruin worden. Ik geef deze plant echt volop water en mest.
Wat u parapluplant noemt (vanwege de vorm der bladeren) is de papyrus, die in warme landen langs en in het water groeit. Een eerbiedwaardige plant, want zij leverde schrijf oppervlak voor de mensheid toen het perkament nog niet was uitgevonden. Maar deze waterplant wil persé een zeer vochtige lucht om zich heen. Bruine punten aan de bladeren zijn alleen te voorkómen als u doorlopend vochtige lappen op uw radiatoren legt.
Overigens geeft u ook veel te veel mest: eenmaal per week is te veel van het goeden. Dan verbrandt de plant. Als u een plant in goede tuinaarde poot en van die aarde vervolgens modder maakt door gieten, is dat al genoeg voor een half jaar. Eenmaal per maand wat bijmesten is dan ruim voldoende. Maar uiteindelijk beslist de luchtvochtigheid of het blad gaaf zal blijven. En omdat de papyrus zo graag erg vochtige lucht wil, is ze eigenlijk geen goede kamerplant. Als kamerplant gedijt ze het beste in ouderwetse huizen waar de schimmel op de muren staat, maar dat zult u stellig niet leuk vinden.
DE ZWERVER
Veertig jaar geleden moest ik op de lagere school een gedicht leren dat 'De Zwerver' heette. Het gaat over een zoon die de wereld in trekt en na vele jaren terug komt. Maar dan zijn zn ouders overleden, zijn geboortehuis staat er nog wel, maar "Ik zag het scheve dak, de linden voor het huis - En dan, ik zag een vreemde voor het raam - al op de plaats van mijne moeder staan": kortom, de weemoed overvalt hem. Kunt u mij helpen aan dat gedicht?
Tot dusver kunnen wij dat niet, want we zijn er nog niet in geslaagd te achterhalen om welk gedicht het precies gaat. Of ons dat zal lukken is trouwens nog de vraag, want het opzoeken van een onbekend gedicht waarvan men de naam van de maker niet kan noemen, is veelal ongegonnen werk! In dit geval is het wel bijzonder moeilijk, omdat onze letterkunde een paar honderd gedichten kent met het zwerversmotief. Dat varieert van de verloren zoon tot en met de zwerver die eindelijk rust vindt, denk maar aan Kees Pruis' "Reizen en trekken langs berg en dal - zwerven, ach zwerven, haast overal" enz. Maar wellicht is er een lezer(es) die aan de door u genoemde regels voldoende houvast heeft om de rest te vinden? Als dat zo is, wil deze lezer(es) zich dan s. v.p. schriftelijk, niet telefonisch melden bij de redactie Met Raad en Daad, Postbus 111, 3770 AC Barneveld?