Gistermiddag circa 6 uur had aan den mond der Koningshaven een voorval plaats, dat erstige gevolgen na zich had kunnen sleepen. Een drietal personen, die zich in een roeibootje bevonden, hadden zich met een haak achter aan de met volle kracht stoomende sleepboot »Rhein" verbonden; eensklaps lieten zij den haak glippen, en het bootje, door de sterke zuiging van de sleepboot getroffen, sloeg om, zoodat zij alle drie te water geraakten. Gelukkig bemerkte dit de werkman G. Bos, die ijlings met een bootje ter hulp kwamen hen allen behouden binnen boord bracht.
Het stoomschip jZaandam" van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij, is gisteren van hier naar New-York vertrokken met 66 eerste klasse reizigers en 267 tusschendekspassagiers.
Te Feijenoord had gisternacht een werkman het ongeluk aan boord van een in aanbouw zijnd schip van een ladder in het ruim te vallen. De man bekwam ernstige verwondingen aan de borst en werd naar zijn woning vervoerd.
Door het omvallen van een petroleumtoestel is gisteravond om half acht brand ontstaan op de derde verdieping van pand no. 36 aan den Oppert. Met eenige emmers water werd het vuur door spuitgasten van spuit 16 gebluscht.
De Diergaarde heeft ten geschenke ontvangen van den heer P. I. Cokart, alhier, 2 prachtige pauwstaartduiven; van den jongenheer Rooteboom. alhier, 1 zeezwijntje, en van den heer J. Slceking, alhier, 1 hazelworm.
Tevens kan vermeld worden, dat in den plantentuin de velschillende afdeelingen, dank zij der trouwe zorg van den Hortulanus in een ongekende pracht staan en dagelijks van wijd en zijd bezoekers trekken.
Gisteren is door de politie aan gehouden en ter beschikking gesteld van de Justitie een vrouw, die reeds meermalen straf onderging, en zich nu had schuldig gemaakt aan diefstal in een woning aan de Rechter Rottekade, welke ■woning zij tijdens de afwezigheid der bewoonster, was binnengeslopen.
Tot het bij wonen der lessen voor den cursus 1890/91 van het herhalingsonderwijs, te KralingeD, hoofd de heer J. Schouten, hebben zich niet minder dan ruim 70 leerlingen aangemeld. Den vorigen cursus beliep dit getal 60 jongens en meisjes.
Het heeft den Koning bij Hoogstdeszelfs besluit van den 12den September j.l, behaagd, aan den heer C. G. Rommenhöller, koopman alhier, vergunning te verleenen tot het aannemen der versierselen van officier der orde van de Kroon van Rumenië en van ridder der orde van Isabella la Catholica, hem respectievelijk door Zijne Majesteit den Koning van Rumenié en door Hare Majesteit de Koningin-Regentes van Spanje, in naam van den minderjarigen Koning, geschonken.
Naar aanleiding van het bericht in ons vorig nummer, betreffende den verkoop van een 25-tal eieren, die alle bedorven waren, en als versch aan den man waren gebracht, deelt de heer H. G. Van Duynen, in kruidenierswaren, Crooswijksche weg, ons mede, dat hem onlangs hetzelfde is overkomen met 100 eieren, die op een enkele na eveneens alle bedorven waren. De ouderdom van den knaap was ongeveer dezelfde.
Tegen een spekslager, alhier, is door de politie proces-verbaal opgemaakt, wijl hij verzuimd had bij den burgemeester aangifte te doen van een varken, dat als geleden hebbende aan besmettelijke varkensziekte (vlekziekte) is in beslag genomen.
Gisteravond omstreeks halfnegen had de 60-jarige weduwe v. D., wonende op de Veemarkt, het ongeluk, doordien zij misstapte, van de trap te vallen, waardoor zij haar rechterbeen brak.
Het stoomschip sSpaarndam" werd gistermiddag over half vijf vlot en zette direct de reis voort. Hedenmorgen was er reeds bericht, dat het schip ten acht ure vanßoulogne vertrokken was; het isdus niet door mist of anderen tegenspoed opgehouden en zal, naar menschelijke berekening, nog tijdig New-York bereiken. Daar een aankomende boot, (te sVeendam", den Waterweg niet kon binnenstoomen en een tweede, de »Zaandam", op het vertrek lag, dreigde het oponthoud met de nSpaarndam" een geheele stoornis te brengen in het verkeer; dank zij echter der assistentie, verleend op order der regeering met de zandzuigers en ander materieel, is de schade voor den handel tot een minimum beperkt.
De heer dr. J. L. Andreae, directeur der hoogere burgerschool te Sneek, is door het Bataafsch Genootschap van proefondervindelijke wijsbegeerte, alhier, met den gouden eerepenning bekroond, voor een verhandeling over »de afhankelijkheid van de dissociatie-spanning van den ontladingstoestand der stof'.
Een nieuw succes is aan onze stadgenoote, mej. Marie Heijermans, kunstschilderes te Brussel, ten deel gevallen. Naar het deze week geopende Brusselsche salon zond zij ees> kleine schilderij. Terwijl van de 1900 ingezonden stukken 800 door de jury werden geweigerd, werd het hare niet alleen aangenomen, maar kreeg zelfs een eereplaats a, la rarnpe. Het doek stelt voor een deel in een ziekenzaal in het groote hospitaal, drie oude vrouwen in het ziekbed, een Christusbeeld aan den muur, verlicht door een raam, dat uitzicht geeft op de besneeuwde omgeving. Weemoedig maar waar, noemde de schilderes het »La fin de la vie".
Bij de opening der tentoonstelling door den Koning der lielgen, bleef deze getroften voor het stukje staan. Mej. Heijermans werd opnieuw aan Z. M. voorgesteld, die haar zeer geluk wenschte, en toen zij op zijn vraag, waar zij dit stuk geschilderd had, ten antwoord gaf: sin het hospitaal", waar zij geruimen tijd bezig is, studiën te maken, zeide de koning: sdie arme ouden! Mais c' est beau votre tableau!"
Gistermiddag omstreeks 4'/< ure, overkwam den oppasser Blum der Elépheas Africanus, (Afrikaansclie Grootoorige Olifanten) Park ie en Hans, in de Diergaarde, een ongeluk, dat zich op de volgende wijze heeft toegedragen : Eenige werklieden waren bezig reparatiën te verrichten aan den stal van bedoelde dieren. Uit voorzorg was de oppasser bij hen in het hok, en stond geleund tegen het ijzeren traliewerk, behagen scheppende in de speelschheid van de aan zijn zorg toevertrouwde dieren. Hans, het mannetje, maakte allerlei sprongen en kwam in zijn dartelheid tegen den oppasser terecht; de/.e aanraking vu n het kolossale dier, dat sedert Mei 1874 in de Diergaarde vertoeft, was zóó hevig, dat de oppas-ser zwaar inwendig gekneusd werd. De onmiddellijk binnengeroepen geneeskundige, Dr. A. G. Th. Becking, constateerde, dat twee ribben en het linker sleutelbeen gebrokën waren. Op diens advies werd de oppasser per brancard naar het ziekenhuis overgebracht. Heden is zijn toestand naar omstandigheden vrij wei.
"Stads-Editie.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/09/19 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010194:mpeg21:p001
"Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/09/19 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010194:mpeg21:p001
— De haat dier beide wezens deinst voor geen middel terug, hij verzint geheel ongelooïelijke boosheden, om mijn eer aan te tasten. Gij hebt de beweringen van Hackert gehoord, kan men een dollere aanklacht verzinnen ?
— Ik weet niet, welk oordeel ik daaromtrent moet vellen.
De graaf lachte hoonend. — Het verstandigste ware voorzeker hem geloo! te schenken, zeide hij met schampere stem, daardoor vermijdt men de noodzakelijkheid, over die dwaze bewering te moeten nadenken. — Wanneer beweringen met zulk een vertrouwen worden uitgesproken — Dan moeten zij natuurlijk waar zijn. — Maar wanneer zij slechts logen behelsden, waarom hebt gij den jager dan niet de deur laten uitwerpen? vroeg Unika haar oroeder, die haar blik ontweek, vol en ernstig aanschouwende. Dat ware immers de kortste weg geweest, en de lasteraar nad die tuchtiging verdiend. Kurt Von Hohenhausen fronste verachtelijk de wenkbrauwen. -Het had schandaal verwekt,antwoordde hij, wellicht een kloppartij, en zulke tooneelen haat ik. Dat hij zich echter in acht neme, deze bewering op een andere plaats te herhalen; ik zou hem tijd en gelegenheid geven,in de gevangenis daarover na te denken. Bn ik verwacht van u, üat gij zoo verstandig zijt, aan de lastertaal van zulk een wezen geen geloof te schenken, men moet daar niet verder aan denken. Gij zult daar met de familie Von Buchenau niet verder over spreken, Hackert is niet meer in hun dienst, men kan hem dus langs dien weg nietsdoen. Unika wist niet, wat zij daarvan moest zeggen.HoewelKurtzich denschijntrachtte te geven, als beschouwde hij de geheele historie met minachting, zoo las zij toch in zijn trekken, dat dit slechts een masker was, waarachter zich een onmiskenbare angst verborg. En daarvoor getuigde immers ook het verbod, met Werner of Alma over deze aangelegenheid te spreken. —Hetliefstwarehet mij,wanneergij heden hier bleeft,hernam de graaf, wien het zwijgen zijner zuster begon te verontrusten.lk ?kan niet ontkennen, dat dit tooneel mij in een staat van opwinding heeft gebracht; de vermetelheid van dien manvertoornde mij. — Ik heb Alma mijn woord gegeven,antwoordde Unika kortweg. En waarom zou de familie Buchenau van die onbeschaamdheid niets mogen vernemen? — Omdat ik het niet wil, stoof de graaf op. — Maar ik vind geen redenen voor dit verbod.
— Redenen genoeg! De een gelooft aan den laster, de ander niet, maar in den regel is men te zeer geneigd, het kwade te gelooven, zonder dat men lang naar toewijzen vraagt. Reeds daarom wil ik niet, dat daarover gesproken wordt, men zou vragen tot mij richten, mij deelneming betuigen, en dat alles vind ik meer dan ongewenscht. — En wanneer Hackert nu openlijk daarover spreekt? — Hij zal het niet wagen. Unika schudde het hooid. Wien moest zij gelooven ? Den jager, die zoo kalm en vol vertrouwen de verschrikkelijke aanklacht had ingediend, oï den beschuldigde, die zijn angst niet geheel kon verbergen ? Zij wist het niet, en zij was niet van plan, het verbod .s'.lpt na te komen, zij wilde en moest zekerheid hebben, anders was het met haar rust gedaan.
— Uw bezwaren zijn niet steekhoudend genoeg, zeide zij, men moet een zoo gevaarlijken lasteraar onschadelijk maken. Wanneer men hem ter verantwoording roept, dan moet immers de waarheid aan het licht komen. Vaarwel, Kurt, tot hedenavond, wellicht komt gij in den namiddag ook naar Buchenau. — Waarschijnlijk niet! — Alma klaagt over verwaarloozing. — De schuld ligt aan haar. — Zoo scherp mag een verloofde niet denken, vaarwel. De graaf stampte met den voet op den grond, een zachte kreet van woede ontsnapte aan zijn lippen. Hij trad aan de schrijftafel en opende een schuiflade, waaruit hij een kleinen kristallen flacon nam, die een waterheldere vloeistof bevatte.
Met dezen flacon sloop hij in de slaapkamer zijner zuster. Niemand bemerkte hem, Unika was met Alma weggereden, en Vroni bevond zich beneden in den tuin. Toen hij na een poos de slaapkamer weder verliet, was zijn gelaat doodsbleek en zijn wankelende gang geleek dien van een beschonkene. Wat hij in het vertrek gedaan had, wist slechts hij alleen, hij keerde naar zijn studeerkamer terug en legde daar den flacon weder in de schuiflade der schrijftafel.
"Feuilleton. Op Wankelenden Bodem. DOOR EWALD AUG. KöNIG. 87) (Vervolg)". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/09/19 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010194:mpeg21:p001
Rotterdam '19 Sept. Ie getij 6.24 2e getij 6.4-8
De temperatuur aan de Kralingsche Zwem- en Badinrichting was hedenmorgen 7 uur: in de lucht 57°, in het water 61°.
"Waterstand en Weerbericht.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/09/19 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010194:mpeg21:p001
17 Sept. 18 Sept. Barometer bij 0° Celsius 762.8 mM. 763.0 mM. Thermom. in de schad. 18.2°C.65°F. 21.3°C.70°F. Minim. temp. 's nachts 9.1°C.48°F. 12.5°C.55°F. Maxim. temp. vor. dag 19.8°C.68°F. 20.5' C.693F. Windrichting en kracht 0.Z.0. 2 Zuid 1 Bewolking der lucht Helder Licht bew.
"'s middags 12 uur.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/09/19 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010194:mpeg21:p001
Parijs . . 5.10 'sm., 8.50 'sm., 1.50 'sn.m., 6.50 'sav. Berlijn . 5.40 'sm., 9.30 'sm., 10.— 'sm., 2.27 'sav. 4.30 'sav., 6.55 'sav., 9.20 'sav. Londen . 5.10'5m., 8.50'5m., I.lo'sav., 6.so.'sav. Aden, Britsch-Indië, Ceylon, Straits Sett-
lem en Cochin-China. . I.ss'sav. China, Japan, Hongkong I.ss'sav. 6.50 'sav. Egypte I.ss'sav. Kaapland, Natal, 0.-Vrijstaat, Transvaal 8.50 'sm. Mozambique, Delagoabaai 8.50 'sm.
N.-Amerika. Mexico 9.10 'sav. Brazilië, Argentina, Uruguay, Paraguay 8.50 'sm.
"Buslichtingen aan het Postkantoor. Vrijdag 19 September.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/09/19 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010194:mpeg21:p001
Burgerlijke Stand. GEHUWD: W. Meussen, jm. 31 en G. Vernooij, jd. 38 j. G. A. Kael, jm. 26 en M.llaagen, 27 j. BEVALLEN: C. P. v. Gameren, geb. Pors, Z. — A. Ch. Breetveld, geb. Jonkman, Z. — S. v. Straten,geb. Stranders, D. — C. Verschoor, geb. Zorge, Z. — J. P. André, geb. v. den Berg,D.—H. De Vos,geb. Snaauw, Z. — G. Zee, geb. Goedhart, D. — B. Ottervanger, geb. Schenk, D. — A. M. Langschmidt, geb. Voss, D. — E.C. v.Eijk,geb.Schuijnderman, F). — A. Geerts, geb. Aalderson, D. — C. J. Trosée, geb. De Beer, 2 Zs. — J. Soet,geb. De Jong, D. — C. v. Es, geb. Kloot, D. — A.v. Dijk, geb. Mühlheim, D. — J. v. den Hurk, geb. Schmerda, D. — J. W. v. Buuren, geb. Bloramers, Z. — C. H. De Radder, geb. Bellaart,Z.— G. v. Rouwendal, geb. v. Essen, D. — H. ▼. Eijmeren, geb. Smit, D. OVERLEDEN: G. Houkes, m. v. J. A. Janssen, 35 j. — M. Künstler, jd. 28 j. — J. P. Brbeksmit, jm. 5 m. — M. P. v. Eijsden, wed. A. S. J. De Bruijn, 73j, — C. Meijboom, m. v. 3. v. Olm, 77 j. — A. Erkens, wed. P. Kemp, 56 j. — F. J. Vink, jm. lm. — A. Dijksman, jd. 17 m. —J.H.Cleijpool, jm. 4m. — M. Velds, vr. v. G. Stok, 26 j. — N. M. v. der Jagt, vr. v. T. v. Vliet, 38 j.
"Familiebericht". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/09/19 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010194:mpeg21:p001
Place des Pays-Bas. Specialiteiten-voorstelling, 8 uur.
"Vermakelijkheden, Vergaderingen, enz. Donderdag 18 September.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/09/19 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010194:mpeg21:p001
Pand en Erve, Crooswijksche Kade no. 2, trekg. f 4150. Voor f 4310 verkocht.
Winkelhuis en Erve, Wz. Schiedamsehen Dijk no. 21, trekg. f 8450. Voor f 0550 verkocht. Winkelhuis en Erve, Hang no. 111, trekg. f9lOO. Voor f 10.500 verkocht.
Winkelhuis en Erve, Halsteeg no. 12, trekg. f 7100. Daarop verkocht. Pand.Tuin en Erve,Boschje no. 12, trekg. fl2OOO. Pand, Tuin en Erve,Boschje no. 13, trekg. fllOOO. Pand, Tuin en Erve.Boschje no. 14, trekg. fll4OO. Pand, Tuin en Erve,Boschje no. 15, trekg. f 11400. Gecombineerd voor f 46.420 verkocht.
"Publieke Verkoopingen. In het Notarishuis aan de Gelderschekade te Rotterdam. DONDERDAG 18 SEPTEMBER.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/09/19 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010194:mpeg21:p001
Voorzitter: de heer mr. S. A. Vening Meinesz, burgemeester.
Aanwezig 32 leden. Afwezig met kennisgeving: de heeren Ebeling, Kam, Smalt, De Monchy, Martini Buys, Hoyer en Hey broek. De notulen der vorige vergaderingworden gelezen en ongewijzigd goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat.ingekomen zijn 0.a.: 1. Van B. en W. voordracht onderwijzer 2e tusschenschftol K, waarop zijn geplaatst de heeren J. Jansen en A. IJsberg.
2. Van mej. Oliemans, verzoek om ontslag als onderwijzeres. — Eervol verleend. 3. Van de commissie van financiën, voorstel om op de begrooting voor 4891 een bedrag van f 48,000 te plaatsen, voor het aanleggen der Parithaven. — Goedgekeurd. 4. Van dezelfde om een bedrag van f 300,000 te plaatsen op de begrooting, ten behoeve van kasgeld der gemeente. — Goedgekeurd. 5. Van A. W. Moll, een adres naar aanleiding van het voorstel-Van Leeuwen en Achterkamp. — Naar B. en W. om praeadvies. 6. Van B. en W. het praeadvies op het adres van de sVereeniging tot aischalfing van sterken drank", om afschaffing der kermis, waarin wordt geraden aan dit verzoek niet e voldoen, aangezien er in het adres geen gronden worden ontwikkeld, die het oordeel van B. en W. hebben kunnen wijzigen. — Visie. 7. Adressen van de afdeeling Rotterdam der »Chr. Geheel onthouders-vereeniging" en van de jongelingsvereenigingen sObadja" en »Heb de waarheid en vrede lief", van gelijke strekking als die van de s Vereeniging tot afschaffing van sterken drank". Worden bij de vorige stukken gevoegd. Benoemd worden:
40. tot leden der Commissie voor de strafverordeningen de heeren: Van Raalte, Kley, Tienhoven, Muller en Van Ileukelom. 20. tot lid in het Burgerlijk Armbestuur: de heer Jean Browne. ®
30. tot geneeskundige bij het Burgerlijk Armbestuur de heer C. Groenewegen, arts.
40. tot 3e onderwijzeres in de nuttige handwerken, mej. L. J. Zaaijer.
50. tot onderwijzer aan de 2e tusschenschool F, de heer H. J.J. Rousseau Ducroissie. 60. tot onderwijzer aan de 2e tusschenschool L, de heer A. Van Gemerden.
Aan de orde is: loting voor de afdeelingen tot onderzoek der begrooting, dienst 1891. Het resultaat daarvan is, dat geplaatst zijn in de le afdeeling de HH. Pieters, Baartz, Havelaar, De Bie, Gleichman, Feith en Ebeling. Voorz. de Burgemeester. 2e afd. Samson, Smalt, Van Tienhove, Van Gennep, De Bruyne, 's Jacob, v. Heukelom ; voorz. de weth. Milders.
3e afd. Plate, Mees, De Monchy, Van Raalte, Van Rossem, Martini Buys en Jacobson; voorz. de heer Viruly. 4e afd. Heybroek, Muller, Sleurs, Van Vollenhoven, Wierdsma, Hoyer en Hudig, Voorzitter de weth. Molenaar. 5e afd. Van Stolk, Droogleever Fortuyn, Kraemer, Diost, Kley, Kam en Franfois; Voorz. de heer Van Citters. Voorts komen aan de orde: 10. het adres van A. G. Meijer en 18 anderen, neringdoenden aan de Gedempte Botersloot,waarbij wordt verzocht de kramen op de Dinsdagsche weekmarkt aldaar te doen plaatsen met de voorzijde naar de winkels en aan de achterzijde gesloten — met het daarop uitgebrachte praeadvies van Burgemeester en Wethouders, waarbij voor een deel aan de bezwaren van adressanten kan worden tegemoet gekomen. Aangehouden tot volgende vergadering. 20. het voorstel tot goedkeuring van het plan voor den bouw eener bewaarschool met gymnastieklokaal aan de Lange Torenstraat. 30. het voorstel tot verhuring van een perceel grond aan de Schans aan A. Peeters. 40. het voorstel tot verhuring aan de Rotterdamsche Lloid van een terrein aan de Prinsessekade en tot het maken van een kaaimuur met rerumingwerk aldaar. 50. het voorstel tot ruiling van strookjes grond bij de Nieuwe Plantage met M. Zaaijer c.s. Alle goedgekeurd bij acclamatie. 60. het adres van G. H. Hintzen c.s. om ingebruikgeving van een terrein voor de oprichting van een wachtlokaal voor werklieden aan het Westeinde der Boomjes of op het Willemsplein en het daarop uitgebrachte praeadvies van Burgemeester en Wethouders, die voorstellen het op de teekening aangeduide, aan de bestemming voor den openbaren weg te onttrekken gedeelte der Boompjeskade, ter grootte van 221 D M. voor 10 jaar, behoudens vroegere opzegging, ad 10,25 per cA. 'sjaars te verhuren en op de verder daarbij aangegeven voorwaarden. De heer 's J a c o b heelt van het begin af aan bezwaar gehad tegen het voorstel en die bezwaren zijn sedert niet verminderd. Spr. wil gaarne erkennen, dat beide zaken zeer wenschelijk zijn,iets anders is het,of die wenschelijkheid vereenigbaar is met het algemeen belang, en of niet alleen het particulier belang wordt gebaat. Spr. heeft altijd opgemerkt, dat het voor Rotterdam wenschelijk is, haar Kade open te houden. Daarom is spr. verbaasd, dat nu een gedeelte der kaden zal worden afgestaan voor een ander doel dan den opslag van goederen. Het komt spr. verder niet goed voor, dat de prijs zoo laag is gesteld, en hoewel spr begrijpt, dat het hier een overeenkomst is tusschen adressanten en gemeentebestuur, waaraan niets valt te veranderen, zal hij alleen tegen het voorstel stemmen. De heer Hudig merkt op, dat tengevolge van dit voorstel een grief zal worden weggenomen, die altijd heeft bestaan in het gebrek aan schuilplaats. Het dunkt spr., dat juist het punt, dat wordt voorgesteld,tegemoet komt aan die grieven,daar het is in het centrum der scheep vaartbeweging.Daarom zal spr. dan ook over enkele andere bezwaren heenstappen. De Voorzitter merkt op, dat B. en W. er met leedwezen toe zijn besloten, om dit gedeelte terrein op te offeren. Zij doen dit dan ook alleen, om te voorkomen, dat de bootwerkers genoodzaakt worden om naar tapperijen te gaan om werk te zoeken. B. en W. achten dit van algemeen belang, en hoewel B. en W. alle pogingen hebben gedaan, op andere wijze de quaestie op te lossen, zijn zij daarin helaas niet geslaagd. In stemming gebracht, wordt het voorstel aangenomen met 30 tegen 2 stemmen, die van de heeren Muller en 's J a c o b.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter de vergadering.
"Gemeenteraad van Rotterdam. (Zitting van heden.)". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/09/19 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010194:mpeg21:p001
De bankier Romberg verbeidde met koortsachtige hoop de terugkomst zijns zoons, die van dag tot dag zich liet wachten.
De tijdingen, die Theodor schriftelijk had gezonden, luidden ver van gunstig, het huis Hackenberg en Schmidt stond op het punt failliet te gaan, dekking kon Theodor niet ontvangen, maar hij hoopte nog altijd, en stelde ook om die reden zijn terugreis uit, die hij onder andere omstandigheden onverwijld aanvaard had.
Dat deze tijdingen bij den bankier een verpletterenden indruk teweeg brachten, was natuurlijk, en even natuurlijk was het, dat hij onder den invloed van dezen indruk geen lust gevoelde, den raad des inspecteurs op te volgen en den aanspraken van den man, wiens vermogen hij verduisterd had, recht te doen wedervaren. En nu werden ook de geruchten omtrent den op handen zijnden val der firma Hackenberg en Schmidt meer algemeen, en aan de beurs sprak men er reeds van, dat Romberg en Zoon in dien val gewikkeld zouden worden. De inbraak leverde ook stof tot onaangename gesprekken; natuurlijk had het gerucht de gestolen som aanzienlijk vergroot, en het kon niet uitblijven, dat enkele crediteuren onder zulke omstandigheden het verlies hunner vorderingen vreesden. Tot dusver werden nog alle wissels aan de kas van Romberg prompt voldaan, dat stelde de bezorgden eenigszins gerust, daarin toch moest men het bewijs ! vinden, dat de bedreigde firma nog altijd over noemenswaardige middelen beschikte. En wantrouwen aan den dag te leggen, zoolang niet de staat van zaken het dringend eischte, was ook niet raadzaam, Romberg en Zoon konden zich daardoor genoopt voelen, de handelsrelatie met de bewuste huizen af te breken.
Zoo hield zich dus de groote menigte
van crediteuren;voorloopig waarnemend, maar in stilte voorbereidend, om in het oogenblik van gevaar hun eischen te doen gelden. De bankier wist dit alles zeer goed, hij wist ook, dat zijn kantoorpersoneel het onbegrijpelijk vond, dat hij nog geen stappen had gedaan, om de inbrekers te vervolgen en hun de geroofde papieren van waarde weder afhandig te maken. Dat hij met de vervolging geen aanvang kon maken, was hem zelf onaangenaam, maar hij waagde het niet, de bedreigingen der dieven hadden hem te zeer bevreesd gemaakt. De rechtbank nam, volgens het nieuwe wetboek, geen nota van de inbraak, omdat Romberg er geen aangifte van deed, en het stilzwijgen daarover bewaarde. Eindelijk was nu het bericht aangekomen, dat Theodor de terugreis aanvaard had. Hij wilde van den nachttrein gebruik maken, dus den voormiddag van den volgenden dag arriveeren; Romberg verwachtte hem met koortsachtige gejaagdheid. Of hij dekking ontvangen had, meldde het telegram niet eens, de oude heer bleef dus nog altijd in de pijnlijkste onzekerheid. Zijn plan was gereed voor elk, ook voor het slimste geval,maarwie stond hem borg voor het welslagen? Een onvoorzien, geheel onbeduidend toeval kon bewerken, dat dit plan schipbreuk leed, dan was alles, ook de eer, verloren! De handen op den rug gekruist, ging de bankier in zijn kabinet heen en weer, hl] trachtte te vergeefs zijn aandoening meester te worden. En die aandoening had het hoogste punt bereikt, toen Theodor nu binnentrad.
De oude heer reikte hem beide handen, en zag hem vorschend aan, en de eerste blik gaf hem duidelijk te kennen, dat hij zich met geen ijdele hoop behoefde te vleien.
— Hackenberg en Schmidt zijn failliet? vroeg hij met bevende stem. — Nog niet, maar het faillissement moet over eenige dagen worden uitgesproken, antwoordde Theodor, terwijl hij zich van hoed en overjas ontdeed. Er was niets meer aan te doen, wij hebben, zooals ik steeds vreesde, te lang gewacht. — Hebt gij in het geheel geen dekking ontvangen ? — Neen. — Dan traadt gij misschien niet krachtdadig genoeg op ? Het voorhoofd des jongelings rimpelde zich bij dit verwijt in sombere plooien. — Aangenomen, dat het mij gelukt ware, voor een gedeelte onzer vordering dekking te ontvangen, wat hadden wij daardoor gewonnen? zeide hij. Breekt, gelijk te verwachten staat, het faillissement uit, dan wordt de opening er van ongetwijfeld op een paar maanden vroeger bepaald, wij hadden dus de dekking weder moeten teruggeven. — Maar wij hadden dan voor het oogenblik fondsen, die ons in de gelegenheid stelden — — Geloof niet, dat ik dit over het hoofd heb gezien, vervolgde Theodor, ik had gezonde redenen, zoolang daar te blijven, daar ik nog altijd hoopte, mijn doel te bereiken. Maar waar niets is, heeft de keizer zijn recht verloren. Hackenberg en Schmidt hebben rampzalig huis gehouden, aan dwaze ondernemingen op aan- j deel deel genomen, en overal het krediet hunner handelsvrienden misbruikt. Wij zijn de eenigen niet, die van hen de dupe zijn. — Dat is een schamele troost. — Het behoeft geen troost te zijn, ik wilde u daardoor slechts bewijzen, dat de firma geen dekking kan geven. De aandeelen, die zij nog bezit, zijn waardeloos en ten eene male onverkoopbaar —
— Aandeelen der bouwbank? — Gedeeltelijk — ja! — Ik had ze tot den koers van den dag aangenomen. — Wij kunnen onze eigen aandeelen niet verkoopen. — Wacht dit af, zeide de bankier opgewonden. De tijden kunnen veranderen. Met de bouwbank is het niet zoo erg, als men-gelooft, de aandeelen moeten rijzen. Daarop berust nu onze geheele hoop, vervolgde hij, terwijl hij met den zijden zakdoek het klamme angstzweet afdroogde, deze aandeelen zijn het eenige, wat ons overblijft, zij zullen ons redden, wanneer het ons gelukt, ze goed te verkoopen. Theodors blik rustte vragend op zijnen vader.
— Zal die hoop zich verwezenlijken? antwoordde hij. — Ja, wanneer wij nog slechts eenige dagen speling hebben. Wanneer uiterlijk kan of moet het faillissement der firma Hackenberg en Schmidt losbarsten? — Daarmede kunnen altijd nog acht dagen verloopen. — Dan hebben wij tijd genoeg. — Voor nieuwe operatiën aan de beurs ?
— Benen anderen uitweg zie ik niet. — Gij speelt va banque, vader,zeide Theodor op ernstigen, waarschuwenden toon. (Wordt vervolgd.)
"XXXII. Verijdelde hoop.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/09/19 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010194:mpeg21:p001
Eene herhaling van deze opera bevestigde de gunstige meening, welke men bij.de eerste opvoering van de meesten der optredenden koesterde, en bood mejuffrouw Gis ella Gzendo gelegenheid als Pamina naar den rang eener jeugdige dramatische, te dingen. In beschaafdheid van zingen, muziekaliteit en voordracht, won zij het vei- van hare voorgangster, doch de stem is kleiner. Omtrent een engagement van de colloratuurzangeres mejuffrouw Katzmeijer, den bas en den tenor, de heerenSchinkie enJosjlowsky kan geen twijfel meer bestaan. Slechts den laatsten zou men willen aanraden zich te hoeden van bij de minste aanleiding in het s Weinerhche" te vervallen. 18 Sept. 1890. *##
"Kunstnieuws. HOOGDUITSCHE OPERA. Die Zauberflöte.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/09/19 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010194:mpeg21:p001
De Rechtbank veroordeelde heden W. K., baas in een distilleerderij, te Schiedam, wegens mishandeling van P. H. Krugten, aldaar, tot twee maanden gevangenisstraf, met toewijzing bovendien van een door den mishandelde ingestelde actie tot schadevergoeding, groot f3O. Vervolgens werd de zaak behandeld van den 17-jarigen J. P., zeeman, wonende te Rottermam. Deze beklaagde werd vervolgd op klachten zijner zuster, huisvrouw van den bierhuishouder M. Van Gelderen, als zoude hij op Zaterdagavond 16 Augustus 11. door overklimming van een schutting, die de woning van zijn zwager aan het Burgemeester Holiinar.plein van de openbare straat scheidde, gedrongen zijn in die woning en daai uit ten nadeele zijner zuster hebben weggenomen een zijden rok van aanzienlijke waarde en een gouden dameshorloge met verguld zilveren ketting.
De rok werd verkocht voor f 4 aan den uitdrager Spetter, terwijl het horloge gevonden werd in de balken van een huis, waar een vrouw woonde, met wie beklaagde verkeerde.
De beklaagde, die reeds meerdere diefstallen ten nadeele zijner familieleden gepleegd had, bekende de ieiten. Zijn zuster, de door hem bestolene, trachtte nog ter zitting de rechtbank te bewegen een zachte straf op te leggen, men had, doch te laat, gepoogd de klacht weder in te trekken.
Het Openbaar Ministerie, waargenomen door mr. Modderman, substituut-officier van justitie, zou wegens de moeite, die de zuster van beklaagde in het werk gesteld had, om de klacht in te trekken, geen zware straf eischen. Niettegenstaande dat, mocht toch ook weder de straf niet te licht zijn, de jongen bewandelt slechte paden, wil volstrekt niet deugen en heeft thans een feit gepleegd, zoo zwaar, dat de wet daarop stelt een straf van zes jaar. Een ernstige les moest dus aan beklaagde gegeven worden. Z.E.A. eischte mitsdien acht maanden gevangenisstraf.
Mr. K. G. Van Schouwen, toegevoegd verdediger van beklaagde, vond de straf te zwaar met het oog op de woorden, die het Openbaar Ministerie in den aanvang gesproken had. Wegens de jeugd van beklaagde en de moeite, door zijn familie in het werk gesteld om de vervolging niet te doen plaats hebben, concludeerde pleiter .tot een zachtere straf met bepaling, dat de ondergane preventieve hechtenis in min» dering zou worden gebracht. Ten slotte had zich nog te verantwoorden: H. E., zeeman, geboren te Kiehl, zonder vaste woonplaats. Deze beklaagde had op 21 Augustus 11. een in den Steiger bij het Moriaansplein liggende met groenten en eieren beladen boot weggenomen, en getracht deze goederen in Schiedam te verkoopen.
De Officier van Justitie eischte drie maanden gevangenisstraf. Mr. Nolst Trenité verzocht ambtshalve een mindere straf, opdat beklaagde in November in staat zoo zijn, zich op de Oostzeevloot te doen aanmonsteren, en daardoor te verhinderen, dat hij den winter zwervende doorbrengt. Uitspraken heden over acht dagen.
"Rechtszaken. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK TE ROTTERDAM. Kamer van Strafzaken. Zitting van Donderdag 18 September.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/09/19 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010194:mpeg21:p001