LEEUWARDEN De kaars wordt ongeveer I.SO lang en heeft een doorsnede van 30 cm. Een vijftal kathedralen is erin te herkennen (links in de vitrine). De maker van dit kunstwerk -— en van de vele andere prachtige kaarsen — is de Leeuwarder hofmeester van de vliegbasis Frits Spies (42). Hij is jaren geleden begonnen met het bewerken van de kaarsen en in een Sneon en Snein-aflevering hebben w ij er toen een serie van getoond. Al die kaarsen op één na, zijn nu verdwenen. De heer Spies heeft ze omgesmolten. Waarom? „Ik had het gevoel dat ik meer kon. Daarom ben ik met nieuwe kaarsen begonnen, en heb geprobeerd beelden erin te verwerken". Dat dit goed geslaagd is, bewijst de enorme belangstelling die momenteel voor zijn werk bestaat. De h-?er Spies is behalve door de kathedralen ook geïnspireerd door andere dingen. Een reis naar Israël leverde ideeën op voor een kaars en een reproductie van een icoon van de Moeder Gods van Kazen eveneens. Of de heer Spies de nu oir '.sen ooit nog zal smelten om weer opnieuw te beginnen, is ?iiet waarschijnlijk: „Dit is, geloof ik, wel het uiterste wat ik ko
Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland
- 11-11-1973
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland
- Datum
- 11-11-1973
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Stichting Leeuwarder courant 1947
- Plaats van uitgave
- Leeuwarden
- PPN
- 865061483
- Verschijningsperiode
- 1947-
- Periode gedigitaliseerd
- 1947 t/m 1994
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- KBDK
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Kathedraalkaarsen met engelengeduld gemaakt
Wel flinke subsidie voor Quick en Cambuur
(Van een onzer redacteuren)
LKKUWAKDEN — Hoewel hij iedere indruk daartoe zoveel mogelijk wil vermijden kan ook wethouder Klaas Weide er niet omheen dat b en w van de stad Leeuwarden binnenkort voor de zoveelste maal met een voorstel bij de raad komt, dat indruist tegen het advies voor de Raad voor Sportaangelegenheden. Onlangs nog werd een advies van de Kaad inzake een subsidieverzoek van de gymnastiekvereniging Quick aan de kant geschoven. De sportraad adviseerde slechts een luttel bedrag te offreren aan de topturnafdeling van Quick, maar b en w beslisten anders en gaven Quick een eenmalige subsidie van f 5000. Daarmee werd de keurturnerij weer voor een jaar gered, want de provincie schonk Quick een bedrag van f 10.000.
Wethouder Weide hierover: „B en w. hebben inzake Quick-Leeuwarden inderdaad gehandeld tegen het advies in van de Raad voor Sportaangelegenheden. Wij zijn van mening dat Quick de moeder is van de gehele gymnastieksport in Friesland, met alle respect voor de andere verenigingen. Als ik zie wat deze vereniging presteert en wat deze meisjes aan eigen bijdrage jaarlijks betalen dan zeg ik: Quick, je hebt deze vijfduizend gulden dik verdiend, al ben ik bang voor precedenten."
Ook de Stichting Sportclub Cambuur kan bij het college van burgemeester en wethouders op meer steun rekenen dan de Raad voor Sportaangelegenheden bereid was te geven. Binnenkort komt het college van b en w met een voorstel bij de gemeenteraad dat de volle instemming geniet van het Cambuur-bestuur. Dit in tegenstelling tot het advies van de Sportraad, waar Cambuur bepaald niet gelukkig mee was. Wethouder Weide: „Met alle kritiek die ik er op heb, ben ik voorstander van betaald voetbal in Leeuwarden. Met het oog op de passieve recreatie heeft een stad als Leeuwarden recht op voetbal op behoorlijk niveau. Dat betekent betaald voetbal.'
Hij vervolgt: „Je kunt je natuurlijk afvragen: Tot welke prijs? Cambuur krijgt nu ruim drie ton subsidie. Dat is veel, maar is het ook teveel? Wat heb je over voor de passieve recreatie? We steken bijvoorbeeld één miljoen per jaar in de Groene Ster. Is dat veel?' De wethouder wil dezelfde vraagstelling ook plaatsen bij de negen ton subsidie die het Frysk Orkest van de gemeente krijgt. „Ook daarbij kun je je afvragen of dat wel of niet veel is, hoewel ik iedere vergelijking tussen het Frysk Orkest en Cambuur van de hand wijs. Dankzij vooral het Frysk Orkest is Leeuwarden, gerelateerd aan het aantal inwoners, na Haarlem, maar nog voor Amsterdam, de tweede muziekstad van Nederland geworden.'
Bij de subsidieverlening aan Cambuur wil hij wel enkele kanttekeningen plaatsen. „De gemeente mag van Cambuur verlangen dat men naar het hoogste streeft. Het bestuur beseft dat, dacht ik, wel, maar realiseren de spelers zich wel voldoende wat de overheid hier doet? Sportiever kan men er nog wel wat harder tegenaan. Gezien de steun verdient de gemeente Leeuwarden het dat er een periodetitel of een kampioenschap uit rolt.'
Als de gemeenteraad de voorstellen van b en w overneemt krijgt Cambuur voortaan alleen nog een soort „instandhoudingssubsidie". De heer Weide: „Wij nemen voor onze rekening dat Cambuur blijft bestaan. Het bestuur zelf gaat de risico's dragen van transfers, opleiding van spelers en dergelijke kosten. Voor subsidie komt alleen nog in aanmerking de wedstrijdexploitatie. Dat wil dus zeggen dat wü alle uitgaven, verbonden aan de wedstrijdexploitatie — de salarissen van trainer, manager en spelers, de reiskosten, de vaste lasten etc. — vrijwel volledig zullen subsidiëren en dat het overige deel van de exploitatie voor rekening van Cambuur zelf komt."
Ook aan de wens van het Cambuur-bestuur iets te doen aan de toeschouwersaccommodatie op het sportpark Cambuur probeert het gemeentebestuur tegemoet te komen. Weliswaar is het grote plan, dat een volledige vernieuwing inhoudt, voorlopig van de baan, maar men heeft nu in studie een „alternatief" plan, dat afkomstig is van Cambuur zelf. Dit plan behelst het overkappen van de staantribunes en onoverdekte zittribune met een kap van een speciale constructie. De kosten hiervan bedragen ongeveer twee ton.
Ik zwem niet in 't geld.
Wethouder Klaas Weide Geef mij 20 miljoen, dan wist ik het wel
LEEUWARDEN — De kale cijfertjes zoals dde onlangs gepubliceerd zijn dooide Dienst Sport en Recreatie, benauwen ook wethouder Klaas Weide. Drie jaar lang beheert hij nu de portefeuille Sport en Recreatie voor de gemeente Leeuwarden en in die periodle is het tekort aan sportvelden en andere sportaccommodaties onheilspellend gegroeid. Als men spreekt van een verdubbeling van het al reeds aanwezige tekort doet met. de waarheid zeker geen geweld aan. „Dait is juist", verzucht de wethouder in zijn flnaaie nieuwe werkkamer in het Hof, „en dat valit diep te betreuren. Ik wou dat ik iets anders kon zeggen, maar zo ligt die situatie gewoon en dat is erg jammer."
Het enorme tekort aan sportaccommodaties zal zeker in de komende jaren aanhouden, al ziet de heer Weide voor de nabije toekomst toch wel enige verlichting. „Het trieste is, dat de mate waarin we het tekort wat kunnen opvangen, zal afhangen van de werkloosheid. Het plan Kalverdijkje met negen voetbalvelden en viertrainingsaccommodattes is aangemeld voor uitvoering in ACW-verband Daar is reeds op gereageerd met het veraoek het plan vertikaal te splitsen (waarbij het in delen zal woiden uitgevoerd, red.), zodat ik eigenlijk verwacht dat binnen niet al te lange tijd begonnen zal kunnen worden. Pas dan zal ik een klein beetje tevreden zijn."
Juist het feit dat de gemeente Leeuwarden van anderen afhankelijk is bij de uitvoering van de vele plannen voor sportaccommodaties, stemt de wethouder wat triest. „Het plan Kalverdijkje en ook verschillende andere plannen stammen voor mijn tijd. Drie jaar lang heb ik aandacht voor dit probleem gevraagd, omdat het tekort zo groot is, maar veel succes heeft dat tot nu toe niet gehad. Dat is teleurstellend. Het is vooral een gevolg van het feit dat we in «fc artikel 12 situatie terecht zijn gekomen. We hebben zelf geen geld om de plannen uit te voeren. Dat zal van anderen moeten aflkomen."
Juist het feit dat aan de ene kant de financiële middelen van de gemeente beperkter zijn geworden in een periode dat aan de andere kant de belangstelling voor de sport sterk is gegroeid, heeft geleid tot de huidige situatie, die ook door de wethouder omschreven
wondt als „hoge nood". „Ook als het plan Kalverdijkje is uitgevoerd, is het tekort nog veel te groot. We streven naar een eigen home voor iedere sportvereniging. Frisia heefit reeds zijn Magere Wedde, FVC moet naar de Hemrik en Rood Geel naar het Kalverdijkje, om maar een paar vooribeel-den te noemen, maar ik durf geen gissing te maken wanneer het zover is."
Geen bemoedigende opmerking van de wethouder, maar wel begrijpelijk als hij opmerkt dat het tekort aan sportvelden slechts een onderdeel Is van het gewenste pakket sportvoorzieningen in deze stad. „We moeten ook hoognodig aan de slag met de sporthal annex zwembad in het plan Kalverdijkje. De plannen hiervoor moeten z» snel mogelijk hard gemaakt worden. Zeer binnenkort kan het plan bestekklaar zijn,. Het gaat om een combinatie tussen een sporthal en een overdekt 25 meterbad met daartussen een gezamenlijk restau~ rant. De kosten hiiarvoor worden geraamd op ruim vijf miljoen."
Wethouder Weide is van r__ening dat, ondanks dat forse bedrag van vijf miljoen, de kans i___msehoots aanwezig is dat binnen niet al te lange tijd begonnen kan worden met de bouw van dit project. „Omdat we een artikel 12 gemeente zijn, krijgen we een overheidssubsidie van 95 procent. Vooral de nood van een zwembad Is hoog. De huidige Overdekte kan het aanbod al jaren niet verwerken. De zwemclubs overwegen zelfs een ledenstop. Die zwemclubs hadden uiteraard liever gezien dat het een vijftig metietrbad was geworden, maar dat was financieel niet haalbaar. Als we nu geld genoeg hadden was het wat anders, maar in de huidige situatie zit een vijftig meterfbad er niet in.-
Om dezelfde financiële redenen zijn ook de plannen voor een grote sporthal van provinciaal bellang ver naar de achtergrond geschoven. De heer Weide: „We zijn nu van mening dat je beter een aantal kleinere accommodaties verspreid over de stad kunt bouwen, dan één groot object voor de topsport Wij zijn niet tegen topsport, maar kiezen wel bewust voor die breedtesport. Vandaar ook dat 25 meterbad. Ik heb liever een aantal kleinere baden in bijvoorbeeld Heechterp, Bilgaard. Nijlan en Aldlan, dan één groot en duur vijftigmeterbad. Nogmaals, lk heb niets tegen de topsport. Geef mij maar 20 miljoen, dan wist ik het wed.'.'
Spreiding van accomodaties over de gehele stad vindt de wethoudero erg belangrijk.. „Tot mi toe is vooral het Oosten van de stad er bekaaid afgekomen. Niet alleen op gebied van sportaccommodaties, maar ook bij andere gemeenschapsvoorzieningen.. In het kader van het bibliotheek en buurtwerk en bij de sport gaan we daarom nu het accent leggen op het Oosten." Bij alle problematiek ten aanzien van de tekorten op het gebied van de sportaccomodaties blijft de heer Weide er van overtuigd dat Leeuwarden zich nog steeds met necht een sportstad kan noemen. „Er zijn maar weinig steden waar men zoveel udtgeeft voor die sport dan Leeuwarden."
Met name de vergoedingsregeling voor alle gemeentelijke sportverenigingen die aangesloten zijn bij een officiële sportbond noemt hij nog steeds uniek. „Per jaar betaalt de gemeente per inwoner f 35, voor de sport. Landelijk gje_-ien is dat een vrij hoog bedrag. Ik moet wel bekennen dat ik persoonlijk mijn bedenkingen heb tegen het huidige systeem. Ik zag liever dat de gemeente de accommodatie aanlegt en het dan beschikbaar stelt aan de gebruiker, die het beheert en onderhoudt. Daarmee bevorder je de zelfwerkzaamheid. Met de veigoedingsnegeï zoals die nu is bevorder je dat beslist niet."
Bisschop-sieraden in kijkkast Fries Museum
Plannen ter uitbreiding van het Fries Museum zijn er wel. Er wordt steels gekeken naar de overbuurman, de Kanselarij. Want dat gebouw zal toch eens, als er besloten wo dt tot de uitvoering van de nieuwbouw van het Rijksarchief, vrij komen (en dan :s het niet uitgesloten, dat de provincie Friesland en het Fries Museum die vierhonderd jarige ruimten delen: voor representatie en ontvangst en voor uitbreiding van de expositiegelegenheid). Er wordt trouwens, iets minder steels, naar links gekeken. De mogelijkheid bestaat, dat het Fries Museum zich ook langs de Turfmarkt zal uitbreiden. Toegegeven, hat is toekomstmuziek, waarbij niet kan worden gezegd, hoe ver of hoe dichtbij die toekomst ligt. En tot het ogenblik, waarop deze uitbreidingen gerealiseerd zijn, zullen er vele museumvoorwerpen In het verborgene moeten blijven vertoeven. Het museum heeft immers aanzienlijk meer schatten dan het vandaag de dag kan tonen.
Om de gedachte levendig te houden, dat een deel van de verzamelingen onzichtbaar, maar niettemin aanwezig is, heeft het museum in de hal een vitrine staan, waarin wisselend wordt geëxposeerd. Het kan daairbij gaan om het exposeren van aanwinsten en die mogelijkheid wordt ook benut. Maar het kan evengoed gaan om een kleine tentoonstelling van zaken, die al lange tijd in het museum zijn en het verdienen om eens in een klein verband in en onder het kunstlicht te worden gelegd.
Ter gelegenheid van het zilveren regeringsjubileum van Koningin Juliana maakte het museum een tentoonstelling van penningen. En nu is de vitrine ingericht met sieraden uit de collectie-Bisschop. Om aan te geven, welke parels er kunnen worden opgedoken uit de diepzee van de museumdepots, heeft de costuumafdeling de vitrine gemaakt tot een kijkkast, waarin de sieraden — het zijn er 21, maar ook dat is weer een keus — oplichten. Een kleine catalogus, bij de balie verkrijgbaar, vertelt, wat er te zien is.
Een dergelijke tentoonstelling ligt in het verlengde van de vaste museumcolleetie. Ze sluit op zich al aan bij de sieraden, die op de costuumafdeling terug te vinden zijn. Maar ze ligt in het bijzonder in het verlengde van de vier Bisschop-kamers, die in het Fries Museum als het ware weer een eigen museum vormen. Die vier vertrekken — een woonkamer, een atelier, een serre plus eetkamer en een slaapkamer — bevatten het hoofdbestanddeeel van de verzameling, die de in Leeuwarden geboren schilder Christoffel Bisschop bijeengebracht en aan de provincie Friesland naliet. De kamers zijn zo ingericht als ze dat eens waren in de Scheveningse villa van Bisschop. Hij heeft veel verzameld. Links en rechts. Schilderijen, meubels, volkskunst, aardewerk. Fries en niet-Fries. Maan* het is toch ook de collectie van iemand, die — wonend in Scheveningen, getrouwd met een Engelse schilderes, Catherine Seaton Fonman Swift, geëerd door zijn Haagse kunstbroeders en omgaande met allerled hooggeplaatste personen — Friesland nooit vergat en de Hindeloper interieuirkunst uitbundig bewonderde, wiens woning Villa Frisia heette en wiens laatste schilderij, in 1904 onvoltooid gebleven, alweer een Fries onderwerp had: een Friese bruiloft (met de titel „Voor eeuwig", want Bisschop was volop romanticus). Een groot deel van zijn verzameling is dagelijks te zien. Maar, hat depot heeft ook nog voorwerpen uit de Bisschop-collectie. Onder meer een reeks sieraden, die nu dan eens opgedoken zijn: ringen, broches, armbanden, oorbellen, colliers. Het merendeel is buiten Friesland ontstaan. Een stel veren van zilver en diamanten behoorden bij de Friese hoofdtooi en ze waren gedragen door de moeder van de schilder, zoals te zien is op het atelier, waar het portret van die moeder, door haar zoon geschilderd, het accent legt op haar Friese herkomst. De andere sieraden zijn uit de tweede helft van de negentiende eeuw. Ze dragen er het stempel van. Door hun vormen en vaak drukke versiering. Ze dragen ook het stempel van de vriendenkring van Bisschop. Voor mevrouw Bisschop was er een gouden armband, geschenk van Koning Karl van Wurtemberg (met de naam Karl geschreven door middel van diamanten, robijnen, saffieren); voor Catherine Swift waren er ook armbanden van de prinses der Nederlanden en van de koningin van Roemenië, Carmen Sylva, van wie eveneens een Bisschop-portret op het atelier te vinden is.
In de komende weken is dat alles dan weer eens te zien en in verband te brengen mat de vier Bisschop-kamers boven. Die kijkkast is elke dag toegankelijk. Alleen op zondag niet. Maar wel iedere dinsdagavond tussen half acht en tien uur. Want op die avond is het Fries Museum open. Zon avondopening is in Friesland blijkbaar nog een vreemde zaak. Er wordt van deze extra-gelegenheid nog weinig gebruik gemaakt — in het Fries Museum (op dinsdagen) niet en in het Princessehof (op vrijdagen) al evenmin.
Collier en oorhangers van goud met turkooizen en parels. De sieraden zijn afkomstig uit de familie van mevrouw Bisschop-Swift.