(Van een medewerkster)
Ons leidingwater is, figuurlijk, in heftige beroering. Sombere prognoses zijn niet van de lucht: oppervlaktewater vervuilt dusdanig dat de huidige techniek er bijna geen goed drinkwater meer uit kan brouwen, en daarom worden forse prijsstijgingen van dat drinkwater in het vooruitzicht gesteld. Voorspeld wordt dat binnen tien jaar de waterprijs, los van de geldontwaarding, verdubbeld zal zijn. Intussen stijgt het verbruik van dat leidingwater in Nederland nog steeds snel: in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog amper 300 miljoen kubieke meter per jaar, momenteel meer dan het drievoudige, een verbruik dat binnen de komende 30 jaar nog eens zal verviervoudigen.
Deskundigen uit de waterleidingwereld betogen desondanks dat de Nederlandse consument (nog) niet zuinig met drinkwater hoeft om te gaan, {naar dat hij het kostbare leidingwater ook niet mag verspillen. Tegen zulke wat paradoxaal lijkende uitspraken zit de consument, in casu de huisvrouw, aan te kijken: waar eindigt verantwoord verbruik, waar begint de verspilling van water in de huishouding?
In vele keukens worden steeds meer waterverbruikende machines geïnstalleerd.
"Waar begint verspilling van water?". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
"Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
„Moeilijk te zeggen", vindt ir. P. Stoter, directeur van een der (ruim honderd) Nederlandse waterleidingbedrijven en bestuurslid van de Vewin, de vereniging van exploitanten van waterleidingbedrijven in Nederland. „Het is zeker verspilling van water als iemand 's zomers elke dag de tuin sproeit. De waterleidingbedrijven propageren dan ook één grondige sproeibeurt per week, als zijnde voordeliger en bovendien veel beter voor de tuin. Maar als iemand ieder weekend zijn auto staat te wassen zou ik dat niet zonder meer verspilling durven noemen. Want duizenden mensen zien dat autowassen als een zinvolle vrijetijdsbesteding".
In een der vele onnozele tv-reclamesbegrip „verspilling van water en energie" (waarschijnlijk onbedoeld) fraai geïllustreerd door een pietluttig huisvrouwtje dat een forse wasautomaat in werking stelt, enkel en alleen ter reiniging van één bemodderd kindertruitje. In de praktijk van de Nederlandse huishouding komt het laten draaien van half of gedeeltelijk gevulde machines weinig voor, meent ir. Stoter. „Die was- en vaatwasmachines gaan echt wel vol. Een andere zaak is dat er op dit terrein nog steeds nieuwe apparaten bij komen. Zoals de vaatwasmachine die heel wat meer water opslokt dan de afwas-in-de-gootsteen, en de gootsteenvuilvernietiger. Dat ding is ook in Nederland in opkomst, zij het dan nog langzaam".
"Tuin en auto". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
Aan die vernietigers van gootsteenvuil (ook wel „keukenmolentjes" genoemd) ziet hij als waterleidingdeskundige een aantal bezwaren kleven. „Gootsteenvuilvernietiger is een misleidend woord, het is alleen maar een vuilverkleiner", zegt hij. ~De grote bezwaren zijn, dat zon apparaat ook weer het nodige water gaat verbruiken, bovendien energie kost, en ook nog dingen vermaalt die veel beter in vaste vorm kunnen worden afgevoerd. Het afval wordt alleen maar vennaald, niet vernietigd. Aan de ontwikkeling van zulke apparatuur zit een aantal kanten waar we erg voorzichtig mee moeten zijn. Het gebruik wordt door ons in ieder geval niet aangemoedigd". Dat laatste geldt ook voor een huishoudelijk hulpmiddeltje dat de laatste tijd veel wordt gepropageerd: de „steen in de stortbak" die waterbesparend zou kunnen werken bij elke toiletspoeling. Niets nieuws onder de zon: de waterleidingmensen noemen het „een al heel oud huishoudelijk bezuiwi gingsfoefje" diait om hygiënische redenen bepaald niet wordt gepropageerd. De toiletspoelingen in onze woningen zijn qua hoeveelheid volgens ir. Stoter „goed uitgekiend" omdat de Nederlandse waterleidingbedrijven in het algemeen als eis stellen dat alle materiaal hiervoor het garantiemerk heeft van Kiwa, het keuringsinstituut voor waterleidingartikelen dat voor stortbakken een proefondervindelijk geteste waterinhoud voorschrijft.
De gescheiden of dubbele waterleiding (toevoer naar de woning van twee soorten waiber, respectievelijk voor consumptie en voor huishoudelijk gebruik van allerlei aard) mag voor de leek een ei van Columbus lijken, de vakmensen plaatsen er nogal wat vraagtekens bij. Afgezien van de enorme aanlegkosten van zulke dubbele watemetten ziet men toch wel grote risico's voor de volksgezondheid in zon „tapsysteem met twee kraantjes". De kans op vergissingen, zowel bij het consumeren van water als bij het installeren van dubbele binnenleidingen, wordt over het algemeen te groot geacht. Overigens Is ook dit idee al veel ouder dan vandaag: lang geleden heeft Amsterdam zon dubbele leiding gehad die respectievelijk duinwater en water uit de Vecht leverde, en in industriegebieden worden ook nu grote hoeveelheden „gescheiden" water afgeleverd.
„Wat technisch ook zou kunnen Is een ander snufje twee gescheiden toiletspoelbakken, respectievelijk voor grote en kleine spoelingen. Zoiets behoort tot de mogelijkheden die serieus kunnen worden onderzocht", zegt ir. Stoter. Hierbij gaan de gedachten ook in de richting van de wasmachine en de onvermijdelijk opkomende vaatwasmachine die elke dag ontelbare liters water staan te verzwelgen. Theoretisch zou ook daar in de toekomst een stuk bezuiniging op het huishoudelijk waterverbruik kunnen liggen.
Tot nu toe wordt dergelijke apparatuur uitsluitend op de veiligheidsfacetten van het water- en elektriciteitsverbruik gekeurd, maar het lijkt heel goed denkbaar dat men in de toekomst ook de hoeveelheden water en energie die zulke machines verbruiken, aan keurmerken gaat onderwerpen. Vanuit het huishoudelijk gebruik bezien vindt ir. Stoter daarnaast het zuinig toepassen van de beruchte fosfaathoudende wasmiddelen nog altijd een belangrijk punt in de strijd tegen de vervuiling van het oppervlaktewater dat immers een van de bronnen is die ons drinkwater moeten blijven leveren. In hun propaganda zeggen de waterleidingbedrijven dan ook (nog) niet: „zuinig met ", maiar wèl „wees wijs met water."
"Misleidend apparaatje". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
„Miss Sabena" heet een roos, gekweekt ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de in 1923 opgerichte Belgische luchtvaartmaatschappij Sabena. De stewardessen van de maatschappij mogen zich ter gelegenheid van dit feest een nieuw uniform laten aanmeten. De eerste van deze Belgische gastvrouwen-in-het-luchtruim zijn pas na de Tweede Wereldoorlog, in 1946, bij de maatschappij verschenen. Tien jaar later waren er al tachtig en op het ogenblik heeft de Belgische maatschappij er (volgens maandblad Marie Claire) vierhonderd in dienst. In 1964 werd het „huwelijksverbod" voor de Belgische stewardessen opgeheven en ongeveer dertig procent van de vliegende gastvrouwen is momenteel getrouwd.
"Van voor en over vrouwen van voor en over vrouwen van voor en over Miss Sabena". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
Britse feministen willen hun strijd tegen de discriminatie van vrouwen »P allerlei terrein met feiten kunnen staven. In maandblad Nova roept het Londense „Women's Centre" alle vrouwen op om contact te zoeken met het centrum, wanneer ze menen dat ze in werkgelegenheid, studie- en scholingsmogelijkheden of op andere terreinen worden achtergesteld bij mannen. Een werkgroep van het centrum wil zoveel mogelijk details verzamelen van door vrouwen gemelde „specifieke discriminatiegevallen". Wanneer overleg met de discriminerende partij onmoge"Jk blijkt of onbevredigend verloopt, wil men zulke gevallen via de dagbladen in de publiciteit brengen. De werkgroep belooft alle informaties strikt vertrouwelijk te zullen behandelen, en ze alleen met toestemming Van de betrokken vrouwen openbaar te zullen maken.
"Discriminatiefeiten gevraagd". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
Tweedjasjes in kleurenmelanges van oruin, beige, grijs of blauw, gedragen P effen pantalons in bijpassende klcuhet recept van modeontwerper ied Lapidus voor de mannenmode winter 1973-1974. Ted ventileert zijn inzichten omtrent wat hij noemt „de *e"ijning van het silhouet van de man van vijfentwintig, vijfendertig en vijfenvijftig jaar" via met miniatuurstaaltjes stof gegarneerde advertenties in Franse modebladen. Hij laat voorts weten dat naar zijn mening het „geklede" mannenkostuum deze winter een effen pak van marineblauwe wollen stof zou moeten zijn. Zon stemmig donker pakje mag dan met accessoires in heldere kleuren worden opgesierd.
"Ted's mannenmode". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
Het vertrokken gezichtje van een mannetje dat letterlijk groen van ellende ziet, wordt sinds kort in de Amerikaanse stad Pittsburg verspreid in de vorm van een sticker. Het gifgroene plakplaatje is bedoeld als waarschuwing op giftige huishoudelijke produkten die ook in Amerika de oorzaak zijn van heel wat vergiftigingsgevallen bij kinderen. De stickers worden verspreid met een lijst van in de huishouding veelvuldig gebruikte produkten die van zon stickertje zouden moeten worden voorzien. Volgens de ideeënrubriek van maandblad McCall's hebben proeven uitgewezen dat kinderen de „boodschap" die dit ziekelij k-groene gezichtje wil overbrengen, veel beter begrijpen dan het traditionele door een schedel en gekruiste beenderen uitgebeelde „gifteken".
"Groen ventje: gevaar". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
„Wat is het verschil tussen praten en actie voeren? Die twee dingen komen op hetzelfde neer. Praten betekent ook handelend optreden. De vrouwen hebben zich altijd laten afbeulen en het feit dat ze nu openhartig praten is op zichzelf al een belangrijke actie die serieus moeten worden genomen", aldus de Franse actrice Delphine Seyrig, 41 jaar („Vorige zomer in Mariënbad" en nog tien andere films) in een interview met weekblad Elle.
"Praten is actie voeren". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
Is het roken van sigaretten voor aanstaande moeders schadelijk voor de ongeboren baby? De vraag is, aan de hand van de resultaten van medische onderzoekingen, in de afgelopen jaren zowel bevestigend als ontkennend beantwoord. In de Verenigde Staten is het probleem weer actueel geworden naar aanleiding van de jongste rapporten die de Public Health Service in dat land over het roken heeft uitgebracht. De medische rubriek van Ladies' Home Journal citeert uit een PGS-rapport ondermeer dat ieder jaar in de VS enkele duizenden babies dood worden geboren, als gevolg van de rookgewoonten van hun moeders. Dat zou meer zijn dan het aantal babies dat levenloos wordt geboren als gevolg van meer bekende afwijkingen. Het rapport waarschuwt zwangere vrouwen dat ze door het roken van sigaretten het risico verhogen dat hun kind voor of vlak na de geboorte sterft, of in ieder geval geboren wordt met een lichaamsgewicht dat beneden het normale ligt.
"Rokende moeder: gevaar voor baby?". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
„Mag ik zeggen dat het praten over vrouwen me soms de kriebels geeft? Ik vind namelijk dat mannen in hoge mate onvrij zijn. Stel je voor, een man in het huishouden. Lekker voor de kinderen zorgen. Wat zeggen de buren? Dat kan hij niet doen. Mannen moeten. Mannen moeten de kost verdienen, moeten wat worden, moeten een gezin onderhouden. Kortom, de onvrijheid van mannen is erg groot en vrouwen vergeten te vaak dat zij grote uitbuiters zijn. Een huishouden kan wel hard werken betekenen maar het betekent ook veel vrijheid". Dr. Mary Zeldenrust-Noordanus, oprichtster van het instituut voor psychologisch marktonderzoek, in een gesprek met het radicaalfeministische maandblad Opzij.
"Huisvrouw: ,vrije vrouw'?". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
„Als je bent aangerand, bereid je dan voor op het gevoel alsof je door de politie nogmaals wordt aangerand", adviseert (in maandblad McCall's) de vrouwenwerkgroep die zich „Boston Women's Collective" noemt. De werkgroep waarschuwt slachtoffers van aanranding dat ondervragende politiefunctionarissen niet alleen het relaas van de „ervaring" tot in de kleinste details willen horen, maar bovendien vaak openlijk suggereren dat het slachtoffer de aanranding heeft uitgelokt. Als haar zaak de rechtbank haalt zal ze moeten bewijzen dat ze zich „met voldoende kracht" tegen de aanvaller heeft verzet. Volgens de werkgroep wordt in 80 procent van de gevallen de aanrander vrijgesproken. Niet alleen in Boston, maar in heel Amerika organiseren vrouwengroepen op het ogenblik centra voor „medische, juridische en emotionele hulp" aan slachtoffers van aanrandingen op straat en in huis.
Via brochures worden niet alleen adviezen gegeven, maar wordt ook getracht om de publieke opinie te veranderen. „De mentaliteit dat aangerande vrouwen „er zelf om gevraagd hebben" heeft tot gevolg dat de wet de slachtoffers als misdadigsters behandelt en de aanranders vrijuit laat gaan", aldus de actiegroepen die onder meer betere politiebescherming eisen en vrouwelijke advocaten willen inschakelen om als tussenpersoon tussen slachtoffers en politie op te treden. Harde cijfers die ze hanteren: het aantal aanrandingen is afgelopen jaar over het hele land met ruim tien procent gestegen, in de Amerikaanse voorsteden met bijna 20 procent ,in sommige steden met meer dan 25 procent.
"Amerikaanse vrouwen contra aanranders". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
De 22-jarige Amerikaanse Kathy Duffey is, volgens het vakblad Hotel Revue, de eerste vrouwelijke sommelier (in goed Nederlands vertaald: wijnkelner). Zij werkt in het restaurant van een bekend hotel in Boston en leerde het tot nu toe aan mannen voorbehouden vak zowel in de praktijk als op een speciale wijncursus. aangezien sinds haar komst in het bedrijf de wijnomzet in het restaurant verdubbeld is, zijn haar werkgevers bijzonder blij met deze doorbraak in een van oudsher mannelijk beroep. De eerste vrouwelijke sommelier heeft al een assistente die van haar de kneepjes van het vak zal leren. Beroepskleding van de meisjes: hotpants en laarzen met gestreepte bloesjes en schortjes.
"Eerste vrouwelijke sommelier". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
De Westduitse regering zoekt een „Oberbundesfrau" (die volgens tijdkrijgen over een speciale afdeling vrouwenzaken van het departement van de vrouwelijke minister dr. Katharina Focke, onder wier verantwoordelijkheid de zaken „jeugd, gezin en gezondheid" in de Bondsrepubliek ressorteren. De „Oberbundesfrau" (die volgens tijdschrift Jasmin met een maandsalaris van bijna 5000 mark bruto zal worden gehonoreerd) moet aan de volgende eisen voldoen: ze moet zich volledig willen inzetten voor de gelijkheid van de vrouw, ingeroeste vooroordelen te lijf gaan en wetsontwerpen ter verbetering van de positie van de vrouw op gang brengen, wanneer die in andere ministeries zijn blijven steken. Voorts wordt van haar verwacht dat ze Engels en Frans spreekt, en „niet te links" is.
",Oberbundesfrau' gezocht". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
Ook het „oudste beroep ter wereld" ontkomt niet aan de beroering van emancipatie- en vrouwenbevrijdingsbewegingen. In Duitsland zijn veel meisjés-van-plezier al geruime tijd gehuisvest in de speciale nederzettingen die met zon treffend woord „eros-centra" worden genoemd. In Nederland komt de discussie over dit begrip ook op gang, en in Frankrijk hebben krantelezers en televisiekijkers de laatste paar maanden meer over prostitutie in eigentijdse aanpak en entourage kunnen lezen en zien dan ooit tevoren.
De vrouw die in Frankrijk op het ogenblik middelpunt van de discussie op dit gebied is heet Jacqueline Trappler, is midden dertig en zelf prostituee sinds ze meerderjarig werd. Ze is op het ogenblik waarschijnlijk de meest geïnterviewde vrouw in haar vak. In een week tijd verscheen ze tweemaal in Franse televisie-uitzendingen om haar visie op de toekomst van „het vak" te verdedigen. Franse bladen hebben haar pagina's ruimte gegeven voor het spuien van haar Ideeën: het oudste beroep ter wereld moet een erkend en gerespecteerd vak worden, en volgens haar zijn moderne „centre d'amour" (naar voorbeeld van de Duitse eroscentra) bij zon ontwikkeling onmisbaar.
Jacqueline Trappler zegt dat ze haar actie voert in naam van „de bevrijding van de vrouw". Zij is overigens een van de velen In haar beroep die in geen enkel opzicht meer doen denken aan het prototype van de Irma-la-Doucemeisjes die opzichtig uitgemonsterd tegen lantaarnpalen hangen en de clientèle meenemen naar sombere hotelkamertjes. Jacqueline Trappler benadert haar klanten vanuit de comfortabele auto waarin zij in de late avonduren door bepaalde straten van haar woonplaats toert, een voertuig dat trouwens ruimschoots overtroffen wordt door de riante sportwagens van sommige collega's in haar district. Ze ontvangt hen In haar fraai ingerichte en van alle gemakken voorziene appartement en haar maandelijks inkomen wordt geschat op om en nabij de tienduizend gulden. Een paar uitspraken en Ideeën van „madame Eros Center" zoals ze al wordt genoemd: prostitutie is nog een bezigheid, maar moet een beroep worden. De Franse wetgever negeert de prostituee totaal terwijl ze als „een gewone, betaalde werkkracht" zou moeten worden beschouwd. De politie jaagt af en toe op ons alsof we vogelvrij zijn. We moeten beroepsstatus krijgen en beschermd kunnen wonen. Het is, zeker voor de jeugd, een weinig verheffend gezicht als een vrouw zich op straat moet aanbieden. In een eros-centrum zouden bovendien de prostituees volgens een soort „sterrensysteem" kunnen worden geklassiflceerd, vanaf het simpele meisje-van-plezier tot en met „de ontwikkelde, elegante, bereisde en knappe gastvrouw die diverse talen spreekt". Het zijn enkele van de redenen waarom Jacqueline Trappler, veterane-inhet-vak mag men wel zeggen, zich heeft opgeworpen als voorvechtster voor het stichten van officieel-erkende centra van erotisch plezier in haar land. Pikant detail is dat ze hierbij steun krijgt van onverwachte zijde. Namelijk uit de kringen van ex-politici die een kleine dertig jaar geleden pal achter de wet op de sluiting van de Franse bordelen stonden maar nu (onder het motto dat in een kwarteeuw de hele situatie radicaal veranderd is) de oprichting van eros-centra wel zouden willen accepteren als een middel om, vooral ook uit gezondheidsoogpunt, de prostitutie in Frankrijk onder wettelijke controle te houden. Jongere collega's in het vak daarentegen die goed tot zeer goed verdienen en naar hun eigen zeggen in de huidige situatie „veilig en onder prima condities" kunnen werken, voelen weinig of niets voor de actie-Trappler. Ze willen hun vrijheid niet verliezen en zijn het er bovenal over eens dat de man die voor korte tijd een andere bedgenote zoekt, dit „discreet en anoniem" wil blijven doen. Want zo heeft men dat in Frankrijk immers altijd gedaan.
"Emancipatie van het oudste beroep". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
MARKNESSE — „Vindt u het lekker?" vraagt de verbaasde boekhouder van ZIM, de zuurkoolindustrie in Marknesse (Noordoostpolder), de heer J. Sijtsma. „De meesten die hier komen zeggen dat het hier stinkt". Het zal wel komen van ons magere ontbijt dat de „stank" in de zuurkoolfabriek op onze eetlust werkt. Sinds augustus rollen de witte kooltjes mat de groene kleur weer over de ontbladeringsmachines naar de snijmessen, waarna de gesneden kool door mannen met laarzen — wel schone laarzen natuurlijk — in de pekelput wordt geschept, waar ze onder de druk van plastic en water vier weken zal gisten zodat wij deze wintermaanden weer een warme zuurkoolschotel kunnen eten met een dampende worst, gebakken bananen of ananas. ZIM zorgt ervoor. Vanaf half augustus, als de eerste witte kool rijp is geworden, tot eind april als de late winterkool zover is om te kunnen worden „ingemaakt", komen de karren weer met vrachten vol binnen. Veertien mensen, meest seizoenkrachten, mannen en vrouwen, zijn dat weer druk bezig in de „groentenzouterij", zoals de zuurkoolfabrieken vroeger heetten.
"zuurkool wordt zuur betaald". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
De kool komt van de tuinders in de omgeving van Marknesse. ZIM is één van de drie zuurkoolfabrikanten in het Noorden. In de Randstad zitten er nog enkele. In de fabriek wordt de zuurkool in verscheidene soorten (wijnzuurkool, gewone zuurkool of Mainzer zuurkool) verpakt in plastic zakjes of in plastic vaatjes van 25 of 50 liter. Per dag worden er zon 500 dozen van 20 zakjes gevuld. De eerste voorraad Is al weer klaar, want de vraag begint in de eerste r-maanden al weer toe te nemen. De witte kool wordt gegist in putten van 25 ton. Er staan er 21 in het bedrijf van ZIM. Per dag worden 1 a 2 putten gevuld. Alle putten komen drie keer vol in één seizoen. ZIM maakt dan circa een miljoen kilo zuurkool klaar voor consumptie. Het kant en klare produkt wordt gleverd aan grossiers en inkoopverenigingen.
"Soorten". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
Directrice van het bedrijf is mevrouw S. Harkema-Oostinga, sinds haar man in juli van dit jaar bij een verkeersongeval om het leven kwam. Het geslacht Harkema maakt al sinds 1890 (met name in het noorden) zuurkool en is een bekende naam in deze tak van industrie. In Marknesse worden naast zuurkool, zij het in beduidend mindere mate, ook de zoute snijbonen nog gemaakt. Het is een bij-artikel. De afzet is niet groter dan ongeveer 20 ton per seizoen. Een enkele keer worden er ook zoute sperziebonen gemaakt en rode kool, gesneden en verpakt. De vraag naar „ingemaakte" gezouten groenten is niet zo groot meer als vroeger, zegt de heer Sijtsma. Vroeger deden de mensen, vooral op het platteland, het zelf in de bekende grote Keulse potten. Door de opkomst van vriesi, waarin andere groenten ook langer kunnen worden bewaard en omdat de huisvrouw nu het hele jaar verse groente kan krijgen (is het niet uit de tuin dan wel uit de kassen), is de behoefte aan inmaakprodukten gedaald. Toch wordt de zuurkool nog in vele soorten gegeten. ZIM maakt nog de bekende wijnzuurkool (bij het vullen van de plastic zakjes wordt een scheut witte landwijn toegevoegd) en de gewone zuurkool. Zuurkool met ananas wordt niet meer gemaakt. Mevrouw Harkema: „De ananas werd er tegelijk met de kool geraspt in verwerkt. Dus je zag het niet. De mensen vroegen dan: waar zit de ananas? In het gistingsproces was die ananas ook wit geworden, en was eigenlijk onzichtbaar. Men nam dat niet".
"Bekende naam". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015
De Mainzer zuurkool had weer een andere smaak door toevoeging van jeneverbessen of peperkorrels.' „Ook die jeneverbessen vond je nauwelijks terug omdat er maar 14 gram op 100 liter zuurkool ingaat". „Zuurkool Is relatief nog goedkoop. Voor een kropje sla betaal je vaak dezelfde prijs als voor een zakje zuurkool", zegt mevrouw Harkema en dat is dus wel weinig voor een produkt waar eerst nog zoveel mensen aan moeten werken. „Zakjes zuurkool worden vaak cadeau gedaan of vallen onder de „aanbiedingen".Je hoort vaak: een rookworst voor 69 cent en de zuurkool cadeau". De zuurkool wordt zuur betaald... Dat is natuurlijk wel sneu voor een bedrijf dat ervan moet bestaan. Misschien is het goed, zegt de heer Sijtsma, er nog eens op te wijzen dat zuurkool een gezond produkt is. Dokters schrijven het vaak voor aan dieetpatiënten. „Zuurkool is de stofzuiger voor de maag", zeggen de artsen. Dit goede medicijn verpakt de ZIM in plastic zakjes, twintig per minuut. Een bedrijf, waar nog veel met de hand gebeurt, omdat het anders niet gaat. Het ontbladeren en ontpitten gaat machinaal en ook het verpakken, al moet het nog met de hand in heit verpakkingsapparaat worden geschept. En hoe staat het met de rupsjes en slakjes? Worden die er niet eerst afgezocht? vragen wij de heer Sijtsma. „Dat is een onmogelijke opgaaf. Ze worden meevermalen. Maar het zout werkt zuiverend. Je vindt er niets meer van terug na het fermentatieproces". Na het zuurkoolseizoen, eind april ongeveer, blijven in het bedrijf een aantal vaste krachten over die tot de volgende campagne hun handen vol hebben aan het onderhoud en eventueel hersljel van de machines. ZIM had er vroeger een rondhouthandel bij om de periode tussen de laatste en de eerste nieuwe kool te overbruggen, maar deze handel is inmiddels afgestoten. De komende maanden zullen de witte kooltjes weer volop binnenrollen. Na de zomerkool de winterkool. Deze laatste soort verschilt in zoverre van de eerste, dat ze een langer gistingsproces nodig heeft. Omdat deze kool veel kouder is en het gistingsproces daardoor later op gang komt. Zo zorgt ZIM ervoor dat de liefhebbers van een hete stamppot of een geurige zuurkoolschotel de komende wintermaanden weer aan hun trekken kunnen komen.
"Jeneverbessen". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/11/01 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619479:mpeg21:p015