— De gewone audientie van den Minister van Marine zal op Vrijdag 13 December a. s. niet plaats nebben.
— Benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de arrondissements-rechtbank te Utrecht, mr. C. E. Harbord, advocaat en procureur aldaar.
— Benoemd tot kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Amsterdam no. 3, mr. A.H. M. Van Berckel, advocaat en procureur te Amsterdam.
— Aan ihr. rnr. Th. L. L. Prins, is op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van regenten over het huis van bewaring te Haarlem,orfder dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten,en is benoemd tot lid van genoemd college van regenten J. Scholtens, hoofdingenieur bij den provincialen waterstaat in Noordholland, te Haarlem.
— Blijkens een bij het Departement van Marine ontvangen telegram, is de divisie onder bevel van den kapitein ter zee, divisie-commandant K. A. Stakman Bosse, bestaande uit Zr. Ms. schroefetoomschepen Iste klasse Tromp, Atjeh en Van Galen, den 9den dezer van Rio de Janeiro vertrokken, ter opvolging der nadere bestemming, te weten: Zr. Ms. schroelstoomschip Tromp, onder bevel van genoemden hoofdofficier, naar de Plata-rivier (Montevideo en Buenes Ayres), en Zr. Ms. schroefstoomschepen Atjeh en Van Galen, respectievelijk onder bevel van de kapiteins ter zeeJ. P. Mercier en J. C. Commijs, naar Batavia. Aan boord van genoemde bodems was alles wel.
— Het bedrag der jaarlijksclie percentsgewijze belooning van het ontvangkantoor der directe belastingen en accijnzen te Rijp c. a, kan op f 1240 ■worden gesteld. Krachtens art. 23 van het Koninklijk besluit van 20 Mei 1869 no. 30 (Verzameling no. 79) en art. 3 ■van dat van 3 November 1887 no. 29 (Verzameling no. 90) wordt dit kantoor dus gerangschikt in de negende klasse. — Voor apothekersbediende zijn gisteren te 'sllage geëxamineerd 3 vrouw. cand. Toegelaten inej. A. J. Hondius van Herwerden, geb. te 's Gravemoer. — Examens Middelbaar Onderwijs. Mechanika K 11. Opgeroepen 2 candidaten, beiden geslaagd, t. w. de heerea: S. H. Colen uit Delft en J. G. De Masier uit Roermond; Natuurkunde K 111. Opgeroepen en afgewezen 1 cand.; Boekhouden K XII. Opgeroepen en afgewezen 1 cand. — Beroepen bij do Ned. Herv. Kerk.Te Poortvliet J. W. F. Gobius Du Sart, te Nieuw- en St. Joosland. — Te Leiden C. Verhagen te Diemen. F. Lettelbert c. a. J. P. Miedeina, cand. to Bolsward. Aangenomen het beroep bij de Ned. Herv,Kerk. Naar Willige-Langerak door C. De Vries, cand. te 'i Hage. — Naar Lutten door dr. J Robbert, te Pe Lier. — Naar Koten door J. Boer Knottnefas, cand. te Leiden. Bedankt voor het beroep bij de Ned. Herv. Kerk. Voor Hoogland door J. A. Cordes te Vorden. — Voor Medemblilc door K. B. Van Diemen, te Bodegraven.
tylen schrijft oas nader uit Apeldoorn : Gepasseerden Vrijdag had op het paleis Het Loo, in het salon van H. M. de Koningin, de gewone •winteruitdeeling van kleederen door H. M. plaats. Dm drie uur moesten de vrouwen van eenige (aindere geëmployeerden bij H. M. komen en kregen aldaar, voor zich zelf en ook voor haar echtgenooten, gemaakte stellen, wollen ondergoed, voor ieder zes hemden,voor de man een werk- en een Zondagspak en voordevrouw stof om een japon temaken. Met dit alles ingepakt in een flinken wollen deken begaven deze gelukkige menschen zich huiswaarts. — De brand te Amsterdam. Groote verontwaardiging heerscht teAmsterdam, over de bejegening, welke de moedige juffrouw Kattenburg, na hare vergeefsche poging tot redding van haar broertje, in het Binnen-Gasthuis, waar zij ter voorloopige behandeling gebracht is, heeft ondervonden. Uit de verhalen van ooggetuigen, die het meisje vervoerd hebben, blijkt, dat zij in een raderbaar in de wachtkamer van het Binnen-Gasthuis werd gebracht. Zij kon spreken en de brandwonden toonden nog niet de zwelling, die bij dergelijke kwetsuren later intreedt. De dokter A. Ham kwam na een groot kwartier, sprak weinig, voelde de pols en achtte een voorloopig verband niet dadelijk noodig. Hij was spoedig •yveer weg en liet op aandringen van den heer éompertz, een neef der gekwetste, door den oppasser wat zalf op de wonden smeren; de dokter ■Was daarbij niet tegenwoordig. Toen een der personen, Allers genaamd, die het meisje vergezelde, geen rijtuig in de buurt kon krijgen, vroeg hij een paar dekens om de ongelukkige, die in nachtgewaad was, wat beter te kunnen dekken dan dit met de politiejas, in allerijl over haar heen geworpen, kon geschieden, 'feit nu • weigerde de oppasser,. niettegenstaande herhaalden aandrang. De man mocht niet buiten zijn boekje gaan en goederen afgeven. Allers spoedde zich daarop naar huis, haalde een paar «Jekens van zijn bed en daarmee gedekt werd do Sjderes in de raderbaar, die zij met had verlaten, naar de Warmoegstraat gebracht by een familielid. Burgemeester en Wethouders hebben zich deze zaak aangetrokken en een streng onderzoek bevolen. De rapporten dienaangaande zullen vermoedelijk heden vroeg worden ingeleverd opdat de burgemeester in staat zij de interpellatii te beantwoorden die, naar verwacht wordt, he
den in den gemeenteraad over het voorgevallene ïal worden gehouden. De verklaring van dr. Ham, sedert anderhalf jaar adsistent in het gasthuis, komt kortweg hierop neer, dat hij het geval niet beschouwde als van dien aard dat dadelijk verband noodig was. Regel in het gasthuis is, opneming ook in geval van twijfel of de ingebrachte patiënt daar wel behoort evenals dadelijke en voorloopige behandeling waar dat noodig blijkt. De instructie luidt: bij zaken van eenig belang den directeur te waarschuwen ook des nachts. Dr. Ham heeft hier dus geheel alléén de verantwoordelijkheid. Leeken kunnen niet uitmaken of door de weigering de toestand is verergerd, maar zeker is 't dat de doctor, rekening had moeten houden met de bijzondere, hem verhaalde omstandigheden, waaronder dit geval zich voordeed. Een geschokt zenuwgestel, de toestand waarin de gekwetste zich bevond, de sneeuwstorm buiten — waarlijk reclamen genoeg voor een liefderijker behandeling. Omtrent den toestand van mejuffrouw Kattenburg vernemen wij, dat de ongelukkige met het gelaat nagenoeg geheel in verband ligt, en armen en beenen eveneens in zwachtels gewikkeld zijn. Zij mag niet spreken en moet voedsel door een zuigflesch nemen, daar de toestand van den mond het gebruiken van vast voedsel niet toelaat. Zij is buiten gevaar. Gevreesd wordt echter voor blijvende misvorming. Dr. Zegers, directeur van het binnengasthuis, heeft gisteren de lijderes bezocht. Met dr. Quanjer zal prof. Korteweg een onderzoek instellen, om daaruit, zooveel mogelijk, op te maken of dr. Ham de zaak al dan niet goed heeft ingezien. Wat den brand betreft, na het herstellen van het verkeer in de Kalverstraat, bleek eerst recht welke verwoesting is aangericht, ook aan de tegenoverliggende perceelen, waar geen ruit is heel gebleven en de gevels van boven tot beneden zwart zijn geblakerd. Ds belendingen naast deze huizen en ook naast de \ "brande perceelen, zijn gesloten.
Het lijkje van het verbrande knaapje is no — Dat het sommigen menschen niet spoedig te koud kan zijn, bewees Zondag een heer te Breukelrn, die het ijs wegruimde, om gelegenheid te hebben zijn dagelijksch bad te nemen. Deze liefhebber-zwemmer heeft te Amsterdam een viertal volgelingen, dermate gehard, dat zij er behoefte aan gevoelen, ook bij strenge vorst zich een weinig tusschen de ijskorsten af te koelen. Het zou, — zegt het »D. v. N." — de moeite loonen, met het oog op de natuurwetenschap, de proef te nemen, of deze vijf lichamen nog voor bevriezen vatbaar zijn. — Naar men verneemt, zal te 's-Hage in den loop der volgende maand een krediet-instelling in werking treden, die, onder den naam van »Zuid- Hollandsch Landbouwkrediet", op dezelfde wijze als de Noord-Hollandsche zustervereeniging te Alkmaar, zich hoofdzakelijk ten doel stelt, krediet te verleenen aan landbouwers in onze provincie. De nieuwe onderneming geniet den steun van vele hooggeplaatste personen, terwijl in het maatschappelijk kapitaal o.a. wordt deelgenomen door H. K. H. de Groothertogin van Saksen-Weimar. — Bij onderzoek is aan het Hbl d. gebleken, dat het verhaal onwaar is, dat een man verklaard zou hebben de kistjes met kruit vervaardigd te hebben, die verleden jaar op St. Nicolaasavond bij de heeren Jolles en Stork bezorgd zijn. — De officier van justitie en de rechter-commissaris te Maastricht, vergezeld van de doctoren Vrijens en Ruland en den apotheker Schoepp, hebben zich gisteren naar Oud-Vroenhoven begeven, waar de opgraving en schouwing plaats vond van een lijk van den daglooner Nijsten aldaar, die Maandag 11. onder de volgende omstandigheden te Heer is overleden. De man, die in geen al te goede verstandhouding met zijne vrouw en kinderen leefde, was 's morgens, na thuis een boterham te hebben gegeten, naar zijn werk te Bemelen gegaan. Onderweg te Heer gekomen, gevoelde hij zich niet wel, klaagde over pijn in het lijf, begon te braken en overleed kort daarop. Dit gaf tot booze vermoedens aanleiding en lokte eene gerechtelijke lijkschouwing uit, waarvan de uitspraak nog niet bekend is. — Het op de Razende 80l gestrande stoomschip »Karoon" is door sleepbooten vlot- en te Nieuwediep binnengesleept. Het schip is lek, heeft drie voet. water in het schip, en pompers aangenomen. — Het Engelsche stoomschip »Dragonfly" van Taganrog naar Amsterdam, is in de Noorder- fronden gestrand. De équipage is door de redingboot gered en te Niéuwediep aangebracht. Het stoomschip is met hoog water van de Pannelcoek tot midden in de Razende 80l geslagen, waardoor de kans op afbrengen veel ongunstiger is geworden. Gistermiddag is een begin gemaakt met het lossen der lading rogge in vaartuigen. Vijf schuiten kwamen te Nieuwediep binnen. Wegens de hoogloopende zeeën was men echter genoodzaakt het schip te verlaten; ook de sleepbooten keerden naar de haven terug, om bij gunstiger gelegenheid hedennacht weder naar de strandingplaats te vertrekken. Het schip was gistermiddag nog dicht. — Door een inwoner van Diemen is op het IJ aan den Zeedijk een zeearend geschoten, die een vlucht had van bijkans 2 meter. »Artis« is nu in het bezit er van. — Te Deventer is Maandag zekere 1., die met zijn zoontje over de Handelskade te Deventer liep, gestruikeld en in de gracht gevallen. Olschoon er nog bijtijds uitgehaald, is hij in den afgeloopen nacht overleden,eene weduwe met 7 jonge kinderen achterlatende. — Een nachtelijk transport. Omtrent de ontruiming van de gevangenis voor militairen nabij Leiden, deelt het „L. D." het volgende mede: Hedennacht is het Militaire Detentiehuis alhier ontruimd geworden. Voor een geregeld vervoer van de gevangenen naar de strafgevangenis te Leeuwarden, waren natuurlijk de noodige voorzorgsmaatregelen genomen. Tot het terrein werd niemand, die niet direct met dit vervoer iets te maken had, toegelaten. Het was geheel door militairen, zelfs tot op grooten afstand, afgezet, zoowel de geheele laan van het detentiehuis tot aan den Morschsingel, als de haar kruisende spoordijk tot aan het station alhier; evenzoo ook in de andere richting en een gedeelte van de lijn Leiden—Woerden, welke naar de veelading aan den Morschweg voert. Het aantal te vervoeren militaire gevangenen bedroeg 144, en 112 manschappen van de hier in garnizoen liggende infanterie namen des avonds om haltelf plaats in den buiten de voorm. Witte- Eoort, aan de remise, gereedstaand en trein,welke estond uit 5 wagens derde klasse en 3 goederenwagens. Het geheel stond onder commando van een kapitein, lsten luitenant, 2den luitenant, 6 onderofficieren en 12 korporaals. In elke wagen-afdeeling begaven zich gewapende soldaten, en zoo ging het naar de G-a vangen huislaan, waai telkens een der wagens tot het opnemen zijner vracht vlak vóór kwam te staan. In den guren en donkeren nacht werd die laan beschenen door het witte Well's-licht, dat door ons gemeentebestuur voor dit doel was ter beschikking gesteld. Het terrein, dat zooveel treurigs te aanschouwen gaf, was verder verlicht door brandende pekkransenwelk een nog geheimzinniger gloed in den omtrek verspreidden en de naakte boomen in het donker spookachtig deden uitkomen. De gevangenen werden telkens in groepen afgehaald en door militairen begeleid tot den voor hen bestemden wagen. De stoet werd gesloten door een voertuig met zieken. Zes en dertig gevangenen liepen twee aan twee, aan weerszijden eene dubbele rij soldaten dicht op elkander en eveneens soldaten er vóór en er achter allen met geladen geweren. Voor dit eerste transport bevonden zich in elk compartiment van den trein vier militairen, behalve met geladen geweer, met de bajonet in de handen. Bij elk dier vier soldaten werden zes gevangenen geplaatst. Tot viermaal toe werd zulk een tocht aanvaard om een zelfde aantal gevangenen af te halen. Eene akelige, doodsche stilte heprschte er telkens als daar in die laan, tusschen de soldaten, de personen voortschreden, komende uit die inrichting, waar velen karteren, anderen langeren tijd hadden doorgebracht, om haar voorgoed te verlaten, niet echter om weer do vrije wereld in te gaan, maar om hun straftijd elders te gaan doorbrengen. De tijd, dien zij buiten de gevangenis doorbrachten, was slechts tijdelijk, het inademen der vrije natuur voor hen slechts betrekkelijk. Want daarginds, ter halverwege van die laan, stond het stoompaard lien — dezen nog in de kracht van hun leven verkeerende, genen door gewetenswroeging of andere oorzaken meer of minder kromgebogen — op te wachten, om hen met den meesten spoed weder een ander van de maatschappij afgezonderd verblijf te doen betrekken. Om bij halféén was de taak volbracht en had de trein zijn merkwaardigen, droeven last in zich ontvangen. Onmiddellijk werd het stoomros in beweging gebracht en de tocht naar het noorden aanvaard. — Gemuilkorfde jachthonden. De commissaris des Konings in Noord-Holland hee.t bij circulaire aan de burgemeesters kennis gegeven, dat in gemeenten q1 in gedeelten van gemeenten, waarvoor een bevelschrift tot rriuilkorvuig der honden is uitgevaardigd, ook de honden, terwijl zij op de jacht gebruikt worden, van een muilkorf moeten zijn voorzien. — De heer H. A. Pauwen te West-Pannerden heeft uit zijne bekende championkudde tien lammeren verkocht voor f 750. Deze zullen gebezigd worden voor teelt en rasverbetering in onze beste fokkerijen. Zulk een hooge prijs is besteed, omdat deze dieren aan onze gronden en weersgesteldheid gewoon zijn en, beter dan alle Engelsche rassen, geschikt geacht worden ter voortbrenging van het zoogenaamde vleeschschaap, hetwelk thans zoo gezocht is en duur betaald wordt aan de markten te Londen en Parijs. — Politietoezicht op zee. In een dezer dagen te Katwijk gehouden vergadering van de afdeeling »de beide Katwijken en Omstreken", van de Vereeniging tot bevordering der Nederlandsche Visscherij, werd ernstig geklaagd over gebrek aan politietoezicht ter zee. Schippers beweerden 0.m., dat vooral de Belgen lastig; waren, dezen dreigden, met bijlen op het dek zwaaiende, dat zij de netten eenvoudig zouden afkappen, indien zij geen plaats voor hen maakten, en verjoegen de Hylklndsche visschers op deze wijze, waar zij rustig visschende waren. De letters van de schuiten werden vooraf onkenbaar gemaakt door er netten voor te handen. In het begin der haringvisscherij zag men wel, later in het zoogen. stormseizoen, geen enkel oorlogsschip en juist later heeft men meer aan bescherming behoefte dan in het begin der visscherij: men heeft dan in het noorden meer ruimte om vrijer te kunnen visschen. Den visschers zal er namens de reeders op gewezen worden, dat zij steeds het eerst de Hollandsche vlag hebben te salueeren; uit onbekendheid met vormen laten sommigen dat na. Anderzijds klagen ook schippers, dat onze marine niet salueert als zij de vlag hijschen. De waarheid laten wij in het midden. — Zondagavond ongeveer zes ure is te Haarlem aan den Kampersingel door een werkman gevonden een pasgeboren jongen, in doeken gewikkeld. Nadat het kind aan 't politiebureau eenig voedsel was toegediend, is het naar het Stads- Armenhuis ter verdere verpleging overgebracht. Door de politie worden pogingen in het werk gesteld tot opsporing van de moeder. — In een particulier schrijven uit Curagao wordt gemeld, dat de Gouverneur N. Van den Brandhof zijn verlangen heeft te kennen gegeven om in het voorjaar te repatriëeren. — De graad van doctor in de letteren zal door de Universiteit van Durham verleend worden aan den heer D. H. Dolman van Sneek, den eenigen Nederlander, die tot dusver aan voornoemde Hoogeschool promoveerde. — Vrouw Sporrel komt in hooger beroep van het vonnis der lleerenveensche rechtbank, waarbij zij veroordeeld werd tot vijf jaar gevangenisstraf, wegens mishandeling met doodelijken afloop, gepleegd op haar stiefkind. — Te Deventer viel een der meest geachte ingezetenen, de heer W. S. Sandt van Nooten, kassier, terwijl hij wat vergift voor de ratten strooide, door een valluik. Hij kwam met het hoofd terecht op de plaats van zijn buurman en was onmiddellijk dood. — Gisteravond bevonden zich op de spoorbaan onder Rijswijk een drietal paarden op den weg, toen de sneltrein No. 34 van Den Haag aankwam en een der paarden aanreed, zoodat het dier totaal verpletterd werd. De trein, die ongeveer kwart voor zes het station Delft moet passeeren, had hierdoor een oponthoud van ruim '20 minuten tot het nazien der locomotief. Over den weg lagen verschillende deelen van het paard verspreid. — Aan het Centraalstation te Arasterdam is gisteren een treurig ongeluk gebeurd. Bij het opgaan der lift van het derde perron had een werkman, die daar opstond, het ongeluk met het hoofd tegen het perron vast te loopen. Daardoor viel hij van de lift en werd met gespleten schedel opgenomen. In hopeloozen toestand werd de ongelukkige naar het Gasthuis vervoerd. — Gisteren vergaderde te Amsterdam de pas opgerichte »Nederlandsche Diamantbewerkersbond". welke door een duizendtal werkelooze diamantwerkers werd bijgewoond. Ter vergadering werd beweerd, dat er duizenden klovers, slijpers en snijders zonder werk zijn en dat een coöperatieve fabriek met 500 molens noodig was. De vrees werd geuit, dat de Londensche kapitalisten anders, nevens den handel in diamanten, ook het fabriceeren daarheen zouden trekken. De drukbezochte vergadering was zeer kalm, totdat een der aanwezigen zich verstoutte de oorzaken na te gaan van de armoede en werkeloosheid onder de diamantbewerkers. Toen kwam er groot rumoer, zoodat despreker van het woord afzag. Een motie werd aangenomen om den heer A. C. Wertheim (die pas tevergeefs beproefd heeft een diamantkredietinstelling voor den kleinen man in het leven te roepen) uit te noodigen zich met anderen do besproken aangelegenheid aan te trekken. — Gistermorgen is de nachtwaker H. v. d. T. te Vechel dood op den weg gevonden. Door een toeval getroffen, schijnt hem de scherpe koude bevangen te hebben en is hij doodgevroren. — lemand, die uit de Gravenstraat naar de Linnaeusstraat te Amsterdam verhuisde, vermiste, bij aankomst in zijn nieuwe woning een trommel, waarin f'looo aan bankpapier. Hij heeft hiervan mededeeling gedaan aan de politie. — Een ernstig man in een coupé met een reisgezel een praatje makende. — Hebt gij kinderen, mijnheer? — Jawel, mijnheer, ik heb oen zoon. — Rookt hij ook? — Nooit. — Des te beter, het rooken is een leelijke gewoonte. Bezoekt hij ook de café's? —• Hij heeft er nog nooit een voet gezet — Ik maak u mijn compliment 1 Hij gaat dan ook zeker vroeg slapen ? — Om 7 ure 's avonds. — Uw zoon is een model, mijnheer. — Hoe oud is hij ? — Twee maanden. — Ida. Mama, waarom legt toch mijnheer Czarnowski die zakdoek onder zijn kin als hij spelen gaat? Is hij bang, dat hij zijn boordje vuil zal maken? — Mama (met het oog op mijnheer Czarnowkp» linnengoed). Neen, kind, hij is bang, dat hij zijn viool vuil maken zal.