De Roomse h-Katholieke vereen iging „Recht en Orde" alhier, hield Dinsdagavond een algemeene vergadering, welke door 99 leden werd bijgewoond. Aan het verslag, dat de Maasb. van deze vergadering geeft, ontleenen wij het volgende:
De Voorzitter, de heer mr. B. M. Bahlmann, deelde mede, dat in eene gehouden bestuursvergadering besloten was do vergadering te adviseeren, bij de aanstaande verkiezingen van 13 leden voor den gemeenteraad, welke ran do beurt van attreding zijn, geeneandidaten te stellen.
Het bestuur was tot dit besluit gekomen door de volgende overwegingen: lo omdat de strijd tegen aftredende leden, gewoonlijk zittende leden genoemd, een moeielijke strijd is. De endervinding heeft maar al te dikwijls, nog onlangs bij de verkiezing van leden voor de Prov. Staten, geleerd, dat een strijd tegen aftredende leden een bijna hopelooze is;2o. omdat binnenkort wederom eene verkiezing voor den Raad zal moeten plaats hebben, ter voorziening in de vacaturen, ontstaan door het bedanken der heeren Smit en Van Rijckevorsel, zijnde alzoo eene verkiezing van nieuwe leden, waarbij alsdan meer kans van slagen is, en 30. omdat zeer waarschijnlijk ook de anti-rev. kiesvereeniging „Nederland en Oranje" een dergelijk besluit nemen zal.
De mededeeling van dit besluit werd aanstonds met algemeene instemming begroet.
Een der aanwezige leden, zijne instemming met het voorstel van het bestuurbetuigende, was echter van meening dat nog een vierde argument aan de drie des Bestuur moest worden toegevoegd. Onder de altredende leden is ook de heer dr. H. J. Sleurs, dien hij als mensch en als geneesheer bijzonder hoogacht, doch in wien hij niet ziet een Katholiek vertegenwoordiger. Daar, waar het gold 'gelden toe te staan voor de kostbare en op weelderige wijze ingerichte openbare scholen, stemde de heer Sleurs nooit tegen; ook stemde hij niet tegen, toen onlangs in den Raad de bekende bewaarsschoolquaestie aan de orde was. „Les bonnes comptes font êe bons amis" heeft zeer waarschijnlijk de liberale vereeniging „Vooruitgang" gedacht, toen zij den heer Sleurs candideerde. Eindigende, beschouwt spr. het niet stellen van candidaten tevens als een protest tegen de houding des heeren Sleurs.
Een langdurig applaus was het bewijs, dat deze woorden de meening der vergadering uitdrukten.
Op de vraag des voorzitters, of nog iemand na het gesprokene over deze zaak het woord verlangde,gaf niemand daartoe het verlangen te kennen, waarna met algemeene stemmen besloten werd zich bij uitzondering bij deze verkiezing van stemming te onthouden.
Voorts werd nog besloten tot het verzenden van een protest tegen de oprichting van het standbeeld van Giordano Bruno.
Gistermiddag vijf ure viel een jongen, die zich met spelen vermaakte op de rioolstukken aan den Coolsingel, in het water. Hij werd gered door den schipper van een steenenaak, die met een roeiboot zich midden in den Coolsingel begaf. De jongen werd naar zijn woonplaats in de Hartmanslaan gebracht.
In den maandelijkschen medaille-wedstrijd der scherpschutters-vereeniging „Rotterdam", werden de eervolle vermeldingen behaald als volgt:
Afstand 225 m, voor de verguld zilveren medaille: J. P. Van Oosterhout, Rotterdam, 54 punten ; voor de zilveren medaille: N. N. 47 punten, A. J.L.Sörensen, Rotterdam, 46 p. Afstand 150 m.: W. F. Moody, Rotterdam, 52 punten; B. Sanderse, Rotterdam, 52 p.; 'f. F. Kesting, Kralingen, 50 p.; G. H. Pieterse, Rotterdam, 49 p.; G. A. Dutillieux, Rotterdam, 45 p.; L. Kleijn, Rotterdam, 44 p.
Gistermiddag had hot 8-jarig zoontje van A., wonende aan den Hoogendijk te Kralingen, het ongeluk al spelende in een langs dien dijk gelegen sloot te vallen, wat werd opgemerkt doer D. Van Dijk, die niet aarzelde gekleed te water te springen en het geluk mocht smaken den kleinen drenkeling, hoewel zinkende, behouden op het droge te brengen. Volgens de „N. R. C." vertrok gisteren van hier de eerste afdeeling van de vacantie-kolonie voorziene en zwakke kinderen,metbestemming naar Ulvenhout bij Breda. l)e uitslag der overgangsexamens aan het Érasmiaansch Gymnasium is als volgt: leerl. KI 1.48 bevord. onvoorw.3o,voorw.s,afgew.l3 "■T n-i • , 21, „ n; D„ .11 # MH8 *» » 18> » 13> > 7 , rv.2o , 14 3 S 8 -rr n » » °l y> « » V*lo » i» -7> » 5, „ 3 » VI. De uitslag der eindexamens (19 leerlingen toegelaten) is reeds vroeger medegedeeld. Door den Provincialen Inspecteur der directe belastingen enz. te Rotterdam is op den 8 dezer maand executoir verklaard een kohier wegens de belasting op het personeel, dienst 1889,90, behoorende tot de tweede afdeeling dezer Gemeente. Dit kohier is ter invordering gesteld in handen van den heer Ontvanger, en ieder daarop voorkomende is verplicht zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen, terwijl heden de termijn van drie maanden ingaat, binnen welken de reclames behooren te worden ingediend.
De telegraaflijn van Saigon naar Bangkok is gestoord.
Omtrent de promotie van den heer E. L. Jacobson aan de Rijks-universiteit te Leiden in rechts- en staatswetenschap verdient nog vermeld te worden, dat hij in beide vakken „cum laude" behaalde.
De eereprijs, welke op het concours , Zondag door de schermvereeniging „Rotterdam" gegeven, nog is verwerkt, is gewonnen door den keer Lijdsman, van Dordrecht. Op Zondag 21 dezer zal alhier op de schietbaan der Kon. handboogschutterij „De Batavieren te Paard" een bondsconcours worden uitgeschreven door den Noorden Zuidhollandschen bond voor handboogschutterijen. Aan den wedstrijd zullen deelnemen de volgende vereenigingen: „De Batavieren te Paard'"en „De Batavieren"beiden alhier,„Claudius Civilis," „Concordia," „Willem Teil," „Genoegen zij ons Doel" en „Excelsior," van Amsterdam en „Mars" van Dordrecht.
"Stadsnieuws.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/12 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009841:mpeg21:p001
"Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/12 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009841:mpeg21:p001
— Hebt gij niet opgelet, dat hij in den zeedienst is? Hij is zeeofficier en die zijn meest allen van goeden huize. Hij is een knap man, vindt gij nietPDe uniform staat hem bijzonder goed, niet waar? De andere dame wilde antwoorden en waarschijnlijk geheel met het gevoelen van hare ondervraagster instemmen,toen de officier een teeken maakte, dat haar terughield. — Vergeeft mij, dames, zeide hij in uitmuntend Engelsch, — ik acht mij verplicht u te zeggen, dat ik tamelijk goed Engelsch spreek en versta; indien gij echter Spaansch mocht kennen en gij u dan in die taal onderhouden wilt, verzeker ik u, dat gij volstrekt geen gevaar loopt verstaan te worden; want daar ken ik geen woord van. — Zooals gij hoordet, mijnheer, hernam de dame lachende, wilden wij geen kwaad van u spreken; daarom kunnen wij even goed ons gesprek in het Fransch vervolg n. — Zeer verplicht, mevrouw, voor deze gunst; indien ik u echter hinderen mocht... — Wat is er te doen? Het rijtuig staat stil. — Ik zal eens gaan zien, dames. r— Ach, mijnheer, neem u in acht; ik vrees, dat wij zullen omvallen. Dit zeggende, legde de jongste dame in haar schrik de hand op zijn schouder.
Een trilling ging hem door de leden, toen die hand hem aanraakte; hij wilde ze grijpen, doch reeds was Andréa, die slechts aan een oogenblikkelijke vrees gehoor gaf, weer in den hoek van den wagen gaan zitten.
De officier verliet het rijtuig en vond den koetsier bezig, het eene paard op te helpen. Het arme beest was weldra weder op de been; maar toen de jongeling weer in het rijtuig gekomen was, scheen het alsof de door het geopende portier ingeslopen koude de vertrouwelijkheid weer verkoeld had. Opnieuw waren de drie reizigers in stilzwijgen verzonken; doch de dames fluisterden onderling. — Het is reeds zeer laat... de deuren... de voorwendsels tot vertrek... hoorde de officier. Toen hield het rijtuig stil. De brave koetsier had in drie uren tijds Versailles bereikt, welks lange en sombere lanen, onder het roodachtig schijnsel van eenïge met rijp bedekte lantarens, eensklaps voor hen lagen. De voerman tikte tegen het glas en zeide: — Wij zijn te Versailles. — Tot hoe ver moet hij rijden, dames? vroeg de officier. — Tot op de place d'Armes. — Ik dien ook wel iets te zeggen, dacht de officier, — anders zal men mij voor een domoor houden. — Dames, zeide hij, nog eenigszins aarzelend, — ik heet u welkom thuis. —Door uw edelmoedigen bijstand,zeide de jonge dame.
— Dat is reeds langvergeten,mevrouw. — Maar wij, mijnheer, zullen het nooit vergeten. Mag ik uw naam vragen? — Mijn naam, och! — Eeeds voor de tweede maal vragen wij u daarnaar. Pas nu op. — Gij zult ons immers het goudstuk niet willen schenken?
— Als gij het zoo uitlegt, mevrouw, zei do officier min of meer beleedigd, — moet ik wel toegeven. Ik ben graaf De Charny en, zooals mevrouw terecht zeide, zeeofficier. — De Charny ! herhaalde de oudste, op een toon, welke beteekende: — dien naam zal ik onthouden. — George De Charny, voegde de officier er bij.
— Gfcorge! lipste de jongste dame. Men was aangekomen. Het rijtuig hield andermaal op. De oude dame opende zelve het portier aan de linkerzijde,sprong er vlug uit en stak haar hand aan hare vriendin toe om deze te helpen. — Maar, riep de jongeling, die zich gereed maakte haar te volgen, — laat ik het genoegen hebben u naar uw woning te geleiden. De place d'Armes is nog geen domicilie. — Verroer u niet, riepen de vrouwen als uit één mond. — Wat ! Mag ik niet van mijn plaats gaan ? — Neen, gij moet in de fiacre blijven. — Maar het is onmogelijk, dames, in zulk weder bij nacht alleen op straat te blijven; laat ik ... — Nu nog fraaier ! zeide de oudste dame vroolijk, — eerst weigerdet gij ons te geleiden, en nu wilt gij ons uw geleide tegen wil en dank opdringen. Wees tot het einde een galant cavalier. Hartelijk dank, graat' De Charny, en, zooals ik zeide, wij vergen niet eens uw woord van eer. — Mijn woord van eer ! En waarvoor? —Dat gij het portier zult sluiten en met den koetsier naar Parijs terugkeeren, zonder verder naar ons om te zien, niet waar ? — Ik zal mij uw vertrouwen waardig maken, mevrouw; u hebt gelijk; ik behoef u niet eens mijn woord te geven. De fiacre snelde weg en het gedruisch harer wielen onderdrukte oen zucht van den jongeling, die zich op de plaatsen der onbekenden had neergevlijd. De dames waren blijven staan tot het rijtuig verdwenen was, waarna zij tare schreden naar het kasteel richtten. Het wachtwoord. Op dat oogenblik voerde de wind haar de slagen der klok van de St.-Lodewijkskerk te gemoet. —Kwartier voor twaalven! riepen de dames verschrjkt uit. Nu zijn alle hekken gesloten, zeide de jongste. Zij sloegen den weg naar den rechterkant van het kasteel in,naar den gang, welke naar de tuinen voert. Doch toen zij daar gekomen waren, zeide de oudste eenigszins ongerust: — Deze deur is ook gesloten, Andréa. Maar laten wij roepen; Laurent moet de wacht hebben; ik heb hem laten zeggen, dat ik mogelijk laat zou terugkomen. — Ik zal roepen, zeide Andréa, de deur naderende. — Wie daar? riep een stem van binnen. — Dat is de stem van Laurent niet, zeide Andréa verschrikt. Thans naderde de andere dame de deur. — Laurent! riep zij met een gesmoorde stem. Geen antwoord. — Laurent! herhaalde de dame, tegen de deur bonzende. — Hier is geen Laurent, riep iemand ruw. — Doe ons open. — Ik maak niet open. — Maar, goede vriend, weet gij dan niet, dat Laurent ons altijd inlaat ? — Wat geef ik om Laurent! Ik heb mijn orders. — Wie zijt gij dan? — Vertel mij eerst, wie gij zijt ? — Wij behooren tot het gevolg van Hare Majesteit; we wonen in het kasteel en willen gaarne ingelaten worden. — En ik, dames, ben een Zwitser van de eerste compagnie; ik zalubuiten da deur laten. — Ik begrijp zeer goed, vriend; dat gij als soldaat uw plicht moet nakomen, maar wees alleen zoo goed, Laurent ex kennis van te geven. — Ik mag mijn post niet verlaten. — Stuur dan iemand naar hem toe. — Ik heb niemand. — Ik smeek u er om. — Voor den drommel; mevrouw, laa) mij met vrede ; ga naar de stad terug Het is nog al de moeite waard om o> zoo'n drukte over te maken ! — Als gij ons binnen laat, krijgt ft twintig goudstukken.
— En tien jaren op de galeien; dank je wel! — Ik zal u sergeant maken. — En hij dio mij do order gaf, zal mij laten doodschieten; dank je, mevrouw. — "Wie gaf u dit bevel ? ■— De Koning. * — De Koning ? herhaaldenbeide vrouwen ontzet, — hemel! dan zijn wij verloren. De dames zetten zich in moedelooze wanhoop op de bank bij de deur neder. — Och! och! morgen, als men vernemen zal... mompelde de oudste. — Wij zullen de waarheid zeggen. — En zal men ons gelooven? — Gij hebt er bewijzen van, mevrouw; de soldaat zal weder afgelost worden, zeide de jongste dame, dio, naarmate haar gezellin den moed verloor, den kare voelde herleven, — en zijn opvolger zal mogelijk handelbaarder zijn dan deze. — Het kan zijn, maar de patrouilles, die na middernacht hier voorbijkomen en mij hier zullen vinden, terwijl ik mij verberg! O! het is verschrikkelijk; ik zal er onder bezwijken. — Houd moed, mevrouw; gij zijt anders zoo sterk, en nu moet ik u troosten, opbeuren. — Ach, Andréa, het is een welberaamd lcomplot; wij zullen er het slachtoffer van worden. Nog nooit was de deur gesloten, nooit! Ik zalhet besterven, Andréa. Daar hoorde men in de verte op den harden grond voetstappen naderen. Een vroolijke, jeugdige mannestem zong een volksliedje. — Die stem ken ik ! riepen beide vrouwen te gelijk.
— Hij is het! fluisterde de dame, wier ongerustheid zoo duidelijk gebleken was; hij is het, Andréa, hij zal ons uit de verlegenheid helpen. In hetzelfde oogenblik naderde het jonge mensch; hij was in een wijde, bonten overjas gewikkeld en klopte, zonder de vrouwen te zien, aan de deur. — Laurent! riep hij. - — Broeder! zeide de oudste dame, hem op zijn schouder tikkende. — De Koningin hier! riep deze, eenige schreden achteruit gaande, terwijl hij de hand aan zijn hoed sloeg. — St! Goeden avond, broeder. — Goeden avond, zuster. Wie hebben wij daar nog? — Freule De Taverney is bij mij. — Ah zoo ! dat doet mij veel genoegen. Goeden avond, freule. — Hoogheid, lispte Andréa buigende. — Gaat gij uit, dames ? vroeg de prins. — Volstrekt niet. — Dus komt gij thuis? — Dat zouden we wel willen. — Hebt gij dan Laurent niet geroepen? — Ongetwijfeld; maar roep eens Laurent, en gij zult wat hooren. De gra«,f van Artois riep, met zijn voet tegen de deur stompende : — Laurent! — Zoo ! zeide de Zwitser, — begint de grap weer; ik waarschuw u; als gij niet ophoudt, zal ik mijn luitenant roepen. — Wat beduidt dat? zeide de prins tegen de Koningin. — Dat een Zwitser in Laurents plaats is gezet. — En wie deed dat? — De Koning. Tevergeefs beproefde de graaf van Artois, de wacht over te halen ; de orders waren onwrikbaar. — Wij zijn verloren, zei de Koningin. Artois antwoordde nog niet. Eindelijk vroeg hij: — Wist men, dat gij uit waart? — Daar weet ik niets van, zeide de Koningin. — Wellicht geldt deze strenge order mij alleen, lieve zuster. De Koning weet, dat ik soms 's nachts uitga en laat terugkom. Mijn lieve gemalin zal dat vernemen, en zich bij den Koning beklaagd hebben en — vandaar zeker dit tiranniek bevel. — Ach neen, broeder, het is wel voor, of liever tegen mij, dat deze maatregel genomen is. — Onmogelijk, de Koning acht u te veel 0m... — Ondertusschen ben ik uit mij n eigpne woning gebannen, en morgen zal er een vreeselijk schandaal uit een zeer onschuldige zaak ontstaan zijn. O! Ik weet het wel, ik heb een vijand, die den Koning opstookt. — Zoudt gij, bevallige zuster, een vijand hebben? Doch het is mogelijk. Ik heb een gelukkigen inval, die uw vijand op zijn neus zal doen kijken. Ik ben óók zoo dom niet, al ben ik niet zoo geleerd als hij. — Wien bedoelt gij? — Wel, den graaf van Provence. ' — Ha! Dan stemt gij ook toe, dat hij mijn vijand is'r — Alsof hij niet de vijand ware van al wat schoon, jong en levenslustig is. Maar laten wij niet langer hier in de koude Kom mede, beste zuster. Onderweg zal ik u meedeelen, wat ik over deze deursluiterij denk. Men ging op weg. - — Gij zeidet, dat de graaf van Provence ... ? vroeg de Koningin. — Vanavond kwam hij na het souper in het kabinet des Konings; deze had den geheelen dag veel met den graaf Van Haga gesproken; men had u niet gezien. — Om twee uur vertrok ik naar Parijs. — Ik wist het wel; de Koning dacht evenmin aan u als aanHaroun-al-Raschid en zijn grootvizier; hij sprak over niets dan over aardrijkskunde. Tamelijk ongeduldig luisterde ik er naar; want ik moest ook uit. Hier linksom moeten vrij gaan. — Waar brengt gij mij heen? — Nog maar twintig stappen, dan zijn wij er. Maar om weêr op den Koning terug te komen; hij dacht aan niets dan aan lengte en breedte, toen onze allerliefste broeder tegen hem zeide: — Ik wenschte wel mijn opwachting bij de Koningin te maken. — Ei, ei! mompelde Marie Antoinette. — De Koningin soupeert in haar kamers. — Dat is vreemd; ik dacht, dat zij in Parijs was, antwoordde onze lieve broeder. — Toen zag ik Zijne Majesteit de wenkbrauwen fronsen; hij wenkte ons te vertrekken; toen is hij dit zeker in eigen persoon gaan navorschen. Lodewijk is bij buien jaloersch, dat weet gij. Hij heeft u zeker willen bezoeken, en men zal hem den toegang onder een af ander voorwendsel geweigerd hebben. Dit heeft hem in zijn achterdocht versterkt. — Het is stellig zoo; mevrouw De Misery had hier bevel toe. — Nu, daarom heeft de Koning die strenge orders gegeven. Hij wilde zich van uw afwezigheid overtuigen, en daarom zijn wij buiten gesloten. Maar wij zijn, waar wij wezen moeten. — Maar uw bedienden; als die mij zien en herkénner# — Ga maar binnen; ik sta u borg, dat geen mensch u zien zal. — Zelfs diegene niet, die de deur opent? vroeg de Koningin. — Ook die niet. . — Dat is immers niet mogelijk. '' — Wij zullen het beproeven, zeide da graaf van Artois lachende. Hij sloeg zijn hand aan do kruk en met de andere hand drukte de Prins tegen een gebeeldhouwd paneel. De deur ging wijd open. — Ga binnen, lieve zuster; gij ziet dat er tot nog toe geen gevaar is! Besluiteloos zag de Koningin eerst An« dréa aan, maar vervolgens een bekoorlijke beweging makende, overschreed zij moedig den drempel. Een aangename warmte en een liefelijke geur streelden haar zoozeer, dat de dames bij het binnentreden niet alleen hare vrees, maar zelfs een gedeelte van haar doorgestanen angst vergaten. — Wij zijn nu buiten gevaar, zeide de Koningin, — en ik moet bekennen, dat het een zeer aangename schuilhoek is, (Wordt vervolgd.)
"Feuilleton. Het Halssnoer van de Koningin. door ALEXANDER DUMAS. 10 Vervolg.)". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/12 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009841:mpeg21:p001
Burgerlijke Stand. GEHUWD: De Maaré, jd. 24 en M. A. Strieder, jd. 18 j. Huwelijks-Brieven en Ferlovings-Circuluires worden gedrukt en spoedig afgeleverd, desverlangd geadresseerd, ter drukkerij van het Nie u wsblad. Goedkoop. Fijner papier naar keuze van den besteller. BEVALLEN: J. M. De Graaf, geb. v. der Stek, Z. — T. Niemantsverdriet, geb. Lagendijk, D. — H. Goverts, geb. Bosman, Z. — N. Tuinnerbeul, geb. Pronk, D. — P. C. Maagdenberg, geb.v. der Steen, D. — W. De Haas, geb.Benschop, D. — G. Scheidelaar, geb. v. den Bragt,Z.— M. J. v. Klaveren, geb. Burghardt, D, — G. Hartman, geb. v. Wattum, D. — M.DeKlerk, geb. Endeveld, D. — E. Drees,geb.Andriesse, D. — D. Lewis, geb Den Otter, Z. — M. S. v. Wijngaarden, geb. v. den Bogaert, D. G. Breur, geb. v. Amen, Z. — J. Ch. Schortemeijer, geb. v. Aart, D. — M. F. Nell,geb. v. der Velden, Z. — E. De Visser, geb. Keiler, D. Klein drukwerk wordt geleverd terdrukkerij van het N ieuwsblad, naar den geest des tijds, net en goedkoop. OVERLEDEN: J. D. Den Draak, m. v. G. Mand, 32 j. — D. C. Borsje, jd. 8 m. — W. G. De Ruijter, m. v. J. M. Visser, 40 j. — H. M. Rijnders, wed. J. Mieserius, 70 j. — J. Sylaart, jd. 2j. — D. v. de Graaff, jm. 2 d —K.Langenberg, jm. 23 m. — E. Beffie, jm. 13 d. — J. Dubbeling, wed. J. B. Peper, 75 j. — J. W.v.der Haak, jd; 3 j. — J. C. De Pijper, jm. 4 m. Rouwbrieven en Rouwkaarten worden gedrukt ter drukkerij vat»,het Nieuivsblad. Op verlangen mede geadresseerd, bezorgd en gepost.
"Familiebericht". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/12 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009841:mpeg21:p001
Temperat. Badinricht. 68° " 68° 10 Juli " 11 Juli . Barometer bij 0° Celsius 757.5 mM. 762 5 mM, Thermom.in de schad. 17°81733F. 21°7C.71°F. Minim. temp, 'snachts 16°1C 61°F. 14°4" 58'F. Maxim. temp. vor.dag 24°4C 76°F. 24°40.765F. Windrichting en kracüt Zuid 3 West 2 Bewolking der iucht 3 1
"Waterstand en Weerbericht. Rotterdam 12 Juli 1e getij 3.05 2e getij 3 29 s middags 12 uur.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/12 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009841:mpeg21:p001
Parijs .'. 5,10'5m., S,so'sm., I,lo'sav., 6,so'sav. Berlijn. . 5,40'5m., 9,30'5m.,10,— 'sm., 2,27'sav. 4,3o'sav., 6,55'5av., 9,20 'sav. Londen . 5.10'5m., 8,50'5m., I,lo'sav., 6,50 'sav. Aden, Br.-Indie, Ceylon,Straits Settlem, Cochin-China 1.55 'sav. China, Japan, Hongkong, Egypte . 1.55 'sav. Kaapland, Natal, 0.-Vrijstaat, Transvaal 8.50 'sm. Zanzibar, Mozambique, Delagoabaai 1.55 'sav. Amerika, Mexico 11.— 'sav. Guyana (Sfed. en Britsch)lo.4o'sav. (11 Juli) Venezuela ......... 7 . .10.40'sav. (11 Juli) Brazilië, Argentina, Uruguay, Paraguay 8.50 'sm. Victoria, Z.-Australië, N. Z. Wales, N.-Zeeland, N.-Caledonië,W.Austr. 1.55 'sav.
"Buslichtingen aan het Postkantoor. Vrijdag 12 Juli.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/12 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009841:mpeg21:p001
Societeit Harmonie. Zomer-concert, 8 uur. Place des Pays-Bas. Specialiteiten-voorstelling, B'/t uur. Groot Internationaal Circus. Voorstelling, 8 uur.
"Vermakelijkheden, Vergaderingen, enz. Donderdag 11 Juli.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/12 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009841:mpeg21:p001
Woonhuis, Pakhuis en Er e,Nz. Wijnhaven n°. 99, trekg. ƒ 12.000. Daarop verkocht. Hoerenhuis, Tuin en Erf, Oostzeedijk A 22 te Kralingen, trekg. ƒ 10,300. Voor ƒ 11.750 verkocht. Huis, Tuin en Erf, naast het vorige perceel A 23, trekg. ƒ 4000. Daarop verkocht I'and en l.rve, Zz. Houttuin n°. 32, trekg. f 7250. Voor 1 727Ü verkocht. Pand en Erve Oz. Spui lMek Korte Torenstraat n°. '2, trekg. ƒ 11.800. \ oor ƒ 12.900 verkocht. Pand en Erf, Delftschevaart n°. 73, Noordheek Wijde Broedersteeg, trekg. ƒ 1825. Pand en Erf, Wijde Broedersseeg n°. Ï9, trekg. / 1425. Gecombineerd verkocht voor ƒ3550. Dubbel Pand, Tuin. Open Plaats en Erve, Oz. Eendiactitsstraat n°. 18, trekg. ƒ10.500. Tand, Tuin en Erve, idem n°. 30, trekg. ƒ 0800. Pand, Tuin en Erve, idem n°. 22, trekg. ƒ 7100. Gecombineeid v.rkcclit voor ƒ 20550. Pand e.i Erve, Gedempte B:>tersloot n°. 26 en Huisje en Erve daarachter in de Krimpengang n°.44i, trekg. ƒ 5725. PanJ »n Erve, Wz. Korte Goudsche Wacenstraat n°. 9, trekg. ƒ 9100 Pand en Erve, Wz. Kerklaan r.°. 15, trekg. ƒ 4850. Pand en Erve, Nz. Witte de Withstraat n°. 31, trekg. ƒ 22.8J0. Pand en Erve, West-Maaskade n°. 7, trekg f 21.800. Vier "1/170 aandeelen in het Sociëteitsgebouw nAmicitia», Zuidblaak n°. 20, trekg, resn. r 5.25, ƒ 5.25, } 5.3' J, t 5.30 per aandeel. Negen pe ceelen Open Grond met halve Slaoten, Nz. Oost-Blominerdijkschen weg, trekg. n°, 1/0, n°. <2 ƒ 0, n°. 3 f 5,75, n°. 4 ƒ 5.75, n°. 5 r 5.50 n°. 0 ƒ G, n°. 7 ƒ 6, n°. 8 ƒ 5.75, n°. 9 f 5.50 per centiare. De Opstallen van drie groote houten Loodsen,op de vorige perceelen n°s. 4—9. trekg. f 1510.
"Publieke Verkoopingen. In het Notarishuis aan de Gelderschekade te Rotterdam. WOENSDAG 10 JULI.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/12 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009841:mpeg21:p001
Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden over de 2e helft der maand Juni 1889.
Mej. E. Danielson, A. De Hond, Th. Van Sfra«le-, J. L. J. Verenet, wed. Ziesenis, wed. Pazaro, J.liosch, allen te Ams:erdain. — Moelker, Baarn. — Wed.A. De Waard, Bergschenho.;k. — Emma Van Emden, Bred.\ — Joo.ten, Groeneweg, beiden te Delft. — W. Beulink, Deutich ro. — 11. W. Van Noordijk, Franekcr. —A. Spwreboom, Gouda. —11. Henning, 11. I.antjce, beiden te — Mevi. Cian.a, Haarlem. — H. IJsman, 's-lleitigcnbosch. — 11. P. J. Truffino, Kaatsheuvel — IJr. Duit hof, Nieuwkoop — D. M B.aadse, Roelofarendsveer). — J. Van Deventer, Johanna Van Hul t J. .1. G. lindeman', C. Verheul, Verkerk, allen te Rotterdam — D. Schellingerhoud. Sloten. — Mej. K. J. Kamp, Sjmmelsdijk. — J Rekotrt. Utrecht. — H. ('2 stuks), Vlaardingen. — 11. Westenberg., A li-singen. — A. Nijssen, Woensdrecbt. — C. Vrijland, Zevenhuizen. — J. tonen ? — E. 11. Oosterwijk ? van Barendrecht: inej. K. Van Uithoven, Rotterdam. van Ridderkerk: Wed. Van Wa'ervoor. liotterd. van Slikkerveer: B. W. Pelikaan, Botterdam. Briefkaarten. E. Topee, F. II de la Court, A. Woudenberg, J. 11. Muld=rs, Cartonnagefabriek, allen te Amsterdam. — Grassel e, Hergen-jp-Zoom. — D. Kok, Charlois. — J. Boe e, Gouda. — Mej. C. W. J. Bredemozer, 's-Gravenhage. — P. Koppes, Ilaarlemmeimeer. — 11. Van der Aa, Kralingen. — Vermaas, O idenboscli. —Mej. Walraven mej li'-etir, Van den Heuvel, mej. \ oorthuizen, inej. De Haan, allen te Rot.erd.im. — ? —J. Los ?— J. Schoere ? — J. Kooi ? — H. Van Dflk ? Brieven, verzonden geweest naar Amerika: van H erjansdam : A. Klootwijk, Detroit. België: Mei. Ivolle, Brussel. — Ve.ken, Luik. — ï. De Resel 7 Duitschland; Ertmann Potzu*, Miilheim. — T. Schmitz, Solingen. — C. beeker, Worins. Engeland: A. Wollf, Brisse, beiden ta Londen. Frankrijk: mej. C. Soumang, Yquem, beiden te Parijs. van Kraling che Veer: T. A. Bakke-, Parijs. 1 Indië: A. Ie Nobbe, Batavia. Noorwegen enz.: A. Hes'els, Frederii's'ad. — J.Sebulski, Rncktuick. — Annibale C-imilltr, Rome.
"POSTKANTOOR TE ROTTERDAM.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/12 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009841:mpeg21:p001
Voor het gerechtshof te's Gravenhage verscheen gisteren de bekende „millioenenheer" uit Leiden, zich noemende „Jhr. R. Broekhoff Jzn. de la Bourgeois ', in hooger beroep gekomen van het vonnis der Haagsche Rechtbank van 20 Mei, waarbij hij wegens de bekende feiten, vormende 5 gevallen van oplichting, tot 2 jaren gevangenisstraf werd veroordeeld. Nadat de beklaagde bij zijn in eersten aanleg afgelegde bekentenis had volhard, wees mr. L. W. v. Gich, van Amsterdam, op het hoogst treurige van deze zaak, waardoor een achtenswaardige familie in rouw is gedompeld. De levensloop van beklaagde werd door pleiter nagegaan. Beklaagde was altijd zwak van geest; langzamerhand heeft zich bij hem gevormd een idee fixe, meer en meer ontaardende in hallucinatiën. De tijd was nog verre — meende pleiter — dat men in de rechtzaal een plaats zou inruimen aan de psychiatrie; dat men, zonder ongeloof te ontmoeten, zou kunnen spreken van afwijkingen des geestes ; toch meende pleiter dat hier een zoodanig geval aanwezig was, Het reeds niet normale brein van beklaagde werd door kwade invloeden verkeerd geleid; hy zelf werd het slachtoffer van een sluwen oplichter. Oplichting had beklaagde — voorzeker in enkele der bedoelde gevallen — niet gepleegd; immers daarvoor was'kwade trouw noodig en die bestond bij bekl. niet. Welk arrest het Hof dan ook wijzen zou, betwijfelde pleiter niet. De procureur-generaal, mr. Bijleveid, kon zich met deze beschouwingen niet vereenigen. De ontwikkeling van het geheele weefsel van verdichting en bedrog vond zijn grond in beklaagde's zucht naar groptheid, lotsverbetering. Hij handelde met sluw, kalm overleg Ook in die gevallen, waarin hij niet direct manoeuvres frauduleuses gebruikte, deed hij dat indirect door het verspreiden van valsche geruchten. Hij vorderde bevestiging van het vonnis. Uitspraak Woensdag 24 Juli. — De iourier K., van het regiment grenadiers en jagers is door het Hoog Militair Gerechtshof wegens ontrouw in de administratie (het verduisteren van goederen uit het kleerenmagazijn) veroordeeld tot 3% jaar gevangenisstraf, welke gerekend wordt te zijn ingegaan 12 Maart jl. — Tegen W. Roovers, sigarenmaker te Etten, ter zake van poging tot moord door de arrondissementsrechtbank te Breda tot 4 jaren gevangenisstraf veroordeeld, en die daarvan in hooger beroep kwam, is thans in de zitting van het gerechtshof te's Hertogerdoor den procureur-generaal 7 jaren gevangenisstraf geëischt.
"Rechtszaken. Een millioenenheer.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/12 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009841:mpeg21:p001
Naar men verneemt, zijn voorstellen aanhangig om in het gebouw en de vergaderzaal van de Tweede Kamer der Staten-Ger.eraal electrische verlichting aan te brengen. Voor het lokaal van de Eerste Kamer wordt dit vooralsnog niet noodig geacht.
— Heden is te Amsterdam bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap op proefschrift: „Bijdrage tot de theoiie der progressieve inkomstenbelasting", de heer A. J. Cohen Stuart, civiel-ingeniear, geboren te 's-Gravenhage.
— Maandag, op klaarlichten dag, zijn uit een gesloten woonhuis aan de Hoorn (gemeente Hof van Delft) van den zolder ontvreemd, verschillende kleedingstukken bestemd voor de wasch, ten nacleele van den werkman C. Reijgersbergen. Tot noj toe is men den dader niet op het spoor.
— Gisternamiddag omstreeks s''s uur is het driejaiig zoontje van den bouwman Koeling, wonende bij de R. C. kerk te Schipluiden, al spelende te water geraakt en onmiddellijk gezonken. liet kind is na aanhoudend visschen op het droge gehaald, doch de levensgeesten waren geweken.
— Het getuigschrift voor goed afgelegd eind-examen A 111 aan do Rijkslandbouwschool te Wageningen, is uitgereikt aan : A. Bos, Berkel en Rodenrijs; A. Huisman, Schildwolde; H. J. Mansholt, West-Poldoi, A. O.Van Maarseveen, £umatra; C. Loth ïjadie; R. Heidema, Raslcwert; E.Koppenschaar, 's Hage; \V. C. Chavannes, Leiden; C. Heijblom, Arnhem. Afgewezen 2. De Sloeprijs werd toegekend aan A. Bos, metwienop de voordracht stond H. J Mansholt.
— Aan de Rijks-universiteit te Leiden, is bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap de heer J. A. De Jonge (geb. te Rotterdam) met Acad. proefs., get. „Van liet gezag der ouders ten opzichte van de goederen hunner kinderen"; de heer A. L. O. Pabst (geb. Ta 's Gravenhage) met Academisch proefs. get. „Staatstoezicht op Levensverzekering"; do heer C. P. Zaaijer (geb. te Dirks!and)na het jn het openbaar verdedigen van een Acad. pr.get. „üadingrnaarjtfeiderlandsch recht"; tot doctor in de staatswetenschap dezelfde heer na het openbaar verdedigen van„Stellingen."
"Laatste Berichten.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/12 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009841:mpeg21:p001
üe heer Roëll interpelleerde de regeering, of deze voornemens is het ontwerp in te dienen tot verlenging van den termijn, waarop het maximum-aantal onderwijzers aanwezig zal moeten zijn. Hij ging uit van de stelling, dat vóór 1 Januari 1890 de schoolwetsherziening niet zal zijn ingevoerd en vreesde moeielijkheden voor de gemeentebesturen bij het opmaken van begreotingen.
Minister Mackay zag geen dringende noodzakelijkheid in termijnsverlenging. Het kan geen kwaad,dat pressie blijtt bestaan tot completeering der onderwijzers. Gemeentebegrootingen zullen opgemaakt moeten worden naar de bestaande wet. Komen niet alle onderwijzers er op voor, dan zullen Gedeputeerde Staten moeten beslissen.
De heer Lohman vroeg ot het regeeringsantwoord spoedig was te wachten en de behandeling in dit zittingsjaar der regeering aangenaam zijn zou.De minister antwoorde,dat deze week de gevraagde staten zullen gereed komen, en üe volgende week het antwoord met staten aan do commissie gezonden worden. De interpellatie is hiermee afgeloopen.
"Tweede Kamer. (Zitting van heden).". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/12 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009841:mpeg21:p001