In de natuur vinden we een overvloed aan eetbare planten en vruchten. Maar heel vaak zijn we verleerd die gaven als zodanig te herkennen, te verzamelen en ervan te genieten. Het wordt ons tegenwoordig allemaal op een presenteerblaadje aangeboden. In groentewinkels en op markten vinden we naast de meest exotische fruitsoorten ook allerlei „ wilde vruchten". Bosbessen, bramen en frambozen hoefje niet meer zelf te plukken; je koopt ze op de hoek. En de vruchten zijn dan ook vaak nog groter dan de wilde soorten.
Dit alles heeft tot gevolg dat wij bijna niet meer weten wat de natuur ons allemaal te bieden heeft. Wie een beetje oog heeft voor de natuur kan fietsen wandeltochten door bos, duin en weiland nog leuker maken. Er zijn nog veel wilde vruchten die algemeen voorkomen. Enige kennis van planten en vruchten is wel vereist om onderscheid te maken tussen eetbare en giftige en/of niet-smakelijke vruchten. Er zijn veel boeken die daarbij kunnen helpen en waarin planten en vruchten beschreven en soms ook afgebeeld staan. Ook kennis van wettige regels ten aanzien van planten en vruchten zijn belangrijk. De jenever-
besstruik is niet erg zeldzaam en jeneverbessen zijn goed bruikbaar in de keuken. Ze
zouden dus geplukt kunnen worden. Maar de jeneverbes is een beschermde plantensoort en mag dus niet geplukt worden.
Gewapend met al deze kennis én met emmers en mandjes is er nog heel wat te plukken.
Ook in steden kunt u „wilde vruchten" vinden. Vlier, lijsterbes en hondsroos komen we tegen in tuinen, heggen en parken. In sommige gemeenten worden ook rode en zwarte bessenstruiken en
braamstruiken aangeplant in groengebieden. De vruchten vinden gretig aftrek.
Voordat de bessen helemaal rijp zijn worden ze al geplukt door enthousiaste bewoners.
...door het inmaken of invriezen van vruchten kan men er ook op een later tijdstip nog van genieten...
Hazelnoten van de hazelaar smaken zowel rauw als geroosterd lekker...
"door T. Sytsma-Aalbers Natuur op tafel". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/12/31 00:00:00, p. 37. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010570054:mpeg21:p375
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/12/31 00:00:00, p. 37. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010570054:mpeg21:p375
Aan veel vruchten worden, evenals aan kruiden, bijzondere eigenschappen toegekend. Over het al-dan-niet gezondheidsbevorderende ef-
fect wil ik me niet uitlaten
Onze huidige milieuproblemen zullen ook hun weerslag hebben op de vruchten. Ze worden misschien zeldzamer, misschien bevatten ze ook
steeds meer stoffen die minder wenselijk zijn. Ik denk dat het ons niet hoeft te weerhouden van het plukken; we gebruiken ze maar in kleine
hoeveelheden
Om een idee te krijgen van
wat er geplukt kan worden
volgen hier wat bekende en minder bekende wilde vruchten. En voor het geval er veel geplukt wordt, worden er ook heel globaal wat mogelijkheden voor verwerking aangegeven. Door het inmaken en invriezen van de vruchten kan er ook op een later tijdstip
nog van genoten worden
In de rubriek „vandaag op tafel" zal te zijner tijd ook aan deze vruchten aandacht besteed worden.
Een familielid van de ons bekende gekweekte aardbei, is de bosaardbei. Zoals de naam al zegt kunt u deze aardbeitjes vinden in het bos, maar ook in struiken en kreupelhout. U zult er wel voor op de knieën moeten: het is een lage plant en de kleine donkerrode aardbeien zitten verstopt onder de bladeren. Ze zijn te vinden vanaf eind mei tot eind juni. Ook bosaardbeitjes zijn het lekkerst met slagroom. Maar ook in bowl of nagerechten met ijs, kwark of yoghurt komen de aardbeitjes goed tot hun recht. En uiteraard is er ook jam van te maken.
Een heel bekende bosvrucht is de bosbes. Veel mensen trekken eind juli tot eind oktober de bossen in op zoek naar deze blauwe vruchtjes. Omdat ze een licht zure, wat
wrange smaak hebben worden ze niet zoveel rauw gegeten, maar meestal verwerkt tot sap of jam. De bessen
kunnen ook ingevroren of gedroogd worden. Bos bessensap is een oud huismiddel tegen diarree.
Naast de blauwe bosbes is er ook de rode bosbes, ook wei vossebes genaamd. Een heel enkele keer kunt u deze rode bosbes nog tegenkomen op zandgrond of heideveld. In de winter worden deze bessen geïmporteerd. Ze worden dan verkocht als Preisselbeeren. Ze worden als compöte gegeven bij wild- en vleesschotels. Soms worden deze rode bosbessen verward met veen-
bessen. Veenbessen komen in ons land alleen nog op Terschelling voor. In augustus en september kunt u daar bessen gaan zoeken. De bessen kunnen rauw gegeten worden, maar worden meestal verwerkt tot jam of compöte. Ook de veenbes wordt in de winter bij ons te koop aangeboden. Ze zijn dan vaak afkomstig uit Amerika en heten dan cranberries.
Een andere bekende en nog veel voorkomende bosvrucht is de braam. Braamstruiken vindt u in heggen, bosranden en duinen. Vanaf augustus tot begin oktober kunt u bramen plukken. Rijpe bramen zijn bijna zwart. In feite is een braam een verzameling van allemaal kleine besjes die samen een groot geheel vor-
men. Bramen zijn het lekkerst zo van de struik. Als u er op een later tijdstip ook nog van wilt genieten kunt u ze invriezen of verwerken tot jam, sap of moes.
"Eigenschappen". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/12/31 00:00:00, p. 37. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010570054:mpeg21:p375