(Van onze redacteur kerkelijk leven)
KAAPSTAD - Het moderamen van de Gereformeerde Oecumenische Synode die gistermiddag hier in Kaapsta werd besloten, zal volgende week donderdag een gesprek hebben met premier Vorster van Zuid- Afrika- over de recente onlusten in de zwarte woonbuurten rond de grote steden. Tijdens deze ontmoeting zal ondermeer gesproken worden over een resolutie die de GOS vorige week aannam over de onlusten in de buurt van Kaapstad. In deze verklaring wordt een beroep gedaan op de Zuidafrikaanse regering om tegemoet te komen aan de bezwaren, die bijgedragen hebben aan het ontstaan van de onlusten.
conferentie. De bijna unaniem (met slechts enkele onthoudingen) aanvaarde resolutie doet tenslotte een beroep op alle christenen om elkaar de broederhand te reiken en aldus de vrede in Zuid-Afrika te bevorderen.
Eerder had ds. Sam Buti, scriba van de zwarte NG-kerk, een motie ingediend om „medeleven te betuigen met de bedroefden en hen verliezen hebben geleden bij de recente gebeurtenissen in Soweto en andere zwarte woonbuurten in Zuid-Afrika". De motie vroeg verder om gebed voor hen die werken naar rechtvaardige oplossingen, terwijl zij op de lidkerken van de GOS in Zuid-Afrika een beroep deed serieuze en spoedige aandacht te geven aan de problemen, die de zwarte inwoners bezighouden en dit geleid hebben tot de onlusten in Soweto en elders. De motie noemde zes problemen bij naam: arrestaties zonder proces, ongelijke lonen voor gelijke arbeid, het ontbreken van vrij onderwijs en leerplicht voor alle Zuidafrikaners, de discriminatie op grond van ras en huidkleur, het gemis aan zeggenschap bij de regering van het land en het trekarbeiderssysteem.
De GOS heeft gisteren op haar laatste zittingsdag ook nog een verklaring aangenomen over de onlusten in het algemeen. De resolutie van vorige week had speciaal betrekking op de relletjes rond Kaapstad.
In de gisteren aangenomen verklaring vraagt de synode de lidkerken van de GOS in Zuid-Afrika serieuze aandacht te geven aan de problemen die aanleiding hebben gegeven tot het ontstaan van de ontevredenheid en onrust, die leidde tot de recente onlusten.
De lidkerken van de GOS zullen waarschijnlijk in april in Potchefstroom een conferentie organiseren over de rassenproblematiek, waarnaar wegen en middelen gezocht zal worden om tot een oplossing van de problemen bij te dragen. De synode heeft de lidkerken gevraagd memoranda op te stellen voor het agendum van deze Tijdens de discussie deelde dr. J.D.Vorster - zoals hij reeds eerder gedaan had - mee, dat de regering een commissie heeft ingesteld om de oorzaken van de onlusten te onderzoeken en dat men het werk van deze commissie niet moest doorkruiden. Tenslotte diende de Dopper-hoogleraar prof. Coetzee een motie in van een aanmerkelijk gematigder karakter, waarin ook ds. Buti zich kon vinden. Deze werd tenslotte zonder een al te felle discussie door de synode aanvaard. De GOS, die tien dagen geduurd heeft, is gisteren besloten met een toespraak van de voorzitter dr. John. P. Galbraith. De volgende synode zal in 1980, waarschijnlijk in Frankrijk, bijeenkomen.
"Moderamen van GOS spreekt donderdag met dr. Vorster over onlusten Zuid-Afrika Bste Gereformeerde Oecumenische Synode gisteren besloten". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002
UTRECHT - De stichting Hulp Noord-lerland zal doorgaan met het organiseren van vakanties voor Noordierse kinderen zodra daarvoor weer voldoende geld beschikbaar is, zo heeft voorzitter C. van Bockel meegedeeld. Eén groep kinderen zal 25 augustus, na een bezoek van vijf weken aan ons land, naar Belfast terugkeren. Het aanvankelijk plan om direct weer een groep naar Nederland te halen gaat niet door, nu de. nationale inzamelingsactie voor de stichting op 17 september is afgelast. Begin deze week besloot men van de actie af te zien nadat de bemiddelingspogingen in Genève tussen de Noordieren en de stichting mislukt waren. Ondanks sterke aandrang van prof. dr. H. Fiolet, secretaris-generaal van de Raad van Kerken, en dr. A. van den Heuvel, secretaris-generaal van de Hervormde kerk, kon men de betrokken Noordierse partijen niet tot samenwerking bewegen. Met name over de „conflictverminderende projecten" in Noord-lerland kon men het niet eens worden. De organisatoren hadden met de actie 7,5 miljoen gulden willen verzamelen om vijfjaar uit de zorgen te zijn. Nu heeft het opzetten van de actie alleen maar handen vol geld gekost, aldus voorzitter Van Bockel.
"Ondanks geldgebrek: Hulp Noordierse kinderen gaat door". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002
KAAPSTAD • Het is allemaal nogal wat anders gelopen dan velen hadden verwacht op de achtste gereformeerde internationale, die hier gisteren in Kaapstad werd besloten, althans voorzover het gaat om de twee belangrijkste agendapunten. Die punten hadden beide - direct en indirect • met de [syn.]Gereformeerde kerken in Nederland te maken.
In de eerste plaats lag de vraag op tafel, of de theologische koers van deze kerken nog wel te rijmen is met de grondslag van de gereformeerde oecumenische synode. Die grondslag is de Schrift en de gereformeerde belijdenisgeschriften. Om lid van de GOS te kunnen rijn. moet je als kerk die grondslag onderschrijven en ook in praktijk brengen. Velen vroegen zich nu af, of de Nederlandse [syn.] Gereformeerde kerken dat nog wel deden. Geschriften van mensen als Kuitert en Wiersinga deden enige buitenlandse gereformeerden de rillingen al over de principiële rug lopen. En terecht. Het ging trouwens niet alleen om deze Amsterdamse hoogleraar en studenten-predikant. Nee, er was iets mis met het gehele theologische klimaat binnen [syn.] gereformeerd Nederland.
Dat veranderde klimaat had er in 1971 ook toe. bijgedragen dat deze kerken zich aansloten bij de Wereldraad van kerken. En daarmee zijn we dan direct aangeland bij het tweede belangrijke gesprekspunt in Kaapstad. Kan dat wel - zo vroeg men zich alweer af -, enerzijds lid zijn van een organisatie die het gereformeerd geloof wil verbreiden en anderzijds van een kerkelijke club die als hoogste doel schijnt te hebben dat gereformeerde geloof op alle mogelijke manieren te ondermijnen?
Het antwoord op beide vragen leek niet zo erg moeilijk. Dat vond de commissie uit de synode die zich speciaal met deze zaken moest bezighouden, ook. Zij gebruikte de term „onverenigbaar" om de verhouding tussen Wereldraad en (syn.) Gereformeerde kerken enerzijds en de grondslag van de GOS anderzijds te typeren. Met andere woorden: ze sluiten elkaar uit.
Direct stonden de (syn.) gereformeerde afgevaardigden klaar om te vertellen dat, wanneer de GOS deze uitspraak van haar commissie zou overnemen, het gedaan zou zijn met het lidmaatschap van hun kerken. Dat was dus al een principe-verklaring. Het lidmaatschap van de Wereldraad gaat de (syn.) Gereformeerde kerken blijkbaar meer ter harte dan dat van de GOS. En liever dan het kerkvolk voor dwaalleer als die van Kuitert en Wiersinga te beschermen door hun de mogelijkheid te ontnemen ze te verbreiden, wilde men met hen „in gesprek blijven". Nu was dit natuurlijk allang geen geheim meer. Maar het feit dat het door de (syn.) gereformeerde afgevaardigden nog eens nadrukkelijk werd uitgesproken, had voor de GOS des te meer aanleiding moeten zijn om een duidelijk profetisch geluid te laten horen.
Een overzicht van de vergaderzaal van de G.O.S. in Kaapstad [ND-foto]
"Signalement De GOS in Kaapstad: Moenie seer maak nie". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002
Maar het kwam er niet van. Het leek erop, dat de GOS enigszins beïnvloed was door haar vergaderomgeving, toen zij met een tweetal compromisuitspraken uif de bus kwam. Om de houding van de doorsnee Afrikaner te typeren, hoort men hier in Zuid-Afrika nog wel eens de uitdrukking „Moenie seer maak nie": altijd vriendelijk blijven en nooit iemand kwetsen.
Ook de GOS is uiterst vriendelijk gebleven tegenover de (syn.) Gereformeerde kerken. Ten onrechte; principieel en ook praktisch. Principieel omdat een organisatie die als grondslag Schrift en gereformeerde belijdenis heeft, niet kan toestaan dat een van haar leden zich daar niet aan houdt. Dan wordt die grondslag een dode letter. Praktisch, omdat de waarschuwende woorden die nu uit de bus gekomen zijn, de (syn.) Gereformeerde kerken toch niet van hun verkeerde weg zouden doen terugkeren. De afgevaardigden van deze kerken deelden immers nu reeds mee, liever voor de Wereldraad en de huidige koers van hun kerken te kiezen dan voor het lidmaatschap van de GOS.
De (syn.) gereformeerde afgevaardigde ds. A. Vos was wat dit betreft erg openhartig en eerlijk. Hij zei dat de GOS maar niet kon doorgaan met het spreken van waarschuwende woorden, maar eindelijk eens zou moeten kiezen. Als jullie het toch niet met ons eens zijn - zo luidde zijn betoog vrij vertaald - spreek dan alsjeblieft het „onverenigbaar" uit. Dan weten wij ook waar we aan toe zijn.
Maar de GOS stelde de beslissing nog een paar jaartjes uit. Natuurlijk, de waarschuwende wooaden waren er wel, maar verder moest er nog maar eens uitvoerig gepraat worden met de (syn.) gereformeerden. En dan zien we op de volgende synode in 1980 wel weer verder....
"Vriendelijk". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002
ROME - De Poolse primaat, Stefan kardinaal Wyszynski, heeft zijn ontslag aangeboden, zo is in Vaticaanse kringen in Rome vernomen.
Wyszynski was op 3 augustus 75 jaar geworden en had daarmee de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Het is nog niet duidelijk of het ontslag wordt aanvaard.
Het wordt in Rome niet uitgesloten geacht dat een gelijksoortige oplossing als voor Nederland wordt gezocht. Het aftreden van kardinaal Alfrink was aanvaard, maar deze bleef na zijn 75ste verjaardag in functie totdat met zijn vervanging door de curie-kardinaal Willebrands een voor alle partijen aanvaardbare oplossing was gevonden.
Italiaanse kranten meldden uit Polen dat onlangs op de bisschoppenconferentie in Warschau handtekeningen zijn verzameld om bij het Vatikaan te pleiten voor afwijzing van het ontslag van Wyszynski.
"Poolse primaat kardinaal Wyszynski biedt ontslag aan". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002
„Dat zal toch wel het gemeentelid zelf moeten zijn", meent hij. „Maar", zo schrijft hij aansluitend, „het is zeer de vraag of een gemeentelid die in zorgen zit dat helder ziet en terstond beseft, waarom zijn zorg en moeite de ambtsdragers meer direct raken dan zij enige hem bekende of met hem bevriende bloeders uit de gemeente raken.
Misschien vindt hij de zaken zo gecompliceerd, dat hij eerst met een ander gaat spreken. Door dit gesprek kan de broeder wellicht meer kijk en greep op het probleem krijgen; in de regel zijn zorgen en moeiten zaken met meer dan één complicatie. In de loop van zon gesr-rek", aldus prof. Trimp, „zou duidelijk kunnen worden, dat ook de ambtsdragers hier belangrijke hulp kunnen bieden. Dat alles mag een goede gang van zaken heten. De kerkeraad van Zwolle keurt een dergelijke gang van zaken dan ook niet af. Het is echter merkwaardig schrijft prof. Trimp dat de kerkeraad er wel onoverkomelijke bezwaren inziet dat een broeder, die maatschappelijk werker is, dat soort gesprekken voert. Immers, dit gemeentelid is bij voorbaat veroordeeld,- wanneer hij bij een broeder maatschappelijk werker aan de bel trekt en de maatschappelijk werker is eveneens terstond veroordeeld wanneer hij niet prompt terugverwijst. Beide maken zich, naar uitspraak van Zwolle, schuldig aan het niet eren van de door God gegeven ambtsdragers", aldus prof. Trimp, die zich in dit verband nog afvraagt, wanneer het duidelijk wordt dat het een moeite of zorg betreft die de ambtsopdracht en het ambtswerk van de ambtsdragers raken. Want er is vaak veel tijd en gesprek nodig voordat een probleem verhelderd is en er een goed inzicht in de aard van het probleem is gegroeid.
Dit beseft de Zwolse kerkeraad dan ook blijkbaar wel, want hij verzoekt de maatschappelijk werker tevens om gemeenteleden „heen te leiden" naar de ambtsdragers. Maar van dat heenleiden, meent de hoogleraar, „zal nooit meer sprake kunnen zijn, wanneer de maatschappelijke werker zich zou gedragen naar de letter van het oordeel en de uitspraak van Zwolle die hiermee samenhangen."
Hierin ligt volgens prof. Trimp een onduidelijke tegenstrijdigheid.
„Ook zijn er veel zorgen en moeiten denkbaar", schrijft prof. Trimp, „die zich juist kenmerken door gebrek aan inzicht bij het gemeentelid, die deze zorgen en moeiten torst. De man ziet wel hier een probleem en ginds een kwestie in zijn leven, en hij wil daaraan ook wel dokteren, maar hij heeft nog niet gepeild, dat de wortel van zijn moeiten het onderhouden van Gods gebod in een concrete zaak betreft. Hier is een zaak aan de orde die de ambtsdrager metterdaad en zeer direct raakt, maar de man ziet het zelf eenvoudig niet. Hij kan bij de „eigen" maatschappelijk werker binnenkort niet meer terecht, in geval het gereformeerd maatschappelijk werk zich te eniger tijd zou binden aan de regel die de kerkeraad van Zwolle daaraan voorhoudt. Want deze man wil geen „ouderlingen aan de deur". Maar hij kan wel terecht bij vele andere instanties - op de fabriek in de buurt en dergelijke. En zo wordt dan een zwakke broeder, voordat hijzelf en de kerkeraad het goed en wel weten, metterdaad uitgeleverd aan allerlei gevaren. En wie nu repliceert, . stelt prof. Trimp, dat deze man het aan zichzelf te wijten heeft „want hij} 'had toch de ambtdragers kunnen roepen", spreekt wel een „orthodoxe waarheid" maar het is met een pastorale waarheid en daarom in feite een leugen. Want we moeten niet alleen ons boekje kennen, maar we moeten vooral en allereerst de mensen kennen, als we arbeiden in de gemeente. Je kunt ook met dergelijke „waarheden" mensen verliezen, voor wie Christus gestorven is", aldus de hoogleraar. Wanneer de ambtsdragers hun ambtelijke diensten waarmaken in het opbouwen van sterke relaties met de gemeenteleden, hebben wij, landelijk gezien, geen behoefte aan uitspraken, waarin zware nadruk valt op de plicht van de gemeente tot onderwerping aan de ambtsdragers. Het is de wijsheid in ieder gezin ten aanzien van de verhouding ouders-kinderen - het geldt in de kerk niet minder", meent prof. Trimp.
Wanneer dan bovendien de meer dan eens herhaalde verzekering van het gereformeerd maarschappelijk werkaat zijn hulpverlening zich kenmerkt door het respecteren van de kerk van Christus en de aan haar geschonken ambtsdragers - met vertrouwen wordt geaccepteerd, is er mogelijkheid om zich te bevrijden van het onbegonnen werk waarmee men zichzelf kwelt in het pogen om de raakvlakken van ..moeiten en zorgen" tegen elkaar af te grenzen".
..Het wordt tijd", schrijft prof. Trimp nadrukkelijk „dat wij al deze activiteiten gaan prijzen als blijken van de rijkdom van het kerkelijk leven. Wij mogen die rijkdom nog genieten in een land, dat in toenemende mate verheidenst. Het zou wel een '-eer kwalijke zaak zijn, wanneer dit s*ük dienstverlening -in de kerken v'eugellam zou worden gemaakt en "n de aandacht van de kerkleden onttrokken zou worden door diezelfde «rken, die er eens om vroegen met het oog op de bescherming van haar bedreigde jeugd en haar kwetsbare gemeenteleden," aldus prof. Trimp. ..Stellig is er onder ons niemand die deze domheid begeert. Maar dan wordt het ook tijd, dat wij ons van onze krampachtigheden en levensvreemde constructies ontdoen en nieuwe vormen van dienstverlening in de broederschap met vertrouwen tegemoet treden. Zo kunnen wij met elkaar blijven ademen in de feestelijke ruimte, waarin de verhoogde Christus Aïn met vele moeiten en zorgen bezochte volk heeft gezet".
"Tegenstrijdig". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002
Hoe kon het zover komen? In de eerste plaats ging een meerderheid van de afgevaardigden ervan uit, dat men een broedende kip niet mag storen. Hadden de (syn.) gereformeerde afgevaardigden niet verklaard dat hun kerken getrouw bezig zijn met het oefenen van de kerkelijke tucht ten opzichte van Kuitert en Wiersinga? En inderdaad vormen deze „kwesties" nog geen afgesloten chapiter in de annalen van de (syn.) Gereformeerde kerken. Maar wat men vergat - niet wilde horen, want het werd wel openlijk gezegd door sommige synodeleden - was, dat het hier niet meer gaat om een leertuchtprocedure in de oude gereformeerde zin van het woord.
Om het eens duur te zeggen: het gaat niet meer om justitiële, maar om juditiële tucht: tucht in het kader van de voortgaande dialoog binnen de (syn.) Gereformeerde kerken, het zgn. tuchtvolle gesprek, waarbij de mensen om wie het gaat, rustig kunnen doorgaan met het verbreiden van hun valse leerstellingen.
Een tweede argument dat werd gebruikt was dat de GOS krachtens haar constitutie geen veroordelingen mag uitspreken en bindende besluiten mag nemen, maar slechts adviezen aan de lidkerken mag geven. Formeel is dit juist, maar het gaat natuurlijk niet op, wanneer het de handhaving van de eigen grondslag van de GOS betreft. Wanneer men als grondslag geeft dat de lidkerken gereformeerd moeten zijn, en men moet constateren dat een van die lidkerken niet meer aan die eis voldoet, dan mag men niet volstaan met een advies. Men zal dan die kerk voor de keuze moeten plaatsen: reformeren of bedanken als lid. Het oorspronkelijke voorstel van de commissie kwam daar in feite op neer, maar het werd niet door de synode overgenomen.
Dit zou nog enigszins te begrijpen zijn, wanneer de GOS slechts een gesprekspodium en ontmoetingsplaats van gereformeerde kerken zou zijn. De GOS wil echter meer zijn. De grondslag zegt dat zij de eenheid van alle kerken die het gereformeerde geloof belijden, wil bevorderen. De GOS wil nadrukkelijk een gereformeerde oecumenische organisatie zijn. Nu gaf zij er reeds in het verleden bhjk van, deze doelstelling niet al te serieus te nemen. Zij koos liever voor een vrijblijvende eenheid dan voor een werkelijk gereformeerde oecumene. Binnen dat raam kan het gebeuren dat twee of drie verschillende, naast elkaar levende kerken elkaar levende kerken elkaar wél binnen GOS-verband ontmoeten en gemeenschap oefenen. De GOS heeft zich nooit bijzonder ingespannen om in die situatie verandering te brengen. Voor een organisatie die zegt de gereformeerde oecumene te willen bevorderen, moet dat onbestaanbaar zijn. Ook nu is « GOS voortgegaan op deze weg en heeft zij liever de eenheid wUW bewaren dan te waken voor haar gereformeerde karakter. Dat is de gemiste kans van Kaapstad 1976.
En dan zien we nog maar af van h feit dat de nu genomen besluiten w halve niet-principieel, ook onreu» tisch zijn. Wie wel eens een (synJß reformeerde synodevergadering w meegemaakt, waar over de GOS. gesproken, weet dat deze organ'sa» allesbehalve leeft binnen de w gereformeerde gelederen. H« maatschap van de Wereldraadla» men veel belangrijker. Het is n verwachten dat de (syn.) ierdox^ de houding de komende vier ja* veranderen. En de volgende w dus met precies dezelfde problemen maken krijgen. Met dit nadeel i» lijk, dat de tijd ongetwijfeld < voordeel van de (syn.) Gereformeer kerken zal werken. wK->lzinnig« Door haar enigszins dubbeu uitspraak over het Bdmaatscnw de Wereldraad van kerken, n GOS bovendien opening gege een deze organisatie in plaats_ profetisch getuigenis laten"0' zich Wij zijn bang, dat die kerken nu reeds enigszins aangespr'u . len door de Wereldraad van zoals bijvoorbeeld diverseit. kerken in Afrika -, zich door^ spraak niet zullen *aten "^tie. lid te worden van deze org* d_gen De GOS heeft de afgeM*»' mrf de kans gehad ernst te m*datC.it haar grondslag. En wanneer nodig was, dan was dat n geval! Men had kunnen aam & Meen een oecumenische,, m „^he les een gereformeerde _oecu k_nS organisatie te willen zijnheeft zij opnieuw gemist. p.A.B'
"Geen veroordeling". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002
[ Van onze kerknieuwsredactie]
KA MPEN -~ Dat er in bepaalde gevallen raad, troost, vermaning nodig is - het is geen privilege van de kerkeraad om deze vormen van hulpverlening te bieden. Evenmin is het de exclusieve plicht van de ambtsdragers. Het charisma van de gemeente is niet in een paar kerkeraadsbanken gelocaliseerd. Dat er financieel geholpen en maatschappelijke hulpverlening nodig is - het is geen monopolie van de diakenen om hierin te voorzien. Tegelijk raakt iedere moeite en zorg op een bepaalde manier en in een bepaald stadium ook de ambtsdragers. Want er is uiteindelijk niets in dit leven, dat buiten de omgang met de God van het verbond omgaat. Maar juist omdat het leven met de Here geleefd wordt in heel de concreetheid van ons dagelijks bestaan en daaruit nooit te isoleren valt, zijn er geen zaken die zonder meer en exclusief louter en alleen de ambtsdragers betreffen".
Dit schrijft prof.dr. C. Trimp in de „De Reformatie" van deze week in een commentaar op de verduidelijking van de uitspraken van de kerkeraad te Zwolle inzake de verhouding ambtsdrager - maatschappelijk werker binnen de Gereformeerde kerken.
„Een verduidelijkte uitspraak", aldus prof. Trimp, „die ons helaas geen stap verder helpt".
Hij wijst in dit verband onder meer op het oordeel van de kerkeraad van Zwolle „dat de taak van de ambtsdragers van de leden van de gemeente vraagt zich gewillig onder het opzicht en de regering van de kerkeraad te begeven". Hij betreurt het dat de kerkeraad dit oordeel heeft laten staan. „Het is immers de Heilige Geest, die dit van de gemeenteleden vraagt, zoals blijkt uit het apostolisch woord. Hier van de taak van de ambtsdragers spreken, meent prof. Trimp, in plaats van aandacht te vragen voor de orde van de Geest in Christus' kerk is een verkorting van de horizon, waarbinnen het ambtelijke werk in de gemeente verricht wordt.
raad veel belang hecht aan de formulering dat het hem begonnen is om die zaken (moeiten en zorgen) „die de ambtsopdracht en het ambtswerk van de ambtsdragers raken". Ten aanzien van die zaken geldt volgens de uitspraak van Zwolle, dat de leden van de gemeente zich daarmee niet naar een maatschappelijk werker, maar naar de ambtsdrager moeten begeven voorts dat de maatschappelijke werkers met betrekking tot zulke zaken geen werk mogen verrichten buiten de door de Heere gegeven en over de gemeente gestelde ambtsdragers om en dat de maatschappelijke werkers die gemeenteleden die zich desondanks met dergelijke zaken rechtstreeks tot hen wenden, behoren terug te verwijzen en of „heen te leiden" naar de ambtsdragers. Prof. Trimp stelt in dit verband de kerkeraad de vraag wie bepaalt dat een zorg of moeite het werk en de opdracht van de ambtsdragers raakt.
Ambtsdragers moeten niet zoveel naar zichzelf kijken of over zichzelf spreken", aldus prof. Trimp, „dat past niet bij dienaren en er gaat bovendien weinig kracht van uit."
Ook betreurt de Kamper hoogleraar ten aanzien van één der oordelen van de Zwolse kerkeraad, „dat de band tussen de gemeenteleden onderling blijkbaar niet uniek is, althans niet uniek genoemd wordt." „Intussen", schrijft prof. Trimp, „is die band evenzeer en in gelijke mate een wonder van de Heilige Geest, zowaar als het lichaam waarover in 1 Kor. 12 wordt gesproken, een kunstig werkstuk van God in de wereld."
Blijkens de accenten die de kerkeraad van Zwolle in haar uitspraken aanbracht, meent prof. Trimp dat deze
"Prof. Trimp reageert op uitspraken Zwolle: Hulpverlening geen privilege of plicht van kerkeraad alleen". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002
ASSEN-De i„,rede Zuijlj-kom zal plaats «• B. Vail zondag 5 september a.s. om rt, °» de Maranathakerk e„ om ,0,, ü»r ■« Kandelaar. De bevestiKin," k** om 9.30 uur in de Kande"_argÏT.hie(l' ger is ds. H.J. Nijenhuis
Zondag a.s. neemt ds Van y kom afscheid van de Kerk t 'le" nmgen-Zuid in een kerkdienst Gr°- Zuiderkerk die om 16 30 "_m de vangt. uur aan- De pastorie in Assen aan de u • doornlaan 4 werd verbouwd en »h breid voor een bedrag van ƒ3n SS* De voortgaande kerkinstitueri^ Assen kan nog niet per 1 scp "* 'n ingaan daar de juiste grensKl nog in bespreking is. "n 8
"geref. kerken Afscheid en intrede ds. B. van Zuijlekom". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002
• Amstelveen De middagdienst zal aanvanc-.--14.45 uur. Voorganger TsTs? Cnossen van Spakenburg-Noord Plaats: gebouw Eben Haëzer aan de Molenweg 10. _ ae • Huizum-Minnertsga De diensten te Huizum zullen voor taan aanvangen om 9.30 en 16.30 uur"
"Kerkdiensten". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002
Beroepen te Nunspeet: T.P. van Belzen te Hoogeveen.
"Geref. kerken (syn.)". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002
Beroepen te Doornspijk: P. Beekhuis te Noordeloos. Beroepen te Vineland (Ontario, Canada): J. van Amstel te Enschede-West; te Hamilton (Ontario, Canada): j! Westerink te Nunspeet.
"Chr. Geref. kerken". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002
Beroepen ten Benthuizen: J.M. Kleppe te Woerden. Beroepen te Lelystad: J. Mijnden te Ridderkerk.
"Geref. Gemeenten". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002
Beroepen te Tuil en 't Waal: C.J. Sjollema, vicarus aldaar, die dit beroep heeft aangenomen. Bedankt voor Wezep en voor Veenendaal: J. Vos te Putten. Beroepen te Kinderdijk: H. Veldhuizen te Wapenveld. Bedankt voor Krimpen a.d. Lek: M. Verduin te Brakel.
"Ned. Hervormde Kerk". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572163:mpeg21:p002