&„*\en na de ramp in Wl De Tweede Kamer & l deze week over de rf^ï over uitbreiding kerncentrales Ptfen Tsjernobyl i fin deze discussie een *Li OP meer gebieden is invloed van de Sov< p ake. Het geldt ook f*1 n terrein dat een dag 4 % een commissie van Üe Kamer onderwerp i^nrek was, namelijk f .Hechemische wapens. 'TeSigde Staten die 1 ti d geen nieuwe chemi'Jaoens hebben geprodu- Vffillen deze nu weer in nemen omdat de «*f„ng van de Sovjetunie "g gebied steeds groter {jLland heeft in zoverre ■ let die Amerikaanse Ken te maken, dat het de ■". s in hoeverre hier "f, is van een NAVOJUnheid. Nu hoeft "Ska voornemens als deze Kinnen de NAVO aan de te stellen wanneer het *.otn een zuivere Ameri- Le aangelegenheid. Maar "Tjjerikaanse Congres (het L,ent) heeft bij een vroe, gelegenheid uitgespro[dat de regering eerst de Jjjenoten binnen de NAVO 4 polsen alvorens over te !tot het in produktie ne. Van nieuwe chemische -ns. Later deze maand zal bij de NAVO in gsel aan de orde komen en jie gelegenheid zal de Ne- I [jiidse ambassadeur onze jaren tegen de Ameripse plannen kenbaar malint dat is de wens van een (derheid van de Tweede (tr. Nu zijn er op zichzelf (goede argumenten te beien tegen de produktie
van nieuwe chemische wapens door de Verenigde Staten. Maar de discussie binnen de 'Kamercommissie van defensie viel wel op door grote eenzijdigheid. Het feit dat de Sovjetunie de jongste Amerikaanse plannen heeft veroorzaakt, kwam niet of nauwelijks aan de orde. Alle pijlen gingen richting Amerika, dat beschuldigd werd van 'struisvogelpolitiek', salamitactiek' en meer van dat fraais. Nu is het natuurlijk zo, dat die Amerikaanse plannen eenmaal onderwerp van gesprek waren en dat men zich daarop concentreerde. Maar opnieuw (denk bij voorbeeld ook aan de kwestie-Libië) verloren verschillende kamerleden bij hun kritiek op Nederlands belangrijkste bondgenoot alle proporties uit het oog. Alsof Amerika dé grote boosdoener is ten aanzien van de chemische wapens.
De plaatsvervangend voorzitter van de vaste kamercommissie voor defensie en buitenlandse zaken, H. van den Bergh (PvdA), heeft gisteren in het gebouw van de Tweede Kamer een petitie in ontvangst genomen van de organisatie 'Vrouwen voor Vrede. In de petitie wordt protest aangetekend tegen de produktie van nieuwe chemische wapens door de Verenigde Staten.
"Chemische wapens worden groot gevaar door H. Hoksbergen". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007
HET Amerikaanse plan voor de aanmaak van nieuwe chemische wapens is bepaald niet nieuw. Zes jaar geleden al besloot het Amerikaanse Congres gelden vrij te maken voor de bouw van een fabriek waar de nieuwe wapens geproduceerd kunnen worden. Sinds 1969 was daarvan geen sprake geweest; in dat jaar besloot president Nixon dat Amerika zijn voorraad chemische wapens niet verder zou uitbreiden. Ondanks het feit dat de Sovjetunie doorging met de produktie bleef Amerika terughoudend. Dat was zeker ook nog het geval onder president Carter (1976-1980), die erg afkerig stond tegenover nieuwe wapens. Maar president Reagan benadert dit soort dingen wat anders. De Sovjetunie is in zijn visie alleen op de knieën te krijgen door middel van machtsvertoon en die theorie past de president ook toe waar het gaat om de chemische wapens. De Sovjetunie beschikt over - naar schatting - 300.000 ton aan chemische wapens, terwijl Amerika nog geen 50.000 ton heeft. Daarbij komt dat de Sovjetunie veel meer experts op het gebied van de chemische wapens heeft dan Amerika. Bovendien wordt in het Russische leger veel meer geoefend met dit materiaal dan in de westerse strijdkrachten. Overigens ondervindt elke Nederlandse soldaat dat de troepen van het Warschau-Pact over chemische wapens beschikken. Hij wordt min of meer getraind (veel stelt het niet voor) in het overleven bij gebruik van chemische wapens door de tegenstander. Voor het komende begrotingsjaar, ingaande op 1 oktober a.s., is door het Amerikaanse Congres 120 miljoen dollar uitgetrokken voor de ontwikkeling van chemische wapens. Van dat bedrag is het grootste deel bestemd voor de de bouw van een fabriek voor zenuwgasgranaten. Voor het totale produktieprogramma, dat zich over verschillende jaren uitstrekt, wil president Reagan een bedrag van 2,5 miljard dollar uitgetrokken zien. Een van de argumenten om nu nieuwe chemische wapens te ontwikkelen is, dat het nieuwe materiaal veel veiliger zal zijn dan de bestaande wapens. Bij het nieuw te produceren materiaal gaat het om zogenaamde binaire chemische wapens. Deze bestaan uit twee componenten, die elk op zichzelf volstrekt onschadelijk zijn. Pas na het afvuren van de granaat worden ze met elkaar verbonden en dan ontstaat de reactie die het schadelijke gas losmaakt.
"Plannen". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007
MAAR OVER de chemische wapens zijn toch internationale afspraken gemaakt die dit soort wapens juist moeten terugdringen? Dat klopt, maar de bestaande afspraken laten nog veel te veel ruimte om de chemische wapens helemaal te kunnen uitbannen. Bij deze afspraken gaat het in de eerste plaats om het zogenaamde Protocol van Genève, dat in 1925 werd vastgesteld. De wereld was in die tijd nog sterk onder de indruk van wat zich gedurende de Eerste Wereldoorlog had afgespeeld. In die oorlog werd aan het Duits-Franse front op grote schaal gebruik gemaakt van gifgassen, waardoor vele duizenden soldaten de marteldood stierven. Ondanks deze afschuwelijke gebeurtenissen, kwam men zeven jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog nog maar tot magere afspraken over de chemische wapens. Het gebruik van verstikkingsgassen, gifgassen en andere gassen werd verboden in het Geneefse Protocol. Maar daarna was allerminst een waterdichte afspraak gemaakt. Voor een werkelijk terugdringen en eventueel totaal afschaffen van de chemische wapens is meer nodig dan het gebruik van deze wapens te verbieden. Dan moet ook een halt worden toegeroepen aan ontwikkeling en produktie. Waar eenmaal chemische wapens liggen opgeslagen, zullen onvoorzichtige machthebbers ze in geval van oorlog ook gemakkelijk kunnen gebruiken, Protocol of niet.
Naderhand is wel geprobeerd het akkoord van 1925 verder uit te breiden. In 1972 werd een conventie opgesteld, die echter alleen betrekking had op biologische wapens. (Dat zijn ziektekiemen die verspreid worden om de bevolking of haar vee, voedsel of drinkwater te besmetten.) Ten aanzien van deze biologische wapens kwam het veertien jaar geleden tot een verbod op ontwikkeling, produktie en opslag. Later hebben Amerika en de Sovjetunie pogingen ondernomen om iets soortgelijks voor de chemische wapens af te spreken. De laatste jaren wordt in Genève in het kader van de Verenigde Naties onderhandeld over de chemische wapens, maar tot nu toe zonder resultaat. Een van de belangrijkste problemen voor een nieuw akkoord is de westerse eis van een goede verificatie, controle op de naleving. De westerse landen hebben alle reden hier de nadruk op te leggen. Acht jaar nadat de Sovjetunie de conventie tegen de biologische wapens ondertekende, bleek bij een ramp in Sverdlovsk dat de Russen op grote schaal aan het experimenteren waren met biologische wapens. Het verbod op ontwikkelingen en produktie uit 1972 bleek volledig ontdoken te worden. De Sovjetunie voelt niet voor ruime mogelijkheden voor controle door andere landen. Zulke mogelijkheden zijn strijdig met het gesloten karakter van het Russische systeem. De Sovjetunie kan uiteraard niet elke vorm van verificatie tegenhouden. Maar zij is fel tegen de vorm waarin Amerika dat wil doen. De Amerikanen stelden voor, dat een land overal op zijn grondgebied internationale inspectie dient toe te staan binnen 24 uur nadat daarom door een ander land is verzocht. De Russen huiveren bij dat idee. Zij willen alleen maar beperkte, periodieke inspecties wanneer het tot een nieuwe afspraak over de chemische wapens komt.
"Afspraken". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007
lis dit jaar zestig jaren geleden dat dr. J.G. Geelkerpwr de generale synode van Assen werd afgezet als ifant in de Gereformeerde Kerken. Tegen de kerk- Msjke gang had iemand als prof. dr. S. Greijdanus jtajiële bezwaren: een synode heeft geen tuchtrecht. rmet de dogmatische beslissing als zodanig stemde l evenals alle hoogleraren van de Theologische Ho- Ml te Kampen. In Amsterdam en enkele andere Ben vormden zich toen Gereformeerde Kerken in teld Verband, totaal 25 gemeenten met ongeveer leden. .15 mei 1946 verenigden zij zich met de Nederlandse wmde Kerk. Wat was nu de inzet van dit geding, «vormde de kern van de zaak?
Ikeel gauw werd de zaak Wing versmald tot de Welling: heeft de slang «lijk tot Eva gesprofDe pers kwam dan ook spottende voorstellin- JW een om een boom 'kronkelende slang, die "Üe woorden tot twee *''.n?en spreekt. Zo J«t conflict inde Gere■Srde Kerken al heel *'|> de sfeer van het be- Wijke getrokken, tervelen geen idee hadden (Je zaken zelf die aan de en op het spel . zaak-Geelkerken J" immers niet uit de ,'allen, maar had een voorgeschiedenis, die .wede terrein van de ',naar taak en plaats, en Jook Gods Woord, zijn SSa?j*eid en han- J*eid, raakte. Wie S-^de geschiedenis van j^aar geleden op zich in J^ken, komt tot de u^'ng dat daarin déze her|ï" Ja. door de af,"»-d kan een beoor? nog duidelijker en ~ rzamer zijn. De inzet Afding met dr. Geela\.,dan ook "iet r°an: Woord en kerk.
"karikatuur van de sprekende slang e zaak-Geelkerken: om woord en kerk dr. W.G. de Vries". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007
Een oude studievriend van Geelkerken, ds. J.B. Netelenbos, kwam in 1917 in de moeite door zijn standpunt inzake kerk en Woord. Oorzaak hiervan was het kerkbegrip van dr. Abraham Kuyper. Hij leerde de pluriformiteit van de kerk en bedoelde daarmee dat - als de kleuren van de regenboog - er veel kerken konden en mochten zijn, die elk een deel van de waarheid bezaten. Daartegenover werd uit de kring van de vroegere Afgescheidenen geprotesteerd. Zo schreef ds. G. Doekes, vader van de Kamer emeritus hoogleraar prof. dr. L. Doekes, dat er geen deugdelijke gronden voor Kuypers leer waren en dat de aloude leer van de zichtbare, georganiseerde kerk daardoor werd verdrongen. Een medestander van ds. Netelenbos diende dan ook een bezwaarschrift in tegen wat de belijdenis over de kerk leert (art. 27-29 NGB). En ds. Netelenbos zelf ging preken in de Hervormde Kerk in een beurt van de ethische voorman dr. J.A. Cramer te Den Haag met als motto: 'Onze tijd vraagt om toenadering. Daar kwam bij dat Netelenbos de Bijbel zag als een menselijke inkleding van goddelijke daden en gedachten, waarop kritiek mogelijk is. Hij werd dan ook door de synode van Leeuwarden van 1920 veroordeeld, omdat zijn Schriftbeschouwing in strijd kwam met art. 4 en 5 van de NGB, en vervolgens afgezet. Daarop ging hij over naar de Hervormde Kerk.
"Ds. J.B. Netelenbos". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007
»*1 perken (1879-1960) t^anten mèt hem h« serlf een beweging versPetormeerde leven CV zelfgenoeg,derion eze zgn- 'bewegeren wilde meer wAerken aan op' • v°orgestaan. tegen veel ndheden en Sachter^ndvraag- N w£h u kan niet JfcarSïï6» dat een ze- PerS:dheid zich van J^SS nd^n meester ÏÏ^Wdw, anderen L, 'voor£ daartegen. {W. Wer^nen' hadden CevanSraltegauw C'« met H ?n de eon-5S evtde altijd frisse ft>leentn Wo°rd t?r. daf' De moeite Qat confessionele
belijndheid en kerkelijke beslistheid door de beweging der jongeren ook voor starheid en rationalisme werd aangezien.
"beweging der geren". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007
Op 23 april 1924 preekte dr. Geelkerken over zondag 3 van de HC. Hij zei 0.m.: veel geleerden zijn het er nog niet over eens, wat zich bij de val van de mens heeft afgespeeld. Wat in dat oude verhaal staat, moet als beeld worden beschouwd. We zouden het niet kunnen begrijpen, indien de Heilige Schrift ons dat naar de feiten zou berichten. Eén ding is zeker: er is een proef genomen en de mens is erin bezweken. Althans, zó gaf de broeder die een bezwaarschrift indiende, de preek weer. Geelkerken zelf gaf daar later ook een weergave van, waarvan de kern was: zoals we over de komende heerlijkheid hiernamaals alleen maar een voorstelling kunnen maken met wat we in deze bedeling kennen, zo ook van de staat der rechtheid in het paradijs, die aan onze geschiedenis vooraf gaat. Hij achtte het moeilijk uit te maken, hoe allerlei bijzonderheden van Gen. 3 moeten worden uitgelegd, en als voorbeelden daarvan noemde hij: de boom der kennis van goed en kwaad, de slang en haar spreken, de boom des levens enz. Gezien tegen de achtergrond van zijn verdere, volgens velen, tè vrije opvattingen, zijn vriendschap met ds. Netelenbos, zijn kritiek op de synode van Leeuwarden, begrijpen we dat men zich afvroeg: wat wil dr. Geelkerken met het begin van de Bijbel? Vooral ook, toen hij verder sprak over 'oosters licht' en de resultaten van de wetenschap. Zo kwam er een kerkelijke procedure op gang, die we hier niet kunnen weergeven.
We volstaan ermee dat op de classis Amsterdam, nadat er eindeloos was geredetwist over de bevoegdheid van de kerkelijke vergaderingen in dezen, er een oplossing leek te komen, toen dr. Geelkerken verklaarde zich zo soepel mogelijk te willen opstellen, en nadat een verklaring was geformuleerd, zich zou uitspreken of hij deze zou ondertekenen. Deze verklaring, geformuleerd door een classicale commissie met medewerking van deputaten van de Particuliere Synode, luidde: 'Dr. J.G. Geelkerken verklaart, dat heel het verloop van het verhaal, zoals dat in Genesis 3 voor ons ligt, door hem als historie wordt aanvaard en werd verkondigd, zoodat hetgeen br. Marinus heeft gemeend in zijn prediking van hem te hebben gehoord, door hem noch is bedoeld, noch is gezegd. Na beraad verklaarde Geelkerken deze formule niet te kunnen aanvaarden.
De kerkelijke procedures gaan nu verder en vinden haar eindpunt op de buitengewone synode van Assen 1926, die hem 19 vragen voorlegt. Nadat Geelkerken met brede betogen over het karakter van het Schriftgezag hierop geantwoord heeft, wordt hem als oordeel van de synode voorgelegd, dat hij moet onderschrijven: „Dat de boom der kennis der goeds en kwaads, de slang en haar spreken en de boom des levens naar de klaarblijkelijke bedoeling van het Schriftverhaal van Genesis 2 en 3 in eigenlijken of letterlijken zin zijn op te vatten en dus zintuiglijk waarneembare werkelijkheden waren". Toen Geelkerken dit weigerde, werd hij mét zijn kerkeraad door de synode afgezet.
"De val van de mens". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007
Dezelfde synode van Leeuwarden besloot een getuigenis te doen uitgaan, waarin werd gewaarschuwd tegen wereldgelijkvormigheid en andere verschijnselen van afval. De kerkeraden werden verzocht dit van de kansel voor te lezen. Op 3 oktober 1920 deed ook dr. Geelkerken dit, maar hij voegde in de daarop volgende preek er meteen aan toe: nu sta ik niet langer vóór u als uitvoerder van synodale wensen, maar alleen als dienaar van Christus. Daarom kwam er een preek over de machteloosheid van de Gereformeerde Kerken, waarin o.m. werd gezegd dat Gods Woord dat we onszelf onbesmet van de wereld moeten bewaren, slechts een gedeelte van de volle waarheid is. Hij fulmineerde daarin tegen het waarschuwen tegen gevaren en ketterijen: 'O, dat alleen maar waarschuwen: gevaarlijk ! besmettelijk ! Blijft op een afstand ! O, dat alleen maar aanwijzen van ketterijen en dwalingen en afwijkingen, dat de gemeente slechts zenuwachtig maakt en de wereld, de menschheid niet helpt!'
Duizenden exemplaren van deze preek werden in Nederland verkocht en in 1936 kwam er een gratis herdruk. Daarin staat ook een belangrijke aanbieding' van brochures van Geelkerken en zijn medestanders: 18 in getal. Nu was Geelkerken een gevierd kanselredenaar met een duidelijke positiekeuze. Hij was voorzitter van de Nederlandse Christen Studenten Vereniging geweest, tegen welke vereniging de synode van Leeuwarden gewaarschuwd had, omdat men deze zag als een bedreiging van de gereformeerde leer en het gereformeerde leven. Hij raakte in conflict over de uitvoering van het toneelstuk 'Saul en David' van Israël Querido door VU-studenten, waarmee ook allerlei kerkeraden zich bemoeiden. Minister Colijn en de andere directeuren van de VU spraken over deze uitvoering hun diep leedwezen uit. Maar in dit alles zag men Geelkerken steeds meer als exponent van een min of meer ethische stroming, die op gespannen voet stond met het gereformeerde belijden en leven.
"Het getuigenis". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007
Nu kwam er een stroom van brochures van voor- en tegenstanders los. We kunnen ze onmogelijk noemen. Voor één ervan maken we een uitzondering: K. Schilder schreef in 1929 'Een hoornstoot tegen Assen?' waarin hij allerlei populair geworden misvattingen afwijst. Voor veler besef ging het nl. om enkele bijzonderheden. Maar Schilder wijst erop dat zowel van de zijde van de synode als van de kant van dr. Geelkerken het gaat om de grote, diepere vragen, die erachter liggen. Het gaat om de vraag: hoe en langs welke wegen en op welke manieren en in welke vormen en met welk effect komt God tot ons in bijzondere openbaring, en welke plaats heeft de Schrift daarbij? Gaat het om een 'inkleding' die een idee van goed en kwaad uitwerken wil in een overigens symbolisch verhaal öf gaat het om historie, gewone werkelijkheid, het feit, het zintuiglijk gebeuren. Heel anders dan in Openbaring, waarin Johannes 'in de geest' visioenen zag, gaat het in Genesis blijkens de herhaalde opschriften om geschiedenis. Bovendien, wanneer Geelkerken zelf schrijft - zo voegen we eraan toe - dat het moeilijk valt uit te maken, hoe allerlei bijzonderheden moeten worden uitgelegd, en alleen maar vast zou staan dat de proef genomen is en de mens erin bezweken is, wat was dan de zondeval? Schilder zegt dan ook in een noot: Hier is de historieschrijver aan het woord, die begrippen als eten, drinken, kinderen krijgen, overneemt uit de wereld van het paradijs en ze zo maar overbrengt naar de wereld die gevallen is. En prof. dr. C. Trimp schreef in 1967 - toen de synodaal Gereformeerde Kerken 'Assen 1926' ter zijde hadden gesteld - : „Niet op het niveau van een strijd van ideeën of van een intellectueel te beslechten conflict, doch op het vlak van het alledaagse leven drong de zonde via de menselijke zintuigen (horen-zien-tastenproeven) de schepping Gods binnen. Dat is van essentieel belang voor het verstaan
"Een stroom van brochures". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007
van de aard van de zonde in het menselijke leven, de boosaardigheid van de duivelse verleiding, de verzoeking in de woestijn van de laatste Adam, de aard van de verlossing door Christus (God dienen in het daagse leven van eten en drinken)..." En hij vroeg zich af: waar is het einde van deze terugtrekkende beweging, nu men door terzijdestelling van 'Assen 1926' de klaarblijkelijke zin van de Schrift hier aantast? ('Om de klaarheid der waarheid', bl. 41, 42, 65). Wij weten intussen waarop het uitgelopen is dank zij Kuitert, Wiersinga en vele anderen. Niets is meer veilig: verzoening en opstanding, maagdelijke geboorte en hemelvaart, het wordt allemaal op losse schroeven gezet.
"van de aard van de zonde in". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007
DAT ZON afspraak er binnenkort komt, is van harte te hopen. Het gevaar van de chemische wapens wordt steeds groter. Vroeger waren die wapens in het bezit van een paar landen. De belangrijkste deelnemers aan de Tweede Wereldoorlog hadden ze indertijd ook. Toch werden ze niet gebruikt. Men wist dat in geval van gebruik de tegenstander ze ook zou inzetten en niemand was nog de afgrijselijke toestanden uit de Eerste Wereldoorlog vergeten. Maar sinds 1945 is er heel wat veranderd met betrekking tot de chemische wapens. Evenals er met de kernwapens een gevaar van proliferatie (verspreiding over meer landen) is, geldt dat voor de chemische wapens. Het staat vast dat nu zeker vijftien of zestien landen al over zulke wapens beschikken. Naast Amerika en enkele Oosteuropese landen worden in dat verband genoemd: Syrië, Libië, Israël, Etiopië, Burma, China, Taiwan, Cuba, Peru, Egypte, Irak, Vietnam en Noord- Korea. Aan deze rij valt op, dat er veel bondgenoten van de Sovjetunie bij zijn. De Sovjetunie maakt zich niet alleen schuldig aan het aanzwengelen van de wapenwedloop op chemisch gebied, maar zij is ook de belangrijkste kracht achter de proliferatie. Moskou levert de wapens niet aan andere landen uit pure liefde voor zijn vrienden, maar in de eerste plaats om het materiaal zelf te kunnen uittesten. Dat kan het beste in een echte oorlogssituatie (Kampuchea, Afghanistan, Etiopië) en wanneer het elders gebeurt, zit men in eigen land niet met de eventuele negatieve effecten van het gebruik van het gevaarlijke materiaal. Door de proliferatie vormen de chemische wapens een steeds groter gevaar. Herhaaldelijk zijn er aanwijzingen dat Irak dit soort wapens inzet tegen Iran. Wanneer het terugdringen van deze wapens aan de orde is, gaat het er allereerst om de Sovjetunie onder druk te zetten teneinde dit land te bewegen mee te werken aan daadwerkelijke terugdringing. Zolang Moskou doorgaat met het in hoog tempo produceren van nieuwe chemische wapens, zal Amerika niet lijdzaam toekijken, of men het in Den Haag nu eens is met Amerikaanse besluiten of niet. Het is te hopen dat de nog steeds voortdurende Geneefse onderhandelingen op korte termijn tot resultaat zullen leiden. Het is de hoogste tijd.
"verspreiding". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007
Tenslotte: jaren na de Vrij. making kwam een kennis van mij in de trein naast dr. Geelkerken te zitten. Er ontspon zich een gesprek, waarin de laatste onder meer opmerkte: ze hebben mij om iets veroordeeld dat lang en lang zover niet ging als wat men vandaag allemaal voorstaat. Inderdaad, het is onvoorstelbaar wat er sindsdien aan Schrift kritiek is losgekomen. Het is een steeds doorgaand proces geworden. Ik denk nu aan een medestander van dr. Geelkerken, zijn raadsman in het kerkelijk proces: dr. J.G. Übbink, die al in 1931 een boek deed verschijnen 'De nieuwe belijdenis aangaande Schrift en kerk. Toen schreef Schilder: „Als ik over den bijbel dacht, zóó als dr. Übbink, en heel veel anderen doen (ook in de groep-Geelkerken, bij de ethischen etc.) dan zou ik niet langer gereformeerd willen heeten. En ook niet langer christen willen heeten'. Inderdaad, het gaat om Woord en kerk!
"Een persoonlijke herinnering". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007
Deze rubriek is bestemd voor reacties op wat men in de krant gelezen heeft. De stukken dienen voorzien te zijn van naam en adres van de steller. Hier afgedrukte standpunten behoeven niet noodzakelijk de instemming van de redactie te hebben. De redactie behoudt zich voor bijdragen te weigeren die zich naar haar oordeel bewegen buiten de confessionele basis van de krant, en te uitvoerige inzendingen (meer dan 300 woorden) te bekorten.
Uw redactie Kerkelijk leven trok in Ned. Dagblad van 1 mei jl. een net iets te ver gaande consequentie inzake een punt uit de 'doelstelling en redactieformule Woord en Geest', die is aangenomen op de bezinningsdag van deze 'Vereniging tot bevordering van het Gereformeerd Kerkelijk leven' op 26 april te Rotterdam. Het betreft de interpretatie (uitleg) van de volzin: „Wij willen de leden van deze kerken, die verontrust zijn over de ontwikkelingen die zij doormaken aansporen trouwe leden te blijven van de Gereformeerde kerken" (Synodaal). Als lid van het bestuur van deze vereniging kan ik meedelen, dat zowel in onze bestuursvergadering als óók op de bezinningsbijeenkomst te Rotterdam duidelijk is gezegd (ook door de waarn. voorz. dr. E. Masselink): „Ja, trouwe leden blijven... zolang mogelijk. D.w.z.: niet 'zomaar' meteen weglopen als iets je niet bevalt. Eerst je bijbelse en confessionele bezwaren, zo nodig meermalen indienen! En als... als tenslotte geen protestbrieven en gesprekken meer helpen... dan... kan men zijn lidmaatschap opzeggen en overgaan naar... Voor mijzelf zie ik dit moment - helaas - niet ver meer af. Maar ik zou de leden van de Geref. Kerken (vrijg.) willen vragen. Wees een beetje vriendelijk tegen die verontruste gereformeerden, zoek hen eens op en nodig hen mee te gaan naar uw kerkdiensten... Ze hebben het (kerkelijk) heus niet gemakkelijk! G. Meijering, Em. pred., Scherpenzeel
"'Woord en Geest' Ingezonden". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007
Het ligt alweer een tijdje in de boekwinkel, maar het is de moeite waard erop te wijzen: een spannende roman over KGB-activiteiten. Niks nieuws, zou je zeggen. James Bond bestaat al decennia en de verhalen over spionage, intimidatie en omkoperij ook. Dat klopt, maar het nu te bespreken boek is dermate realistisch dat je constant moet bedenken: het is fictie.
Waar gaat het om? Korte weg gezegd: de pogingen van de KGB om de westerse pers te beïnvloeden, in dit geval de gematigd-rechtse pers in Frankrijk. Dat gebeurt niet met de botte bijl, maar heel subtiel. De KGB rekruteert een aantal emigranten, dropt pseudo-dissidenten en laat net niet ware verhalen uitlekken. Het resultaat moet verwarring en ruzie binnen dissidentenkringen zijn en het publiceren van heftige anti-Sovjetschrijfsels, die vervolgens als vervalst of juist uit Moskou afkomstig worden aangemerkt. Hoofdpersoon van 'Het Opritsjnik-orkest' is Alexander Psar, zoon van een Russische emigrant die zich in Frankrijk bekeerde tot het marxisme-leninisme (hij leerde tenminste de ideologische dogma's uit zijn hoofd, zonder ze te begrijpen), maar niet mocht terugkeren naar wat inmiddels de Sovjetunie was. Zijn zoon erft die drang om terug te gaan naar Rusland, waar hij dank zij een gearrangeerd huwelijk vrouw en kind heeft. Hij heeft een afspraak met de KGB dat hij na dertig jaar desinformatiedienst in Parijs mag terugkeren. Zijn taak - verricht onder de schuilnaam Opritsjnik - is het beïnvloeden van de publieke opinie in Parijs door een zogenaamd anti-Sovjetgericht literair agentschap. Dat gaat heel goed, maar zijn laatste opdracht kost hem de kop. Hij moet namelijk de geschriften verkopen van een man die tien jaar in een psychiatrische inrichting in Leningrad heeft gezeten en een aanslag op Brezjnjev zou hebben gepleegd. Dat boek is zo fascistoïde, dat de goede naam van Psar teniet gaat en hij echt moet gaan chanteren om het in de Franse pers te krijgen. Hij raakt verward, hoort dat vrouw en zoon in de Sovjetunie zijn verongelukt en deserteert min of meer uit de KGB. Afdeling V spuit hem bewusteloos en transporteert hem in een vrachtwagen naar Rusland, niet vanwege een eervolle terugkeer naar de eeuwige berken, maar voor een berechting. Het verhaal is spannend, maar echt boeiend is de minutieuze beschrijving van de subtiliteiten van technieken als desinformatie en manipulatie. De tegenstander hoeft niet met geweld te worden verslagen: hij moet alleen maar verkeerd leren denken, staat ergens te lezen. Sommige bladzijden vormen een echt vademecum voor het omturnen van massamedia. Schitterend is de passage waarop een kranteberichtje op tien manieren wordt vertaald tot iets wat het tegenovergestelde effect bereikt. Het boek, geschreven door Vladimir Volkoff (in Frankrijk geboren, 1930, en gebleven), en werd niet voor niets bekroond met de Grand Prix du Roman van de Académie Francaise. Herman Veenhof N.a.v.: vladimir volkoff, Het opritsjnik-Orkest. uitg. Manteau-Amsterdam, 1983/5; prijs f J 9.50.
"informatie over Desinformatie Nieuwe boeken". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/05/09 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569975:mpeg21:p007