(advertentie) [ ÉÉN PAGINA j ! VERDER... vindt u de andere zijde van I deze bon Vul deze in| knip hem uit en óók u ontvangt meer informatie over | j DE SCHONE POLIS j L J
Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]
- 29-12-1986
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]
- Datum
- 29-12-1986
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Stichting Nederlands Dagblad
- Plaats van uitgave
- Amersfoort
- PPN
- 810209039
- Verschijningsperiode
- 1967
- Periode gedigitaliseerd
- 1967-1994
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Nederlands Dagblad
- Nummer
- 10438
- Jaargang
- 43
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Wenken voor een veilig omgaan met vuurwerk
eevaren van onoordeel& lig gebruik van vuurwerk k|U°ken nogal eens onderschat gorden. Maar wat wordt fm verstaan onder oordeel„Aie ongaan met vuur- W%p Wel.daarvoor heeft de * vhtinjg Consument en Vei- Hrheid in de loop der jaren n aantal wenken verzameld, "ïarvan we hier de voorlamste doorgeven. Voor het pdat...
■Koop alleen vuurwerk van '„ goede kwaliteit, waar een ff^et Nederlands gestelde gejjuiksaanwijzing bij zit. De Winkelier die voor de verkoop liervan een vergunning heeft, £te herkennen aan een biljet Lt de tekst 'Verkoop vuurj| erk. Roken en Open Vuur yerboden'. jVuurwerk mag alleen verkocht worden aan personen boven de 16 jaar (In sommige «meenten ligt deze grens an- Ls). Zon leeftijdsgrens is er Let voor niets. Geef vuur,erk dan ook niet aan jongere jersonen in handen. •Koop geen zogenoemd kinijjrvuurwerk'. Vuurwerk Lort niet in kinderhanden juis en 'koud vuur' bestaat |Lees de gebruiksaanwijzing «,stig en ruim vóór het tijdstip van afsteken. Op het agenblik dat u vuurwerk mag afsteken is het donker en is de jstructie niet te lezen. |Steek vuurwerk alleen buitp en op de tijd waarop het is •oegestaan af, namelijk tijdens de jaarwisseling en in de jerste uren van het nieuwe
ar. Zorg dat de telefoonnumers van brandweer, arts en ilitie binnen handbereik in.
|Kies de afsteekplaats zorgvuldig, met het oog op toeschouwers, rieten daken en dergelijke. Houd ramen en jeuren tijdens het afsteken Jicht.
IBewaar vuurwerk niet in as-of broekzak, maar in een jroge gesloten metalen tromjel.
ISteek vuurwerk alleen aan iet iets dat gloeit, zoals een
randende sigaar of sigaret, e vlam van een aansteker of icifer kan de lont ergens in :t midden aansteken, wat de jdtot de explosie verkort.
■Steek geen vuurwerk af dat
ken beschadigde of gebroken 'lont heeft. Vaak zijn dat aanstaande 'weigeraars', of leveren ze andere ontstekingspro„emen op. ISteek 'weigeraars' nooit opér:w aan. De kans dat er «_ tijd is om op een veilige afstand te komen, is groot. ISteek vuurwerk nooit in de iand af. Zet vuurpijlen in een fles die stevig in de grond is
ingegraven, of die verzwaard is met zand.
■ Steek elk stuk vuurwerk apart af. Gebundeld vuurwerk afsteken is levensgevaarlijk. ■ Denk aan de huisdieren. Hun oren zijn veel gevoeliger voor knallen dan de onze. Hou ze binnen. Daar hebben ze het al moeilijk genoeg. ■ Ruim na het afsteken zoveel mogelijk de rommel van het afsteken op. Daarmee voorkomt u dat kinderen de volgende dag allerlei weigeraars' gaan verzamelen en opnieuw afsteken.
■ 'Weigeraars' en oud vuurwerk kunt u het beste meteen vernietigen door de stukken gedurende 48 uur in water te zetten en ze daarna in een goed gesloten vuilnisbak te doen.
Verse kip is goed voedsel, maar wel vaak besmet
Kippevlees is goed en voordelig voedsel. Jammer is alleen dat er door slachterijen en winkeliers vaak onzorgvuldig mee wordt omgesprongen. Als gevolg daarvan zijn heel wat verse kippen of delen van kip besmet met ziekmakende bacteriën.
Dat blijkt uit een onderzoek van de Consumentenbond naar de kwaliteit van verse kippen en delen van kip die werden ingekocht bij slagers, poeliers, supermarkten en op de markt.
Op slechts 9 van de 48 stukken kop hadden de onderzoekers niets aan te merken. Van de overige kippen waren er 26 besmet met salmonellabacteriën en 18 met compylobacter.
Volgens de Consumentenbond worden de hygiënische problemen voor een belangrijk gedeelte veroorzaakt door de onreinheid van de bakken waarin kippen in de winkel worden bewaard. Ook de kratten waarin de levende kippen naar de slachterijen worden vervoerd, worden vaak onvoldoende gereinigd.
De consument wordt aangeraden verse kip niet langer dan twee dagen te bewaren. Invriezen na aankoop kan wel, maar als de 'verse' kip al bevroren is geweest, is het risico bij het opnieuw ontdooien groter, aldus de Consumentebond.
Vuurwerkletsel kan het begin van een lange martelgang zijn
„Veilig vuurwerk bestaat niet." Tientallen malen
heeft in de afgelopen weken televisiekijkend Nederland Frizzle Sizzle en Georgië Davis dit kunnen zien en horen zingen. De bewuste videoclip was een initiatief van de Nederlandse Brandwonden Stichting
(NBS), een organisatie die maar al te goed weet wat voor ellende en schade door vuurwerk aangericht kan worden. Meer dan de helft van de geregistreerde vuurwerkslachtoffers loopt namelijk brandwonden op. Hoewel de nieuwjaarsnacht nog moet aanbreken, is er de laatste tijd al heel wat vuurwerk de lucht in gegaan en daarbij zijn de eerste ernstige ongelukken inmiddels gebeurd. Kennelijk blijven waarschuwingsacties, zoals die van de Brandwondenstichting, nodig, al loopt het aantal vuurwerkletsels gelukkig flink terug (van ruim 1600 tot 540, in twee jaar tijd).
„Aan mensen in feeststemming is moeilijk duidelijk te maken dat vuurwerk gevaarlijk is", zo neemt NBS-directeur F.F. van der Putten. „Ze willen gewoon niet met ellende geconfronteerd worden. Ze denken dat het hun niet kan overkomen, hoogstens een buurman. En als er wat fout gaat, verwachten ze hooguit een blaartje op een vinger."
Gelukkig heeft niet elk vuurwerkongeluk even ernstige gevolgen, maar in een aantal gevallen sleept het slachtoffer die gevolgen toch levenslang mee. „Zelfs een betrekkelijk eenvoudig ongeluk, bij voorbeeld een rotje dat in iemands hand ontploft, kan al verstrekkende gevolgen hebben."
In deze dagen gaat - ondanks alle waarschuwingen - weer voor duizenden guldens vuurwerk over de toonbank.
Brandwonden
Bij diepere brandwonden moet de huid die niet meer kan helen operatief worden weggehaald. Op de wond wordt dan een stukje eigen huid gelegd dat elders van het lichaam van de patiënt is gehaald. Na enkele weken geneest zon wond doorgaans, maar het blijft altijd een litteken.
De martelgang kan dan overigens nog lang zijn, aldus Van der Putten. Op plaatsen met gewrichten kan het vel op de plaats van het litteken strak trekken, waardoor bij voorbeeld een hand krom gaat staan. Dan moet deplastisch chirurg ingrijpen. In_sommige gevallen reageertiiet iichfcawi«_ verkeerd en slaat de weefselvorming op hol, zodat een verdikking van de huid ontstaat. Voor een kind zijn de gevolgen
van ernstige brandwonden doorgaans nog erger dan voor volwassenen. De huid die zich vormt bij de genezing van de brandwond, rekt niet mee als het kind groter wordt. Van der Putten haalt een voorbeeld uit de praktijk aan. Een meisje van vier j aar liep ernstige brandwonden op toen een sterretje (volgens Van der Pul een ten onrechte in de volksmond 'koud vuur' genoemd) in haar hand het nylon pyjamaatje dat ze droeg in vlammen zette. Totdat ze volgroeid is, zal het meisje twintig tot dertig operaties moeten ondergaan. Bovendien zetten de onuitwisbare littekens een stempel op haar verdere leven.
Een vrijwel onontgonnen terrein noemt Van der Putten de problematiek van mensen met genezen brandwonden. Af-
schrikwekkende littekens en misvormingen bemoeilijken contact met familie, vrienden en andere relaties in de maatschappij. Er bestaat volgens hem onvoldoende kennis over geestelijke schade en trauma's die slachtoffers oplopen.
Gehoorschade
Vuurwerkongelukken kunnen behalve tot brandwonden ook tot andere beschadigingen leiden. Tot gehoorschade bijvoorbeeld. Vandaar dan ook dat er regels zijn vastgesteld voor knalvuurwerk. Dit mag geen hardere knal geven dan 150 decibel. Maar desondanks wordt er toch nogal wat vuurwerk gebruikt dat luidere .kaalkivgeeft. Soms met ernstige gevolgen.
Drs. P.H. van der Veen, audioloog en directeur van de Ko-
ninklijke Ammanstichting, wordt dagelijks geconfronteerd met mensen die de meest uiteenlopende storingen aan hun gehoor hebben. Het is volgens hem heel moeilijk vast te stellen hoeveel mensen een blijvende beschadiging aan
een oor oplopen door knallend vuurwerk. Een exploderend rotje dichtbij een oor is vol-
gens hem in ieder geval zeer gevaarlijk. De knal kan het
gehoor blijvend beschadigen. Scheuring van het trommelvlies door een rotje of donderbus komt volgens Van der Veen gelukkig hoogst zelden voor. Het rotje moet dan met een enorme klap dicht voor de gehooringang ontploffen. Blijvende doofheid aan het getroffen oor is dan in ieder geval het gevolg. Door een luide knal kan het gehoor enkele uren van slag raken. Er treedt dan een soort verdoving op en er is een fluittoon te horen. Mensen die wel eens een popconcert met veel geluidsgeweld hebben bijgewoond kennen dat verschijnsel ook. Ernstiger wordt het, als de fluittoon niet meer weggaat. Uit een zogenoemd audiogram', dat wordt gemaakt door tonen op verschillende frequenties aan de patiënt te laten horen, blijkt dat een lawaai-ongeluk een gedeelte van het gehoor kan uitschakelen. Het gaat om het frequentiegebied rond de vierduizend Hertz, waarin zich ook de hoogste toon van een piano bevindt. Sommige gehoorbeschadigingen geven, net als sommige brandwonden, aanleiding tot problemen in het sociale vlak, doordat het verlies van het vermogen om bepaalde tonen te horen, het volgen van een gesprek sterk kan bemoeilijken.
Oogletsel
Het aantal oogletsels door vuurwerk is de laatste jaren sterk afgenomen, zo stelt dr. P.P.H. Alkemade, secretaris van het Oogheelkundig Gezelschap. „Bij de meeste ongevallen gaat het om oppervlakkig letsel, doordat kruitdeeltjes op het hoornvlies terecht zijn gekomen. Medisch gezien is
dat betrekkelijk eenvoudig op te lossen", aldus Alkemade.
Slechts enkele ongevallen met vuurwerk zijn volgens hem zo ernstig dat het gezichtsvermogen er blijvend door wordt aangetast. Ook R. van Zomeren, woordvoerder van de Vereniging het Nederlandse Blinden- en Slechtziendenwezen, onderschrijft deze conclusie. Dat wil overigens niet zeggen dat hij vindt dat er dus maar raak gegooid en geknald mag worden met vuurwerk. „Dikwijls wordt door mensen die vuurwerk afsteken vergeten dat blinden en slechtzienden om zich te verplaatsen sterk op hun gehoor zijn aangewezen. In november al begon het geknal van rotjes. De circa honderdduizend visueel gehandicapten hebben daar, vooral in de grote steden, sterke hinder van ondervonden." Volgens Van Zomeren is het herhaalde malen voorgekomen dat een zorgvuldig getrainde blindengeleidehond zó van een knal schrok dat het dier blijvend ongeschikt werd voor de geleidetaak.
Met raad en daad J.S. BACH
Hoe is muziek-genie Johann Sebastian Bach aan zijn gaven op muziekgebied gekomen. Heeft hij die met zijn geboorte meegekregen?
Psychologen menen dat muzikaliteit als zodanig niet direct een aangeboren eigenschap is. Wat muzikale mensen vaak wel méér hebben dan anderen, zijn zaken als een fijner gehoor voor het onderscheiden van gedifferentieerder tonen en klanken, het gevoel voor ritme, het vermogen om eenmaal gehoorde melodieën te kunnen weergeven (reproduceren) en een meer of minder grote mate van creativiteit. Bij componisten als Bach (maar zeker niet bij hem alléén) is ook sprake van een 'absoluut gehoor', dat wil zeggen dat dergelijke mensen elke afzonderlijke toon terstond in hun juiste waarde kunnen herkennen. Maar zelfs Bach heeft muzieklessen gekregen, en moest de muziek van andere componisten leren kennen om zijn latere veelzijdigheid te ontwikkelen. Hij was beslist geen wonderkind', zoals bijv. Maria Anna en Wolfgang Amadeus Mozart wèl waren. Johann Sebastian Bach heeft derhalve niet zoveel meegekregen bij zijn geboorte als sommige andere componisten. We mogen er dus wel bewondering voor hebben, dat hij door zijn enorme creativiteit en werklust en verdere ontplooiing zulke indrukwekkende muzikale werken kon scheppen. Want je kunt natuurlijk zowel aangeboren gaven als door studie verkregen wijsheid verder ontwikkelen. De betrokken persoon moet gemotiveerd zijn (of worden) om in een bepaalde richting verder te werken, en hij moet inzien dat hij iets kan bereiken, met datgene wat hij (goed) kan.
ZELFBRUINEND
Zou het gebruik van zogenoemde 'zelf bruinende crèemes' ook kankerverwekkend kunnen zijn?
Nee, althans de merken die u in uw brief noemde zijn volgens de verklaringen van een deskundige onschuldig. Ze bevatten geen schadelijke grondstoffen. Ook de kosmetische produkten moeten namelijk voldoen aan de eisen van de warenwet. Mocht er iets schadelijks in aangetroffen worden, dan worden ze onmiddellijk uit de handel genomen.
WIELWEGWIJSWIELWEGWIJSWIELWEGWIJSWIELWEGWIJSWIELWEGWIJSWIEL Over fietsen, zijreflectie en emancipatie
(van onze verkeersredactie)
411 e fietsen in ons land behoitn dezer dagen te zijn voorden van zijreflectie. Het is al fo afgelopen maanden al ettelijke malen bij wijze van spreien vanaf de daken geschreeuwd, maar uit het grote öntal fietsen zonder licht
•eerkaatsende wielen of banden blijkt dat die verplichting IPer 1 januari 1987) nog niet W iedereen is doorgedrongen. °!e zijreflectie verdient trouwens ook te worden aangebracht omdat het aanwijsbaar *vensreddend werkt en niet Jüeen omdat het verplicht is. °»e verplichting heeft overijjens niets te maken met het "mdige emancipatiebeleid van de overheid. Nochtans "eeft de fiets volgens de rij- alles te maken jjft de vrouwenemancipatie, volgen haar argumenten.
jjNu iedereen fietst, jong en ■•fli mannen en vrouwen, •ördt gemakkelijk vergeten de fiets eens een belangde rol heeft gespeeld in de jTouwenemancipatie. De fiets *ordt dan ook wel het voer■ito V?n e emancipatie ge- T^ü. Hoewel er in de tijd W e loopfiets ook al looppen voor vrouwen be-
stonden, waren er maar weinig dames die zich op de fiets waagden. Wie dat deed werd hoofdschuddend bekeken en dat geldt eigenijk voor iedere fietser. Toen de trapfiets zo omstreeks 1880 populair begon te worden, nam het verzet tegen de fiets toe. Dat was het tijdperk van de hoge bi, de fiets met het grote voorwiel en het kleine achterwiel. Moeilijk om te berijden en nog moeilijker om af te remmen. Valpartijen waren dan ook aan de orde van de dag. Fatsoenlijke vrouwen gingen niet op een fiets zitten en ook toen de meer normale veiligheidsfiets er was werd het voor vrouwen ongepast gaecht te gaan fietsen. Predikanten en pastoors waarschuwden vanaf de kansel voor het zedelijk verval dat fietsen zou meebrengen en een man als de indertijd populaire en voor velen ook gezaghebbende Leidse hoogleraar en filosoof Bolland, had geen goed woord voor fietsende vrouwen over. In Parijs kwam men aan het einde van de vorige eeuw zelfs tot de uitspraak dat 'de fiets het einde van de vrouw betekent, omdat door gebruik hiervan de vrouwelijke organen die voor het huwelijk noodzakelijk zijn, ernstige stoornissen zouden oplopen.
Jonge moeders zouden door te gaan fietsen hun borstvoeding kwijtraken, terwijl ernstig werd gevreesd voor de zenu-
wen van allen die zich op twee of drie wielen waagden.
ÈJ^EGWIJSW^^
Discussie
Maar het veranderde toch vrij snel, al blijkt uit ingezonden brieven in kranten dat veel mevrouwen het ongepast bleven vinden wanneer hun dienstbodes van de fiets gebruik maakten. De vrouw op de fiets werd een onderwerp van discussie en het aantal voorstanders groeide snel. In 1900 vereheen in 'De Echo' een artikel onder de aandachttrekkende kop 'Mogen dames wielrijden?' Geschreven door een zekere dr. P., die het toch maar raadzaam achtte zijn naam niet voluit te noemen. Hij beantwoordde deze vraag bevestigend. „Zeker, het fietsen is, wanneer het op verstandige wijze gedaan wordt, een uitstekende beweging welke jonge vrouwen en jonge meisjes zonder enig gevaar nemen kunnen". Hij somde daarbij ook de voordelen van het fietsen op en telde in de eerste plaats 'dat de gelukkige bezitster van een rijwiel in grote steden zo dikwijls als zij tijd en lust heeft naar buiten kan rijden in de frisse lucht, naar de bossen en plaatsen waar men niet gekweld wordt door het stof en die zij anders eerst bereiken kan na een langdurig zitten in een tram of rijtuig. Verder wees hij erop dat het fietsen 'voor het gehele spierstelsel een gezonde en weinig inspannende gymnastiek is, die de ademhaling dieper maakt en de bloedsomloop bespoedigt. Ook de spijsvertering wordt zeer bevorderd, de eetlust neemt toe en het gehele lichaam wordt krachtiger. Dr. P. waarschuwde wel tegen overdreven snel rijden (niet harder dan 10-15 km per uur), te lange tochten (niet langer dn 50 km per dag) en een verkeerde houding op de fiets. Ook adviseerde hij een veer-
tienjarig meisje nog niet toe te staan op de fiets te stappen. 'Voor het lichaam zijn gehele ontwikkeling heeft bereikt, acht ik het wielrijden voor jonge meisjes niet zonder gevaar, daar de nog niet tot volle wasdom gekomen vrouwelijke organen veel spoediger ondehevig zijn aan de nadelige invloed, dan een volwassen lichaam. De moderne arts denkt er wel anders over, maar de adviezen van dr. P. geven wel de kentering aan die rond de eeuwwisseling optrad.
Sportzusters
Veel vrouwen waren toen al ijverige fietsers, ook al klaagde een van hen in 1888 dat 'in Nederland en vooral in de grote steden, onze sportzusters nog altijd als een soort wonderdieren worden beschouwd. De reden hiervan is niet ver te zoeken; zij ligt in het geringe aantal en de oorzaak hiervan is juist weder, dat men de wielrijders als wonderdieren bechouwt. Wij draaien dus in een kringetje. Toch had de Nederlandse Vélocipedisten Bond in juli 1884 als bondslid 188 reeds het eerste vrouwelijke lid ingeschreven; een naam die best gememoreerd mag worden: mejuffrouw M.F. van Raden uit Den Haag. In 1896 telde de ANWB onder zijn 11.000 leden eeds 992 dames. Er kwamen
speciale fietsrijscholen voor dames en op 17 mei 1893 werd in Den Haag de eerste damesf ietsclub opgericht met de veelzeggende naam 'Honni soit qui mal y pense'. Achteraf is vastgesteld dat zeker in de Westeuropese landen en in Amerika de fiets een zeer positieve bijdrage aan de vrouwenemancipatie heeft geleverd. Door te gaan fietsen, en dat tegen alle kritiek in, toonden de vrouwen zich gelijkwaardig aan de mannen, verruimden zij hun mogelijkheden, maakten zij zichzelf zelfstandig. Vele bekende feministen waren ook fietsers, zoals de eerste vrouwelijke arts in Nederland, dr. Aletta Jacobs, die reeds in de vorige eeuwe een vakantiefietstocht door Nederland en Duitsland maakte.
Mode
Op de fiets werd in die beginjaren aangepaste kleding gedragen en dat beïnvloedde de mode voor zowel dames als he ren. Fietsen met lange rokken was onpraktisch en daarom kwam voor het vrouwenf ietskostuum de broek in zwang. Ongehoord in die tijd en om het niet al te uitdagend te maken werd vaak voor een
broekrok gekozen of voor een lange rok met opknoopbare panden en daaronder voor op de fiets een soort pofbroek. Wat later kwam de nauwsluitende lange broek, waarboven een kort jasje met ceintuur
werd gedragen. De actrice Sarah Bernardt liet zich graag op de fiets bewonderen en koost voor haar tochtjes door het Bois de Boulogne steeds een passend fietskostuur. Na de Eerste Wereloorlog is speciale fietskleding in vergetelheid geraakt, maar is zon jaar of twintig geleden weer teruggekeerd. Er is nu weer volop
sprake van een fietskostuur, waarbij de grenzen tussen heren en dameskleding steeds meer zijn vervaagd. De emancipatie rond de fiets heeft zich voortgezet, al zijn er dan nog steeds dames- en herenf ietsen." Dus als je de fietsindustrie moet geloven, dan bestaat er een verband tussen de vrouwenemancipatie en de fietsdichtheid. Wat dat betreft kan de Nederlandse overheid zich dan veel geld besparen; met één fiets per inwoner moet Nederland het meest geëmancipeerde land ter wereld zijn en waarom zou je dan nog geld uittrekken voor emancipatieactiviteiten?
Antieke fietsen
Door het 'trendy' gebabbel
van de fietsfabrikanten zou je bijna over het hoofd zien dat fietsen inderdaad allerlei
voordelen heeft. Dat de fiets ook een geschiedenis heeft, bleek uit het industriële verhaal al eerder. Wie iets van die historie wil proeven, moet rond de Pinksterdagen eens naar Nijmegen gaan, waar de stichting Internationale Driedaagse voor Historische Rijwielen de gastvrouw is van ruim 300 bezitters van antieke fietsen uit de hele wereld. Het is voor het eerst dat Nederland dit wielerfestijn mag organiseren. Op het programma staan onder meer een prestatietocht en de wereldkampioenschappen voor antieke rijwielen. Het Nationaal Fietsmuseum Velorama fungeert tijdens dit evenement als 'actiecentrum.