rTERDAM - Rotterdam heeft nu ook zijn Surina- Er leven er tienduizenden, en hun problemen zijn j roter geworden. Op de West-Kruiskade, het ontgscentrum voor Surinaamse jongeren, kwam de In september [1974] was de heroïne al tot vijand 'W gl uitgeroepen. Er waren toen zon 400 tot 500 ge- Tls op de Kruiskade. De heroïne wordt nu gewoon op i aangeboden. De Surinaamse jeugd is aan het witte ter overgeleverd. Het is verschrikkelijk als je langs loopt en beseft dat daar kinderen zijn van ]f jaar, die heroïne gebruiken. Als het zo door blijft Iviordt het hier nog erger dan in de States".
Deze citaten zijn ontleend aan „Het Witte Monster", een onlangs verschenen boek van Mau Fabri, „Streetcornerworker" in het Kruiskadekwartier. Een „streetcornerworker" is een maatschappelijk werker, die zijn cliënten, meestal aan heroïne verslaafden [~ junkies"], opzoekt in hun eigen milieu en van zeer nabij begeleidt bij eventuele pogingen terug te keren in de gewone maatschappij.
Fabri kreeg onlangs nationale bekendheid, doordat hij, naar zijn zeggen onschuldig, zeven dagen in voorarrest werd gehouden op beschuldiging van verzet tegen de politie, toen deze ingreep bij een vechtpartij.
politieke verantwoordelijkheid r het gebeuren op en rond de stlcruiskade berust bij wethouder ollW Schmitz van sociale zaken. heeft er geen behoefte aan iets op strekking van Fabri's boek af te »en. Eerder het tegendeel. Zij wijst ■elf oP« °-at er m net Kruiskade[rtier, de „zwartste" buurt van terdam, een situatie is ontstaan die lijkt op die in sommige wijken Londen of New Vork: krotten, „kies" en criminaliteit. Maar tejlcertijd is ze van mening dat het eentebestuur niets verweten kan
den. Volgens haar is deze probleiek een rechtstreeks gevolg van de idgolf Surinamers, die in korte tijd rde stad heenspoelde. „Toen ik in ember 1974 begon als wethouder, ik weleens van Surinamers gertj> ja. Maar dat was dan ook 5 Het jaar daarop kwamen er ilfduizend naar Rotterdam. Vier a honderd pc week". Mevrouw imitz legt uit, dat er toen priorien moesten worden gesteld. Prioit nummer één was te zorgen dat de iranten een dak boven het hoofd gen. „Aan andere zaken kwamen eenvoudig niet toe. Je kunt rustig len, dat we compleet verrast zijn jr de ontwikkelingen op de Kruisje".
et waren de Surinamers zelf, die college van B en W attent maakten het ontstaan van de „Kruiskadene". De Stichting Suriname Cenjn Rotterdam en de Surinaamse Igerenorganisatie, die voor een htstreekse aanpak (het naar de nsen toegaan) van de problemen «ten, richtten het Westkruiskade Sject (WKP) op. Met financiële n van de gemeente werd in
februari van dit jaar in de Middellandstraat, het verlengde van de Westkruidkade, het Surinaamse trefcentrum „Kwakoe" geopend. Van hieruit werken de coördinator en de vijf streetcornerworkers van het WKP, van wie Mau Fabri er één is.
"Kruiskade-Surinamers: probleem voor Rotterdam". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005
In „Kwakoe", genoemd naar de leider van een slavenopstand in Suriname, is de stemming vandaag de dag erg somber. Fabri en de zijnen noemen de omstandigheden van hun mensen zo erbarmelijk, dat zij een wanhoopsdaad, zoals het kapen van een trein, bepaald niet denkbeeldig achten. „Een Surinamer is van nature heel anders dan een Zuidmolukker. wij zullen niet zo snel optreden als zelfmoordpiloot, maar men kan je natuurlijk ook te ver drijven", aldus Harry Brul, een collega van Fabri. Anderen van het WKP houden rekening met de mogelijkheid van een massaal oproer. Maar naar hun mening zou dat anders verlopen dan in sommige Amerikaanse steden. „Als er iets gaat branden, dan zullen dat niet onze eigen straten zijn."
Mevrouw Schmitz deelt deze angst van de WKP-werkers. „Grote rellen zijn nog uitgebleven...". Zij zegt momenten te hebben dat ze „met de handen in het haar zit". Vooral wanneer ze zich afvraagt, wat er nu eigenlijk voor de Kruiskade-Surinamers bereikt wordt. Haar adviseur W.J. Tuynman van het bureau coördinatie migranten kijkt er iets anders tegenaan. Zijn grootste vrees is, dat er op de Kruiskade botsingen zullen komen tussen verschillende groepen Surinamers. De oorzaak daarvan zou kunnen zijn een strijd om de afzetmarkt voor heroïne of een poging van één of meer mannen om leider van de zwarte gemeenschap te worden. Een aanwijzing voor dat laatste is volgens Tuynman, dat het telkens, wanneer er een nieuwe man in de publiciteit komt, bijvoorbeeld Mau Fabri, op de Kruiskade begint te „ritselen". „En ontstaan er daardoor woelingen, dan zullen de aanstichters zonder twijfel de slechte sociale omstandigheden als alibi gebruiken."
"Somber". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005
De Kruiskade-Surinamers zijn ongeveer tweeduizend in getal. Dat is tien procent van het totaal aantal in Rotterdam wonende ex-rijksgenoten. Wethouder Schmitz vertelt dit met grote nadruk, omdat zij voor alles de indruk wil vermijden dat iedere Rotterdamse Surinamer aan de zelfkant van de samenleving verkeert. Het zijn de „vele duizenden" die het wel redelijk goed gaat, die het gemeentebestuur de overtuiging geven, dat de hulpprogramma's effect sorteren. Vorig jaar trok Rotterdam acht miljoen gulden hiervoor uit. Voor 1976 wil men dit bedrag verdubbelen. Enige posten op de begroting: Surinaamse organisaties (4,7 miljoen), onderwijs ( 4,6 miljoen) en huisvesting ( 3,2 miljoen). Als concrete voorbeelden van hetgeen er bereikt wordt, noemt de wethouder het grote aantal jongeren (75 per cursus), dat op het speciaal voor hen opgerichte test- en trainingscentrum een vakopleiding volgt en daarna meestal snel werk vindt, en de 1199 gezinnen, die in negen maanden tijds aan een goede behuizing zijn geholpen.
"Effect hulp". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005
CHIPHOL - De remigratie van Suriimers in Nederland zou relatief oedkoop verwezenlijkt kunnen wortn door de opzet van kleine landwuwcoöperaties in Suriname. Dat is de aening van het communistische Denocratisch Volksfront in Suriname.
De heer John Pawiroredjo, voorzitter •an het Loson (de met het Volksfront telieerde Surinaams-communistische irganisatie in Nederland) heeft verjaard dat de remigranten uit Nederand veelal het beste in de landbouw "splaatst kunnen worden. Landbouw is tenslotte de basis van de Surinaamse Konomie, aldus de heer Pawiroredjo. Reenen ander te bewijzen heeft het Democratisch Volksfront, met behulp 'an de Stinosu (Stichting Nationale ontwikkelingsprojecten Suriname) een jö hectare groot landbouwproject op "kilometer van Paramaribo. Met hulp ,an de Surinaamse overheid zullen 20 tonnen voor dit project worden "«electeerd: tien uit kringen van werkten inSuriname zelf en 10 remigratietonnen uit Nederland. Op een sterk er*aarloosd domein zullen de 20 tonnen over vier maanden beginnen j*1 onder andere het kappen van ™nen en het aanleggen van irrigatie*»men. Na twee jaren wordt de eerste * (vooral groente) verwacht. Voor °verbnigging van die eerste niet:;°auktieve jaren, denken het Volkstol! 611 de Stinosu / 400.000 nodig te Beide instellingen vinden dat goedkope vorm van remigratievordering.
"ndbouwprojecten ter vordering emigratie van Surinamers". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005
HAAG - Het Algemeen Nederujerbond heeft een werkgroep ingesteld voor verrui\J V*° de belangstelling voor de ™Zuid-samenwerking. hANv wil zo bereiken, dat leer*iiod' Van een Nec|erlandse school -%»• contact hebben met hun ,^a s van een school in Vlaande- L y et verbond staat ook üitwissek v klassen van scholen voor. h« AVOOroordelen va,,en weB\a ï V' als men rechtstreeks *.de ™ft met »de Nederlander" *%vat* Ing" in ziJ" of haar \2■■ H« verbond wil deze reeds verwezenlijken gCn Van de v'Jfde en D lan„e en van het basisonderwijs. •*conf tcrm'Jn w°rdt gestreefd van Nederlandse en Vn grachten, didactici, pen en inspecteurs.
"Uitwisseling Nederlandse en Vlaamse scholen?". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005
De controle op de weg en aan de grenzen zal nu worden verscherpt en kan men met de caravan zonder genoemd bewijs de weg niet meer op. De Rijksdienst voor het Wegverkeer heeft nu in samenwerking met de ANWB, de Nederlandse Caravan Club en de afdeling caravans van de RAI een soepele overgangsregeling ontworpen. Het bemachtigen van een dergelijk bewijs is normaal gesproken voor de particulier een vrijwel ondoenlijke zaak en men heeft er deskundige hulp voor nodig.
Het bewijs, waarin technische gegevens van de betreffende caravan staan, maar dat niet op naam staat, geldt voor alle caravans die voor 1 januari 1976 werden ingevoerd of in ons land zijn gebouwd. Voor caravans van jongere datum moet de leverancier het registratiebewijs leveren, tenminste wanneer de 750 kg-grens in het geding is.
Wanneer de van 2 augustus af verkrijgbare basiskaart is ingevuld (het inlichtingenblad geeft een toelichting op de zeven gestelde vragen) kan die kaart tot uiterlijk 31 december worden ingestuurd.
"Controle". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005
Indien die 750 kg-grens voor een eigenaar wat moeilijk is te trekken, dan kan als vuistregel gelden dat een caravan met een leeg gewicht tussen de 550 en 600 kg op de weg zeker onder de bepaling zal vallen.
Sta-caravans zullen zonder registratiebewijs geen moeilijkheden krijgen, maar deze komen er wel als men een als sta-caravan gebruikte toercaravan verkoopt, die dan voor vakantie in het buitenland zal worden gebruikt. Het registratiebewijs is volgens drs. Engelen een beetje vergelijkbaar met het deel 3 van het kentekenbewijs. Door een goede registratie, die nu zal worden voltooid, is het stelen van een caravan hoogst onaantrekkelijk, zo merkte hij verder op.
"Vuistregel". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005
DE CYCLAMEN komen weer in de bloemenwinkels en daarom vinden we het wel nuttig over deze, overigens wel algemeen bekende plant, iets op te merken.
De volksnaam Alpenviooltje is wel uit de tijd dunkt me, want wij horen de cyclaam zo nooit meer noemen. De cyclaam is afkomstig uit het Middellandse-Zeegebied en verschillende Oosterse landen.
De cyclamen die hier in de handel worden gebracht zijn natuurlijk heel verschillend van de botanische soorten die hier zijn ingevoerd. Door de selectie en veredeling die men al jaren heeft toegepast zijn er allerlei prachtige rassen en variëteiten ontstaan, zoals wij ze nu kennen.
De cyclaam is meer dan 300 jaar geleden ingevoerd. Het is een van de meest gekweekte potplanten in Nederland. We mogen aannemen dat er jaarlijks ongeveer 5 miljoen stuks in ons land worden gekweekt en verhandeld. De cyclaam wordt vermeerderd door zaad. We hebben uit correspondentie met onze lezers wel eens vernomen dat er soms amateurs zijn die uit zelf gewonnen zaad plantjes opkweekten. Dit is echter wel een zeer langdurige kwestie en vereist veel geduld en ook nog een zekere mate van geluk, gezien het feit dat dit geen eenvoudige bezigheid is. De kleurenrijkdom in cyclamen is algemeen bekend. We zullen het daarover dus niet verder hebben.
Wel willen we even stilstaan bij de Wellensick-cyclamen. Dit is een ras dat in het Laboratorium voor Tuinbouwplantenteelt is ontstaan uit een kruising van welriekende soorten met de ons bekende rassen. Uit deze kruising ontstond een welriekend ras met kleinere bloemen. Ze zijn zeer rijkbloeiend. Ze hebben echter niet die opgang gemaakt, die men redelijkerwijs had mogen verwachten.
Hoewel ons inziens de verzorging niet zo moeilijk is, verongelukken er toch nogal wat planten. Men moet zeer regelmatig water geven. Hangen de planten eens wat slap, dan moet men de plant goed inspecteren of deze nu te veel of te weinig water heeft gekregen. In beide gevallen reageert ze namelijk met slaphangen van het blad.
Komt het omdat de potkluit te droog is, ga dan de plant dompelen in lauw water. Liefst doen we dat echter iedere week, waarna we de plant daarna geregeld nagaan of ze ook nog een beetje moet hebben. Er wordt wel eens aangeraden om de plant niet bovenop maar van onderen in de sierpot water te geven en het restant na enige tijd weg te gooien. Ik vind dat erg gevaarlijk, want als men dat vergeet staat de plant spoedig te nat,' wat nog erger is dan dat ze eens te droog staat. Verder moet ze in het licht staan, maar ze heeft wel een hekel aan felle zon. Wat de warmte betreft, vraagt de plant geen hoge temperatuur: ongeveer 10° C is voldoende. Deze temperatuur is voor ons in huis niet prettig en ik denk dat niemand in de kou gaat zitten om de cyclaam koel te houden. Zet de plant echter voor een venster op het westen of noorden, daar is het al koeler dan in de kamer. Stookt u met een kachel, zet de plant dan zo ver mogelijk daar vandaan. Ze zal dan lang doorbloeien.
Is de bloei eenmaal afgelopen, dan geven we geen mest meer en wat minder water. Het blad zal dan afsterven, waarna we helemaal met meer gieten. Zo kunnen we de knol, die inmiddels is gegroeid, droog bewaren.
Laat de knol maar in de grond van de pot zitten. Begint de knol weer uit te lopen, dan geven we weer meer water en graven in de maand mei, als er geen nachtvorsten meer zijn te vrezen, de pot in onze tuin in de grond. Daar moeten we de plant uiteraard ook goed verzorgen. In de vroege herfst, dus voor de komende nachtvorsten, weer binnen halen.
"tuin en plant De cyclamen zijn er weer door A. Alkema". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005
Teveel mensen lezen het ND nog niet U kunt daar iets aan doen
"Advertentie". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005
DEN HAAG - Naar schatting tussen de 25.000 en 50.000 caravanbezitters in ons land, die voor hun huisje-op-wielen geen registratiebewijs hebben, zullen in moeilijkheden komen, als zij er niet voor zorgen voor het einde van dit jaar via een overgangsregeling in het bezit te komen van dit in 1963 wettelijk verplicht gesteld papier. Zij kunnen dit doen via het inzenden van een zogenaamde basiskaart, die van 2 augustus af plus een inlichtingenblad [Overgangsregeling Registratiebewijzen Caravans] verkrijgbaar zal zijn bij alle ANWB-kantoren en de districtsbureaus van de Rijksdienst voor bet Wegverkeer.
Heeft men deze zaak niet voor het einde van dit jaar geregeld dan zal men bij het overschrijden van de Nederlandse grens met een caravan moeilijkheden krijgen, omdat de controle zodanig zal worden verscherpt, dat het gebruik van de caravan „als voertuig niet langer mogelijk is zonder registratiebewijs".
Het is dus nu of nooit, zo heeft ANWB-directeur toerisme, drs. D.J. Engelen verklaard. Dit in 1963 wettelijk verplicht gestelde registratiebewijs geldt voor alles caravans, die inclusief de inventaris meer wegen dan 750 kilogram. Naar schatting van de ANWB zijn minstens 25.000, maar waarschijnlijk wel twee keer zoveel caravaneigenaars niet in het bezit van zon bewijs.
Dit komt omdat men enerzijds onvoldoende op de hoogte is van de wettelijke bepaling, anderzijds omdat er bij controle zelden naar werd gevraagd. Dat had weer als gevolg, dat er leveranciers waren, die zich niet bijzonder inspanden om hun clientèle dit bewijs te kunnen overhandigen.
"Rijksdienst voor Wegverkeer gaat caravans registreren". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005
onder redactie van Niek van Noort
DE GROOTSTE landslak is de agaat; slak. Oorspronkelijk leefde dit dier alleen op het eiland Mauritius en misschien ook in Oost-Afrika. Deze slak heeft de grootte van een flinke sinaasappel en kan inclusief het huis een gewicht van meer dan 400 gram bereiken. De dieren kunnen zich ongelooflijk snel voortplanten.
Men schat dat één wijfje in een tijdsbestek van vijfjaar meer dan een miljard nakomelingen kan krijgen. In hun eigen verspreidingsgebied worden de slakken dankzij verschillende soorten vijanden binnen de perken gehouden. Maar helaas heeft de mens ze niet op Mauritius gelaten.
In 1847 nam een schelpen verzamelaar enkele exemplaren mee naar zijn woonplaats Calcutta en vandaar is de victorie van de agaatslak begonnen. In zijn nieuwe omgeving had hij geen natuurlijke vijanden en, zijn de bewoners van Mauritius dol op een hap slakkevlees, de inwoners van India vonden het eten van slakken maar vies. OMSTREEKS de eeuwwisseling hadden de slakken Ceylon bereikt en meer oostelijk: Singapore en Borneo. En overal waar de slak kwam, werden de oogsten bedreigd, agaatslakken zijn erg goede eters! In 1933 werden de rubberplantages van Java en Sumatra aangetast.
In noordoostelijke richting breidden de slakken zich tot Formosa, toen bezet door de Japanners, uit.
En aat oetekende voor de slakken het begin van een nog verdere verspreiding. Want de Japanners lustten de slakken wel en toen de Tweede Wereldoorlog was begonnen, volgden de agaatslakken de Japanners over al hun veroverdegebieden.
En hoewel de Japanners later van de eilanden in de Stille Oceaan werden verdreven, is de oorlog tegen de slakken er nog steeds in volle gang...
"Voor de jeugd Agaatslakken in opmars". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005
AMSTERDAM - De neringdoenden in de Amsterdamse binnenstad, die verenigd zijn in de Vereniging City Centrum Amsterdam, hebben bewerkstelligd dat het gemeentelijk vervoerbedrijfmet ingang van 11 september op de zaterdagen met snelbussen naar de Dam gaat rijden. Er zijn twee lijndiensten in het leven geroepen om de door het opbreken van het Damrak gedurende ruim acht maanden gedupeerde winkeliers, restauranthouders en hoteliers tegemoet te komen.
De 'Dam-express' gaat in een kwartierdienst rijden van de Jan van Galenstraat en van het Museumplein naar de Dam en omgekeerd. Daarbij wordt uitgegaan van het 'parkeer en rijd' -systeem: de automobilisten kunnen hun voertuigen plaatsen op de parkeerterreinen aan de Jan van Galenstraat en op het Museumplein en vinden daar vlak bij de snelbussen. De liefhebbers, die op zaterdag naar de binnenstad willen om te winkelen. moeten wel betalen voor deze snelbussen. Een tweerittenkaart ('citykaartje') gaat ƒ 1,50 kosten. Een normale rit met het Gemeentelijk Vervoerbedrijf kost thans ƒ 1,00. Er bestaan plannen van winkeliers in de binnenstad om deze citykaartjes bij aankopen aan de klanten cadeau te doen. Voorts is de Vereniging City Centrum Amsterdam aan het onderhandelen over het instellen van een snelle bootverbinding tussen het havengebouw, waar veel parkeerruimte is, en het Damrak. Daarbij wordt gedacht aan een vaarprijs van een kwartje. Aan de gezamenlijke binnenstadwinkeliers zal voorts door de vereniging een activiteitenplan worden voorgelegd om het bezoeken van de binnenstad tijdens de opbreekperiode attractiever te maken. Zo denkt men bijvoorbeeld aan het houden van een rally voor voetgangers, waarbij uiteraard de nodige ' controleposten' in de zaken van de deelnemende winkeliers zullen worden gevestigd.
"Snelle bussen en boten naar hart Amsterdam". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005
vervolgverhaal voor de jeugd door EVERT KUIJT
72) Dirk en Freek bukten zich tegelijk, grepen de bovenste touwen van de korren vast. De lier waar de kabels mee werden bediend knoerste en piepte. Razendsnel draaide de hoofdkabel zich rond de as. Kok hield de handle in zijn grote hand en lette onderwijl op zijn knechten. Met een zwaai, zodat de kostbare lading in de netten de boorden van het schip niet raakten, haalden de jongens de korren binnenboord. Kok liet de kabels langzaam wat vieren. Toen werd met een korte ruk het „slot" bovenaan de kor geopend en de oesters, ook allerlei andere waterbewoners, kwamen netjes op twee hoopjes in het ruim terecht. Jan kon zich niet inhouden en sprong het ruim in, waar tussen de oesters een druk gewriemel was van krabben en visjes. De meeuwen krijsten oorverdovend, doken op hun maaltijd af.
Ewout lette daar niet op, was verbeten bezig om de houding van de twee jongens die de korren vasthielden, juist toen ze boven het schip kwamen, vast te leggen. Het puntje van zijn tong stak tussen zijn lippen uit.
Ondertussen sloegen Dirk en Freek de korren wat uit om het meegekomen zeewier los te maken. Toen keken ze allebei naar Kok, die even knikte. De korren werden weer overboord gezet voor een volgende trek.
Ewout rustte even, bedacht dat hij straks hetzelfde beeld toch weer voor zich zou zien. „Mag ik ook even naar ze toe?" vroeg hij. Kok knikte en zei: „Ga je gang maar, jongen, trap niet op m'n oesters, hè?" „Natuurlijk niet," zei Ewout verontwaardigd.
Dirk en Freek begonnen de ongerechtigheden tussen de oesters uit te zoeken: Zeesterren, krabben, zeewier en een enkel scholletje en botje. Deze platvis bewaarden ze, de kleintjes gingen weer terug in het water. Hierop hadden de grote meeuwen gewacht: Pijlsnel doken ze en menigeen lukte het om zon gemakkelijke prooi te pakken te krijgen. Soms moesten de vogels ervoor het water in, maar triomfantelijk kwamen ze toch nog met een spartelende vis boven en vlogen er mee weg. Anderen, die minder gelukkig waren, vlogen er schreeuwend achteraan. De gelukkige vogel moest dan wenden en keren, vlug duiken of stijgen met de vis tussen zn snavel. Als hij dan zo dom was om verontwaardigd te krijsen, viel zijn buit als een steen naar het water toe. Ewout zag zoiets gebeuren toen hij naar buiten liep.
Drie, vier meeuwen doken de vis achterna en aan één van hen gelukte het om het glanzende scholletje te onderscheppen. Hij maakte er korte metten mee en schrokte het verbazend snel naar binnen. Toen vloog hij weg naar een rustiger oord, met de staart van zijn vis nog tussen zijn snavelhelften. „Straks stikt ie er nog in," dacht Ewout bezorgd, toen hij de vogel wild slikkend zijn kop en hals zag bewegen. Maar even later kwam de meeuw weer met een vaart terug en mengde zich in de strijd alsof er niets gebeurd was.
(wordt vervolgd)
"EWOUT". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005
AMSTERDAM • Het lang verwachte rapport van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie over de activiteiten van Friedrich Weinreb in de Tweede Wereldoorlog zal in oktober verschijnen. De Staatsdrukkerij zal het 1500 pagina's tellende rapport drie weken eerder uitgeven dan prof. dr. L. de Jongs zevende deel van „Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog".
In dit zevende deel heeft prof. De Jong een paragraaf opgenomen, gebaseerd op het Weinreb-rapport.
Prof. De Jong wilde desgevraagd niet ingaan op de conclusie van het Weinreb-rapport. Een vier jaar geleden door het Haarlems Dagblad bekendgemaakt interim-rapport viel negatief uit voor Weinreb, die in 1948 wegens hulp aan de Sicherheitspolizei tot zes jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Kort na het vonnis kreeg hij echter gratie.
Weinrebs in 1968 uitgegeven memoires onder de titel „collaboratie en verzet" (drie delen) veroorzaakte toentertijd veel opschudding. In 1970 leidde dat tot de beslissing van de toenmalige minister van justitie, prof. mr. C. Polak, om het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie op te dragen een „nieuw historisch onderzoek" in te stellen naar Weinrebs activiteiten tijdens de Duitse bezetting. Weinreb zelf heeft altijd van zijn onschuld getuigd. In zijn memoires ging hij daar uitgebreid op in.
Het over twee maanden verschijnende Weinreb-rapport is samengesteld door de heren Giltay Veth en Van Leeuwen van Oorlogsdocumentatie. De uitgave gebeurt onder verantwoordelijkheid van de minister van justitie.
"Weinreb-rapport spoedig gepubliceerd". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572152:mpeg21:p005