BERICHT. ; 1 Juli treedt het ministrieel besluit in werking, dat aan Heeren postdirecteuren het recht ontneemt voor eigen rekening couranten en tijdschriften aan particulieren te leveren; zij zijn slechts verplicht voor de expeditie der couranten te zorgen op bijzonder uitgedrukt verlangen, terwijl bovendien de betaling der abonnementsgelden dan vooruit moet geschieden.Het gevolg van dit voorschrift is, dat alle bladen door de postkantoren vóór 1 Juli moeten worden opgezegd. Ten einde geene vertraging in de verzending te brengen, zien wij ons verplicht alle geabonneerden, die door bemiddeling van Heeren postdirecteuren geabonneerd zijn, uit te noodigen ten spoedigste hunne adressen op te geven. Wij zullen onze abonné's dan na 1 Juli direct bedienen en aan het einde van het kwartaal per postkwitantie over het bedrag beschikken. DE DIRECTIE.
Rotterdamsch nieuwsblad
- 14-06-1890
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Rotterdamsch nieuwsblad
- Datum
- 14-06-1890
- Editie
- Dag
- Uitgever
- A.W. Sijthoff
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 832564818
- Verschijningsperiode
- 1878-1991
- Periode gedigitaliseerd
- 1878-1945
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Gemeentearchief Rotterdam
- Nummer
- 3756
- Jaargang
- 13
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Post-Editie.
ARNHEM. In de gisteren gehouden openbare vergadering van den Raad van State, afdeeling van de geschillen van bestuur, werd o. a. behandeld het beroep van F. Van Spanje, alhier, tegen de uitspraak van Gedeputeerde Staten van Geldei land dd. 9 April jl., tot handhaving der aanwijzing tot den dienst bij de militie van zijn zoon Agathus, loteling van de lichting van dit jaar. Rapporteur de staatsraad mr. De Vries. Voor den hier bedoelden loteling wordt vrijstelling gevraagd op grond van den vrijwilliger! dienst van een ouderen broederen die, na een diensttijd van ruim 4'/s jaar, als sergeant gepasporteerd is en voor zijn nog te vervullen diensttijd een plaatsvervangi r heeft gesteld. De Commissaris des Konings in Gelderland, op het beroep gehoord, is van oordeel, dat de bestreden uitspraak behoort te worden gehandhaafd, doch meent dat ten deze op het rekest van appellant, als niet behoorlijk gezegeld, geen beslissing kana worden genomen. — Op het Roermondsplein ig gisternacht het lijkje van een pasgeboren kind van het mannelijk geslacht gevonden.
ALKEMADE (Oude-Wetering): Is het der Schiedamsche politie gelukt eenberuchten inbreker en bedrieger, zekeren J. 0., in handen te krijgen, aan de Alkemadesche politie komt de eer toe, verschillende voorwerpen, door hem op onrechtmatige wijze verkregen, in beslag genomen te hebben. Dat genoemde J. O. niet ten onrechte den bijnaam van »Jan de Klok" droeg, bleek uit den inboedel, dien hij achterliet, want niet minder dan dei tig gouden en zilveren horloges, sinds lang vermist, kwamen te voorschijn.
Verder vond men een naaimachine en eenige nieuwe vloerkleeden, kleedingstukken, oorbellen, broches, flacons, enz.
Al die voorwerpen zijn, nadat ze door de benadeelden waren herkend, ter beschikking van de Haarlemsche justitie gesteld.
APELDOORN. Door de leerlingen van wijlen den heer A.M. Dekkers, den 6en der vorige maand alhier overleden, zijn stappen gedaan om de herinnering aan dezen uitmuntenden en bekwamen man levendig te houden door het plaatsen van een gedenkteeken — een afgeknotte zuil — op diens graf. Er heeft zich voor dit doel een commissie gevormd, bestaande uit de heeren A. A. Beekman te Zutfen, Theod. M. Tromp te's-Hage en W. Gosler te Haarlem.
BRIELLE. Te Nieuwe Pekela zal door den heer J. Übels, uit deze gemeente, een school voor meer uitgebreid lager onderwijs, voor eigen rekening worden opgericht.
DELFT. Bij 's Rijks centraal-magazijn van militaire kleeding, uitrusting, enz., alhier, is aan den werkman der le klasse A. Van der Burgh, de gouden medaille met f 100 gratificatie voor 36-jarigen ijverigen en trouwen dienst uitgereikt.
DORDRECHT. Op de buitenplaats »Rozenliof' deed zich weder iets heel zeldzaams voor, namelijk dat drie zwaneneieren, die door de zwanen waren verlaten, docr een eend werden gebroed. Hier komt nog bij, dat eenden gewoonlijk 26 a 28 dagen zitten, terwijl dit nu 37 dagen geweest is (van 5 Mei tot 11 Juni.)
GCUDA. De Harddraverij-Vereeniging »Eendracht maakt macht" heeft besloten Donderdag 31 Juli a.s. een harddraverij te doen plaats hebben door paarden van «essen klaar.
GORINpHEM. Te 'sGravenhage is gisteren aan het Ministerie van Waterstaat o. a. aanbesteed : het onderhoud en herstel der werken van ■de Nieuwe Maas, het Scheur en aan den Hoek van Holland, uitmakende den waterweg langs Rotterdam naar Zee, van 1 Juli 1890 tot 30 Juni 1891, in 2 perceelen. Begrooting lepere, f 17,700. Minste inschrijver was de heer L. Brand, Giesendam, voor f 17,555. Begrooting 2e perc.fl3l,ooo. Minste inschrijvers de heeren A. Volker Lzn. te Sliedrecht en P. A. Bos, Gorinchem, te zamen voor f 125,000.
HEINENOORD. Doör den overgang van de lste openbare naar de onlangs geopende school met den bijbel was het aantal leerlingen in eerstbedoelde dermate verminderd, dat daarin reeds nu een onderwijzer kon worden gemist, zoodat die met -1 Augustus a. s. op wachtgeld wordt gesteld. — Een buitenkansje! Bij het afbreken van een oud huis alhier werd in den schoorsteen verborgen gevonden een zak, inhoudende een partij onbeschadigde muntstukken, alle uit de vorige eeuw.
HELLEVOETSLUIS. De machinist 2e klasse T. E. L. Goossens wordt, te rekenen met 1 Juli a.s., geplaatst bij de conservatie 's Rijks werf,alhier.
NIJMEGEN. Aan den heer A. M. Van Voorthuijsen, schoolopziener in het district Tiel, is op zijn verzoek vergunning verleend om tot wederopzegging te Nijmegen te wonen. — Woensdag had het 27e jaarfeest van de Weesinrichting te Neerbosch plaats. Van heinde en ver uit den lande en de naaste omgeving waren een groot aantal belangstellenden naar het toevluchtsoord van verwaarloosde weezen opgekomen. Ds. Van Hoogenhuyze uit Nijmegen hield de openingsrede. Daarna voerden de heer J. Van 't Lindenhout en professor Muller uit Amsterdam het woord, om het groote nut in het licht te stellen van een inrichting, die zich voortdurend in groote offervaardigheid mag verheugen. De weezenkapel en het zangkoor deden zich bij afwisseling hooren. Tot bestuurslid werd gekozen de heer Koper te Hees bij deze stad. Gisteren was het feest voor de weezen zeiven
OOLTGENSPLAAT. Met de begrinting van de ■wegen, in den polder de Galathée, is reeds éen aanvang gemaakt. Twee schepen grint zijn aangevoerd en door de boeren, die met hun landen aan de te ligriiten wegen liggen, reeds gratis vervoerd. Met het oog op de vele te verwachten suikerpeeën is het in goeden staat brengen der wegen een voortreffelijke maatregel.
OUDE TONGE. Gistermorgen werd deze gemeente bezocht door Z. E. den heer Commissari s des Konings dezer Provincie. Na de inspectie der Secretarie, bezocht Z. E. o. a. de o. 1. School en vertrok daarna naar Nieuwe-Tonge. Van de openbare en vele particuliere gebouwen wapperde de vaderlandsche vlag.
PIJNAKKER. Aan de gisteren alhier gehouden harddraverij namen 12 paarden deel. Onder begunstiging van fraai, koel weder had de wedstrijd op een voor hem zeer geschikt terrein plaats. De uitslag was, dat de prijs ad f 75 werd gewonnen door de bruine merrie »Roza Drie," eigenaar en berijder de heer B. W. Schippers, van Charlois; de le premie ad t 20 door de donker bruine merrie sNelli," eigenaar en berijder de heer M. Poot, van Zoetermeer; de 2e premie van flO door de stekelharige bles sVitesse," eigenaar en berijder de heer J. G. Matze, van Mijdrecht.
RIJSOORD. Den heer J. G. Litzau, muziekonderwijzer te Rotterdam, is de betrekking aangeboden van organist der hervormde gemeente alhier.
ROTTERDAM.Woensdag is in het Ziekenhuis het lijk geschouwd van vrouw Ten Pierik. Wat Ten Pierik betreft, deze neemt in beterschap toe, en al spoedig het ziekenhuis verlaten, om alsdan ztrafrechtelijk vervolgd te worden. Hij is zeer kalm en de daad, die hij heeft begaan, zich goed bewust.
— Afloop van de 4-e uitloting van obligatiën der 31/2 pCt. leening van 1886 en van de 2e uitloting van obligatiën der 3)4 pCt. leening van 1888, ten laste van de gemeente Rotterdam. Overeenkomstig liet plan der bovenvermelde leeningen, zijn ten Raadhuize uitgeloot: a. van de 3i/s pC't. leening van 1886, de navolgende 180 nommers: 22 2172 4758 7122 8949 10772 13893 16276 168 2259 5027 7202 8997 10852 14218 16315 174 2311 5038 7254 9095 10890 14272 16374 212 2479 5114 7279 9227 '10932 14361 16431 226 2525 5171 7282 9364 11010 14383 16628 275 2530 5225 7389 9383 11029 14449 16714 297 2773 5440 7390 9463 11344 14683 16746 339 2798 5519 7643 9505 11485 14710 16778 506 2813 5570 7746 9582 11702 14817 16779 597 2865 5584 7839 9809 11747 14945 16810 713 2923 5670 7903 9651 12064 14973 16936 915 2928 5742 7948 9684 12100 15130 16966 949 3328 5785 7984 9723 12219 15329 16987 1269 3399 5788 7996 987Ó 12234 15590 17027 1348 3991 5958 8410 9953 12413 15597 17182 1524 4016 6240 8485 103Ö5 12473 15610 17304 -1619 4067 6373 8494 10410 12770 15619 17308 1676 4106 6560 8533 10521 12831 15659 17367 1690 4H7 6605 8639 10577 13190 15686 17457 ■1736 4294 6612 8784 10634 13275 15960 17655 •1993 4550 6708 8813 10699 13459 15998 17710 2057 4605 6889 8888 10728 13814 16247 17933 2078 4671 6953 8918 elk groot f-1000, behalve de nommers 168, 174, 212, 226, 275, 297 en 339, die gesplitst zijn ieder in 2 stukken, elk groot f5OO, aangeduid door de letters A en B, alsmede nommer 22, dat gesplitst is in 10 stukken, elk groot flOO, en aangeduid door de letters a—k. Welke obligatiën alle met 1 October aanstaande aflosbaar zijn, te Rotterdam ten kantore van de Rotterdamsche Bank en te Amsterdam, ten kantore van de Amsterriamsehe Bank.
b. van de 3'/s pCt. leening van 1888, de navolgende 43 nom ers: 38 644 1274 1734 2438 3097 3382 3728 4070 -160 695 1310 1835 2634 3109 3413 3841 4078 241 876 1444 iBbo 2667 3218 3439 3902 4103 457 927 1561 2018 2849 3309 3481 3979 4172 534 1219 1592 2365 3057 3342 3634
elk groot fIOCO, behalve de nommers 2438 en 4172, die gesplitst zijn, ieder in 2 stukken, elk groot f 500. aangeduid door de letters A en B. Welke obligatiën alle met '1 September aanstaande aflosbaar zijn, te Rotterdam ten kantore van de Rotterdamsche Bank, en te Amsterdam, ten kantore van de Amsterdamsche Bank.
Van de vroeger uitgelote obligatiën der 3'« pCt. leening van 1886 zijn nog niet ter aflossing aangeboden de nommers: 229 A, 329 B, 5337,10326, 11778,12668,13960.
— Dinsdagavond, toen een bewoonster van de Zandstraat tegen 10 , ure tehuis kwam, wérd haar aandacht getrokken door het huilen van een klein kind, welk geluid uit haar bedstede kwam. Hierover niet weinig verbaasd, daar zij geen kinderen van dien leeftijd had, ging zij naar het bed toe, en kwam tot de ontdekking, dat er zich een nog jong geboren wicht van circa zes weken in bevond. Niet wetende van waar dat geschenk kwam, bracht de vrouw het naar bureau van politie, waar voorloopig voor het kind werd zorg gedragen. Na een nauwkeurig onderzoek der politie, is gisteren de moeder opgespoord, die verklaarde, het kind in het bed bij een ander te hebben gelegd, aangezien de man, met wien zij woonde, haar verlaten had en zij niet in het onderhoud van het kind kon voorzien.
De politie heeft haar echter .weder in 't bezit van het kind gesteld en proces-verbaal tegen haar opgemaakt.
NIEUWE TONGE. Op de voordracht ter benoemig van een onderwijzeres voor de openbare school alhier zijn geplaatst: de juffrouwen J. E. Hollander van Gouda, A. C. Waterman van Middelharnis en M. J. C. Van der Waaij van Oude Tonge.
VLISSINGEN. Eva Booth, dochter van den «generaal", leidde Woensdagavond de bijeenkomst van het «Leger des Heils." Zij was vergezeld van een nog zeer jong heilsoldaatje, een stafkapitein en een lid (muzikant) van het jonge soldatenkorps te Londen. De bijeenkomst was druk bezocht, en alles liep kalm af. Eva Booth hield een toespraak in de Engelsche taal, die door een der officieren werd vertaald; ook zong zij, benevens de kleine volgeling, eenige solo's, begeleid door verschillende rauziek-instrumenten. sMajoor" French uit Amsterdam, en verscheidene officieren en soldaten van de verschillende corpsen in Zeeland woonden de bijeenkomst bij.
WILLEMSTAD. Op de alhier gehouden voorjaars-paardenmarkt bestond de aanvoer uit ruim 500 paarden. De handel was levendig en er waren veel vreemde kooplieden. De prijzen waren hoog, vooral voor 4 en 5-jarige.
ZUTFEN. De Hooge Raad heeft uitspraak gedaan in het bekende vischwater-proces tusschen den heer M. E. Lüps te Dusseldorf, en de heeren Colenbrander te Zutfen. Het proces werd gevoerd over het eigendomsrecht op eene uitgestrektheid vischwater van ongeveer 1200 M. lengte, aan den linkeroever der Waal, onder de gemeente Übbergen gelegen. De Hooge Raad heeft het eigendomsrecht op genoemd vischwater toegewezen aan de heeren Colenbrander.
— Uitslag der aanbesteding van het bouwen van een badhuis voor het Oude en Nieuwe Gasthuis : F. W. Geurde te Apeldoorn voor f 25590, H. Rood te Gorsself 24624, J. W. Van Zuijlikom te Zutfen f 24400. C. Wegerif te Apeldoorn f 23800, A .J. Pasman te Zutfen f 22464, J.Schut te Brummen f 21941, A. J. Uiterwijk te Zutfen f 20870, W. Kerkmeijer te Zutfen f 20449, G. J. Carmiggelt en Zoon te Brummen f 19844.
— De Minister van Marine heett den heer T. Uiterwijk alhier gegund de levering van 10.000 kilo boter ten behoeve der marine.
Feuilleton. Op Wankelenden Bodem. DOOR EWALD AUG. KöNIG. 4) Vervolg.
Ik heb over deze vragen nooit een bevredigend uitsluitsel ontvangen, dat gij, de oude, trouwe dienaar des huizes, ons zeker verschaften kunt. Daniël knikte bevestigend, de blikken der beide dames waren vol verwachting op hem gericht. — Graaf Kurt kon het met zijne stiefmoeder niet eens worden, zeide hij, men ziet dit immers dikwijls, wanneer eene tweede vrouw in huis komt. Het kan zijn, dat wijlen mevrouw de gravin tegen haren stiefzoon intrigues heeft gesponnen, maar wanneer dit het geval is geweest,dan heeft de jongeheer zelf haar de wapens daartoe in de handen gegeven. Destijds stond in dienst van den zaligen graaf een jachtopziener ,Reimann heette hij,een ruw, onaangenaam mensch, en het was een ongeluk voor de grafelijke familie,dat die man eene beeldschoone dochter bezat. — Nu raad ik het al! zeide Alma, hare vriendin, die licht blozende de oogenter neör sloeg, een beteekenisvollen blik toewerpend. -■ Anna Reimann moet een zeer deugdzaam meisje geweest zijn, vervolgdeDaniël, en men zegt, dat graaf Kurt voornemens was, Anua naar een pensionaat te zenden, en na een tweejarig verblijf aldaar haar tot gravin Von Hohenhausen te verheffen. Wat en hoeveel waarheid deze bewering mocht bevatten, weet ik niet, om de innerlijke aangelegenheden der grafelijke familie heb Ik mij nooit bekommerd. De minnenden kwamen heimelijk te samen, noch de genadige heer noch de jachtopziener had een vermoeden van het geheim. Of nu wijlen mevrouw de gravin zulks het eerst vernomen heeft, weet ik niet, — op zekeren dag werd het minnend paar verrast, en er ontstond een vreeselijk tooneel. Hetgeen tusschen vader en zoon is voorgevallen, heeft buiten hen niemand vernomen, de zalige heer had een driftig karakter en het kan zeer goed waar zijn, wat men later beweerde, dat hij aan dit tooneel met de rijzweep een einde heeft gemaakt. De jachtopziener was ook vreeselijk driftig en het kwam ook tusschen hem en graaf Kurt tot een heftig tooneel, waarin hetaan hardewoorden niet zal ontbroken hebben. Daags daarna was Anna verdwenen, men zocht haar overal en vond later haar lijk in het kleine meer, daar ginds in het woud. — Nu begrijp ik alles, zeide Unfca bewogen, men heeft mij van deze gebeurtenis nooit iets gezegd. — Men sprak er niet gaarne over,'t was eene te onaangename herinnering, antwoordde de oude bediende. Graaf Kurt verliet zijne woonplaats, zonder iemand vaarwel te zeggen, hij was altijd een stijfhoofd geweest, en dat hij het tot heden gebleven is, heeft hij bewezen. — Is de jachtopziener nog altijd in onzen dienst? vroeg Unika op den toon van ernstige bezorgdheid. — Neen. Na de ter aarde bestelling van zijn kind verliet hij ook dit oord, sedert heeft men niets meer van hem gehoord. — Zooveel te beter voor uwen broeder, wendde zich Alma tot hare vriendin, eene ontmoeting met hem zou de oude herinneringen en de wraak van den ouden man weer opwekken. — En heeft mijn vader later nooit stappen gedaan, zich weder met zijnen zoon te verzoenen? vroeg Unika. — Zoover mij bekend is, neen, antwoordde Daniël, zij waren beiden eigenzinnig en in hunne zienswijzen en eens genomen besluiten onbuigzaam. Wellicht,indien graaf Kurt uit vrije beweging ware teruggekeerd en de hand tot verzoening had aangeboden, zou deze hand zijn aangenomen, maar tot een goede, innige verstandhouding tusschen vader en zoon had het nooit meer kunnen komen. Er was te veel tusschen de beide heeren voorgevallen, wat nooit vergeten kon worden. — Het is goed, ik dank u, Daniël, zeide Unika, en peinzend volgde haar blik den grijsaard, die zich langzaam verwijderde. Moge Daniël ook het tegendeel vermoeden en beweren, papa heeft in latere jaren toch over zijn drift berouw gehad, en zich zelve bi#ere verwijten gedaan. Nog kort voor zijn dood deelde hijons zijn leed mede over het voorgevallene, en hij maakte het mij tot plicht, onvermoeid naar Kurt onderzoek te doen, tot ik hem gevonden heb. Spreken wij over iets anders Alma. Ik heb uwen neef, den kapitein Von Gronau, in langen tijd niet gezien. — Hij komt in den laatsten tijd zelden, antwoordde Alma, voor den onderzoekenden blik der vriendin de wimpers neerslaande, ik geloof, dat hij eene kleine woordenwisseling metWernerheeftgehad. — Met uwen broeder ? Zij zijn immers steeds met elkander bevriend? — Kan niet ook tusschen vrienden eens een verschil van meening ontstaan? Werner is zeker niet eigenzinnig, hij geeft gaarne toe, maar wat hij wil, dat zet hij door. En omdat ik dit weet, durf ik ook met vertrouwen beweren, dat gij weldra zijne bruid zult zijn. Een gloeiende blos toog over de wangen van Unika, en de blik, dien zij hare vriendin toewierp, scheen haar te willen berispen, wegens die zoo openhartige en stout uitgesproken bewering. — Mijn lieve Unika, waarom wilt gij de zoetste gevoelens van uw eigen hart verloochenen? vervolgde Alma. Gij bemint mijn broeder, ik heb dit reeds lang geweten, en Werner beantwoordt deze liefde. — Mijn broeder komt! zeide Unika, hare plaats schielijk verlatende. Ik hoor het rollen der wielen, kom, wij zullen de eersten zijn, die hem ontvangen. Hoofdschuddend volgde Alma hare vriendin, een trek van misnoegdheid zweefde op hare lippen, zij had het belangwekkende thema gaarne nog verder voortgezet, nu moest de aankomst van den graaf den draad juist op een ongelegen uur afsnijden. De beide dames schreden door de hooge, ruime spijszaal en over den marmeren vloer der vestibule onder het balkon, dat door slanke zuilen gedragen werd; hier wilden zij den terugkeerende verwachten. Door de buitenste poort rolde nu het rijtuig over de knarsende kiezelsteenen, het hield voor het portaal stil. Daniël sprong naderbij om het portier te openen. Graaf Kurt Von Hohenhausen stapte uit, wierp een vluchtigen blik op de beide dames en sloot daarna Unika, die van aandoening beefde, in zijn armen. — Mijn dierbare zuster, zeide hij met ontroerde stem, terwijl hij haar op het voorhoofd kuste. Als een vreemde keer ik in het vaderhuis terug, en dank den Hemel, dat ik daar een zoo trouw hart heb aangetroffen. — En ik heet u van harte welkom, antwoordde Unika, en in de schoone oogen, die hem zoo teeder aanschouwden, parelden tranen. Moogt gij hier rust vinden na al de stormen, die gij tot dusver doorleefd hebt. - — En daar is„ immers ook mijn oude Daniël! zeide Kurt, den grijsaard de hand reikende, de oade, trouwe man, aan wien ik zoo vaak gedacht heb! Dralende legde Daniël zijn hand in die des graven, op wiens gebruind gelaat zijn blik vorschend rustte. — Welkom in uwe geboorteplaats, mijnheer! antwoordde hij. — Ben ik veranderd? vroeg de graaf; een opgeruimden toon aanslaande. Gij hadt mij waarlijk niet weder herkend! — Niet licht! zeide de oude man, het grijze hoofd schuddende. De genadige heer droeg destijds nog geen bril, en de baard was ook tenauwernood aan het groeii-n. Maar de hooge, statige figuur en de zekere, scherpe blik zijn dezelfde gebleven, daaraan heeft de zon van Amerika niets kunnen veranderen. — Slechts dat de oogen zwakker zijn • geworden, antwoordde de graaf, zich weder tot Unika wendende, die hare vriendin aan Kurt voorstelde. — Ik dank u voor de vriendschap, dio ge mijne zuster bewezen hebt, zeide de graaf met een lichte buiging, laat mij do schoone hoop, dat gij ook uwen onderdanigen dienaar met diezelfde vriendschap zult willen vereeren. Alma zweeg, zij antwoordde slechts door eene buiging. - ■■■ — Maar willen wij niet naar binnen gaan? vroeg Kurt Von Hohenhausen. De reis heeft mij toch eenigszins vermoeid. — Wij willen naar boven gaan in het blauwe kabinet, autwoorddc Unika, daar heb ik eenige ververschingen laten heenbrengen. Of geeft ge er de voorkeur aan, op het terras te eten? — O neen, lieve zuster, ik kom uit een klimaat, waarin men deze koele herfstlucht niet kent. Mag ik zoo vrij wezen, freule Von Buchenau? Alma legde hare hand in den arm de»
graven, en door Daniël gevolgd, beklom Kurt Von Hohenhausen met de beide dames de breede trap, wier zijmuren met de beeltenissen van de voorouders zijner familie versierd waren. — Hoe mij hier alles aan een half vervlogen tijdperk herinnert, zeide de graaf, toen hij in het blauwe kabinet trad en den blik over de kostbare meubels, de schilderijen en de spiegels liet zweven. — En zijn deze herinneringen — — Vraag niet, Unika, deze herinneringen zijn niet alle even aangenaam. Ik zou gaarne willen vergeten, wat achter mij ligt, en dat ik het niet kan, dat heeft mij menig uur verbitterd. Hij nam aan de met massief zilverwerk en fonkelende kristalbokalen gevulde tafel plaats, en bewees, dat deze ontwakende herinneringen aan zijn gezenden eetlust geen afbreuk deden. i Daniël bediende zijn meester op zijn geruischlooze, bedaarde wijze, en trok zich alstoen terug, en toen graaf Kurt Von Hohenhausen nu met de dames alleen was, gaf hij bereidwillig aan haar wensch gehoor en schetste haar de schipbreuk met de levendigste kleuren. Omtrent zijne wederwaardigheden in Amerika berichtte hij slechts "weinig, hij .Verklaarde openlijk, dat hij die jaren zich liever niet herinnerde, hij had daar ginds een veel bewogen leven geleid, nu lag het achter hem, en hij dacht aan het zelve liog slechts als aan een vervlogen droom. De avond was intusschen aangebroken, en het rijtuig, dat Alma naar huis moest brengen,stond reeds lang voor hetportaal. «Jnika vergezelde hare vriendin tot aan de trap; zij waren beiden ontroerd door de mededeelingen van den graaf, de gloedrijke schets van de schipbreuk had haar teedere zenuwen geweldig aangetast. — En welk een oordeel velt ge over Kurt? vroeg Unika zacht, toen zij met een handdruk van hare vriendin afscheid nam. Alma schudde afwijzend haar hoofdje. • — Ik wil niet ontkennen, dat de eerste indruk een gunstige was,antwoordde zij, maar een juist oordeel kan en mag ik mij thans nog niet veroorloven; de eerste indruk bedriegt vaak. — Hij is zoo vriendelijk — — Voorzeker, maar waarom had hij het niet moeten zijn ? Wachten wij, Unika, tot wij hem nader leeren kennen. En nu goeden nacht, ik had reeds lang aan de terugkeer moeten denken. Unika ging naar het kabinet terug, zij was nu alleen met haren broeder, die op het mollige, Perzische tapijt langzaam, als in gepeins verdiept, heen en weêr liep. — Alma Von Buchenau is waarschijnlijk uwe beste vriendin ? vroeg hij. — Zoolang ik denken kan, antwoordde Unika. Zij was reeds in mijne prilste jeugd mijne speelvriendin. — En Flora Romberg ? Verbaasd staarde Unika haren broeder aan. — Wat noopt u tot die vraag ? zeide zij. — De jonge dame was heden mijne reisgenoote, zij beklaagde zich daarover, dat gij uwe voormalige kostschoolvriendin u niet eens meer herinnerdet. — Wellicht draagt Flora hieraan zelve schuld, Kurt. Ik wil geen hard vonnis over haar vellen, wellicht is zelfs u hare koketterie opgevallen, ik voel mij afkeerig van alles, wat niet uitsluitend moeder natuur huldigt. — Ik heb dat niet opgelet. — De schoonheid van Flora zal u geboeid en verblind hebben, zeide Unika lachende, maar eene latere waarneming zal u leeren inzien, dat mijn oordeel niet van grond is ontbloot. — Ge zoudt mij dus niet vergezellen, wanneer ik mijnheer Romberg, onzen bankier bezoek, om de vroegere kennismaking te hernieuwen? vroeg de graaf. — Wenscht ge mijne begeleiding, Kurt ? — Juffrouw Romberg heeft mij zulks verzocht, en daar ik uw afkeer niet kende, beloofde lk haar zulks. — Dan eischt de eer, dat ik het verpande woord gestand blijf! Maar te voren moeten wij de familie Von Buchenau bezoeken, wij zijn den vader van Alma in vele opzichten zeer verplicht. — Wel zeker, lieve zuster, knikte de graaf, beschik geheel en al over mij, zooals ge het goed of noodig mocht achten. En nu verzoek ik u, mij door de enkele vertrekken van het slot te vergezellen, ik verlang er vurig naar, de oude zalen weer te doorloopen. — Ik zal Daniël roepen. — Waartoe ? — Zonder licht kunnen wij den tocht niet aanvaarden. De graaf had reeds den zilveren kandelaar ter hand genomen. — Ik wil alleen zijn met u, zeide hij lachende, de oude Daniël kan onzen vader een trouw dienaar zijn geweest, mij heeft hij geen trouw bewezen. Een droevige trek speelde bij de laatste woorden om de lippen van den graaf. Unika giste de diepere beteekenis, zwijgend volgde zij haren broeder, die thans in het aangrenzend vertrek trad. — Het blauwe kabinet was mama's woonkamer, zeide zij, en hier is het arbeidskabinet van onzen dierbaren vader. Door deze portière komt men in de bibliotheek en uit deze in de wapenzaal. Kurt Von Hohenhausen had den luchter op de tafel gezet, met een somberen blik zag hij om zich heen in het met passende eenvoud versierde vertrek. — Het was hier, dat ik den slag van zijne hand ontving, zeide hij met doffe , stem, den slag,die ons voor altijd scheidde. Het was het zwaarste uur mijns levens!
Hij bedekte de oogen met de hand en loosde een diepen zucht, diep bewogen sloeg Unika haren arm om zijn hals. — Ge moogt daar niet meer aan denken, antwoordde zij zacht, het is geschied in eene opwelling van drift, en papa heeft het zelf bitter berouwd, dat hij door zijn toorn zich zoo liet medeslepen. Hij heeft een brief aan u nagelaten, ik zal hem u terstond geven, alsmede zijn testament, dat ik na zijn dood in zijn schrijftafel vond. Of wilt ge beide reeds nu hebben? De graaf was weder, kalm geworden, hij kuste Unika op het voorhoofd. — Waart gij niet hier, ik zou vermoedelijk den drempel van dit slot nooit weder overschreden hebben, zeide hij, ik wil trachten, de oude herinneringen te verdringen en te vergeten. Het is hier bijna alles nog zoo, als het destijds was. — Slechts het portret van mama heeft men hier opgehangen, antwoordde Unika op eene schilderij wijzende, die boven de breede massieve schrijftafel hing, zoo ge het toestaat, laat ik het morgen in mijn boudoir brengen. - -» — Ge neemt mij de woorden uit den mond, Unika, Uw mama gelijkt ge slechts in het uiterlijk voorkomen; had zij uw edel hart, uw teeder gemoed gehad, vele zaken zouden hier een anderen keer genomen hebben. Maar waar is het portret mijner dierbare moeder ? — Het hangt naast dat van papa in de stamzaal. — Gaan wij verder, zeide de graaf, ge moet mij geleiden, Unika, ik heb in dat lange tijdperk toch veel vergeten. O, ja, hier is de bibliotheek, waarin mij zoo velé rijke schatten zijn weggesloten. Hier las ik voor het eerst de heldenfeiten van den edelen ridder Don Quichot, de avonturen van Gil Bias en de voornaamste werken van Homerus. Hier werd ik "in,- gewijd in de scheppingen van onzen grooten dichter en denker, en dit alles ligt nu als een droom achter mij, den man boezemt dat geen belang meer in, wat het hart des jongelings warm deed kloppen. En hier in deze wapenzaal heb ik menig uur gestaan en gedroomd van de strijden en veldslagen, waarin dezezwaarden, deze hellebaarden, lans&n en strijdbijlen door krachtige vuisten gehanteerd werden. Daar is nog de ridderhelm met den verbleekten veerbos, daar de wapenrusting, hier het schild met de onverbiddelijke leus — zij alle zijn oude bekenden, waarmede de jongeling, wanneer ik zoo spreken mag. innige vriendschap gesloten had. Vol bewondering aanschouwde Unika haren broeder, hoe zeer verheugde zij zich, dat bij deze herinneringen zijn gelaat zich meer en meer opvroolijkte. Wellicht had Anna iets van het zielroerende eens tooneelspelers ontdekt in den toon, dien Kurt Von Hohenhausen thans aansloeg.Unika vond daarin slechts de onverholen vreugde over half vergeten herinneringen, die den broeder in geestdrift brachten. Zij gingen verder door de prachtvollevoorouderszaal,waarin Kurt voor de portretten zijner ouders geruimen tijd zwijgend staan bleef, door eene rij pronkvertrekken, die met verkwistende pracht waren uitgedost, door bekoorlijkeboudoirsen vriendelijke slaapkamers en kwamen eindelijk weder in het arbeidskabinet van den overleden graaf. Unika opende eene schuiflade van de schrijftafel en haalde er twee dokumenten uit, die zij haren broeder tër hand stelde, die op den divan had plaats genomen. [ (Wordt vervolgd.)
Familiebericht
Burgerlijke Stand van Arnhem. 6—12 Juni. ONDERTROUWD : E. v. d. Hart en H. Hupkes. — D. J. Van Rysewijk, wedr. J. S. Huiberts, en J. W. Buerink. — J. Ites en A. E. De Ruiter. — E. Teering en C. Van Zeist. — H. W. Ovink en W. H. Hentzepeter. -- A. Van Dael en G. W. Otterlo. —J. T. Aerns en J. Van Loo. — M. De Nie en A. B. Janssen. GEHUWD : T. Schuijlen met M. A. Van Hirtom. — E. Th. Beenen met W. C. Willemsen. BEVALLEN: A: Ligt geb. Lameris, D. —A. Regtering geb. Kip, Z. — J. Derksengeb. Wiekart, Z. —M. J. Pel, geb. VanZoest, D. —F. Kemperman. geb. Wassink, 1). — W. P. Erkens, geb. Claassen, Z. — C. E. Arendzen geb. Ter Hoeve, Z. —W. Boekkers geb. De Groot, Z. — A. C. Ide geb. Kleeberg, D. —'A. C. M. Burgers geb. Tiberius, D. —E. Van Mierle geb. Brugman, Z. — M. Asselman geb. Tuinenburg, Z. —J. P. P. Maandag geb. Eegner, Z. — A. ' Van Coeverden geb. Prins, Z. —• A. C. Goedkoop geb. Beumer, D. — J. P. Steendijk geb. Smit, D. — M. Teunissen geb. Vonk, Z. —J. S. Heijkoop geb. Pors, D. — S. Van Londen geb. Heeren, Z. — G. N. Van Rooij geb. Kok, Z. — H. C. Breijink geb. Strijkwolt, Z. — G. Karmiggelt geb. Kelderman, D. — B. J. Massingh geb. Leferink, Z. — M. F. Reuderink geb. Breda, Z. — A. C. Sabel geb. Van de Water, Z. — J. E. De Vries, geb. Van Maanen, D. — H. M. Fels geb. Leander, Z. — D. E. C. Spijker geb. Spiering, Z. —C. M. Theisen geb. De Mulder, D. — A. Jansen geb. Hendriks. Z. — H. Jansen geb. Broekhuizen, D. —M. T. Folman geb. Wouters, Z. — B. Meeuwisse geb. Schultink. D. — J. Takens geb. Van Grol, D. —J. C. Kierings geb. Peeren, D. — M. E. J. Bridié geb. Hendriksen, D. OVERLEDEN: H. Bruijère, 58 j. — M. J.Van Zoest, huisvr. van D. Pel, '28 j. —G. H. Van Betuw, 2 j. — W. Versteeg, huisvr. van H. v. d. Klip, 72 j. — H. A. Van Voorst, 1 m. —J. Peijer, 3m.— J. Peperkamp, 20 j.— A. Van den Wollenberg, huisvr. van L. Runde, 47 j. — H. J. Lammers, 24 j. — H. Swam, echtg. van C. W. v. d. Berg, 63 j. —C. Teunissen, wed. W. Reuvekamp, 79 j. —D. Sanders,4 j. — W. Ruitenbeek, huisvr. van W. Albers, 35 j.— A. De Vreede, 1 j. —J. J. Waal, 2j. •—li. Bakker, 60 j. — H. Uding, sj. — D. Van den Broek, wedr. van M. Ruijs, 6Ój. Burgerlijke Stand van Delft, GEBOREN: 10 Juni. Bart, z.van Johannes Jaeobus Van der Kaai en Cornelia Costerus. —Anthonia Catharina, d. van Marinus Krullaars en Adriana Maria Van 't Hoff. — Maria Cornelia, d. van Carolus Johannes Adrianus Gillemans en Helena Van der Riet. — Johanna Elisabeth, d. van Gerrit Cornelis Everhardus Setteur en Elisabeth Muller. —11. Isaac Cornelis, z. van Gijsbertus Broere en Johanna Cornelia Van Dalen. — Philippina Maria, d. van Theodorus Johannes Meiwesen en Maria Klijnis. OVERLEDEN. 10 Juni. Anthonie Nieuwenhuyse, 3w. —12. Johannes Coenraad Groenheyde, 53 j. Burgerlijke Stand van Gouda. GEHUWD: 11 Juni. A. De Zanger en F. M. M. Van Bovene. GEBOREN: 10 Juni. Adriana "Wilhelmina, ouders C. B. Van der Ree en J. C. Janknegt. — Theodora, ouders H. Walthie en C. F. Van den Ing. — 11. Hendrikus, ouders C. Van Tongerloo en F. Agterhorst. — Willem, ouders W. De Zeeuw en J. Spek. OVERLEDEN: 10 Juni. J. J. Nieuwenhuisen, 2 m. — 11. M. Van Hinloopen Labberton, 44 i. 10 m, — H. J. Bertels, 26 j. Burgerlijke Stand van Schiedam. GEHUWD: 12 Juni. J. Loomans en A. C. Weber. — H. Ilmer en P. Guis. — E. H. Roggenkamp en J. A. M. Sonneveld. GEBOREN: 10 Juni. Johannes Mattheus, zoon van H. Dirks en M. Boogaars, Boterstraat. —11. Hendrik, zoon van H. Van Dijk en J. Baron, Hoofdstraat. — Christina Maria, dochter van J. Bras en M. Robberecht, Singel. — 12. Willem Karei, zoon van H. Verdoes en J. Vink, Baan. OVERLEDEN: 11 Juni. Krijna Adriana Deßonde, oud 1 j. en 6 m., Singel. — Maria Johanna Hagers, oud 2 m., Zwaansteeg.
Rechtszaken. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK TE ROTTERDAM. Kamer van Strafzaken. Zitting van Donderdag 12 Juni.
De rechtbank veroordeelde in hare zitting van heden:
F. B. G. J. 8., oud 24 jaar, kantoorbediende, wonende te Amsterdam thans in hechtenis, wegens oplichting, tot zes maanden'gevangenisstraf. W. de W., oud 21 jaar, schipper, wonende te Rotterdam, wegens beleediging van ambtenaren, tot f 3 boete subsidiair twee dagen hechtenis. H. De R., oud 35 jaren, waker, wonende te Rotterdam, wegens beleediging van politieagenten, tot drie dagen gevangenisstraf. A.E., huisvrouw vanP. 8.,0ud 25 jaar, werkvrouw, wonende te Rotterdam, wegens vernieling, tot 10 dagen gevangenisstraf.
L. P., koopman, wonende te Rotterdam, wegens mishandeling, tot veertien dagen gevangenisstraf. Th. 8., werkman, honende te Rotterdam, wegens mishandeling, tot f 3 boete.
L. M., bode, wonende te Capelle a/d IJsel, wegens verduistering, tot twee maanden gevangenisstraf. J. v. d. W., zonder beroep, wonende te Rotterdam, beklaagd van vernieling tot veertien dagen gev. W. J., glazenwasscher, wonende te Rotterdam beklaagd van mishandeling, tot f 3 boete subsidair twee dagen hechtenis.
Wegens diefstal van een koperen dop van een ■waterleidingskraan in den morgen van 18 Mei gepleegd, had zich vervolgens te verantwoorden H. P., oud 58 jaar, verversknecht, wonende Rotterdam. Drie getuigen werden in deze zaak gehoord. De beklaagde bekende het feit gepleegd te hebben. De Officier van Justitie eischte drie maanden gevangenisstraf. Mr. 11. Vaillant, toegevoegd verdediger au beklaagde, beval zijn cliënt in de clementie der rechtbank aan.
Daarop werd bij verstek behandeld de zaak van C. E., vleeschhouwersknecht, wonende te Rotterdam, beklaagd van in den avond van 3 Mei in een herberg in de Schavensteeg den timmerman Claas beroofd te hebben van een tabaksdoos, bevattende een muntbillet van tien gulden. Zonder eenige aanleiding ruzie zoekend j, nana beklaagde deze gelegenheid waar om den roof te plegen. Drie getuigen werden in deze zaak gehoord. Het O. M. achtte voor dezen zeer ongunstig bekend staanden recidivist een ernstige straf alleszins gewenscht en eischte mitsdien' 2 jaar gevang. Nog verscheen voor de rechtbank K. S., oud 29 jaar, sjouwer, wonende te Rotterdam, beklaagd van op 7 Mei twee vrouwen mishandeld te hebben, waarvan de eene tegen zijne moeder zou verteld hebben, dat er iemand geld van hem kreeg voor -gehaald brood. De beklaagde bekende in drift gehandeld te hebben.
Eisch 1 maand gevangenisstraf. Nog stonden terecht: C. 8., oui 58 jaar, koopman, wonende te Haarlem, wegens bedelarij te Rotterdam gepleegd. Eisch drie dagen hechtenis en plaatsing in een rijkswerkinrichting voor den tijd van een jaar. O. P. 8., oud 64 jaar, zonder beroep en zonder vaste woonplaats, beklaagd van landlooperij. Eisch drie dagen hechtenis en plaatsing in een rijkswerkinrichting voor den tijd van drie jaar. Uitspraken in bovenstaande zaken heden over acht dagen.