In 1982 is in China voor het laatst een volkstelling gehouden. Eén van de belangrijkste uitkomsten was dat van de ruim 1 miljard inwoners bijna een kwart (235 miljoen) tot de analfabeten gerekend moest worden. Dit betreft dan mensen boven de 12 jaar die niets of hooguit enkele woorden kunnen lezen. Door uitgebreide campagnes is in de naoorlogse periode het aantal mensen met schoolervaring gestegen tot 600 miljoen. Lager onderwijs is in China zeer verbreid. De leerplicht in de steden is tien jaar, op het platteland een jaar of vijf. Het grote aantal analfabeten heeft te maken met de enorme uitgestrektheid van het land, de grote mensenmassa's en de kleinschalige agrarische bezigheden van veel mensen. Toch moet de belemmering van het karakterschrift ook niet onderschat worden. Het communistische bewind heeft de afgelopen tijd veel karakters vereenvoudigd, met het doel de taal toegankelijker te maken voor de mensen. In het Britse Hongkong heeft men die vereenvoudigingen niet overgenomen, zodat daar veel karakters nog op de oude wijze worden geschreven. In 1958 is de regering begonnen met het invoeren van het alfabet. Het Pinyin'systeem moet de Chinese karakters in letters weer kunnen geven. Voor de uitspraak van de karakters is men uitgegaan van het 'Mandarijn', het dialect dat men spreekt in de buurt van de hoofdstad.
Geleidelijk wordt het 'Pinyin' naast de karakters ingevoerd, maar van enige doorbraak is absoluut nog geen sprake. Voor de toerist is het in ieder geval een stuk makkelijker geworden om door China te reizen, nu de meeste belangrijke plaats-, straat- en gevelaanduidingen in ieder geval leesbaar zijn. Sinds 1979 is het 'Pinyin' ook in de buitenlandse talen doorgevoerd. Enkele voorbeelden: Peking werd Beijing, Kanton werd Guangzhou en Mao Tse-Toeng werd Mao Zedong. Lang niet alle Chinezen kunnen overweg met het nieuwe systeem, zeker op het platteland niet. Of het 'Pinyin' ooit ook werkelijk het karakterschrift zal ver- ' dringen, is nog maar zeer de vraag.
"Analfabetisme". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/12/31 00:00:00, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010570054:mpeg21:p177
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/12/31 00:00:00, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010570054:mpeg21:p177
Al lang voordat de Batavieren ons land bij Lobith binnenkwamen, was het boek in China een veelvoorkomend verschijnsel. Het stadium van inscripties op botten en schildpadruggen is lang verleden tijd als Qin Shihuang de eerste keizer van het gehele Chinese volk wordt. Hij is de grote man achter de Grote Muur van China. Daarmee werd het Rijk tegen buitenstaanders beveiligd. Om critici binnen de Muur het zwijgen op te leggen, gaf hij in de derde eeuw voor Christus ai het voorbeeld van een 'Culturele Revolutie', zoals die deze eeuw in de jaren zestig vernietigend werk deed in China. Alle boeken, behalve op het gebied van landbouw en geneeskunst, werden op zijn bevel vernietigd. Daarmee gaat alle geschiedschrijving verloren, inclusief de werken van Confucius. Dat het werk van deze wijsgeer tot in deze eeuw heeft kunnen voortleven, is te danken aan het opschrijven van de overlevering, toen Qin Sihuang in 210 v. Chr. overleed. In 1966 herhaalt Mao Zedong het voorbeeld van de eerste Chinese keizer. Met een grondigheid als die van de nazi's of de Rode Khmer moet het volk een ideologie opgelegd worden. Middelbare scholen en universiteiten worden gesloten. Intellectuelen worden ontslagen, vervolgd, tewerkgesteld op het platteland of gewoon omgebracht. Alle uitgaven op het gebied van wetenschap, kunst en literatuur worden stopgezet. Alle boeken uit de periode voorafgaand aan de Culturele Revolutie worden verboden. Boekhandels hadden amper meer voorradig dan een achttal werken van Mao, die door de bevolking grondig bestudeerd dienden te worden. Er wordt een samenvatting gemaakt van de onderwijzingen van Mao. Deze uitgave wordt bekend onder de naam 'Het rode boekje van Mao'. Honderden miljoenen exemplaren van dit rode boekje rollen van de persen in China. Doel was het verbreiden van de idealen van de Culturele Revolutie: het verschil tussen stad en platteland wegvlakken, zelfzucht uitbannen en omvormen tot dienstbaarheid en uiteindelijk een socialistische 'Übermensch' creëren, waardoor China zelfstandig tot een groot land kan uKg roeien.
"Het Boek en Culturele Revoluties". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/12/31 00:00:00, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010570054:mpeg21:p177
Voor mensen die deze periode hebben meegemaakt, is er in China enorm veel veranderd sinds Deng Xiaoping in 1973 weer in de top van het landsbestuur terecht kwam en na de dood van Mao in 1976 afrekende met de zogenaamde 'Bende van Vier' - het brein achter de harde lijn van de voorgaande jaren. Deng zag dat het land een enorme achterstand had opgelopen tijdens de Culturele Revolutie' en opende de deur naar het Westen. China's economie moet op moderne leest geschoeid gaan worden en kan daarbij het beste veel leren van het buitenland. Onderwijs - vooral ook in buitenlandse talen - krijgt alle voorrang. Alleen al in 1976 verschijnen 10.000 nieuwe titels in de boekhandels: vooral technische handboeken, maar ook nieuwe en oude Chinese literatuur en vertalingen van Westerse literatuur. Langzaam maar zeker wordt ingelopen op een enorme achterstand. Jarenlang staan er rijen voor de boekhandels als er weer nieuwe naslagwerken geleverd
worden, zoals woordenboeken Chinees- Engels. In de grote steden komen zelfs 'Foreign Language Bookshops', boekhandels voor Chinezen die een buitenlandse taal leren. Boeken die in het zich vernieuwende China worden uitgegeven, of ze nu vertaald zijnof oorspronkelijk Chinees, moeten bij voorkeur aansluiten bij de
waarden van de traditionele literatuur. Wat van buiten komt, mag niet op gespannen voet staan met de heersende politieke opvattingen.
Maar juist naar de boeken die uit het Westen komen, gaat de belangstelling van de Chinezen uit. In mei van dit jaar vond in Sjanghai een grote Boekenbeurs plaats, om boekhandelaren en mensen van bibliotheken de gelegenheid te geven zich breder te oriënteren. Enkele tientallen uitgevers uit het Westen hadden een plaatsje in het grote tentoonstellingscomplex.
"Leeshonger". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/12/31 00:00:00, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010570054:mpeg21:p177
Het gesprek tussen jongeren tm ouderen In christelijks kring over popmuziek is verstomd en moet weer op gang worden gebracht. Met deze loffelijke doelstelling heeft de (syn.) gereformeerde predikant J.D. te winkel een boekje geschreven waarin Nj dat onderwerp benadert vanuit het thema 'hoop en wanhoop In de pop. Het thema van het boekje spreekt op het eerste gezicht aan. Als je de popmuziek Inhoudelijk wilt aanpakken, lijkt de toekomstverwachting) een goede invalshoek. Hoe kijken jongeren, en hoe kijken popmusici - naar wie jongeren vest luisteren - tegen de wereld en tegen de toekomst san? Te Winkel geen ook hier en daar boeiende Informatie. Zo geeft Nj vanuit zijn thema een aardig overzicht van de nederiandstalige pop (te beginnen met Boudewijn de Groot, en verder natuurlijk Doe Maar en Het Goede Doel) en van de punkmuziek. Behalve popgroepen laat Nj ook een paar jongeren over hun muziek aan het woord. Toch heb Ik twee bedenkingen tegen het boek. In de eerste plaats vraag Ik me af of ouderen wel iets kunnen met de informatie die het boek geeft. Daarvoor is zit er te weinig lijn In. De Informatie ls te fragmentarisch, de groepen en jongeren die aan het woord komen, zijn te weinig representatief. Bovendien kun je je afvragen of jongeren wel zó inhoudelijk met popmuziek bezig zijn. En „zó" betekent dan zowel 'in die mate' als 'op die manier. In de tweede plaats laat hst boekje na een norm aan te wijzen voor hoop en wanhoop en voor het gesprek tussen ouderen en jongeren daarover. Dat leidt ertoe dat van 'hoop'ln de popmuziek niet veel meer overblijft dan de 'positieve pop' van groepen die gewoon zich niet neerleggen Nj het doemdenken van onze jaren. Maar dan hebben we het Inmiddels wel over iets heel anders dan over de 'christelijke 'hoop' die doet leven, en die voor een echt gesprek tussen ouderen en jongeren de enige norm en een prima basis kunnen geven. Daarom bevredigt het boekje niet, mij niet althans. Vandaar de kop boven deze bespreking.,, Onder een bloedrode hemel " is de titel van het boek. Dat Is het beeld van veel gevaren die de toekomst bedreigen. Maar over wat voor hemel wil Te Winkel het uiteindelijk hebben?
J.D. te Winkel, Onder een bloedrode hemel - hoop en wanhoop In de pop. Ultg. Boekencentmm, Den Haag 1984; 122 bb., prijs f 15,90.
"Onder welke hemel? door Wim Houtman". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/12/31 00:00:00, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010570054:mpeg21:p177