De Skupchtina heeft met een overgroote meerderheid het voorstel van den afgevaardigde Jurich verworpen, dat bepaalde, dat gewelddadige of andere pogingen, om de ten uitvoerlegging van besluiten der Skupchtina te beletten, met de doodstraf zouden worden gestraft. — De oud-prefect van politie van Belgrado, Gyorgyevitsch, een protégé van ex-koning M ila», is wegens verduisteringen gearresteerd.
Rotterdamsch nieuwsblad
- 27-02-1890
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Rotterdamsch nieuwsblad
- Datum
- 27-02-1890
- Editie
- Dag
- Uitgever
- A.W. Sijthoff
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 832564818
- Verschijningsperiode
- 1878-1991
- Periode gedigitaliseerd
- 1878-1945
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Gemeentearchief Rotterdam
- Nummer
- 3668
- Jaargang
- 12
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
SERVIE.
ITALIË.
De minister van landbouw heeft gisteren met eenige wijzigingen zijn wetsvoorstel ingediend, met betrekking tot de oprichting van een instelling voor grondkrediet. De minister wees op de dringende behoefte, die er aan bestaat, wat ook door de Kamer werd toegestemd. — De commissie voor de begrooting heeft afwijzend beschikt op het verzoek der regeering, om 3X millioen lires (francs) voor den aanmaak van nieuwe geweren. De commissie sprak als hare meening uit, dat de doelmatigheid van de invoering van een nieuw geweer zeer twijfelachtig is, zoodat de Staat daarvoor geen groote uitgaven mag wagen.
Gemengd Nieuws.
De bekende luehtreizigster De Voy is verleden week te Hendon aan een groot gevaar ontsnapt. " Als naar gewoonte sprong zij, toen zij tot op eea zekere hoogte in haar ballon was opgestegen, met haar parachute uit den ballon. De wind dreef haar naar een meer, waarin zij met haar parachute terecht kwam. Hoewel men haar terstond uit haar neteligen toestand verloste, duurde het geruimen tijd, voor zij weder teekenen van leven begon te geven.
Een vreeselijk familiedrama is te Ibza, in het Duitsche district Redem, afgespeeld. Een werkman, Wengzicks genaamd, had overdag cm ('enigheid met zijn schoonbroeder, Oszuch, gehad. 's Nachts stond Wengzicks op en vefmüoiMdd zijn zuster, Oszuoh's vrouw, Oszüch zelf ei: 'li'io kinderen nwt een biji, terwijl hij zelf dé vlucht ti i :i
Zal onze zoon met Mei soldaat worden of zullen wij een plaatsvervanger voor hem koopen?
In een welgeschreven antwoord op die vraag schrijft »Harpagon" onder meer het volgende: Men vergete niet, dat de quaestie der plaatsvervanging voor de betrokken individuen een zéér ernstige is, want evenmin als het voor menig fatsoenlijk huisvader een gemakkelijke taak is om de telden voor een flink plaatsvervanger bijeen te rengen, evenmin zijn tal van jonge mannen in staat om, zonder groot gevaar voor hun toekomst, hun dienstplicht persoonlijk te volbrengen. Vele en vaak zeer bijzondere karakter-eigenschappen met een ijzersterk lichaamsgestel zijn daartoe de eerste vereischten, en al moge de toekomst van eenjongmensch al eens een enkele maal toelaten, dat hij zijn opleiding voor eenige maatschappelijke positie voor een jaar of langer afbreekt om dien tijd aan zijn vorming in het leger te wijden, dan is het nog de vraag of die opoffering, met de vele daaraan verbonden gevaren, ten slotte een billijke vergoeding kan opbrengen. En dat hier van opoffering mag gesproken worden, zal bij een onpartijdig en volledig onderzoek overtuigend blijken. Voor hem, die in een beschaafd welingelicht burgerhuishouden is grootgebracht, is de Nederlandsche kazerne niet meer ingericht. De voeding en meer nog de bereiding van de spijzen laat alles te wenschen over. Zij moge voldoende worden geacht voor hem, die niet beter of nog minder gewend is, voor jonge menschen uit den deftigen burgerstand is ze dat niet. Evenzoo is het gesteld met de verdere verpleging, in de eerste plaats met de slaapgelegenheid, het reinhouden van het lichaam, enz., enz., terwijl bovendien de dagelijksche hoogst intieme omgang met zoovelen uit den minstbeschaafden stand, en dit zoowel op de slaapzaal als op wacht, ja, waar niet al, voor menig jongmensch in velerlei opzicht gevaarlijk en alles behalve gewenscht is. Wie er iets meer van wenscht te weten, verwijzen wij naar de heeren chefs der korpsen in hun wonnnlaats of in de nabijheid daarvan.
Dezeheeren zullen voor de belangstellende vaders (den moeders zou ik aanraden thuis te blijven) ïeker gaarne den toegang tot hun kazernen openstellen en zoodoende een kijkje gunnen inde Nederlandsche militaire huishouding. Wij zijn er van overtuigd, dat alle ernstige ouders na zoodanig bezoek en wanneer zij de middelen daarvoor bezitten, onmiddellijk zullen besluiten hun zonen of pupillen door een plaatsvervanger te doen vervangen. Men scherme daarbij niet met groote woorden, zooals bv. het verwijt van gemis aan vaderlandsliefde, enz.; dit zijn niet meer dan phrasen, woorden zonder beteekenis, en waarvan de waarde zich tijdens de geestdoodende oefeningen, vooral bij de infanterie en bij de vesting-artillerie, of tijdens de uitvoering van corveeën of onbeduidende garnizoensdiensten, spoedig doet kennen en tengevolge waarvan de meeste jongelui zeer kort na hun indiensttreding of moedeloos of nog erger worden. Nog komt bij dit alles, dat wij als onze innige overtuiging uitspreken, dat, hoe meer men in de gegeven omstandigheden van de plaatsvervanging fcbruik maakt, men de Regeering met te meer lem zal dwingen, den eenig goeden weg in te slaan en de nieuwe legerorganisatie ten leste zoodanig in te richten, dat daardoor ook voor de africhting van de meer beschaafden en beter ontwikkelden een plaats in degelederen van het leger openkornt en dezen daardoor in de gelegenheid worden gesteld in tijden van gevaar aan de verdediging van den geboortegrond deel te nemen. Zooals het leger nu is georganiseerd, zooals de kazernen, ia, de geheele verpleging thans is ingericht, is de persoonlijke dienstplicht, bij het bestaande systeem van oefening, eenvoudig gezegd onmoge 1 ij k, en dit zal zóó lang het geval blijven, als de tegenwoordige toestand zal duren. Wij zijn overtuigd, dat dit ook de ernstige overtuiging is van de meeste tegenstanders van den persoonlijken dienstplicht, en wij beroepen ons daarbij reeds bij voorbaat op hen, die onzen raad zullen volgen en de quaestie persoonlijk en ter plaatse gaan onderzoeken. De tegenwoordige legerinrichting is volkomen verouderd, en daardoor past de persoonlijke dienstplicht niet in het tegenwoordige kader. Wanneer zij, die daarover gesteld zijn, de hervorming van de geheele huishouding, de instructie daaronder begrepen, niet bij de hand nemen, dan zal de toestand nog jaren lang even treurig blijven als die thans is. Geen halve maatregelen zullen helpen, geen beloften, die bij de uitbreiding van het aantal gerechtigden toch niet kunnen vervuld worden, zullen als lokaas kunnen dienen, en de millioenen, die jaar op jaar aan het leger besteed worden, kunnen niet andersworden geacht danwegge worpen geld te zijn.
Binnenland. 26 Februari.
De Minister van Marine verleent Vrijdag a. s. geen audiëntie. — De Tweede Kamer besloot gisteren, om op Vrijdag 28 Februari a. s. in behandeling te nemen de wetsontwerpen: tot regeling van de pensioenen der burgerlijke ambtenaren en tot regeling van de pensioenen der weduwen en weezen der burgerlijke- ambtenaren. — Het Bestuur der Vereeniginghet «Pensioen- Verbond" dringt in een adres aan de Tweede Kamer aan op spoedige behandeling en aanneming — zoo mogelijk uitbreiding — der aanhangige wetsontwerpen, tot regeling van de pensioenen der burgerlijke ambtenaren en hun weduwen en weezen. — De heer H. Kikkert te Vlaardingen, is door Z. M. den Koning benoemd tot lid van het College voor de zeevisscherijen. — Benoemd tot brievengaarder te Noordwijk aan Zee, de heer M. Verloop, in plaats van den heer L. Braat, die eervol ontslagen is. — Men schrijft ons uit Ridderkerk: In deze gemeente worden pogingen aangewend tot oprichting van een derde school inet den Bijbel. De eerste school, jaren geleden, gebouwd op het dorp door de Ned. Herv. gemeente en de tweede onlangs door de doleerende gemeente te Rijsoord, zal alsnu de derde school worden opgericht dooide Chr. Ger. gemeente te Bolnes. Het voornemen bestaat om eerst lijsten te doen circuleeren, ten einde te onderzoeken of het plan levensvatbaarheid heeft. — Examens nuttige handwerken te 'sHage: opgekomen 10, toegelaten 7 cand., nl. de dames: 8. Hoogetooren, van Amsterdam; M. S. C.Wijsmuller, P. J. Boon, A. C. Boon, E. C. De Graaff, L. H. Thol Larsen en E. M. Smit, allen van Haarlem. — Examens fraaie handwerken te 's Hage: opgekomen 8 cand., geslaagd de dames J. C. Beger en A. M. Hartkamp, van Amsterdam, en H. Bergsma, van Spaarndam. — Drietal bij de Ned. Herv. Kerk. Te Rotterdam (vac.-Theesing): A. J. Th. Jonker te Ellecom ; O. Scnrieke te Zandvoort en J. M. Snethlage te Haarlem. Beroepen bij de Chr. Ger. Kerk. Te Amerongen D. J. Van Brummen te Dordrecht. Beroepen bij de Evang. Luth. Kerk. Te Helder J. L. F. De Meijere te Bodegrave. Aangenomen het beroep bij de Ned. Herv. Kerk. Naar Venendaal doer G. Nijhuis te Berlikum.
Bedankt voor het beroep bij de Ned. Herv. Kerk. Voor Muiden door W. Van den Bijtel te Eibergen. Bedankt voor het beroep bij de Chr. Ger. Kerk. Voor Nijmegen door P. Biesterveld ,te Gorinchem.
— Het hoofdbestuur van het «Nederlandsch Tooneel-verbond" heeft, naar aanleiding van den brand,waardoor de Stadsschouwburg teAmsterdam is vernield, een circulaire verzonden, waarin het algemeenen steun vraagt tot het bijeenbrengen eener som, groot genoeg om vooreerst hen te helpen, die door den brand geleden hebben en verder een fonds te stichten, waaruit voortaan onmiddellijke hulp bij dergelijke ramp kan verstrekt worden. Het hoofdbestuur is gaarne bereid aan allen, die willen en kunnen helpen,inlichtingen te verstrekken en wenken te geven, maar laat ieder vrij in het nemen van maatregelen. De afdeelingsbesturen zullen weten, welke middelen het beste passen in het kader hunner omgeving; kunstvereenigingen en bijzondere gezelschappen hebben zelventebeoordeelen, langs welken weg het doel het best kan worden bereikt. Het hoofdbestuur mengt zich niet in hun overleg,maar vraagt dringend geen krachten te versnipperen. — Te Tiel is een jonge dame onder hevige pijnen bezweken aan de gevolgen van een jammerlijke vergissing. Zij gebruikte namelijk een hoeveelheid poetspoeder, van meening zijnde dat het bruispoeder was. — Uit de fabriek van den heer A. v. Bergen te Heiligerlee is een een brandspuit naar Curacao verzonden. Deze spuit geeft met twee stralen 400 liter water per minuut. — Schoenwerk kan men waterdicht maken door middel van een smeersel, dat men bereidt uit 400 gram vaseline en 100 gram ceresin, die men in een aarden pot te zamen laat smelten. — De Nederlandsche Bond Tan Algemeen Kies- en Stemrecht telt 8637 leden, waarvan Friesland er circa 2000 bezit. — Door de zaaivereeniging in de Hoeksche Waard zullen dit jaar proeven worden genomen met witte Canadasche haver en Noorweegsche aardappelen. — Door pastoor J. M. Schleijer, constructor van volapük, is wederom een nieuw diploma verkrijgbaar gesteld, n.l. dat van »Lovepolel" (vertaler). De eerste gediplomeerde is een Nederlander,de heer J. H. Tromp te Oudenbosch.
— Men schrijft ons: Een kuip, ter hoogte van 10 of 15 cM. met water gevuld, is met zeer eenvoudige middelen te herscheppen in een uitmuntenden rattenval. In de nabijheid van het terrein, waar de ratten hun lusten botvieren, plaatst men een gewone kuip, waarin het water tot gemelde hoogte staat. In dat water werpt men een plankje van voldoende grootte en draagkracht om als vlot voor een rat te kunnen dienen. De kuip wordt met een stevig vel kardoespapier bedekt, waarin een kruis is gesneden, in dier voege, dat wanneer daarover een rat zou willen loopen de punten van het papier naar beneden buigen en het beest alzoo tegen wil en dank te water geraakt. Tegen de buitenzijde der kuip wordt een schuin plankje gezet om de rat de gelegenheid te geven op een gemakkelijke wijze den bovenkant der kuip of m. a. w. haar verderf te bereiken. Om ze te lokken, wordt op het plankje een beetje — op het papier wat meer tarwemeel gestrooid; de ratten zijn op deze versnapering zeer verlekkerd, spoedig betalen een of meer hunner hun snoeplust dan ook met een nat pak. Zwemmende trachten zij zich op het drijvende plankje te redden, terwijl zij elkaar al vechtende, dat reddingsoord betwisten. Slaagt er soms een op het droge te komen, dan verdedigt zij met al de kracht, die in haar is, door bijten en krabben haar ingenomen schuilplaats. Piepend noodgeschrei zal uit de kuip omhoog stijgen ; nieuwsgierig als ze zijn, komen de andere leden der rattenfamilie op die angstkreten af om eveneens door het papier in het water te sukkelen en insgelijks hun dood in de »golven" te vinden. Om te voorkomen, dat de ratten, door tegen de binnenzijde der kuip op te klouteren, ontsnappen, bevestige men aan den bovenkant der kuip een naar binnen gebogen ijzeren of zinken rand van 5 cM. breedte.
— De schrijvers in den Nieuwen Gids vinden — gelukkig l — niet veel navolging in het schromelijk misbruiken onzer schoone moedertaal. Weer is iemand in dit tijdschrift aan het »dichten" geweest. Den klinkklank en groven onzin — want dat is 't inderdaad — dien hij uitkraamt, legt hij in volgende regelen neer: »Het is weebleekerig grijs Het regent wat, De wind zingt een arme wijs, De daken zijn nat. Menschen gaan langzaam aan, Noemen het werken, Ernstig dagelijks gaan Zonder te merken. O, om een lichte, bleeke meid Die nu opbloeie, Wat weeïege lelieheid, Wij warme, moeie." Wie er meer van begrijpt dan dat het swat" regent en de daken nat zijn, verdient een medaillel — De heer E. W. Ansingh, apotheker te Amsterdam, schrijft aan het Handelsblad: «Somtijds springt een voorwerp, dat een mengsel voor bengaalsch vuur bevat, onder een knal uiteen, onder uitslaande vlam, vooral wanneer tot de bereiding daarvan ongewasschen zwavelbloem wordt gebruikt. Nu heeft men op den avond vóór den brand bengaalsch vuur in den schouwburg vertoond. Daarom kom ik tot de vraag, of van dit mengsel iets in voorraad in den schouwburg is achtergebleven en dit door zelfontbranding den brand heeft veroorzaakt?" — Uit de vastgestelde rekening over 1889 van het «Stormfonds", gevestigd te Monster, ten doel hebbende het ondersteunen der nagelaten betrekkingen van verongelukte visschers, of van hen, die bij het redden van schipbreukelingen het leven verliezen, blijkt, dat in dat jaar ondersteund werden twee vissehers-weduwen; dat de rekening sluit met een batig saldo van f 208.65 en het kapitaal van het fonds f 4826.19'/j bedraagt. — De onlangs te Poeldijk opgerichte Vereeniging ter bevordering van de bloembollenteelt, is nu reeds ontbonden, daar het bestuur collectief ontslag nam. — Den Haag zal voor de aanschaffing van een tweede stoombrandspuit circa f 10.000 uitgeven. — Hoe het komt is moeielijk te zeggen, maar zeker is het, dat den landbouwers te Vlodrop dit jaar veel nadeel wordt berokkend door duizenden en duizenden muizen, die zich in stallen, schuren en huizen hebben genesteld. Bij den landbouwer M. werden er op één dag honderden gedood, terwijl er ook nog honderden wisten te ontsnappen. — Het is zeer waarschijnlijk, dat de Amsterdamsche Stadsschouwburg op het Leidscheplein niet weder zal worden opgebouwd. Het plein zou daardoor niet onbelangrijk worden vergroot en de stedelijke kas een dure post minder te bestrijden hebben. Wij vernamen althans reeds iets van een zeer levensvatbaar plan, waardoor het mogelijk wordt, dat Amsterdam een fraaien, nieuw ingerichten schouwburg verkrijgt, welke aan de gemeente geea opofferingen kosten zal. Op de groote sport-terremen achter het Rijksmuseum zou die schouwburg worden gebouwd op een groot plein, geheel vrijstaande. Dit gebouw zou gesticht worden door een vennootschap, welke zich voorstelt dat geheele terrein van de gemeente over te nemen en nadat daarop in het midden een grootsch komedie-gebouw is gesticht, de omliggende terreinen als bouwgrond voor een luxe-kwartier van de hand te zetten. Die schouwburg zou bespeeld worden door het Nederl. Tooneel en een nieuw Opera-gezelschap. VI. 81. v, Amst. — De gepensionneerde ritmeester A.. IJssel de Schepper, geboren 30 Juli 1842, drager van het Metalen Kruis, ridder van de orde van de Eikenkroon, is te Deventer overleden. — Door de werklieden, bezig aan het veranderen van een der luitels in den Prinsentuin te Leeuwarden, is onder een der dakpannen gevonden een portemonnaie met f 147. —• Dankbare heeren! Door de heerenSpaklerenTetterode teAmsterdam is aan den burgemeester dier gemeente gegeven flOOO voor het brandweer- en flOOO voor het politiefonds, als dank voor hun optreden, waardoor bij den brand van den Stadsschouwburg de suikerfabriek op de Lijnbaansgracht gespaard bleef. — In den nacht van Zaterdag op Zondag werd bij den landbouwer Jan Veltrop te Vossebelt ingebroken. Toen de bewoners door de ongewone beweging in huis ontwaakten, nam een manspersoon de vlucht, die een kist opengebroken en daaruit de som van f5OO in verschillende geldspeciën medegenomen had. — De vereeniging »Westland krijgt geen cent uit de gemeentekas van Loosduinen. — Beste vriend, leen mij dadelijk 100 gulden. Dadelijk 1 Dat gaat met den besten wil niet; maar langzaam aan, iedere maand een dubbeltje, dat kan ik je wel leenen. — Zij: Laat mij toch met rust, ik ben geen meisje, maar een verkleede man. Hij: Dat treft goed! Ik ben een verkleede vrouw.
Kunstnieuws. ROTTERDAMSCHE SCHOUWBURG. Een gevaarlijke vriendendienst.
Een nieuw stuk van den schrijver van ode Kiesvereeniging van Stellendijk" en een eerevoorstelling voor Willem Van Zuylen,— ziedaar redenen genoeg om een geheel uitverkocht huis te verwachten, hetgeen gisteravond ook werkelijk het geval bleek te zijn. Na het lot, dat den beiden laatsten oorspronkelijken stukken , waarmede .de Vereenigde ïooneelisten het publiek hebben doen kennismaken, is ten deel gevallen, was het begrijpelijk, dat de directie niet zoo spoedig weder het oog op een werk van een Nederlandschen auteur zou slaan en daarom is het aangenaam voorshands te kunnen constateeren, dat zoowel de schrijver als het gezelschap met de vertooning van »Een gevaarlijke vriendendienst" succes heelt gehad. Wie echter, die »de Kiesvereeniging van Stellendijk" nog goed in 't geheugen hebbende — en bij wie der geregelde schouwburgbezoekers is dit niet het geval? — de verwachting gekoesterd mocht hebben iets in denzellden trant te zullen zien, zal eenigszins teleurgesteld zijn. Hoeveel verdienste »Een gevaarlijke vriendendienst" ook heeft, het typisch Hollandsche karakter, dat zoozeer in »de Kiesvereeniging" bewonderd wordt, mist men in het nieuwe tooneelwerk van den heer Lodewijk Mulder. Wanneer men »de Kiesvereeniging" voor 'teerst zou zien opvoeren zonder den schrijver te kennen, zou men gevoelen, dat de auteur een landgenoot moet zijn, doch op diezelfde wijze »Een gevaarlijke vr.endendienst" vertoond, zou door dit stuk datzelfde effect niet onmiddellijk worden teweeggebracht, zooals den lezer wellicht uit het volgende resumé van den inhoud zal blijken. Het eerste bedrijf speelt aan het station te Ede, waar de schilder Willem Van Balen door zijn vriend Hoogland is bescheiden, om zich een reis te zien opgedragen. Hoogland is namelijk verliefd op een meisje, dat haar wederliefde niet mag schenken, omdat volgens het oordeel der ouders de positie van den schilder Hoogland niet voldoende is. Teneinde haar afleiding te bezorgen, zal het meisje met een familie een reis naar Zwitserland medemaken en daar Hoogland weet, dat het vertrek op dien morgen is bepaald, draagt hij zijn vriend Van Balen op, bedoelde familie te volgen en zich bij haar aan te sluiten, ten einde hem, Hoogland, op de hoogte te kunnen stellen van de faits et gestes van het meisje. Van Balen neemt den naam van Van Bergen aan, ten einde geen argwaan te -wekken, daar Hoogland veel over zijn vriend in tegenwoordigheid van hetjonge meisje heeft gesproken. Wanneer Hoogland vertrokken is in de richting van Utrecht, komt een familie, de heer Breevelt met vrouw en twee nichtjes aan het station. In een prieel gezeten, heeft Van Balen, dien wij voortaan Van Bergen zuilen noemen, gelegenheid af te luisteren, dat de familie Breevelt naar Keulen plaats genomen heeft, en dat een der nichtjes zich op reis Marie Van Ede zal noemen, om niet vervolgd te worden, door een jongmensch, dat ook op reis naar Zwitserland is, wanneer hij haar naam in't vreemdelingen-register mocht lezen. Van Balen heeft thans de zekerheid, dat deze jonge dame de bewuste is en neemt ook plaats naar Keulen.
Wanneer de familie Breevelt zich in de wachtkamer bevindt, komt een als dandy gekleed, fatterig heertje, Duys genaamd, aan het station, en knoopt met veel beweging een praatje aan met Van Bergen. Hij stelt zich voor als adspirant-burgemeester, die een brochure over gemeentezaken schrijven of iets anders doen wil om de aandacht op zich te vestigen, ten einde een burgemeestersplaatsje machtig te worden. Hij vraagt Van Bergen of hij ook iets weet van den diefstal, die bij Hoogland in Den Haag heeft plaats gehad, en daar deze verbaasd opziet, omdat Hoogland zooeven is vertrokken zonder er iets van mede te deelen, en bij de voorstelling zich vergist in zijn naam: eerst Van Balen, daarna Van Buren en eindelijk Van Bergen zich noemt, begint de adspirant-burgemeester te vermoeden, dat Van Bergen de dief is. Hij besluit zijn voetspoor te volgen en neemt ook plaats naar Keulen. Het tweede bedrijf stelt de conversatiezaal van het hötel Victoria te Interlaken voor. Duys, de adspirant-burgemeester, komt er aan en verneemt dat de familie Breevelt met haar reisgezel Van Bergen er den vorigen dag is aangekomen. Hier wordt Duys in zijn vermoeden, dat Van Bergen de dief is, versterkt. Intusschen begint mevr. Breevelt op te merken, dat haar nichtje Marie en Van Bergen voortdurend elkanders gezelschap zoeken en vestigt hierop de aandacht van haar man. Het derde of laatste bedrijf speelt in de nabijheid van Interlaken. Van Bergen is verliefd op Marie geworden en krijgt nu van zijn vriend Hoogland bericht, dat deze tot directeur eener kunst-academie is benoemd en nog des middags te Interlaken zal aankomen. Hoogland verzoekt tevens zijn vriend te zorgen, dat hij zijn meisje op een bepaalde plek zal ontmoeten. Hoogland arriveert, Van Bergen heeft, hoewel het hem zwaar viel, gezorgd dat Marie Van Ede op de aangeduide plaats zouzijn,de twee personen ontmoeten elkander, doch.... het blijkt dat zij elkander niet kennen. Van Bergen komt nader, verbaast zich over de zonderlinge verhouding tusschen de twee personen, die, naar hij meende, elkander zochten, enthans wordt het raadsel opgelost. Hoogland zocht niet Marie Van Ede, maar een ander meisje, dat blijkt een vriendin van Marie te zijn, en ook in Interlaken met een famike is gelogeerd. Deze laatste familie zou met de familie Breevelt tegelijk op reis zijn gegaan,doch daeei stedoor ongesteldheidverhinderd, is de familie Breevelt vooruit gegaan, en van daar de vergissing in de persoon van Marie door Van Bergen. Ook blijkt welke de ware naam van Van Bergen is en tevens de ongegrondheid van het vermoeden van den adspitant-burgemeester, die zich dan ook onmiddellijk verwijdert. De liefde van Van Bergen voor Marie Van Ede blijkt dus niet hopeloos te zijn en hoewel de officieels verloving niet voor de toeschouwers plaats heeft, geeft zij hem verlof haar toch onder vier oogen te zeggen, hoe ze elkander voortaan noemen zullen. Men zietjhier voldoende uit, dat tusschen dit stuk en het eerste tooneelwerk van Lodewijk Mulder eén groot verschil bestaat. Niettemin moet de wijze, waarop de dubbele verwikkeling wordt ontknoopt, zeer geroemd worden. Een groote verdienste van dit bijspel is, dat de ontknooping anders is, dan men bij den aanvang zou veronderstellen: even verrast als Van Balen zijn de toeschouwers, wanneer het blijkt dat Hoogland en Marie Van Ede bij de ontmoeting nabij het Witte Kruis elkander niet kennen. Het stuk kenmerkt zich door goede conversatietaal, hier en daar met eene geestige uitdrukking gekruid. Het eerste en derde bedrijf hebben aan den schrijver het behaalde succes bezorgd, het tweede is te lang en houdt de aandacht der toeschouwers niet voldoende bezig. Dit bedrijf werd dan ook bijna niet toegejuicht, terwijl na het eerste en derde bedrijf het scherm tot twee malen toe opgehaald moest worden. Over de vertolking van zijn werk kan de heer Mulder hoogst tevreden zijn. Een figuur als de adspirant-burgemeester, door Van Zuylen voorgesteld, moet succes hebben. Opnieuw heeft de beneficiant doen zien over welke mate van komische kracht hij te beschikken heeft. Bij zijn optreden met een fraaien krans vereerd, werden hem aan het slot der voorstelling nog tal van bloem- in verschillende vormen aangeboden. Ctroote eischen worden den overigen vertolkers niet gesteld. Met Duys is Van Balen (Van Bergen) het meest voor hetvoetlicht,en de heerChrispij n ver vulde zijn taak over 't algemeen met lof. Aan zijn ontevredenheid in het derde bedrijf had hij tegenover het voorwerp zijner liefde niet op zoo'n luiden, driftigen toon uiting moeten geven. De heer enmevr.Faassen treden als de heer en mevrouw Breevelt op ; mejuffrouw Vink als Marie Van Ede, die in het derde bedrijf terecht veel bijval verwierf, terwijl mevrouw Burlage als nicht Lotje, in het tweede bedrijf den lachlust een oogenblik wist op te wekken. De scène van deze met Duys en die van denkellner (den heer Victor Faassen) met Duys, bij de aankomst van dezen in het hotel, zijn de best geslaagde tafereelen in dit bedrijf. De heer Jan O. De Vos vervulde de rol van Hoogland. Over het decoratief in het twetde en derde bedrijf kan slechts één roep zijn. De schrijver werd door den heer Van Zuijlen aan het slot op het tooneel gebracht en onder luid handgeklap had hij twee kransen in ontvangst te nemen.
Tot slot werd »Jean Marie," van André4Theuriet vertoond, hoogst verdienstelijk in dichtmaat vertaald door J. L. Werthheim. Evenals de heer Van Zuijlen gaven mejuffrouw Vink en de heer Chrispijn hierin blijk van hunne dramatische talenten. Ook na de vertooning van deze dramatische schets, werd den beneficiant een krans en mejuffrouw Vink een bouquet overhandigd.
Buitenland.
De campagne voor de herstemmingen voorDuitschlands Rijksdag, op eommige plaatsen reeds Zaterdag a.s. te houden, is in vollen gang en draagt een meer algemeen karakter dan de campagne voor 20 Februari, waaraan de Cartel-partijen wel medededen, maar in de vaste overtuiging, dat zij toch zouden zegevieren, dat 't dus de moeite niet loonde zich moeielijk te maken. Nu het blaadje is omgekeerd, zien zij, hoewel te laat, hun dwaling in en 't is nu een gejammer zonder eind, zij zien de toekomst zwart in en hebben op de herstemmingen weinig hoop. De definitieve resultaten bedragen 247, de herstemmingen 150, zoodat deze laatste dus van groot belang zijn, voornamelijk omdat de vrijzinnigen ten getale van 64 in herstemming komen, de sociaal-democraten ten getale van 59. »Weg met hetCartel",blijft het parool der vrijzinnigen.» Weg met de sociaal-democratie!" dat der regeeringsmannen, waardoor combinatiën tusschen vrijzinnigen, sociaal-democraten en reactionairen, ja, zelfs centrum-leden aan de eene zijde, zullen staan tegenover de Cartelmannen met centrumleden en zelfs als 't tegen een sociaal-democraat gaat vrijzinnigen, aan de andere zijde. 't Zal dus een mengelmoes zijn, waarbij het eigenbelang den boventoon heeft en waarbij men elkander alleen steunt, omdat men niet anders kan, omdat men 't zoo nog maar 't best acht, bij gebrek aan beter. De vrijzinnigen, die als 't ware de middelmannen zijn tusschen de sociaal-democraten en deCartelmannen, zullen er 't best bij varenjde socialist kiest natuurlijk liever een vrijzinnige dan een Cartelman als 't niet anders kan en een lid van de Cartelpartijen kiest eveneens liever een vrijzinnige dan een vertegenwoordiger der sociaaldemocratie. Het feit, dat de regeering der Fransche Republiek heeft toegegeven aan of liever is gevallen voor den drang der minderheid van het Parlement door den hertog van Orleans tegen haar vroeger besiuit in over te brengen naar de gevangenis, in plaats van hem eenvoudig te laten loopen, is weinig geschikt het prestige van het kabinet- Tirard te verhoogen. Enkelen eisehen amnestie voor roovers en spitsboeven, voor hen, die zich vergrepen hebben aan het goed van anderen en — het kabinet offert Orleans op, om der Republiek de schande te besparen, dat zij de straffeloosheid der misdaad zou hebben verkondigd, want aldus is de stand van zaken: de regeering moest den hertog van Orleans naar Clairvaux zenden om de meerderheid te verwerven. Maandag verkregen tegen het onzinnige amnestievoorstel der socialisten. öelukkig heeft de regeering eenigszins de lachers op haar hand door de wijze, waarop zij de overbrenging — bijna zou men kuunen zeggen ontvoering — van den jongen prins heelt doen geschieden en waardoor zij er in gesiaagd is het heir van journalisten beet te nemen, die ijverig de negen uitgangen der Conciergerie bewaakten en om half twaalf een coupé naijlden tot aan het station de 1' Est, welker inhoud bleek te bestaan uit — drie politie-agenten zonder meer. Die coupé was het lokmiddel voor de reporters, die van het vertrek van den hertog naar het station van Prandin eerst gistermorgen hoorden. Reinach's voorstel om afgevaardigden, die onwillig zijn, gedurende de gansche Kamerzitting uittesluiten, werd gisteren aangenomen door de Kamer met 277 tegen 236 stemmen in de wijziging der commissie, die de uitsluiting op 80 zittingen wilde bepaald zien. Het Engelsche Lagerhuis is het eerste Parlement, waarin de uitnoodiging van Duitschlands keizer tot een conferentie aangaande de arbeidswetgeving is ter sprake gekomen en wel door het initiatief van den socialistischen afgevaardigde Graham, die voorstelde, dat de Engelsche regeering zal aandringen op de conferentie op de beperking van den werktijd. Na een korte, ontwijkende beantwoording door Fergusson werd Graham's voorstel verworpen met 198 tegen 87 stemmen (deze laatste) bestaande uit gladstonianen en lersch-nationatisten Men is te Bern wat in zijn schik over het besluit van den Bondsraad, gisteren door ons medegedeeld. om van een arbekl-conferentië af te met liet oog op de in Maart te Berlijn te houdene. Men is algemeen van gevoelen, dat Zwitserland door dit besluit zijn positie redt, omdat zonder Duitschlands medewerking — om niette zeggen met zijn tegenwerking — de Zwitsersche conferentie wel fiasco zou hebben geleden. De bezettingskosten, door Bulgarije aan Rusland te betalen, beloopen op zichzelf3,6oo,ooo papieren roebels waarbij echter nog komt 572,988 roebel wegens den aankoop van kanonnen, geweren, ammunitie enz. door de Russische officieren,dus totaal een som van 4,172,988 roebel of 41,475,717 francs.
FRANKRIJK.
Omtrent het vertrek van den hertog van Orleaan uit de Conciergerie en zijn aankomst te Clairvaux •wordt nog het volgende gemeld: 's Maandagsmiddags wist de hertog nog niets van zijn aanstaand vertrek. De directeur der Conciergerie, wien hij er naar gevraagd had, kon hem ook nog niets zekers zeggen. Tegen 10 uur 's avonds deelde de directeur hem eerst mede, dat hij nog dienzelfden nacht naar Clairvaux zou worden gebracht. De hertog had zich reeds ontkleed en was op het punt om naar bed te gaan. Hij regelde toen zijn papieren, die hij den directeur ter hand stelde, met verzoek ze aan den hertog De Luynes te geven. Te half twaalf verliet de hertog de gevangenis onder geleide van den prefect Lozé, na den directeur der Conciergerie hartelijk de hand te hebben gedrukt, on hem verzekerd te hebben, dat de zorgen, die de directeur voor hem had gehad, bij hem altijd in herinnering zouden blijven. In het station nam de hertog plaats bij den haard ; . stak een sigaar aan. Te Claiiveaux zal de hertog evenals alle andere politieke misdadigers behandeld worden. Alleen geniet hij het voorrecht eens of tweemaal in de week eenige personen bij zich te mogen ontvangen. De directeur der gevangenis te Clairvaux was bij de aankomst van den hertog aldaar op het perroïi aanwezig. Alles was zóó stipt geheim gehouden, dat noch te Pantin, noch te Clairvaux een van de vrienden van den hertog op het perron aanwezig was.
De centrale gevangenis te Clairvaux is in drie dealen verdeeld: een gedeelte is bestemd voor gewons misdadigers, een andere gedeelte is voor militaire gevangenen bestemd, terwijl zich in het derde gedeelte de ziekenzalen bevinden. Naast deze zalen, doch daarvan geheel gescheiden, bevinden zich de vertrekken voor politieke misdadigers; in het geheel kan de gevangenis, die vroeger een abdij was, 2500 gevangenen bevatten. Het vertrek, dat den hertog alsverblijf is aangewezen,bevindt zich op de eerste verdieping, en heeft een prachtig uitzicht op den tuin, waarin hij mag wandelen. De hertog van Luynes heeft zich gistermorgen naar Clairvaux begeven, doch heeft den hertog uogniet mogen bezoeken.
DUITSCHLAND.
De paus moet zich van den stand der verkiezingen op de hoogte hebben laten houden; de krachtige houding van het Centrum scheen hem zeer te verheugen.
OOSTENRIJK-HONGARIJE
De leden der uiterst-liinkerzijde, Eötvös en Helfy, vielen in een vergadering van de commissie voor de financiën het voorstel tot het oprichten van een gedenkteeken voor Andrassy heltig aan. Eötvös meende, dat de geschiedenis de verdiensten van den overledene nog lang niet onpartijdig had erkend. Totnogtoe werden in Hongarije gedenkteekens voor beroemde mannen altijd uit vrijwillige bijdragen opgericht. Het debat zal in den Rijksdag worden voortgezet. — In een bijeenkomst van de commissie voor de begrooting stelde de afgevaardigde Rusz gisteren voor aan Oostenrijksche gezanten technische attachés toe te voegen. Graaf Taaffe beloofde het voorstel met Tisza en Kalnoky te zullen bespreken. — Uit Belgrado wordt gemeld, dat minister Tauschanowitsch Zaterdagavond door een steen, die een totnogtoe onbekende naar hem heeft geworpen, vrij ernstig is gewond, — Zondag heeft onder voorzitterschap van den keizer een militaire conferentie plaats gehad, waarbij ook de minister van oorlog, Bauer, tegenwoordig was, ter bespreking van den invoer van rookvrij buskruit en de daarmede gepaard gaande veranderingen van het Mannlicher-geweer.
PORTUGAL.
Tegen den 2 Maart, den gedenkdag van de aankomst van Vasco De Gama te Mozambique in 1498, worden weder te Lissabon manifestaties voorbereid; het schijnt, dat men voornemens is dien dag de ongeregeldheden van den 11 Februari te herhalen. Door de regeering worden reeds strenge maatregelen genomen.
SPANJE.
De toestand van den jeugdigen koning wordt gunstiger.
BRAZILIË.
Dom Pedro moet voornemens zijn een open brisf aan zijn vroegere onderdanen te richten, waarin hij afstand doet van de regeering. Na ds ontvangst van dit schrijven, meent dom Pedro, zal men hem ongetwijfeld naar Rio terug roepen. Het is 's keizers vurigste wensch zijn laatst» levensjaren te midden van het volk, dat hij zoo lief had, door te brengen.