„Voor het beantwoorden van de volgende vraag krijgt u drie seconden. Noemt u eens iemand op die erg nuch-
ter is! Een..., twee...". „Jan Mulder!!" „Uitstekend, tien punten! Volgende vraag: Waarom denkt u eigenlijk dat hij zo nuchter is? Een..., twee...". „Omdat hij een Groninger is, hij komt uit Winschoten, en het is algemeen bekend dat Groningers...". „Ja, ho maar, ik hoor het al, de vraag is goed beantwoord, opnieuw tien punten, dat maakt bij elkaar 20 punten. Dan komt nu de derde vraag, let u goed op: waaruit blijkt die spreekwoordelijke nuchterheid van de Groninger Jan Mulder? U krijgt hiervoor vijf seconden bedenktijd: een..., twee..., drie...". „Vanwege zijn knie!" „Ja, nee, daarover moet ik even ruggespraak houden met de jury. Is dat goed, jury? Het is half goed, maar ik geef u nog één kans om uw antwoord aan te vullen. Ga u gang: een..., twee...'.'.
„Omdat hij geen joeghei roept voordat zijn knie over de brug is!" „Jury?? Ja, het antwoord wordt goed gerekend, u krijgt er opnieuw tien punten bij, dat maakt 30 punten en u blijft in de strijd! Bravo! En dan komt nu de laatste vraag en ook de moeilijkste vraag, zoals u weet. Maar u krijgt er dan ook 20 punten voor, en bij 50 punten gaat het kanon af en krijgt een van de resterende christelijke bejaardentehuizen in ons land een voetbalveld cadeau. Let u dus goed op. U krijgt tien • seconden bedenktijd! Waarom is al het voorgaande, over die nuchterheid van Jan Mulder, grote onzin en flauwe kul? Uw tijd gaat nu in! Een..., twee..., drie.... vier..."
„Mag ik een gokje wagen? Ik heb afgelopen zondag die wedstrijd gezien van Ajax tegen Haarlem. Hij had dus die knie. En iedereen hoopte dat die knie het zou houden. Maar Haarlem, dat had geen knie zogezegd maar dat had Barry Hughes. En Bany Hughes is geen nuchtere Groninger maar een nuchtere Engelsman, en die heeft dus tegen Joop van den Berg en tegen Marijt gezegd: Zeg, hoor eens, die Mulder, een aardige jongen, maar als hij per se wil voetballen met die knie dan
moet hij dat weten, maar wij kennen geen pardon. Niet voor Keizer en niet voor Neeskens en ook niet voor Mulder met zijn knie. Dus wat deden die Haarlemmers, die gingen er meteen stevig in. Jan Mulder begon de wedstrijd met twee overtredingen méé! Maar je zag hem niet kikken of verontwaardigd kijken of pijnlijk zijn knie betasten, of voor de show büjven liggen, omdat hij wist dat dit gebeuren zou en dat het erbij hoorde".
„Hij is het veld ingegaan met de gedachte: 'mijn knie is misschien gammel, maar ik, Jan Mulder, ben allerminst gammel, dus mij zullen ze niet horen! Dat was geen kwestie van nuchterheid, maar van voorbedachte keuze. Nuchterheid is meer een kwestie van onderkoeld gevoel, en bij Jan Mulder is er eerder sprake van een bewuste levenshouding, zolang het met die knie voor 100 procent of minstens 95 procent in orde is. In het begin miste hij een paar kansen, die hij in zijn gewone doen misschien ook gemist zou hebben (iedereen mist kansen), maar die nu extra betekenis en bewijskracht kregen. Voor ons. de Mulder-supporters op de tribune, die mentaal gesproken met een omzwachtelde knie zaten te kijken, waren dat „pijnlijke" missers, omdat we allemaal zo vurig hoopten op een succesje, een meevallertje, een soort van „levensteken" van dat kniebeen, maar nee, het zat in het begin niet mee". „Dat kwam door dat nummer 10 op Jan Mulder zijn rug, zei mijn buurman, want dat nummer heeft nieges. Dick van Dijk had ook nummer 10, daar rustte ook nieges op. Tien is een niegesnummer. Nieges is Jiddisch, betekent slecht, ondeugdelijk: niegeswaar is slechte waar en tien is dus een niegesnummer. Maar hoe mooi de kans ook was die hij miste, Jan Mulder maakte geen vertwijfelde bewegingen in de richting van de tribime, hij smeekte niet, op zijn knieën liggend, met gevouwen handen de zegen (en de zege) van boven af, dus iedereen op de tribune dacht: hij is nuchter! En ze weiden in die mening gesterkt, toen hij kort voor rust dan toch zijn doelpunt maakte: hij ving de bal op zijn borst op, werd evea vrij gelaten, en „op nuchtere wijze" lelde hij de bal langs Lelieveld: 2-0. Op de tribune stond iedereen op, juichte en applaudisseerde. Niet voor het doelpunt, maar voor Jan Knie".
„Ikzelf, heren van de jury, was ontroerd, jazeker, want ik kom niet uit Winschoten, maar uit Amsterdam, dus u begrijpt. Ik zou u graag de gevoelens van Johanna Mulder, Jans vrouw die op de tribune zat, op dat moment gevisualiseerd hebben gezien op het tv-scherm. Kijken hoe de radar reageerde op haar gevoelens van vreugde, van opwinding, van opluchting en of de nuchterheidslijn (zij is ook Groningse) nog enige uitslag van betekenis te zien gaf op dat moment. Jan Mulder zelf reageerde niet. Geen luchtsprong, geen hand omhoog, geen standbeeldhouding („hier sta ik, omhels mij!"), gewoon: niks. Meer een voorbijganger, die verbaasd was over de vreugdetonelen rondom hem. Nuchter? Integendeel: een zichzelf opgelegde distantie, dwars tegen zijn eigen gevoelens in. Een beredeneerde houding, die je afwachtend zou kunnen noemen".
„En ook sceptisch tegenover zijn eigen verrichtingen en zijn eigen knie. Het bewijs leverde hij in de tweede helft toen Johan Neeskens een prachtige 1-2-3—i-combinatie afrondde met een gaaf doelpunt. Jan Mulder had er toevallig geen aandeel in, maar hij had iets bijzonder moois gezien, iets dat hij zonder enige reserve, zonder enige scepsis kon appreciëren. Dus hoe reageerde hij? Opnieuw nuchter? Integendeel, iiij sprong geweldig uit de band, een liachtsprong van anderhalve meter hoog, godzijdank door een alerte fotograaf vastgelegd. Daarom zeg ik: de teruglioudendheid van Jan Mulder heeft niets te maken met nuchterheid, maar is een welbewuste uiting van scepsis met voorbedachten rade. Ik hoop dat ik de vraag daarmee tot tevredenheid beantwoord heb".
De presentator keek vragend naar jury-voorzitter Victor van Vriesland, oud-stopperspil van „Frisia", die met krakende stem zei: „Het antwoord van meneer stemt woordelijk overeen met het ajstwoord dat ik hier op een briefje heb staan, meneer krijgt dus 20 punten erbij!" O begrijpt dat ik daar heel nuchter op reageerde, want wat heb ik ■i-en voetbalveld bij een christelijk :.tehuis? Ik voetbal uit princiop zaterdag.
e durft nog te beweren, dat voetbaUen en schaken niets met elkaar te maken hebben na dat bericht in het befaamde Bussische schaakblad 64"? Alexander Muenninghoff maakte' er met die nodige ironie melding van in Schaaükbulletin nummer 69. Ik citeer: „Een aardig nieuwtje voor ons, Nederlanders, trof ik aan in „64", nummer 28 op de laatste bladzijde in de Miscellaneous—rubriek. In een toernooi in Noorwegen, dat werd gewonnen door de Fin B___t____en met de Pool Bednarski als tweec_e, eindigde Daan de Lange op een gedeelde derde plaats. Vroeger was hij, volgens „64", midvoor van Ajax en het Nederlands elftal, thans is hij een van de sterkste schaakspelers van Noorwe-
Tj ziet het, iemand met een Nederlandse naam hoeft in Parijs maar gepakt te worden voor hasj-smokkel, of in Noorwegen bij het schaken een derde plaats te behalen, of prompt wordt hij gebrandmerkt als „speler van Ajax'". en als het even kan ook al Nederlands elftalspeler, want dat zijn vocht de buitenlanders momenteel twee synon temen.