I ï&JwkvwM gas.*-* I Ethiopië, Bhopal, Van Aardenne, Reagan... wordt ondersteund door honderden foto's en Mr. W. K. H. Dijksterhuis e.a. I Zo maar enkele namen, die de voorpagina's documenten. 0 Van bijwoner tot burger |_ van de kranten in 1984 gehaald hebben en 0 Boek 1 (280 pag. ill.) behandelt de ge- 128 pag. ƒ 14,75 l _ het wereldnieuws vaak dagen beheersten. chiedenis van 1900-1945. Over minderheden en overheidsbeleid I Uit het grote nieuwsaanbod van 1984 heb- O Boek 2 (272 pag. ill.) beschrijft de periode I ben de redacteuren van de Anno Domini-se- van 1945 tot 1985. Prijs per boek ƒ 39,50. Drs. J. P. de Vries e.a. I rie weer een selektie gemaakt. Naast een da- O De schaarste voorbij * I gelijkse kroniek vindt u o.m. nieuwsachter- Drs. A. Kamsteeg 128 pag. ƒ 14,75 gronden en commentaren. En juist daarin O Koude oorlog en vreedzame coëxis- Over de nieuwe mogelijkheden op mediageblijkt dat dit jaarboek uitgaat van de normen, tentie bied die aan christelijke journalistiek worden ge- (112 pag. ƒ 7,75) steld. Over de verhouding tussen de Sovjet-Unie Het boek bevat verder nog een aantal bijla- en de Verenigde Staten. gen, een register en maandelijkse overzich- l^ik ten van het weer, gemaakt door Jan Pelle- Gisteren, vrijdag 29 maart, verscheen het boer. derde boek van de serie Universeel en Antirevolutionair, waarin Jm O Anno Domini 1984 het oud-Tweede Kamerlid Dr. A. J. Verbrugh 144 pag. geb. ill. ƒ 28,75 een toelichting geeft op het program van iJI.CI,VE (Voor abonnees op de Anno Domini-jaarboe- richtlijnen van het GPV. In dit deel (over de .Hm m kenserie is de prijs ƒ 24,75) artikelen 13 en 17 t/m 20) komen o.a. aan de Vfl Een uitgave i.s.m. het Nederlands Dagblad orde: openbare zeden, vrijheid van ambt en t$ J »_* *mW f Nog verkrijgbaar zijn de jaarboeken 1980 t/m beroep, sociale zaken en onderwijs. -***■£ 1983. Met dit deel is een standaardwerk voltooid, De prijs hiervan is / 28,75 per deel (Voor dat een fundamenteel werk is voor iedereen, abonnees op de serie ƒ 24,75). die geïnteresseerd is in de politiek van het GPV. »^5 i^^^^^ Het boek is in de loop van de volgende week _________^________fo I Lï^M verkrijgbaar bij de boekhandel. Prof. Dr. P. Nijkamp *~ *^L u-t» I __-U__J O Toekomst voor de stad È -i4__BHbaE-__l 142pag-f 19'50 Dr. A. J. Verbrugh De stad ais cultuurdrager of al „poel des ver•-]*• 'J '"np'Ü'Jl ° Universeel en Antirevolutionair, derfe,._ Een bree(j onenterend boek, dat uit- JKMM-H &Mr m VÊFnISI (*ee''" mondt in het aangeven van punten voor een PWp w_"*J_*-_?__bJ i^Urtl 425 pag* geb* ■"■f 45 •" , _,„ slagvaardig stedelijk beleid. Een publicatie WJmm E**6*^ kJ__! (Voor Vrienden van De Vuurbaak ƒ 40- i.s.m. met het GSEV —-^^ _K I^VËBT-! Aan donateurs van de Groen van Prinsterer **Z .-*-_ V tpP^ JI Stichting wordt dit boek eind april/begin mei p jongeling **" l___t__r___ *^^te-l (samen met nog twee andere publicaties) au- o Toets uw tijd I TÉr^lÉnB—m ~*l tomatisch toegezonden. 122 pag. ƒ 17,50 I *^> I ■■II A______'il Een selectie uit de „Kanttekeningen", die de I ' ,1 I I _____■ Eerder verschenen: _ auteur jarenlang in het Nederlands Dagblad I O Universeel en Antirevolutionair, schreef ■___-___------il^^^^^™ I O Het nieuws opnieuw bekeken 247 pag. geb. ill. ƒ 40,- I 216 pag. geb. ill. ƒ 39,50 . I Een prachtig kijk- en leesboek over veertig O Universeel en Antirevolutionair, I jaar wereldnieuws met berichten en com- deel II I mentaren uit het Nederlands Dagblad en zijn 360 pag. geb. ill. / 40,- .......... • voorgangers. Dit boek is als „voorloper" en (Voor Vrienden van üe vuuroaak iijaetijk Ukuntde gewenste uitgaven aankruisen, uw naam I aanvulling op de Anno Domini-serie te be- ƒ 35- per deel) en adres invullen en dit Boekvenster inleveren bij uw • schouwen Het belicht de hele na-oorlogse looekfandëaar of opsturen in een ongefrankeerde I rwi^Ho tnt nn hpHpn Enkele andere recente publicaties van ac envelop aan De Vuurbaak, Antwoordnummer 550, I Penoaetotopneaen. Groen van Prinsterer Stichting: 9700 VB Groningen ! Bijzonder boeiend en informatief zijn ook de Dr. jrjujndj; Berg e.a. I D 6106 uO6K6n ... , -«y-. y Historisch Perspectief, 222 pag. iii./^^',i-a Maatc:rhflnnp|jikp ... f die vanuit een chnstelijke visie geschreven Een bijdrage tode Brec^e Ma schappelijke djD zijndoorJ.Knigge.Detekstvandezeboeken Discussie over het energiebeleid. Naar — Adres . - Verkrijgbaar bij de boekhandel 'Jl r\**\ JL mm wmAf* il* Postbus 189.97CX1 AD Gronden ! .\() L/6VUUrDadK «.050183450 Raats
Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]
- 30-03-1985
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]
- Datum
- 30-03-1985
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Stichting Nederlands Dagblad
- Plaats van uitgave
- Amersfoort
- PPN
- 810209039
- Verschijningsperiode
- 1967
- Periode gedigitaliseerd
- 1967-1994
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Nederlands Dagblad
- Nummer
- 9905
- Jaargang
- 41
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Ons armste Euro-broertie door H. Hoksbergen
OVER SPANJE en Portugal neeft iedereen wel opnaaide ideeën. Vergeleken „et ons eigen land zijn ze een jeetje arm, een beetje achterlijk, maar voor een groot deel van het jaar ideaal als vakantieland. Spanje en Portugal horen er nog maar net bij, of eigenlijk pas per 1 januari a.a. Voor beide landen geldt, dat bet nog maar ruim tien jaar geleden is dat ze daar de dictatuur inruilden voor een democratisch systeem. Goed, ze horen n bij West-Europa, maar vergeleken bij de rest lopen ze een eindje achter. Wel, als dit laatste inderdaad het geval is, hebben de beide landen van het Iberisch schiereiland gisternacht een flink stuk van hun achterstand weten weg te werken, gr werd toen immers met de andere tien lidstaten van de Europese Gemeenschappen een akkoord bereikt over toetreding van beide landen tot de EG. In principe moeten Spanje en Portugal per 1 januari a.s. lid worden van de gemeenschappen. Maar gisteren kon men direct al twijfels horen over de haalbaarheid van dat voorstel. De Europese Gemeenschappen zijn uitgegroeid tot een groot en nogal log lichaam, zodat bij toetreding van nieuwe leden een lange procedurele weg bewandeld moet worden. Wanneer de toetreding van de beide Zuideuropese landen straks een feit zal zijn, betekent dit een verdubbeling van het aantal EG-leden in vergelijking met de gemeenschap in haar aanvankelijke vorm.
Vanuit het - naar ons idee - nogal voortvarende Noordwest-Europa zijn we geneigd Spanje en Portugal over één kam te scheren. Dat is ook wel begrijpelijk; de beide landen hebben veel gemeen. Maar er zijn ook grote verschillen. Eén van de belangrijkste daarvan ntT _^d met de toetreding tot de EG is wel, dat Portugal NAVO tJarenMUd is van * NAVO, terwijl in Spanje de discussie over het lidmaatschap nog voortgaat. De huidige socialistische regerine van premier Felipe Gonzalez neeft daarover immers een volksraadpleging toegezegd Er is ook verschil in materiele welvaart. Hoe groot dat verschil is, hangt af van de manier waarop men dat meet maar Spanje ligt beduidend voor op Portugal. De Portugezen zijn het armste vok van West-Europa en als het goed is zullen zij dus vooral moeten profiteren van het lidmaatschap van de EG. Doel van die EG is toch mede verschillen in economische positie van de leden weg te werken? De politieke situatie in Spanje en Portugal is ook niet gelijk. In het midden van de jaren zeventig schoot de democratie in Spanje gemakkelijker wortel dan in Portugal. Anderzijds zit Spanje nog altijd met het probleem van het Baskische terrorisme, iets wat Portugal niet kent.
Het is opmerkelijk, dat Spanje en Portugal toetreden tot de Europese Gemeenschappen terwijl zij bestuurd worden door socialistische regeringen. Opmerkelijk vooral, vanwege het grote enthousiasme waarmee de betrokken socialisten hebben gevochten voor het lidmaatschap van de EG, terwijl men toch geneigd is bij links enige terughoudendheid te verwachten als het gaat om aansluiting bij westelijke samenwerkingsverbanden. Wanneer we tenminste naar een groot aantal Duitse, Nederlandse en vooral Engelse ocialisten kijken, dan streven die liever naar neutraliteit dan naar een positiekeuze ten gunste van het Westen. Maar in Spanje en Portugal hebben de socialistische regeringen hard gevochten voor toetreding tot de EG en voor beide geldt ook dat ze zich de laatste tijd stevig inzetten voor de NAVO.
Het overleg is succesvol afgerond. Van links naar rechts de Portugese minister Ernani Lopes van financiën, de Spaanse minister Fernando Moran van buitenlandse zaken en Giulio Andriotti, de Italiaanse minister van buitenlandse zaken en voorzitter van de raad van ministers.
Winst
RICHTEN WE ons nu verder op Portugal, dat qua belangstelling vanuit de andere EGlidstaten een behoorlijke achterstand heeft op Spanje, dan blijkt dat dit land in economisch opzicht een oppepper in de vorm van het EG-lidmaatschap bijzonder goed kan gebruiken. Het ruim tien miljoen inwoners tellende land gaat zwaar gebukt onder de malaise en tekenen van herstel zijn er niet of nauwelijks. Een inflatie van rond de dertig procent, een werkloosheidspercentage van tegen de twaalf en een buitenlandse schuld van bijna zestien miljard dollar zijn de harde gegevens die aantonen hoe slecht de Portugese economie er momenteel voor staat. Als gevolg van een in overleg met het Internationale Monetaire Fonds totstandgekomen herstelprogramma, gaat het met de hoogte van de buitenlandse schulden de laatste tijd de goede kant op. Maar met bij de inflatie is dat allerminst het geval. Verbetering van de economische situatie is wel belangrijk, want in bij voorbeeld Engeland hebben we kortgeleden kunnen zien hoeveel moeilijkheden kunnen voortvloeien uit arbeidsonrust. Deze situatie in Portugal is een argument te meer voor snelle toetreding tot de EG.
Speciale aandacht verdient de landbouw, in dit geval om twee redenen. In de eerste plaats zijn de EG - hoezeer ze dat zelf ook betreuren - nog altijd een instelling die de problemn op het gebied van de landbouw moeten oplossen. Drie kwart van de begroting is bestemd voor landbouwdoeleinden. Welnu, Portugal is niet alleen een agrarisch land (ruim een kwart van de beroepsbevolking is in die sector werkzaam en dat is voor een Westeuropees land veel), maar bovendien zijn de problemen juist in de landbouw het grootst. Dat is meer het gevolg van een tekort aan financiële, organisatorische en technische middelen dan van een tekort aan grond of mensen. Met andere woorden: er is iets aan te doen, wanneer die middelen ter beschikking komen. Samenwerking in EG-verband kan in dat verband een belangrijke stimulans zijn. Vooral in het noorden en midden van het land produceren de Portugese boeren nu meestal niet veel meer dan ze zelf nodig hebben. Maar in principe moet er veel meer geëxporteerd kunnen worden (hoewel dat in EG-verband natuurlijk ook weer de nodige problemen zal opleveren).
Toetreding tot de gemeenschappen kan winst opleveren, maar ook geld kosten. Wat dit laaste betreft: er moeten allerlei bijzondere voorzieningen worden getroffen en bovendien moet het betreffende land zijn produkten voor een deel goedkoper van de hand doen; daarvoor is men lid van de EG. Voor het arme Portugal zijn daarom speciale financiële regelingen getroffen. Het land krijgt de eerste zes jaar na de toetreding een korting op het btw-percentage dat alle lidstaten aan de kas van de gemeenschap moeten afdragen. Door deze regeling hoeft Portugal al na één jaar niet meer bij te passen voor zijn lidmaatschap, maar verdient het er netto aan. Dat is natuurlijk een idee waar bij voorbeeld de Britten hun vingers bij aflikken en dat ook de Spanjaarden erg zal aanspreken. Spanje zal voorlopig niet of minder aan zijn lidmaatschap overhouden.
Wat de economische gevolgen van toetreding voor Portugal zullen zijn, valt nu nog niet te overzien. Sommigen, zoals premier Soares (maar hij is geen onpartijdig commentator) zijn erg optimistisch, vooral omdat ze via het lidmaatschap van de EG belangrijke moderniseringen in industrie en landbouw voorzien. Portugal zou daardoor bij voorbeeld veel minder afhankelijk van de import worden. Maar anderen beschouwen dit optimisme als een fabel. Zij voorzien onder andere grotere werkloosheid, onder de boerenbevolking. De mensen in de agrarische sector die moeten afvloeien als gevolg van de moderniseringen zouden in de industrie niet opgevangen kunnen worden.
Ingezonden Diakenambt
Sres v Verslag van het conren en ie" Amersfoortse Jongees *■*, dat volgens een der inleiders het diakenambt eerst na de Tweede Wereldoorlog weer een 'bijbels invullingheeft gekregen Nu heb ik tijdens die Tweede Wereldoorlog het diakenambt te Rotterdam-Feijenoord mogen bekleden. Ik kan dus uit eigen waarneming zeggen met hoeveel toewijding de diïkenen hun soms moeitevolle, soms niet zonder gevaar zijnde arbeid hebben verricht. Het was ook echt wel bijbels ingevuld' (als ik die mode-uitdrukking tenminste goed begrijp). U zou de notulen van onze vergaderingen en ook die van onze classicale vergaderingen er eens op na moeten zien. Ik kan rustig zeggen: over zaken waarbij dat nodig was is gesproken met de bijbel in de hand.
Het doet zeer zoiets te lezen als op dat congres is gezegd. Ik neem zonaer meer aan, dat de spreker dat niet heeft bedoeld, nl. iets zeggen wat een ander pijn doet, maar het zal ook worden begrepen, dat ik het met een ingezonden probeer te corrigeren. In het jaar van herdenken, gewoon een stukje eerherstel. H.B. Driessen, Axel
Soares, Eanes
NATUURLIJK spreekt premier Mario Soares met groot optimisme over toetreding van Portugal tot de EG. Die toetreding is namelijk in de eerste plaats zijn zaak. Soares vroeg in 1977, gedurende zijn eerste regeerperiode, voor zijn land het lidmaatschap van de EG aan. Nu, gedurende de tweede periode-Soares, ziet hij zijn inspanningen bekroond met een akkoord over de daadwerkelijke toetreding. Het is geen wonder dat Soares daar hoog over opgeeft. Hij kan zon succes goed gebruiken, want in de opiniepeiligingen blijkt zijn aanhang geslonken tot slechts veertien procent. Nu ligt het er wel aan_ of de Portugezen hun onbehagen schrijven op rekening van Soares persoonlijk of op die van zijn partij. Het laatste zou voor hem minder erg zijn, want het staat vrijwel vast dat hij zijn ogen gericht heeft op de presidentsverkiezingen van december a.s. en die kan hij ook zonder partij winnen.
Wanneer Soares inderdaad meedoet aan die verkiezingen kan er een interessante situatie ontstaan. De huidige president, ex-generaal Eanes, is enorm populair en velen zouden hem graag nog een termijn als staatshoofd gunnen. Maar grondwettelijk kan een president na twee termijnen niet nog eens gekozen worden.
Maar daarmee hoeft Eanes rol nog niet uitgespeeld te zijn. Er is juist dezer dagen een- nieuwe partij opgericht, de Democratische Partij voor Vernieuwing, die politiek gesproken op de lijn van Eanes zit en die de huidige president straks als leider hoopt te kunnen aantrekken. Tussen twee haakjes: het pleit voor Eanes dat hij, nu hij nog enige tijd het ambt van staatshoofd bekleedt, de bevolking nog in het onzekere laat over zijn partijpolitieke toekomst.
Hoe men ook over de standpunten van beide heren wil oordelen, Portugal heeft in de loop van de jaren in Soares en Eanes (die niet bepaald elkaars vrienden zijn) een sterk duo aan de politieke top gekregen. Tot teleurstelling van links-radicalen elders in Europa, heeft Soares nadrukkelijk afstand genomen van zijn uiterst linkse denkbeelden tijdens en kort na de revolutie van 1974. Dat was in de tijd dat bij voorbeeld in Nederland de PSP geld inzamelde voor de socialistische partij in Portugal; hier leek de rechtse dictatuur onder leiding van de socialisten omgezet te kunnen worden in een radicaal-socialistisch experiment.
En nog jarenlang hebben linkse militairen (jawel, links dit keer) gedreigd in te grijpen omdat de revolutie verzandde. Maar door de tijd lijken deze problemen weggesleten te zijn. Met name de grondwettelijke veranderingen van 1982 betekenden in dat verband een mijlpaal: de (militaire) Revolutionaire Raad, een waakhond voor de regering, verdween helemaal en de minister van defensie kwam aan het hoofd van de strijdkrachten te staan.
De dreiging dat de politieke stabiliteit in Portugal verstoord zal worden, is dan ook sterk afgenomen. Dat kan zeker niet losgezien worden van Portugals toetreding tot de EG. Weliswaar is dan pas deze week de zaak beklonken, maar sinds onderhandeld wordt over de toetreding, zijn de Portugezen zich steeds Europeser' gaan voelen. De hang naar radicalisme in linkse of rechtse richting nam daarmee tegelijk af.
Het is nu voor de Europese Gemeenschappen zaak ervoor te zorgen, dat de daadwerkelijke toetreding van de beide Iberische landen niet te lang wordt opgehouden door allerlei vervelende formaliteiten. Sinds ze het lidmaatschap aanvroegen, hebben de Portugezen - om precies te zijn -
acht jaren en één dag op een akkoord moeten wachten. Nu het dan eindelijk zover is, mag ook het armste broertje binnen de EG weten dat het er echt bij hoort.
Even langs bij de paus door Wim Houtman
„Waar ter wereld houdt men rekening met een staat van 44 hectare? Er zijn in Nederland veel boerderijen die veel groter zijn." Met deze woorden reageerde SGP-fractievoorzitter Van Rossum op de aankondiging, vorig jaar juli, dat koningin Beatrix en prins Claus deze week tijdens hun staatsbezoek aan Italië ook het Vaticaan zouden aandoen.
Het jaar 1985 is bezig een historisch jaar te worden in de altijd wat gespannen verhoudingen tussen Nederland en het Vaticaan. Zolang het Koninkrijk der Nederlanden bestaat, heeft nog geen Nederlandse vorst(in) een staatsbezoek aan Italië of een bezoek aan de paus gebracht. Dit jaar treffen de huidige paus Johannes Paulus II en koningin Beatrix elkaar volgens plan twee keer: deze week tijdens het Nederlandse staatsbezoek aan Italië en in mei tijdens het bezoek van de paus aan ons land.
Het aantal landen in de wereld waar deze paus niet is geweest, neemt intussen nog steeds verder af. Johannes Paulus II is een man die uit zijn positie alles lijkt te halen wat erin zit, overigens niet alleen in de betrekkingen met andere staten maar ook in de banden met de onderscheidene kerkprovincies. Zijn komende bezoek aan Nederland werpt al ongeveer twee jaar zijn schaduwen vooruit. Kerkgenootschappen, organisaties, regering en parlement hebben zich al lang geleden gebogen over de vraag of zij de paus zullen ontvangen respectievelijk de hand drukken of zullen deelnemen aan een oecumenische gebedsdienst.
Minister Van den Broek, koningin Beatrix en prins Claus op bezoek bij paus Johannes Paulus II:... geen reden om gekwetst te zijn...
Gespannen
De verhoudingen tussen Nederland en het Vaticaan is door de jaren heen steeds wat gespannen geweest. In de Eerste Wereldoorlog werd een Nederlands gezantschap bij de paus ingesteld. Het Vaticaan was op dat moment geen onafhankelijke staat zoals nu, maar een min of meer autonoom deel van Italië. In de lange kabinetsformatie (1923/24) van het eerste kabinet- Colijn vormde dat gezantschap een moeizaam onderwerp. Het probleem in de coalitie (Samengesteld uit RKSP, ARP en CHU) was de positie van de Christelijk-Historische Unie, die een verklaard tegenstander was van het gezantschap. Een staat hoort geen officiële banden met een kerk te hebben.
Eigenlijk wilde Colijn zijn kabinet alleen formeren als hij zekerheid had dat het niet bij de eerste begrotingsbehandeling over dit punt zou vallen. Maar daarin slaagde hij niet en vanwege de moeilijke politieke situatie trad zijn kabinet toch aan. De ingebouwde tijdbom — die bestonden toen dus ook al — ontplofte inderdaad op 11 november 1925, toen SGP-fractievoorzitter ds. G.H. Kersten, een amendement op het begrotingshoofdstuk buitenlandse zaken indiende om de gelden voor de buitenlandse dienst te verlagen met het bedrag dat voor het gezantschap bij de paus was uitgetrokken. Behalve van de regeringspartij CHU kreeg dit amendement om welbegrepen politiek eigenbelang ook de steun van de oppositie, de SDAP en de Vrijzinnig Democraten. De RKSPministers boden onmiddellijk daarop hun ontslag in, het gezantschap werd teruggetrokken en de val van het eerste kabinet-Colijn was een feit. In 1929 sloten de Italiaanse dictator Mussolini en het Vaticaan een verdrag waarbij de mini-staat Vaticaanstad in het leven geroepen. Een Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging bleef echter nog uit tot 1944, toen de regering in ballingschap betrekkingen met het Vaticaan aanknoopte. Toen na de oorlog het parlement weer ging functioneren, werd het herstel van de betrekkingen ook parlementair goedgekeurd. Tot 1956 heette de Nederlandse vertegenwoordiger gezant, in dat jaar kreeg hij de titel ambassadeur.
Gekwetst
Toen de voorbereiding van het staatsbezoek van deze week nog in het stadium der geruchten verkeerde, stelde SGP-fractievoorzitter Van Rossum reeds schriftelijke vragen aan minister Van den Broek van buitenlandse zaken. Realiseerde de regering zich, dat een bezoek van de koningin door veel Nederlanders zou worden opgevat als een erkenning van of zelfs een instemming met de leer van de suprematie van de Rooms-Katholieke Kerk over de staat? En dat zij, aangezien zij die leer beschouwen als in strijd met het door de Heilige Geest geïnspireerde Woord Gods, door een bezoek van hun staatshoofd aan het Vaticaan gekwetst zullen zijn?
Minister Van den Broek, nuchter en relativerend als altijd, trachtte Van Rossum gerust te stellen door de mededeling dat het hier uitsluitend om een wereldlijke aangelegenheid gaat. Van andere overwegingen is geen sprake en „voor gevoelens waar vraagsteller klaarblijkelijk beducht voor is, bestaat dan ook naar mijn mening geen grond".
Bij de behandeling van de begroting van buitenlandse zaken voor 1985 kwam de heer Van Rossum niet meer op de zaak terug. Wel op de algemene vergadering van zijn partij eind februari. „Een bezoek van koningin Beatrix aan de paus en de ontvangst van de paus door onze vorstin kan onmogelijk onze instemming wegdragen. Het past de regering niet de pretenties van de paus op enigerlei wijze te erkennen," zo zei de fractieleider daar.
Gebruikelijk
In dit verband is de vraag van belang in welke hoedanigheid de paus door het Nederlandse staatshoofd wordt bezocht respectievelijk ontvangen. Het is sinds jaar en dag de gewoonte dat buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders die op officieel bezoek in Italië zijn, ook het Vaticaan aandoen. Waarschijnlijk is dat de reden dat vóór deze week nog nimmer een Nederlands staatshoofd een staatsbezoek aan Italië heeft gebracht. Van koningin Wilhelmina is bekend dat zij in haar tijd fel gekant was tegen het gezantschap bij de paus en tegen het herstel van de betrekkingen aan het eind van de oorlog. In 1976 zou volgens plan koningin Juliana voor het eerst een staatsbezoek aan Italië brengen. Maar op het moment dat dat bezoek stond gepland, was de Italiaanse regering zojuist afgetreden — dat gebeurt daar wel meer — en dus ging het bezoek niet door. Was dat wel gebeurd, dan had reeds toen een Nederlands staatshoofd een bezoek aan de paus gebracht. Koningin Beatrix en prins Claus hebben de paus deze week niet bezocht als kerkleider, maar er was sprake van een gebruikelijk beleefdheidsbezoek aan een bevriend staatshoofd is.
Bij het bezoek van de paus aan paleis Huis ten Bosch en zijn ontmoeting met het kabinet en het presidium van de Tweede Kamer ligt dat iets anders. De paus komt hier als kerkleider op bezoek in de Nederlandse kerkprovincie. Door regering en parlement wordt hij echter niet ontvangen als kerkleider (want dat soort betrekkingen kennen wij niet) en evenmin als bevriend staatshoofd (want als zodanig is hij hier niet), maar als bekende buitenlander. In principe op dezelfde wijze als de Zuidafrikaanse bisschop Tutu indertijd hier ontmoetingen had met koningin Beatrix en premier Lubbers.
Nu de zaken zo liggen, lijkt ons dat een Nederlands orthodox-reformatorisch christen zich niet gekwetst hoeft te voelen door de ontmoetingen tussen koningin Beatrix en paus Johannes Paulus 11. Zeker niet nu is gebleken dat deze ontmoetingen in alle soberheid worden afgewikkeld. Dat met de paus wat hartelijker betrekkingen worden onderhouden dan met de staatshoofden van San Marino, Andorra en Liechtenstein, en dat zijn bezoek aan dit land met wat meer emoties wordt omringd dan een bezoek van een willekeurige andere bisschop, komt natuurlijk door de realiteit. De paus heeft nu eenmaal meer in de wereld te vertellen dan een Nederlandse 'dikke' boer met 44 bunder.